‘De jaren zijn voorbij van luieren en leren, onschuldig potverteren, beschonken zijn en blij.’ Boudewijn De Groot smakt de waarheid in het gezicht van Jason Vandelannoite, levenslustige youngster bij Club Brugge.

Een geestig moment.” Zo beschrijft Jason Vandelannoite het ogenblik waarop Jan Ceulemans hem wenkte in de slotfase van de wedstrijd tegen Beveren medio september. “Er restten nog drie spelminuten toen ik mijn debuut mocht maken. We leidden met 0-1. Als je een fout maakt waardoor de tegenstander kan scoren, ben jij de slechterik. Dat speelt dan door je hoofd.” Die nachtmerrie bleef uit. Meer speelgelegenheid volgde.

“Ik kan niet klagen over de wedstrijden die ik tot nu toe speelde. Ik hoorde al veel positieve commentaar. Nu wordt de bevestiging belangrijk. Ik zou het uiteraard appreciëren als ik in de terugronde opnieuw mijn kans krijg. Maar je moet niet van me verwachten dat ik tegenover de coach met vijandigheden scherm of hopeloos in de put zit als het niet zo is.”

Het vertrek van Marek Spilar biedt mogelijks perspectieven voor het jeugdproduct van blauw-zwart. “Voor mij is het een grote kans”, beseft Vandelannoite. “Zo gaat het altijd in voetbal. Als iemand weggaat, moet je profiteren. Centraal in de verdediging kom ik het best tot mijn recht. Nu is het aan mij om de trainer te bewijzen dat ik het kan halen van Joos Valgaeren. Ik zal mijn best doen om het Ceulemans zo moeilijk mogelijk te maken in zijn beslissing.”

Jezelf zijn

Het blauw-zwarte hart van Vandelannoite bloedt als hij hoort dat analist Wim De Coninck hem enkele weken geleden in dit blad definieerde als ‘een kruising tussen Vincent Kompany en Anthony Vanden Borre‘. “Oei”, lacht de nummer 33 van Club groen. Dergelijke uitspraken vindt hij vervelend. “In de eerste plaats zijn het twee spelers van Anderlecht. Ik voel geen minachting voor hen, maar de rivaliteit met paars-wit ervaar ik al vanaf mijn periode bij de preminiemen van Club. Eens je samen met die jongens bij de nationale ploeg voetbalt, verandert die visie wel een beetje. Maar het gevoel smelt toch nooit helemaal. Afgezien daarvan vind ik het fijner als mensen me Jason noemen in plaats van ‘de Kompany van Brugge’, zoals al gebeurde. Je wilt toch liever jezelf zijn.

“Desondanks blijft een vergelijking zoals die van De Coninck een compliment. Mijn spel verschilt nochtans danig van Vincents manier van voetballen. Ik ben steviger in de duels, terwijl hij het slimmer speelt en er makkelijker op basis van techniek uitraakt. Zijn présence vind je bij weinig spelers in België, ook bij mij nog niet. Kompany is het recentste Belgische topproduct. De parallel met Vanden Borre komt er vermoedelijk omdat hij net als ik graag de actie maakt. Maar ik draag minder technische bagage mee.”

Meeschuiven

Tot bij de scholieren was Vandelannoite een aanvaller. “Ik verkondigde op training altijd dat ik graag eens in de verdediging wilde spelen. Toen een jongen in onze defensie plots geveld was met een beenbreuk, dropte de trainer me op zijn plaats. Al snel ontving ik aanvragen om aan te treden met de nationale ploeg. Nooit eerder kreeg ik zoveel lof toegezwaaid. In al de jaren waarin ik vooraan speelde, was het telkens gewoon goed. Mijn verdedigende kwaliteiten zaten waarschijnlijk van kindsbeen af in me, want een opleiding als verdediger kreeg ik niet. Enkel in details sturen coaches je later bij.”

