Slavoljub Muslin regeert de volgende tweeënhalf jaar met een duidelijke machtsontplooiing over Lokeren. Want voorzitter Roger Lambrecht kiest vanaf nu voor continuïteit. ‘Mijn club moet weg uit die grijze middenmoot.’

“Waar is Muslin ?” zo vragen de vaste supporters aan het trainingsveld van Lokeren zich af, als ze op woensdag het oefenterrein naast Daknam bezoeken. De Servisch-Franse trainer moest er zijn, maar is niet aanwezig. Hij vertoeft nog in Nice. Ze merken, duidelijk teleurgesteld, dat Wlodek Lubanski de oefensessie leidt. Want Rudi Cossey, de interim-trainer, blijft nog tot vanavond – voor de Pro Licencecursus en op uitnodiging van Chris Van Puyvelde – in Griekenland, bij het Olympiacos Piraeus van Trond Sollied. Wanneer hij thuiskomt, belt Cossey voor alle zekerheid naar voorzitter Roger Lambrecht, die hem vertelt dat hij de volgende dag nog een oefensessie mag leiden. “Ik kreeg de opdracht te trainen op gezonde agressiviteit”, vertelt Cossey. “Ik werkte de hele tijd volgens de principes van Slavo : diepgang zonder bal, aanbieden en vrijlopen, plus zorgen voor een snelle omschakeling van balverlies naar balbezit.”

Rust aan de bal

“Waar is Muslin ?” zo vragen de vaste supporters aan het trainingsveld van Lokeren zich opnieuw af, als ze op donderdag merken dat Cossey en Lubanski samen met 22 spelers het oefenveld betreden. Een serene, rustige sfeer overheerst. Na de opwarming door Lubanski, allemaal technische oefeningen met de bal waarbij de verbaal sterk aanwezige Pool zelf het voorbeeld geeft, neemt Cossey het heft in handen. Hij organiseert een partijvorm op de korte ruimte en beveelt zijn spelers slechts twee baltoetsen te gebruiken. Xavier Deschacht krijgt al snel op zijn donder van Lubanski, omdat hij volgens de oud-international niet de eenvoudige oplossing zoekt. Cossey legt dan weer de nadruk op beweging, snel reageren, rust aan de bal en pressing zetten. Duidelijk de accenten van Muslin, merken ook de fans. Zij beklagen zich over het feit dat hun ploeg geen vlotscorende spits heeft en vinden dat Cossey meer krediet verdient. Vooral de (verdedigende) organisatie die hij installeerde, de kansen die hij opnieuw gaf aan Frederik De Winne en Michael Van Hoey en het puntengewin waar de ex-verdediger voor zorgde, leidt tot tevredenheid. Een enkeling vreest dat Muslin zal teruggrijpen naar de gevestigde namen en zijn heil in Servië zal zoeken voor nieuwkomers.

“Waar is Muslin ?” zo vraagt de opgeroepen pers zich af, wanneer ze zich op vrijdag om stipt halftwaalf in de vipruimte van de hoofdsponsor bij Lokeren begeven. Daar staat de slogan “Samen sterk voor een gezonde toekomst” prominent. Een duidelijke aanwijzing ? Toch wel, zo blijkt wanneer Muslin om 11.45 uur aan de zijde van sportief directeur Willy Verhoost, Lambrecht en commercieel manager PatrickOrlans aan tafel aanschuift voor zijn hernieuwde voorstelling. “Onze verloren zoon is terug”, verklaart Orlans vol fierheid, terwijl er een brede glimlach verschijnt bij Lambrecht en Muslin. “Hij was altijd mijn eerste keuze, eigenlijk de enige concrete piste die ik volgde. Ik twijfelde nooit over zijn komst”, geeft de voorzitter schoorvoetend toe. “Ik ben blij dat hij volledig uit vrije wil komt. Slavo voelde zich verplicht om iets terug te doen. Hij is een echte kenner en een grote motivator. Zijn tips voor spelers leiden veelal naar toppers. Die man ademt voetbal uit. Bovendien kan hij zijn kennis en voetbalopvattingen heel goed overbrengen. Wie dat kan, getuigt van pure klasse. Ik ben blij dat hij mee wil stappen in dit project. Zijn toezegging beschouw ik als een ongelofelijke blijk van vertrouwen. (lacht) Hij wil zijn vrienden Lambrecht en Verhoost duidelijk iets teruggeven.”

