‘Ik was zélf de spelersshirts’

© belgaimage

Als gerechtsdeurwaarder houdt Luc Katra toezicht op alle Lotto-, Joker- en andere trekkingen van de Nationale Loterij. Bekend is hij echter vooral als de man die Kangoeroes Basket Willebroek van derde provinciale naar de play-offs in eerste klasse bracht. Gesprek met een gepassioneerde voorzitter.

Klein duimpje tussen de reuzen, zo verhoudt Kangoeroes Willebroek zich ten opzichte van de andere Belgische eersteklassers. Een club uit een gemeente met ‘slechts’ 25.000 inwoners – vooral bekend om zijn dancing Carré – versus negen ploegen uit grootsteden als Aalst, Antwerpen, Bergen, Brussel, Charleroi, Oostende, Leuven, Luik en Limburg (als provincie). ‘Clubs die’, merkt Luc Katra op, ‘via een of andere politicus in het bestuur flink gesteund worden. Wij krijgen van de gemeente… 1500 euro. En van de Vlaamse overheid zelfs geen cent!’

Die ongelijke strijd bleek in het net afgelopen reguliere seizoen echter niet op het parket. Willebroek ontpopte zich zelfs lang tot dé revelatie van de Euromillions League. Begin dit jaar stond het nog derde, en hoewel het na een slecht seizoenseinde is teruggezakt naar een achtste plaats, kon het wel voor het eerst een play-offticket bemachtigen. Katra: ‘Jammer van die late terugval, maar als je mij voor het seizoen had gezegd dat we 18 keer op 36 zouden winnen, evenveel als de vijfde, zesde en zevende in het klassement, en amper één zege minder dan de vierde, dan had ik meteen getekend.’

Vanaf vanavond nemen de Kangoeroes het in de kwartfinale van de play-offs, in een best of three-formule, op tegen BC Oostende, leider na de reguliere competitie en torenhoog favoriet voor een zésde titel op rij. Katra: ‘Jammer genoeg ontliepen we op de laatste speeldag (door een nederlaag in… Oostende, nvdr) een clash tegen grote buur Antwerp – voor ons steevast dé matchen van het jaar -, maar een affiche tegen Oostende is ook niet mis, hé. En niet te vergeten: op 1 april hebben we hen thuis nog geklopt – en dat was geen aprilgrap. Kansloos zijn we dus allerminst.’

Zelfs met een (logische) uitschakeling is de play-offdeelname een beloning van twintig jaar passie en inzet, nadat Katra als voorzitter in dérde provinciale begon. ‘Hoewel ik nooit heb durven te denken dat we ooit in eerste klasse zouden raken, was het doel altijd om een stapje hoger te klimmen. Van provinciale naar landelijke, van landelijke naar tweede klasse. Tot de Liga in 2011 vroeg of we geen plaats in de hoogste afdeling zagen zitten. Twéé jaar heb ik aan dat dossier gewerkt, want ik wilde niet in het ijle springen. Kijk maar hoelang ze er in Limburg, als províncie, over gedaan hebben om een eersteklasser te bouwen.’

Willebroek had het voordeel dat het de eerste twee seizoenen (2013/14, 14/15) met een C-licentie kon starten. En dan volstond een minimumbudget van 450.000 euro. ‘Zelfs die stap, vanuit tweede klasse, is niet vanzelfsprekend’, zegt Katra. ‘Alsof een kmo plots een multinational wordt. Dit en volgend seizoen werken we, als enige Belgische club naast Leuven, met een B-licentie – minimum 750.000 euro als budget, al draaien we nu wel zo’n miljoen euro omzet. Geen A-licentie, neen. Waarom het moeilijker maken als het makkelijker kan, zonder extra verplichtingen? Bovendien is door onze beperkte accommodatie Europees spelen uitgesloten.’

Zijn club mag dan wel Kangoeroes heten, té ver willen springen, daar heeft niemand Katra ooit op betrapt. ‘Altijd heb ik gepleit voor geduld. Pas dit seizoen, nadat we de voorbije drie jaar telkens naast de top acht grepen – tiende en tweemaal negende -, heb ik voor het éérst duidelijk gesteld dat we de play-offs wilden halen. En het is gelukt. Als je ziet van waar we komen, een heus mirakel.’