Zijn verleden in de frontlinie laat sporen na. “Die aanvallende intenties raak je niet kwijt. Ik neem graag deel aan het spel. Als ik af en toe eens beredeneerd kan meeschuiven, is het ideaal voor mij. Iets mooiers kan je niet dromen. De trainer ziet het als een pluspunt dat hij met mij af en toe een extra man op het middenveld kan creëren.

“Mijn kopbalsterkte bestempel ik als een van mijn belangrijkste troeven. Ik voel me daarnaast sterk in man-tegen-mansituaties. Bij het uitvoetballen dien ik nog een pak progressie te maken en mijn conditie moet ook nog beter. Franky Van der Elst wil dat ik nog enkele kilo’s vermager. Nu weeg ik 81kg. Dat is drie kilo minder dan in het begin van het seizoen. Ik let meer op mijn eetgewoonten. Maar na een wedstrijd durf ik nog wel eens een pakje friet eten, al gebeurt dat veel minder dan vroeger.”

(Ex-)Losbol

Vandelannoite tracht ook te schaven aan zijn professionaliteit door af te rekenen met zijn liefde voor het uitgaansleven. De abrupte overschakeling van jonge belofte naar prof verloopt niet zonder groeipijnen. Het gedrag van de youngster vertoont nog stuiptrekkingen van een zorgeloze, levenslustige jeugd. “Een stapje in de wereld zetten, en muziek, het zijn dingen die me wel aanspreken.

“In het begin van vorig jaar en rond de periode waarin ik bij Club mijn eerste kansen kreeg, was ik een ware losbol. Ik ging vaak uit, zelfs op weekdagen, ook als er de volgende dag een training op het programma stond. Ik vind dat zoiets momenteel niet meer kan. Zeker nu ik zo dicht bij een basisplaats sta, heb ik veel rust nodig voor de matchen. Maar als we op zaterdagavond spelen en ’s zondags vrij hebben, ga ik nog wel eens uit. Als je de hele week goed traint, mag dat wel.

“Hoe laat ik het dan maak, hangt af van de plaats waar we naartoe trekken. Het gebeurt dat ik pas rond vier of vijf uur mijn bed terugzie. Soms vroeger, soms later. Ik bel af en toe naar mijn moeder om te melden dat het wat uitloopt of dat ik bij een vriend blijf slapen. Dan is ze wel een beetje boos.

“Als ik uitga, drink ik wel wat. De laatste tijd gebeurt dat met mate. Je mag je wel eens helemaal laten gaan. Maar dat kan niet langer elk weekend, zoals vroeger. Als voetballer heb ik nu trouwens een voorbeeldfunctie. Iedereen kent me. Je moet op tijd stop zeggen. Dat wil niet zeggen dat ik en mijn vrienden daar als stijve harken zitten. We amuseren ons goed en gaan soms eens tot op het randje.”

Relatief volwassen

Weerstand bieden aan de verleiding valt hem soms hard. “Als mijn vrienden bellen, knaagt het vaak. De meeste ploegmaats hebben een vrouw en zitten altijd thuis. Ik ben nog maar negentien jaar. Voetballers worden doorgaans pas op hun 23ste of 24ste prof. Ik bedacht al een paar keer dat ik eigenlijk een fase in mijn leven heb moeten overslaan.

“Maar ik moet daar niet meer over nadenken, ik tracht er zo weinig mogelijk bij stil te staan. Het leven is nu eenmaal zo uitgedraaid, en natuurlijk is dat in mijn voordeel. Iedereen wil zo snel mogelijk prof worden, want een betere job vind je niet. Slechts weinigen kunnen zo goed leven. Ik werk dan ook aan mijn gedrag.”

