‘Ik was niet de meest getalenteerde, maar ik had karakter’

© BELGAIMAGE - DIRK WAEM

Op zijn 33e besloot Sébastien Pocognoli een streep te trekken onder een carrière die ooit flitsend van start ging. Hij beëindigde die met een seizoen in de anonimiteit bij Union. Een gesprek met een van de vaandeldragers van een generatie.

De basis van de huidige gouden generatie Rode Duivels werd gelegd in 2007, op het EK voor Beloften in Nederland. In die tijd werd Sébastien Pocognoli beschouwd als een van de kroonjuwelen van het Belgisch voetbal. Nadien verwaterde dat. Op dat EK en op de Spelen van 2008 volgden amper dertien caps voor de A-ploeg. Te weinig om de geschiedenisboeken te halen, maar meer dan genoeg om een doos met herinneringen te vullen.

Op 22 april heb je je carrière beëindigd, zeventien jaar na je profdebuut bij het Genk van Thomas Chatelle, Eric Zokora, Jan Moons, Koen Daerden en Mirsad Beslija. Hoe was de context toen?

Sébastien Pocognoli: ( lacht) ‘Allemaal gasten die ik normaal gezien op tv bekeek… Ronny Van Geneugden was net trainer geworden en dat was goed voor mij, want hij vond dat ik een goeie linker had, zoals hijzelf destijds. Genk was toen ook al volop bezig met de academie uit te bouwen. Faris Haroun maakte zijn debuut en ik niet veel later. Ik was een van de eerste jongeren die destijds doorbraken. Kort na Anthony Vanden Borre en net voor Steven Defour. ‘

Het klinkt dwaas, maar toen ik bij AZ kwam, had ik geen deftige rechtervoet.’ Sébastien Pocognoli

Beter dan Vertonghen

Je bent van 1987. Wat is je eerste voetbalherinnering?

Pocognoli: ‘Het WK in 1994, met de goal van Philippe Albert tegen Nederland. En de wijd opengesperde ogen van Diego Maradona tegen Griekenland. Dat waren ijkpunten die me zin gaven om erin verder te gaan. En natuurlijk ook het Brazilië van 1994 en 1998. ‘

Supporteren voor Brazilië op een WK, is dat niet het echte verschil tussen jullie generatie, die opgegroeid is zonder echte Belgische vedetten, en die van de komende jaren, die de prestaties van Eden Hazard of Kevin De Bruyne meegemaakt heeft?

Pocognoli: ‘Toen ik klein was, was ik fan van het Brazilië van Ronaldo, een beetje door de reclamespots van Nike. Ik vond die even plezant dan de beste wedstrijd. Maar voornamelijk supporterde ik voor clubs. Het Manchester United van Alex Ferguson, met David Beckham, Andy Cole en Dwight Yorke. Ook voor Seraing, ik ging met mijn vader naar een eivol Stade du Pairay… Van de nationale ploeg was ik niet zo’n fan. Als je de hype rond de Rode Duivels nu ziet, dan vind ik dat we toch iets gepresteerd hebben.’

Met Felice Mazzu: 'Ik heb hem als een fijne mens leren kennen.'
Met Felice Mazzu: ‘Ik heb hem als een fijne mens leren kennen.’© BELGAIMAGE – DIRK WAEM

Je was destijds een van de grote talenten van de generatie. Hoe verklaar je het dat je niet voor lange tijd een basisplaats in de A-ploeg hebt gehad?

Pocognoli: ‘Ik ben twintig keer geselecteerd geweest, maar ik heb slechts dertien matchen gespeeld. Het scharnierpunt is volgens mij geweest toen ik kampioen speelde met het AZ van Louis van Gaal. Daar heb ik even niet het krediet gekregen dat ik verdiende en heb ik de boot gemist. Jan Vertonghen kwam op de linksachter, hoewel hij bij Ajax centraal speelde, en eerlijk gezegd was ik toen sterker op die positie. Toch verdween ik twee jaar uit de selectie. Nadien, onder Marc Wilmots, ben ik weer opgevist en heb ik heel de kwalificatiecampagne voor Brazilië meegemaakt. Helaas zat ik niet in de selectie voor de eindronde.’

Wilmots nam geen echte flankverdedigers mee naar het WK en zette jou bij de zes reserven. Vind je dat vandaag nog altijd moeilijk te begrijpen?

Pocognoli: ‘Ik had een goed seizoen gespeeld bij Hannover, maar ik bezat niet dat tikje extra. Toen Wilmots me kwam vertellen dat ik reserve stond, deed dat natuurlijk pijn. Ik herinner me die dag nog goed, er waren fysieke tests gepland en ik had me voorgenomen om me helemaal te geven. Vanaf die dag wilde ik alleen maar hard werken om terug aan de top te komen. Uit die fysieke tests kwam ik trouwens als beste naar voren, puur uit woede.’