Vuile werk

Hét sleutelwoord in die gestage groei vanuit provinciale? ‘Organisatie, organisatie, organisatie en… organisatie’, beklemtoont Katra, die als voorzitter een dertigtal vrijwilligers aanstuurt, inclusief het zevenkoppig bestuur. ‘Niemand van ons wordt betaald, alleen een tiental profspelers – bij de heren én de dames (zie kader, nvdr) – en enkele semiprofs. Ik was zelfs al twintig jaar lang de spelersshirts van de eerste ploeg. Ja, zélf in de machine steken en alles mooi opvouwen. Als voorzitter moet je het goede voorbeeld geven. Voor de match ben ik meestal ook al om negen uur ’s morgens in de zaal, om de reclameborden mee te helpen plaatsen. En dan reken ik niet de vele uren tijdens de week mee: vergaderingen, zoeken naar sponsors – alles samengeteld bijna fulltimejob, naast mijn dagtaak als gerechtsdeurwaarder. Of dat allemaal te combineren is? Elke morgen om 5.15 uur opstaan en laat gaan slapen, hé. Dan kun je véél doen.’ (lacht)

In die tijd waakt de voorzitter, samen met medebestuurder Paul De Peuter, zéér streng over de financiën van zijn club. Als énige Belgische eersteklasser maakte Willebroek de voorbije twee seizoenen winst – weliswaar een bescheiden 2253 en 1116 euro – en het heeft ook het kleinste schuldentotaal: amper 28.950 euro. Ter vergelijking: het ‘grote’ Charleroi torste op 30 juni 2016 een schuldenlast van 5,2 miljoen euro, en leed een verlies van 1,4 miljoen. En, benadrukt Katra: ‘In die 28.950 euro zit dan nog een onvoorziene aanslag van de RSZ op facturen van zelfstandige jeugdtrainers. Verder alleen kortetermijnschulden, die – zolang de vervaldag niet verstreken is – in feite geen schulden zijn. Op lange termijn, meer dan een jaar, staan wij zelfs voor geen euro in het krijt. Daar ben ik, als gerechtsdeurwaarder, héél trots op.’

Elke cent wordt bij Willebroek dan ook vijf keer omgedraaid en in evenveel stukken gebeten. ‘In de bar geen gratis consumpties. Iedereen betaalt zijn drank, ook ik. Anders kun je niet overleven. Verder moet je vooral tientallen uren en avonden rondgaan bij kleine sponsors. Ons shirt is een lappendeken van namen en in onze zaal hangen bijna 150 reclameborden van bedrijven en middenstanders die voor één seizoen enkele honderden euro’s betalen. Voor ons is tienduizend euro al een héél grote geldschieter. Voordeel is dat we het verlies van een sponsor makkelijk kunnen opvangen, terwijl veel ploegen in het verleden failliet zijn gegaan omdat ze van één firma of mecenas afhankelijk waren.

‘Als deurwaarder heb ik gelukkig veel contacten, en willen veel mensen mij een plezier doen. Twee voorzitters van andere eersteklassers hebben met hun bedrijf hier zelfs een publiciteitsbord gekocht, uit sympathie. Die zoektocht naar sponsors is op den duur een beroepsmisvorming geworden: elke keer als ik een nieuwe zaakvoerder ontmoet, denk ik: ‘Aha, een mogelijke kandidaat!’ (lacht)

Andere inkomsten voor de kleine clubkas? ‘Hotdogs en snoepzakken verkopen, een quiz organiseren… Alle beetjes helpen’, zegt Katra. Een groter stukje is het tv-geld, voortvloeiend uit deals met Telenet PlaySports, Voo, RBTF en livestreams op thisisbasketball.tv. ‘Elke club ontvangt evenveel: zo’n 20.000 euro. Peanuts in vergelijking met de eersteklassers in het voetbal, maar wij zijn daar superblij mee. De livematchen op Telenet zijn ook een extra argument om sponsors binnen te halen.’

Veel rek zit er echter niet meer op het budget en dus rekent Katra op een uitbreiding van Sporthal De Schalk, die zijn club van de gemeente huurt. ‘Jaarlijks een kost van 30.000 euro, het twintigvoudige van de gemeentesubsidie… Ik hoop dat we binnen twee seizoenen, met een nieuwe tribune van 400 à 500 plaatsen, onze capaciteit naar 1700 kunnen verhogen. Om zo ons toeschouwersgemiddelde – nu zo’n 800 – op te krikken. Mogelijk komt er ook een volledig nieuwe zaal, maar dat is een langetermijnproject. Die zou nochtans zeer welkom zijn, want hoewel de gemeente al heeft geïnvesteerd in een nieuwe vloer en verlichting, zijn ons sanitair en onze kleedkamers niet eerste klasse waardig. Met onze vips, zo’n zestig à honderd man per wedstrijd, moeten we vooraf ook op restaurant gaan. In De Schalk hebben we geen plaats…’

Goeie scouting

Naast een strikte boekhouding werkt Katra ook op sportief vlak volgens een duidelijke filosofie: ‘We trekken volop de Belgische kaart. Natuurlijk moet je ook enkele Amerikanen halen, maar waarom vooral over de landsgrenzen kijken als hier zo veel jeugdig en ook ervaren talent rondloopt? Wij geven hen wél kansen, zoals dit seizoen Randy Oveneke, Terry Deroover of Dennis Donkor.

