In de luwte timmert Laurent Depoitre aan de weg. De targetman van AA Gent ontbolsterde volledig en wil zijn seizoen-van-de-doorbraak het liefst bekronen met een topprestatie tegen titelpretendent Anderlecht. ‘In ons hoofd zit er een hoekje met titelhoop.’

Wat zeg je? Een vol uur? Dat meen je niet?”, lacht Laurent Depoitre (26) wanneer hij heel correct op het afgesproken tijdstip op ons toestapt. “Oké, dan zal mijn siësta erbij inschieten.” Terwijl even verderop zijn Deense spitsbroeder Nicklas Pedersen een aantal foto’s van commentaar voorziet voor een collega-journalist, neemt Rami Gershon uitgebreid de tijd om op zijn smartphone te tokkelen.

Overal zie je lachende gezichten, het gevolg van de goede start bij AA Gent in play-off 1. Voor Depoitre is het een eerste kennismaking met deze minicompetitie, nadat de spits uit Doornik vorig seizoen pas debuteerde op het hoogste niveau met KV Oostende. Wanneer we spreken over money time, zoals in de NBA, of de stress en de efficiëntie die gepaard gaan met een examenperiode knikt de minzame beer even. “Het doet me inderdaad terugdenken aan de spanning tijdens de blok“, bevestigt de bijna afgestudeerde burgerlijk ingenieur, die alleen nog zijn thesis moet afmaken aan de universiteit van Brussel. “Het is nu dat we constant moeten aantonen dat we het niveau voor de Belgische top echt waard zijn, zeker als we iets aan play-off 1 willen overhouden. Je kunt je geen enkele misstap veroorloven, hetgeen we zelf al meemaakten in de slotfase op Charleroi. Dat moment van concentratieverlies betaalden we cash. Ik bekijk het eerder als een foutje in ons parcours dan als een echt drama, want het zorgde helemaal niet voor twijfels. Er kwam een einde aan een reeks van ongeslagen wedstrijden, meer niet.”

Bijkomende prikkel

Als student had Depoitre volgens zijn moeder ook nood aan die stressmomenten om volledig onder stoom te komen, iets wat nu voor het eerst terugkeert in zijn voetbalcarrière. “Een beetje druk, een zekere vorm van adrenaline die door je lichaam moet stromen”, benadrukt de targetman. “Ik was iemand van het laatste moment, maar het resultaat was altijd heel gunstig. Misschien heb ik wel behoefte aan die dwang. Wedstrijden tegen Anderlecht, Club Brugge of Standard in een superambiance voor meer dan twintigduizend fans, dat spreekt toch tot de verbeelding. Waarmee ik niet wil zeggen dat wij speciaal onder druk staan. Je voelt wel een bepaald verwachtingspatroon bij de supporters en de clubverantwoordelijken, wat ik als heel aangenaam ervaar. We hebben echt zin om almaar beter te gaan doen. (lacht) Meer zelfs, het zorgt voor een bijkomende prikkel.”

Almaar beter doen en constanter presteren, dat is het verhaal van Depoitre de afgelopen maanden. De bonkige aanvaller kwam vrij anoniem en transfervrij van KV Oostende naar AA Gent, imponeerde daar bij de fysieke tests de volledige staf met zijn indrukwekkende cijfermateriaal inzake uithoudingsvermogen, maar kende een moeizame seizoensaanloop. “De voorbereiding was inderdaad moeilijk, door de hogere intensiteit en het volume van de trainingsuren”, kijkt hij even terug op die beginperiode in juni en juli. “Onze stage in de Ardennen, zoiets had ik nog nooit meegemaakt qua vermoeidheid. Een echte survival of the fittest. De zwaarste week ooit in mijn voetballeven, maar blijkbaar noodzakelijk, want als ploeg plukken we daar nu de vruchten van qua fysieke paraatheid en resultaten. Ik moest me duidelijk aanpassen aan het andere ritme, ook bij oefenwedstrijden. Het liep vanaf het begin niet zoals ik wenste en leidde zelfs tot wat frustratie. Ik slaagde er niet in mijn potentieel te tonen. Nochtans bestond er een ongelofelijk groot verlangen om me te bewijzen. Dat was wat abnormaal.”