Jason kan telefonisch ook altijd terecht bij zijn oudere broer Jude, die in Griekenland voetbalt. “Hij was vroeger ook geen engeltje”, zegt Jason. “Je kan altijd leren uit de fouten van anderen. Jude kon op een bepaald moment bij verscheidene ploegen niet meer terecht omdat hij een slechte reputatie had opgebouwd. Dat wil ik niet meemaken. Als het kriebelt om een feestje te gaan bouwen, komt mijn broer met andere ideeën aangedraafd. Het gebeurt zelfs dat ik mijn zin om uit te gaan vergeet door met hem te praten. Hij is mijn idool in de voetbalwereld. Als mijn ma hoort dat ik met hem overeengekomen ben om de bloemetjes niet buiten te zetten, speelt ze dat tegen mij uit. Soms belt ze mijn broer weer op om te weten wat de concrete afspraak is. Zo kan ze me volledig vastzetten, want afspraken met Jude kom ik uit principe altijd na. Ik luister beter naar hem dan naar haar.

“Anderzijds heb ik veel aan de steun van mijn moeder als ik uitgaansavonden afsla. Dan ga ik met haar wel eens op restaurant, of bezichtigen we iets. Sommigen maken daar wel eens opmerkingen over, als ik met haar optrek. Maar anders zit ze hier altijd alleen. Deels voetbal ik ook voor haar. Ik help mijn ma op financieel gebied, want ze heeft geen groot inkomen. Ze deed zo veel voor mij.”

De klik maken

“De manier waarop ik nu met uitgaan omga, is goed. Ik denk te weten hoe ver ik kan gaan, hoewel je daar nooit zeker van kan zijn. Wat betekent dat trouwens, volwassen zijn ? Alles is relatief. Mijn huidig gedrag hindert me meestal niet op de mat. Maar mocht ik vaker thuis blijven, dan zou ik op sportief vlak nog beter kunnen presteren. Soms voel ik dat.” Gestaag groeit het verantwoordelijkheidsgevoel van Vandelannoite. “De laatste tijd vraag ik me na een avondje stappen wel eens af : ‘Was dat wel nodig ? Kon je niet vroeger naar huis ?’

“Vandaag had ik het er nog over met Van der Elst. Die man heeft veel connecties en is vaak op de hoogte van waar ik uitgehangen heb. Daar schrik je soms van. Franky had gehoord dat ik van plan ben om meer volwassen te worden. Ik wees er hem op dat je die klik niet op één dag kan maken. Zijn antwoord was dat ik er ook geen jaar over mag doen. Alles moet zo snel mogelijk gaan. Hij weet dat ik de juiste intentie heb, er iets wil aan doen.

“De mensen rond de ploeg kunnen mijn handje niet vasthouden. Ceulemans zei ook al dat ze het geen twintig keer bij me kunnen prediken. Ik dien het voor mezelf uit te maken en tracht mijn best te doen. Anders is mijn profcarrière misschien al na vijf jaar voorbij en dat wens ik te vermijden.”

Binnen zijn

“Ik wil immers na mijn leven als voetballer niet werken. Het is, denk ik, de droom van elke speler om na je laatste match in je handen te wrijven in de wetenschap dat je binnen bent. Ik zou niet in een bedrijf kunnen functioneren, waar een baas boven me staat. Mij moet niemand commanderen nadat ik mijn hele leven heb gevoetbald. Het gaat er niet om dat ik problemen ondervind met gezag. Op het voetbalveld verloopt dat vlekkeloos, want dat is een plaats waar ik graag ben. Maar als je ergens tegen je zin rondloopt, ligt het anders. Daarin schuilt ook het verschil met de school.

“Ik volgde Lichamelijke Opvoeding en Sport aan het Koninklijk Technisch Atheneum in Brugge en was een tamelijk grote luiaard. Mijn examens verliepen doorgaans goed, maar mijn dagelijks werk leek nergens naar. Studeren tijdens de week en alles bijhouden, dat was niks voor mij. In de loop van mijn vijfde middelbaar bleken mijn studies niet langer combineerbaar met het voetbal. Ik stopte met studeren en besliste een oplossing te zoeken via de middenjury. Aan die examens moet ik nog beginnen. Het staat deze zomer op mijn planning. Ofwel wacht ik tot volgende winter.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content