De plaats van Mousa

Was je periode bij AZ achteraf bekeken niet de beste uit je carrière? Met als hoogtepunt de Nederlands titel in 2009, onder Van Gaal?

Pocognoli: ‘Nochtans werd ik afgeschreven toen ik naar Nederland vertrok. Maar ik heb de infrastructuur daar gezien, de medische begeleiding, de videotechniek… Dat was hetzelfde als bij Barcelona maar dan bij een Nederlandse subtopper. De week voor ik tekende, ben ik ook gaan praten met Rudi Völler in Leverkusen. Ik had meer kunnen verdienen in de Bundesliga, maar Van Gaal wist me te overtuigen. Dat heeft hij goed gedaan. Er is geen coach die me meer geleerd heeft dan hij. Hij was hard, ik heb veel moeten slikken, hij heeft me het leven moeilijk gemaakt en hij kon je belachelijk maken voor heel de groep, maar ik had dat nodig.

‘Bij Genk was ik samen met Steven Defour en Logan Bailly de chouchous van Jos Vaessen en werden er niet te veel vragen gesteld. Het klinkt dwaas, maar toen ik bij AZ kwam, had ik geen deftige rechtervoet. We deden een oefening op passen en ik kon geen pass geven met rechts. De anderen keken me aan, het zag er niet mooi uit… ( lacht) Maar na drie maanden intensief oefenen had ik hetzelfde niveau als de rest. Van Gaal zei me altijd: ‘Je moet gewoon doen wat je moet doen.’ Ik was niet de meest getalenteerde, maar ik had karakter.’

Louis van Gaal viert de titel van AZ met zijn vier Belgen: Mousa Dembélé, Sébastien Pocognoli, Gil Swerts en Maarten Martens.
Louis van Gaal viert de titel van AZ met zijn vier Belgen: Mousa Dembélé, Sébastien Pocognoli, Gil Swerts en Maarten Martens.© BELGAIMAGE – DIRK WAEM

Bij AZ speelde Mousa Dembélé toen de pannen van het dak, naast Graziano Pellè en Mounir El Hamdaoui. Had jij het verwacht dat hij zich zo zou ontwikkelen?

Pocognoli: ‘De echte plaats van Mousa was op de 10, die Van Gaal hem toevertrouwde. In mijn ogen is het een misdrijf om hem op de 6 te zetten. Want hij krijgt het verwijt niet efficiënt te zijn, maar in het jaar dat we kampioen werden scoorde hij tien keer als spelmaker. Op de Olympische Spelen maakte hij er twee in de kwartfinale tegen Italië. Nadien, bij Fulham, maakten ze een verdedigende middenvelder van hem. Natuurlijk kon hij dat ook, Mousa kon overal spelen. Hij is stevig in het duel, kan een bal bijhouden en voetballen, maar ik ben er toch van overtuigd dat hij het best tot zijn recht komt in de zone van de waarheid.’

De zotten van Standard

Je sprak over het gebrek aan krediet op een bepaald moment bij de nationale ploeg. De vraag is natuurlijk ook waarom een jonge speler in volle glorie terugkeert naar België, bij Standard, zes maanden nadat hij kampioen werd met AZ.

Pocognoli: ‘In de zomer van 2009, na de titel, wilde AZ me niet laten gaan. Ik had nochtans naar Sevilla, Lyon of Tottenham kunnen gaan. Maar de Champions League kwam eraan, dat was een uitdaging en die wilden we samen beleven. Dus teken ik een nieuw contract, maar al snel komt de club in financiële problemen door de bankencrisis van 2008. Standard was er als de kippen bij om me terug naar België te halen en stelde AZ een bedrag voor waarmee het tot het eind van het seizoen de lonen kon betalen. Het had net twee titels behaald en Champions League gespeeld, dus het had geld. Bovendien was het Standard van 2010 niet minder sterk dan AZ, dus ik dacht dat het een goeie strategische keuze was.’

Als Rode Duivel: 'Als je de hype nu ziet, vind ik dat we toch iets gepresteerd hebben.'
Als Rode Duivel: ‘Als je de hype nu ziet, vind ik dat we toch iets gepresteerd hebben.’© BELGAIMAGE – DIRK WAEM

Je komt dan in 2010 bij Standard terecht in een kleedkamer met onder meer Steven Defour, Axel Witsel, Igor de Camargo en Dieumerci Mbokani. Een legendarische ploeg, maar ze bevond zich wel aan het eind van een cyclus…

Pocognoli: ‘Het was het einde van een generatie. Ik kwam vol goeie moed maar ik weet nog dat er na mijn eerste training een speler naar me toe kwam in de douches en vroeg: ‘Wat doe jij hier eigenlijk?’ Die speler zal wel weten over wie ik het heb, veel respect toonde hij niet. Toen wist ik al dat het niet goed zou komen, en dat bleek ook want we speelden play-off 2. Maar we haalden onder Dominique D’Onofrio ook de kwartfinales van de Europa League tegen Hamburg. En nadien volgden nog twee mooie jaren.’