Een tweetal gesprekken met clubpsychologe Eva Maenhout zorgde voor de noodzakelijke opheldering. “Zij vond dat ik het anders moest benaderen. Meer in gesprek treden met mezelf, om zo innerlijke rust te vinden, hetgeen ertoe leidde dat ik nu meer cool reageer op alles”, beweert Depoitre. “Je moet weten dat ik zelf niet snel tevreden ben over mezelf. Perfectionisme, hé. Ik was tot meer in staat, ondanks de hoge concurrentie, die ik probleemloos aanvaardde. Want ik had nu eenmaal gekozen voor een Belgische topclub.”

De opgeschoten Henegouwer bedankte coach Hein Vanhaezebrouck voor zijn eerste basisplaats op de tweede speeldag thuis tegen KV Mechelen met twee goals en een assist. Depoitre was vertrokken voor een periode als onbetwiste titularis diep voorin, ondanks de aanwerving voor 1,5 miljoen euro van David Pollet. “Vanaf die match verdwenen alle twijfels die bestonden bij het grote publiek, de voetbalkenners en analisten”, denkt hij. “Ik werd wat onderschat. Voor de meesten was ik maar de tweede of misschien wel de derde keuze, er bestonden geen specifieke verwachtingen. Ik kan dat wel begrijpen, hoor, dat de fans vraagtekens plaatsten bij mijn komst. Na tweemaal play-off 2 een spits erbij krijgen die amper zeven keer had gescoord bij zijn vorige club, dat oogde weinig overtuigend om een gooi te doen naar een PO1-ticket. Ik moest dubbel zo hard aantonen wat ik waard was. Ook voor mij betekende die wedstrijd tegen Mechelen een bevrijding. Ik kreeg daardoor zo’n opstoot van vertrouwen dat ik ook op Standard de beslissende treffer maakte. (grijnst) Een heel mooi aandenken, zeker wat betreft de opbouw, uitvoering en plaatsing voor doel. Ik was vertrokken voor een lange periode waarbij alles op wieltjes liep. Plots werd ik bestempeld als het verrassingseffect van AA Gent. Dat was een opsteker en deed veel deugd. Op die manier maakte ik heel wat mensen, die me niet kenden, monddood.”

Uitschieter

Depoitre wordt beschouwd als de fysiek meest krachtige pivot van eerste klasse, die ook relatief rap is zodra hij op volle snelheid komt. Een atypisch profiel heet dat dan. Toch scoorde hij al meer dan tienmaal en zorgde de spits voor een handvol assists. “Ik hoop op een uitschieter tijdens deze play-offs”, bekent hij. “Op een heel belangrijk moment eens de match beslissen, tegen Anderlecht of Club Brugge, dat zou fantastisch zijn. Ik scoorde nog niet tegen hen, maar het blijft een doel. Het zou voor een extra dimensie kunnen zorgen. Mijn stijl zal daardoor niet veranderen. Ik ben nu eenmaal een aanvaller die graag de duels opzoekt en dat contact nodig heeft. Een strijder, die graag het gevecht van man tegen man aangaat. Maar ik merk wel dat ik vaker word ingesloten door de twee centrale verdedigers, die dan nog eens hulp krijgen van een verdedigende middenvelder. Alsmaar meer proberen ze me op die manier af te stoppen, wat hun goed recht is. Je moet het positief bekijken: op die manier ontstaat er nog meer ruimte voor mijn medespelers. (grijnst) Vraag maar aan Nicklas hoe hij op Standard profiteerde van mijn gewonnen luchtduel voor zijn magistrale goal. Gunstig voor de ploeg, maar het zet mijn inspanning daardoor niet minder in de verf. Dat is de opzet.”