‘Mede door een uitstekende jeugdopleiding zijn we altijd al een goede springplank geweest: Manu Lecomte (Baylor University, in de Amerikaanse NCAA-competitie), Retin Obasohan (Avellino, Italiaanse Serie A), Thomas De Thaey (Aalstar): allemaal hebben ze bij Willebroek gespeeld, toen we nog in tweede klasse actief waren. Op een bepaald moment waren ze financieel niet meer te houden, zoals ook Deroover en Donkor. Maar dan zie je hen later terugkeren omdat ze hier veel speelminuten krijgen.’

Dat er vanaf het seizoen 2018/19 verplicht een home grownspeler (die tussen zijn 12 en 21 jaar minstens vier seizoenen bij een Belgische club gespeeld heeft) op het parket moet staan, juicht Katra dan ook toe. ‘Noodzakelijk, want de huidige regel, met zes home grownspelers op het wedstrijdblad, is geen garantie op speeltijd. Nog te veel Belgen dienen als opvulsel voor de bank.’

Ook de keuze van de coach past in Katra’s filosofie: geen gevestigde waarden, maar relatief nieuwe trainers die vooral graag met jeugd werken. Zoals Daniel Goethals, de ex-international die, voor hij in november 2014 bij Willebroek aan de slag ging, alleen op het hoogste niveau bij de dames had gecoacht (Namen, Waregem, bondscoach Belgian Cats). Ook de 42-jarige Damir Milacic – volgend seizoen de opvolger van Goethals, die in maart zijn vertrek naar Bergen aankondigde – heeft hetzelfde profiel, als ex-coach van de Kroatische U18, U19 en U20. Katra: ‘Als ex-Genkenaar onderhoud ik goeie contacten met bestuursleden van voetbalclub Racing. In hun keuze voor Albert Stuivenberg én de jeugd kan ik me helemaal vinden. Vandaar ook de keuze voor Milacic. Liever een onbekende naam die ónze filosofie wil volgen dan een bekende die onredelijke eisen stelt. Bovendien hebben we met Louis Casteels, die vanuit zijn functie als sportief manager de coach bijstaat, al veel ervaring in huis.’

Casteels speelt samen met Paul De Peuter ook een cruciale rol in de zoektocht naar buitenlandse/Amerikaanse spelers. Katra: ‘Wij kunnen ons geen mislukte transfers permitteren, elke keuze moet er boenk op zijn. Uit de tientallen mails die managers me elke dag sturen, filteren Paul en Louis spelers op hun sportieve én mentale kwaliteiten. Daarvoor contacteren ze ex-coaches, ploegmaats, bestuurders… Die vertellen veel meer over iemands karakter, of over diens blessureverleden, dan een spelersagent. Zelfs uit een Facebookaccount kun je veel afleiden. Foto’s waarbij speler x dronken op tafel danst? Kruis erdoor. Liever een evenwichtige familieman, die zich vlug kan aanpassen en van wie je geen miserie naast het veld moet verwachten.

‘Zo hebben we al enkele heel goeie Amerikanen kunnen aantrekken – Jordan Heath en Vernon Taylor in de twee vorige campagnes, Wesley Channels en Terrance Henry dit seizoen – en zo win je meer respect bij de makelaars. Die weten dat wij geen hoge lonen kunnen betalen, maar wel een groeipad naar een grotere club en een dikker contract bieden, waar ook zij van profiteren. Nadeel is dat je die spelers al na één seizoen kwijtraakt. Vaak maken grotere teams al vóór Nieuwjaar hun kop zot. Op zich zou ik daarmee kunnen leven, alleen zie je dat sommige spelers daardoor vooral hun persóónlijke statistieken proberen op te smukken – vandaar ook onze terugval de laatste weken.

‘Nog frustrerender is dat Belgische ploegen, die de schulden opstapelen en elk jaar verlies maken, onze beste spelers weghalen – zoals Jordan Heath (die in 2015 naar Charleroi trok, nvdr) of nu Dennis Donkor (die naar Antwerp terugkeert, nvdr). Wij zijn daarentegen wél met alles in regel en worden in feite zo gestraft voor een gezond financieel beleid. Pure competitievervalsing! Van sommige clubs vraag ik me zelfs af: hoe krijgen die in gódsnaam een licentie? Als de Liga het écht goed voor heeft met het Belgisch basketbal, zou ze dát beter eens aan banden leggen.’

Wie weet hoever de Kangoeroes dan zouden springen.

door Jonas Creteur – foto’s Belgaimage

‘Wij krijgen van de gemeente… 1500 euro. En van de Vlaamse overheid zelfs geen cent!’ – Luc Katra

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content