Geen compromissen

Over de doelstellingen schept Lambrecht vrij snel duidelijkheid. “Mijn club moet weg uit die grijze middenmoot”, argumenteert hij. “Daarvoor heb je nood aan continuïteit op lange termijn. Muslin is de ideale man en hulp. Ook structureel zullen we ons (her)vormen naar de toekomst toe. Het is onze ambitie om Lokeren vanaf volgend seizoen te laten aansluiten bij de top vijf. De volgende zes maanden zijn daarom heel belangrijk. We krijgen nu de kans om de kern te evalueren en belangrijke keuzes te maken. Muslin krijgt carte blanche, dat klopt. Maar dan wel op mijn manier. Dat betekent : in samenspraak met Verhoost en mezelf. We zullen zijn advies opvolgen, overleg plegen en zo een sterke spelerskern samenstellen. Er bestaan daarover zeer duidelijke afspraken. Ik hoop dat hij onze ambities kan waarmaken. Wij gaan hem daarbij helpen. Slavo is een internationale toptrainer, onze gids naar Europees voetbal. Een sterke coach met een duidelijk afgelijnde visie.”

Na die uitgebreide complimenten nam Muslin het woord. “Ik wil hier graag iets uitbouwen. Mijn werk dat ik eerder begon, heeft behoefte aan afwerking”, opperde hij. “Ik koester graag grote ambities. De voorzitter wil mijn koers volgen. (grijnst) Ik sta bij hem in het krijt. We zitten duidelijk op dezelfde golflengte. Dat was een absolute vereiste. Ik ben een perfectionist. De organisatie, op en naast het veld, moet altijd in orde zijn. Die garantie kon ik nu afdwingen. Als manager naar het Engelse model zal ik fungeren : ik beslis wie vertrekt, waar we nieuw volk kunnen gebruiken en wie daarvoor in aanmerking komt. Dat was altijd de bedoeling. Ik ken mijn verantwoordelijkheid en schuw die nooit. De druk is groot, maar dat is ook mijn motivatie. Bij alle clubs waar ik werkte, bracht ik succes. Dat moet hier ook lukken. Wij zullen streven naar consistentie. Ik ben niet bereid om compromissen te sluiten. Mijn weg is de enige juiste. Ik wil in alle vrijheid denken en werken. Voor het sportieve gedeelte wil ik graag mijn eigen kunde en kennis doordrukken. Op mijn terrein, het sportieve, duld ik geen inmenging.”

Op het einde van de persconferentie wordt er tomatensoep met balletjes aangeboden. “Perfect, want onze spelers zullen ook ballen aan hun lijf moeten hebben om te tonen wat ze waard zijn”, gekscheert Verhoost. “Zijn aanwezigheid op de wedstrijden, ook die van de invallers, zal wel voor meer scherpte zorgen.”

“Waar is Muslin ?” zo vragen de ongeveer twintig opgedaagde supporters zich af, wanneer Cossey en Lubanski op vrijdag om 14 uur met de achttien geselecteerde spelers de laatste training afwerken. Na een vijftal minuten komt er een lichtgrijze Mercedes aangereden, waarbij huismakelaar Dejan Veljkovic als chauffeur fungeert voor Muslin. Tijdens een pak telefoongesprekken door volgt hij de oefeningen die Cossey onderricht. Een tijdje later volgt ook nog de Audi van voorzitter Lambrecht, die bijzonder snel rechtsomkeer maakt wanneer hij ziet dat er pittig wordt getraind en er fel wordt getackeld. Het lijkt sterk op het perfecte scenario van een echte spionagefilm. Cossey legt er duchtig de pees op, bij een partijtje zes tegen zes en tikken in twee tijden, met aan de buitenkant twee kaatsers. “Snel beslissen”, “die ruimte gebruiken”, “diepte zoeken”, “simpel spelen”, zijn de orders die fel weerklinken in de ijle lucht. De fans kijken vol bewondering toe. Eén gelijklopende gedachte overheerst de onderlinge geprekken : Muslin wordt een aantrekkelijk uithangbord voor de club, want door zijn naam zal hij erin slagen om eens goede spelers te kunnen halen, geen derderangsvoetballers of Afrikanen die nog alles moeten bewijzen. Na een uurtje training inspecteert Muslin zijn bureau. Ook de invallers, om halfacht, wil hij graag nog aan het werk zien. Maar eerst moet Veljkovic hem naar het centrum van Lokeren brengen, want dat wordt voor een tijdje zijn nieuwe uitvalsbasis.