Als geen ander beseft Depoitre, die de zaken heel realistisch benadert, dat hij bezig is aan een gek en merkwaardig seizoen. Iets dat sterk neigt naar een droomscenario. In Henegouwen werd hij al bekroond met de Trofee voor Sportverdienste van de provincie. Na zes jaar voetballen in Vlaanderen wordt hij aan de overkant van de taalgrens almaar vaker herkend en krijgen zijn prestaties meer weerklank. “Ik ben alleszins bezig aan mijn beste en sterkste jaar ooit”, vertelt hij. “De erkenning volgt, zeker in de eigen regio, waar alles begon. Dat doet mij plezier. Mijn statistieken zien er goed uit, ik had eigenlijk nooit verwacht al titularis te zijn, hoog in de topschutterslijst te staan en voor de titel te kunnen meespelen. Tijdens het seizoen kende ik nooit een mindere periode, er was toch altijd een bepaalde regelmaat in mijn prestaties. Mijn zelfvertrouwen zit goed, omdat ik veel tevredenheid hoor van de technische staf. Dat stelt me in staat om nog te verbeteren, want ik zit zeker nog niet aan mijn grens. Ik leerde al veel bij en blijf kritisch voor mezelf. Maximaal één tot twee wedstrijden, daar ben ik echt volledig tevreden over. Het stelt me in staat te schaven aan bepaalde details, zoals nog iets leper worden in de luchtduels en ze vaker winnen, ook al zit mijn détente wel goed. Je hoeft niet altijd het hoogste te springen, begrijp je? Daar ben ik nog wat te naïef. Ik laat me nog te vaak en te snel uit evenwicht brengen. Of mijn spel met de rug naar doel, het opvragen van de bal, de bewegingen en het technische gedeelte, zoals eentijdsvoetbal. Het afhouden van de tegenstander vraagt wat ervaring. Het is nog altijd maar mijn tweede jaar op het hoogste niveau. De tijd zal raad brengen, daar ben ik van overtuigd.”

De beste oplossing

Zijn jeugdvrienden denken bij Laurent vaak spontaan aan Luigi Pieroni, de gewezen topschutter van Excelsior Mouscron, een ander ziet in hem samen met de kwieke Moses Simon een kopie van het kampioenskoppel Jan Koller en Tomasz Radzinski onder Aimé Anthuenis bij Anderlecht. Maar voor de Gouden Stiertrofee denkt Depoitre dat de kloof met Anderlechtaanvaller Aleksandar Mitrovic nog moeilijk te overbruggen valt. “Ik ben geen aanvaller om in de zestien meter te kamperen en daar de ballen af te wachten”, weet hij. “Geef mij maar het loop- en beukwerk, ook defensief, waar ik mijn energie kwijt kan. Ik moet betrokkenheid in het spel voelen, ook voor het zelfvertrouwen. Als je een kwartier lang de bal niet kunt raken, begint er bij mij iets te knagen, want dan geraak je nog moeilijk in de wedstrijd. Ik wil graag iets toevoegen aan ons spel, me een nuttige factor voelen in functie van het collectief. De laatste weken krijg ik alsmaar vaker van mijn ouders – al is mijn vader niet echt objectief – van mijn vriendin, wat kameraden en de media het verwijt dat ik te weinig egoïstisch ben. Maar dat is mijn voornaamste kwaliteit niet. Ik ben een werker, die ervoor zorgt dat we kansen afdwingen of mogelijkheden krijgen om te scoren. Mijn moeder heeft wel gelijk als ze zegt dat ik misschien te veel nadenk wanneer ik één tegen één kom tegenover een doelman. Dan mag je je eigenlijk geen vragen stellen en moet je heel instinctief trappen. Maar het overkwam ons toch nog niet al te vaak, omdat we met AA Gent over een ploeg beschikken die heel dominant voetbal brengt. Mijn pa vroeg me onlangs ook nog eens waarom ik de penalty’s niet trap, om zo topschutter te kunnen worden. Dan moet ik hem altijd antwoorden dat het geleden is van de jeugdreeksen. (lacht schuchter) Als ik op het veld kom en ik speel voor twintigduizend man, dan ken ik geen stress. Maar bij een dode fase, zoals een strafschop, vrees ik dat de druk me wat onzeker kan maken. Ik geef die verantwoordelijkheid liever aan iemand anders. Er zijn veel spitsen die, zodra ze in het strafschopgebied komen, alleen maar denken aan schieten. Meestal lukt het dan om te scoren. Ik beschouw dat niet als mijn hoofddoel, ik probeer altijd te zoeken naar de beste oplossing. Als er iemand naast mij beter geplaatst staat, dan aarzel ik nooit. Bij zestig procent kans om zelf een doelpunt te maken, maar wanneer volgens mijn inschatting een ploeggenoot aan tachtig procent zit, dan ga ik altijd voor die laatste optie. Dat ik me daardoor vaak volledig wegcijfer, oké, dan is dat maar zo. Nooit zal ik het verwijt kunnen krijgen té individualistisch te handelen. Daarom is ook die topschutterstitel voor mij niet primordiaal.”