Met die ongelooflijke play-offs in 2011 waarin jullie 26 op 30 haalden en strandden op een gelijkspel tegen het Genk van Courtois en De Bruyne…

Pocognoli: ‘Om ons te plaatsen voor play-off 1 moesten we op de laatste speeldag winnen van Beerschot. Dat deden we, na een erg matige match. Maar in de kleedkamer keken we elkaar en zeiden: nu gaan ze eens wat zien! En we waren vertrokken. Met onze grinta pakten we bijna tien punten terug op Genk. Samen met de ploeg van Ricardo Sá Pinto in 2017/18 was dat in de recentste jaren de ploeg die het meest de geest van Standard uitstraalde. Een beetje een bende klootzakjes, maar wat een passie!’

Was het in 2017/18 Sá Pinto alleen die daar door zijn gekte voor zorgde?

Pocognoli: ‘We kregen dat seizoen veel kritiek, maar Ricardo vroeg ons te verdedigen op leven en dood. Hij smeedde een groep door iedereen tegen zich op te zetten – dat is soms wat je verwacht van een coach. We hadden ook wel een ploeg van geweldenaars: Luyindama, Goreux, Edmilson, Marin… Wat dat seizoen zo geweldig was, was dat we in de tunnel van de kleedkamers voelden dat we de tegenstander angst inboezemden. We waren een heel agressieve ploeg, niet altijd doordacht, maar dat is nu eenmaal Standard… Toen ik bij Hannover getekend had, enkele weken nadat we er met Standard hadden tegen gespeeld in Europa, zei de voorzitter van de club me dat hij ons had gezien in de spelerstunnel en dat hij gedacht had dat we een bende zotten waren. We hebben hen toen echt even in de hel doen leven. Die momenten bij Standard vind ik nog altijd geweldig.’

‘Union gaf me het afscheid dat ik bij Standard niet kreeg’

Je zit in een overgangsperiode als trainer van de beloften van Union. Waarom precies die job, en waarom hier?

Pocognoli: ‘Omdat ik hier een fantastisch laatste seizoen kende onder Felice Mazzu. Hij gaf me hier het afscheid dat ik niet had gekregen bij Standard. Niemand weet het, want dat is interne keuken, maar wat ik hier als erkentelijkheid ontvangen heb, dat zal ik nooit vergeten. Ik wist al een tijdje dat ik er op het einde van het seizoen zou mee ophouden, maar ze zijn zo top met mij geweest dat ik tijdens de rust van mijn laatste match, tegen Deinze ( 2-2, op 25 april, nvdr), zo verrast was dat ik begon te twijfelen. Maar goed, het was gewoon het juiste moment om te stoppen. Met een titel, er is niks mooiers. Bovendien heb ik Felice als een fijne mens leren kennen en hebben we zin om nog verder samen te werken. De komende maanden zal ik met de beloften werken, met het oog op de continuïteit naar de A-kern toe.’

Wat zal die komende maanden prioriteit krijgen?

Pocognoli: ‘Voor het ogenblik heb ik veertien spelers in een kern die er minimaal twintig zou moeten tellen. We zitten dus volop in de rekruteringsfase. We proberen een positie in te nemen met onze waarden, die niet dezelfde zijn als die van Anderlecht, dat natuurlijk een grote hap neemt uit de talentenvijver van Brussel. Wij proberen de jongeren te verleiden door hen een kortetermijnperspectief te bieden op een plaats in de eerste ploeg. Dat verloopt onvermijdelijk via een professionalisering van de opleiding op alle niveaus van de club. De prioriteit is om de beloften dezelfde condities te bieden als de profs. Dat betekent dat wij voortaan ook trainen in Lier, met alle verzorging, maaltijden, kinesisten en videoanalyses die daarbij horen. Helemaal zoals de profs. Voor degenen die er vorig jaar bij waren, is dat een radicale verandering, want we komen van ver. Maar we willen duidelijk tonen dat we ons willen professionaliseren en er een elite van maken. De club is bereid om te investeren in de jeugd. Dat is een hele verantwoordelijkheid voor mij, want de club heeft geen jongere meer kunnen doen doorstromen sinds bijna tien jaar. Nu is die ambitie er. Alles gaat de komende maanden in een stroomversnelling komen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content