Nieuw elan

“Waar is Muslin ?” zo vragen de meegereisde supporters zich af, terwijl ze bij het uitduel op RC Genk merken dat de nieuwe trainer op de hoofdtribune wordt geflankeerd door voorzitter Lambrecht, secretaris Louis Horemans, Verhoost en de alomtegenwoordige Veljkovic. Rudi Cossey, de principes van de Servische Fransman indachtig, doceert op het veld van de leider de 4-5-1. “Over de ploeg hebben we niet gepraat, voor hem was de invulling van de namen en plaatsen goed”, zegt de interim-coach. “Muslin wilde bewust alles vanuit de tribune bekijken, om een objectief beeld te vormen.” Maar Cossey en Muslin moeten al snel vaststellen dat hun spelers het eerste kwartier niet bij de les zijn en de pedalen dreigen te verliezen. “Ik had nochtans gevraagd vrank en vrij te voetballen.” Toch kunnen ze met een blanco score de rust halen. Een onoplettendheid, als gevolg van concentratieverlies, leidt tot de 1-0 via Tom Soetaers. Pas daarna schieten de Waaslanders wakker. Het is veelzeggend dat de eerste doelpoging pas in de 68ste minuut wordt genoteerd. Opvallend is ook het gebrek aan communicatie en onderlinge coaching op het veld. Een duidelijk teken aan de wand dat de collectieve blokvorming ontbreekt. Zelfs de overschakeling naar een 4-4-2-systeem, met Patiyo Tambwe naast de alweer bleke Goran Maznov, kan de nederlaag niet voorkomen. Het eerste verlies voor doelman Jugoslav Lazic, maar ook voor Rudi Cossey. “Ach, dat is niet zo belangrijk”, relativeert hij snel. “Op de zes weken dat ik het roer in handen had, maakte ik van een dode en verslagen ploeg een weerbaarder geheel. Maar voor mij blijft het nog altijd een compleet raadsel waarom zo veel spelers in het weekend een pak van hun mogelijkheden verliezen, terwijl het tijdens de week wel kan. Dat gebeurde ook al bij Ariël Jacobs. Dan durven ze geen initiatief nemen, ontvluchten ze toch wat hun verantwoordelijkheid. Met Muslin hebben de spelers exact twee weken om te bewijzen wat ze in hun mars hebben. Anders zullen ze in hun eigen vingers snijden, want excuses worden niet langer aanvaard.” Vooral de offensieve onmacht blijft een schrijnend gegeven. “De eerste noodzaak is ervoor te zorgen dat die onregelmatigheid verdwijnt”, sust Cossey.

Ook voorzitter Lambrecht beseft dat er nog veel werk is. “Volgend jaar bestaan we honderd jaar. Het zou mooi zijn dat feestmoment te kunnen vieren met een prijs”, stelt hij. “Dit seizoen leg ik de lat niet al te hoog, want we komen terug uit een verloren positie. Een zevende of achtste plaats zou al mooi zijn. Ik ben ervan overtuigd dat Muslin voor de kentering kan zorgen. Zijn grootste troef is dat hij de kern grotendeels zelf vormde, want ook bij de komst van Ali Bouabe en Hassan El Mouataz had hij inspraak. Muslin is een garantie voor goed voetbal. We hebben nog spelers die verkoopbaar zijn : João Carlos Pinto Chaves. Met Bouabe hebben we al een vervanger klaarstaan. Deze week kwamen de beide trainers me vertellen dat hij een goudhaantje is, een topvoetballer in spe. Hij was langdurig geblesseerd, maar kan alleen maar beter worden door de aanpak van Muslin.

“Wanneer we effectief de kwaliteit van ons voetbal kunnen verbeteren, dan ben ik er zeker van dat we meer volk naar Daknam zullen krijgen”, vervolgt Lambrecht. “Dat nieuw elan zal aanslaan. Ik denk aan een toegroei van duizend tot tweeduizend toeschouwers. Ons imago van grijze muis moet definitief verdwijnen. Ons gemiddelde bedraagt nu 5800, in onze topjaren zaten we aan 7200. Mijn streefdoel is 7500.”

Veel moet er volgens Muslin niet veranderen. “Maximaal drie nieuwkomers moeten volstaan dit seizoen. In Frankrijk zijn er nog goeie jongeren uit de opleidingscentra. Die markt moeten we durven exploiteren. Bovendien bestaat er geen gevaar voor aanpassingsproblemen.”

Kristinsson en Doll moeten de leiders worden. “Ik werd nog veeleisender, want ik ben een jaartje ouder, grijzer en wijzer. (lacht). Mijn motto is eenvoudig : de beste speelt. Ik kijk niet naar namen. Fysiek staat alles op punt, alleen op het technische en tactische vlak moet ik nog wat schaafwerk verrichten. Mooi voetbal brengen, het publiek amuseren, vechtlust tonen, plichtsbewust en geconcentreerd handelen, dat staat vanaf nu voorop. Ik streef naar professionalisme op alle échelons.”

Het is aan Muslin om te proberen zijn status van halfgod waar te maken op Daknam. l

FRéDéRIC VANHEULE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content