Kleedkamergrapjes

Dat Depoitre goed in de spelersgroep ligt en vaak met de vinger wordt gewezen als er kleedkamergrapjes worden uitgehaald, staat in schril contrast met zijn timide kant als persoon. “Ik ben van nature nogal gereserveerd als ik met mensen in contact kom die ik niet zo goed ken”, poneert Depoitre. “Ik hou graag een zekere afstand. Met mijn vrienden of ploeggenoten ligt dat anders. Als hier iets wordt uitgestoken of iemand wordt gefopt, dan behoor ik samen met Renato Neto, Benito Raman en Thomas Foket tot de mogelijke daders. In het begin was ik daar ook vrij kalm en rustig in, nu laat ik me weleens volledig gaan in die onschuldige acties.

Voor de titelstrijd zal het dit jaar heel close worden, denkt ook Depoitre. “Ik verwacht alleszins niet dat één ploeg zich nog afscheidt van de rest”, oppert hij. “Ook AA Gent zal er niet ver vandaan zijn. Maar gaan we in staat zijn om op de sleutelmomenten op de afspraak te zijn? Ik persoonlijk verwacht van wel, mijn zelfvertrouwen in een goede afloop is alleszins groot. We hebben de kwaliteit, we kunnen er als outsider misschien van profiteren dat Anderlecht en Club Brugge momenteel niet echt hun topniveau halen. Officieel zijn we tevreden met een derde plaats en ons seizoen is dan zeker geslaagd, maar wij verlangen als profs uiteraard naar meer. In ons hoofd zit er een hoekje met titelhoop. Wanneer Anderlecht of Club Brugge straks als derde eindigen, dan zal daar sprake zijn van een gemist seizoen. Dat vormt het grootste verschil met AA Gent. Na de match van morgen zullen we pas echt de kampioenschapskandidaten kennen. Wij maken kans op de titel en hebben vertrouwen, maar leggen onszelf geen onnodige druk op en benaderen dat realistisch. AA Gent is niet de favoriet, wel een kanshebber. Het zelfvertrouwen in de groep is groot, want een mooie beloning voor ons prachtige seizoen lonkt. Kampioen worden via een doelpunt op de slotspeeldag bij Anderlecht, dat zou voor mij persoonlijk pas een droom zijn. (grijnst) Maar niet onmogelijk.”

Als we bij ons vertrek aan de Waarmoezeniersweg Depoitre vragen of hij nog tijd overhoudt voor een schoonheidsslaapje, kijkt hij snel even naar de klok. “Neen, toch niet. Maar geen probleem hoor, we hadden toch een aangenaam gesprek.” Staat genoteerd. We konden in elk geval even onder zijn pantser gluren.

DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE – BEELDEN: BELGAIMAGE

“Plots werd ik bestempeld als het verrassingseffect van AA Gent.”

“Op een heel belangrijk moment eens de match beslissen, tegen pakweg Anderlecht of Club Brugge, dat zou fantastisch zijn.”

“Ik wil graag iets toevoegen aan ons spel, me een nuttige factor voelen in functie van het collectief.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content