Patrick Goots stond weer eens ter discussie. Prompt trapte hij er tegen Lierse twee tegen het net voor den Antwerp. ‘Ik ben een spits van 37’, zegt Patje, ‘mij gaan ze niet meer veranderen.’

“En ? !” Jenny van het Antwerpcafé wil graag weten hoe het die ochtend op training is geweest. “Ik zeg niks”, grijnst Patrick Goots. Hij zal dat ook in het verhaal niet doen. “Je kan een nieuwe trainer niet na een paar dagen beoordelen”, zegt hij. Die ochtend was er met tennisballen getraind. Doy Perazic wil dan ook álles beter maken. De wendbaarheid van Mussa, het loopvermogen van Goots en Pivaljevic, de traptechniek van het merendeel van de groep – en wie weet wat nog allemaal. De nieuwe trainer mag dan geschrokken zijn van het niveau van zijn spelers, de spelers zijn dat ook van de trainer. Verbazing alom dus op de Bosuil.

“Het komt natuurlijk wel raar over als na zoveel jaren eerste klasse een trainer je zegt : je moet dit en dat, zus en zo“, zegt Goots. “Maar ik sta open voor iedere trainer. Ik heb in mijn carrière nog nooit het ontslag van een trainer gewenst. Alleen met Wim De Coninck heb ik problemen gehad, omdat hij mij niet opstelde in een periode dat ik vrij goed speelde. Maar ik ben nooit naar het bestuur gestapt : De Coninck moet buiten ! Integendeel. Ik heb toen zelf het initiatief genomen om te vertrekken. Ik vind dat iedereen een kans moet krijgen. We zullen wel zien hoe het verder evolueert. Iedere trainer heeft zijn opvattingen over voetbal en wij moeten daar nu als groep achter staan en proberen zo goed mogelijk ons best te doen.”

Zit er nog rek in je loopvermogen ?

Patrick Goots : “(Grijnst.) Ik denk dat hij dat een beetje verkeerd heeft uitgedrukt. Hij wil gewoon dat de spitsen iets meer de switchbeweging maken en hun verdedigende taak doen.”

Dat zal power kosten, Pat.

“Neen, hoor. Ik ben niet iemand die graag een uur aan een stuk gaat lopen, maar als ik iets graag doe, zijn het afstanden van 30, 40 meter maken.”

Het ontslag van René Desaeyere was zo te horen en te lezen geen verrassing ?

“Voor mij wel. Ik viel een beetje uit de lucht. We wisten natuurlijk wel dat we een paar keer serieus verloren hadden. Als trainer weet je wat er dan boven je hoofd hangt.”

Ben je geraadpleegd door de voorzitter ?

“Neen, zeker niet.”

Vind je het niet merkwaardig dat ze jou tijdens de informatieronde die ze beweren te hebben gehouden, links laten liggen ? Je bent de oudste speler en lid van de spelersraad.

“Misschien is het omdat ik René al langer ken. Ik denk trouwens dat er heel weinig spelers geraadpleegd zijn, tenzij er zijn die het achterste van hun tong niet laten zien natuurlijk.”

Je had niet het gevoel dat er een strekking tegen Desaeyere aan het groeien was ?

“Bah neen. Met elke trainer zijn er altijd en overal misnoegde spelers. Maar als dat ongenoegen over bepaalde zaken naar buiten of naar het bestuur wordt gebracht en je verliest enkele keren, dan is de keuze snel gemaakt, hé.”

Wat vind je zelf van zijn ontslag ?

“Ik kan alleen zeggen dat René er echt alles aan heeft gedaan om alles uit deze groep te halen, maar… het is al langer geweten… nu moet ik goed opletten wat ik zeg, want je wordt al snel voor racist versleten, maar… het is nu eenmaal zo dat wij met heel veel buitenlanders zitten en dat die heel andere opvattingen hebben over bepaalde zaken. Dat is dus gewoon heel moeilijk, moet ik hier al vier jaar vaststellen. Als je onderweg naar Bremen stopt om een kop koffie te drinken, stappen er zes, zeven Belgen plus Darko(Pivaljevic) uit en blijven de Afrikanen in de bus zitten. Bijvoorbeeld. Dat is hun goed recht, maar als groep naar buiten komen is wel iets anders. Op een feestje verplichtte René ons zelfs om in het belang van de groepssfeer aan tafel door elkaar te zitten, dus een Belg, een Afrikaan, een Engelssprekende, een Belg… Maar het moet uit de spelers zelf komen natuurlijk.”

Hem wordt heel grof taalgebruik tegenover buitenlanders verweten.

“Dat kan. Ik ken René. Mij heeft hij ook al uitgescheten. Ik denk dat dit een beetje bij zijn temperament hoort. Maar het enige waarvan ik weet heb, is een woordenwisseling met Ouon op de bank in Moeskroen. Eddy was kwaad omdat hij vervangen was en bleef maar doorgaan. René heeft hem naar binnen gestuurd. Dat zou nogal grof geweest zijn, schijnt het. Ik weet alleen dat René na de wedstrijd is binnengekomen en heeft gezegd : allez, we hebben er een vedet bij. Maar dat is daarna uitgepraat. De week erna stond Eddy er weer in.”

Wat was er fout met de tactische keuzes van Desaeyere ?

“Het verwijt was dat we te veel de lange bal gebruikten, dat het allemaal van achter uit moest gaan, dat we de opbouw via het middenveld niet konden maken. René wou dat we bij de eerste bal na de recuperatie direct diep probeerden te kijken. Ik denk dat dit voor heel veel trainers geldt, maar je moet natuurlijk ook wel de mensen hebben om die goeie lange bal te geven. Het probleem was : een aanspeelpunt vinden op het middenveld, iemand die rust in de ploeg kon brengen.”

Waarom ?

“Misschien is er wel wat minder evenwicht in de ploeg dan vorig seizoen. Op links zitten we toch wel wat krap momenteel en met Karel D’Haene is er toch een nuttige speler verdwenen. Voor die jongeren van Manchester is het ook niet zo makkelijk om te zeggen : wij gaan hier direct in eerste meespelen. En dan is er de afwezigheid van Tony(Sergeant), die heel belangrijk is voor deze ploeg. In bepaalde wedstrijden was het middenveld niet volledig en kwam er daardoor ook te veel druk op onze achterlijn. Die nederlaag in de derby is verschrikkelijk hard aangekomen. Toen is er ook gezegd : bepaalde spelers weten niet wat het derbygevoel is.”

Wat vind jij ? Welk spel moet Antwerp met dit potentieel spelen ?

“Ik denk dat ons spel moet zijn : proberen snel de tegenaanval op gang te brengen en met heel veel fysieke kracht proberen wedstrijden te winnen. Als je natuurlijk op achterstand komt, wordt het moeilijk om vloeiende combinaties op de mat te leggen. Dan sta je onder druk, begin je wat nerveuzer te worden, banger. Dan begint het publiek zich tegen de ploeg te keren. Ik begrijp de supporters ook wel, hoor, maar zonder de steun van de twaalfde man wordt het extra moeilijk om uit die malaise te raken.”

Welk probleem was er tussen de medische staf en Desaeyere gerezen ?

“Ik weet alleen dat René Darko naar een bevriende kraker heeft gestuurd en dat daar wat commentaar op is geweest. Als bepaalde mensen zeggen dat dit niet goed is, wordt dat dan overgenomen. Maar als ik geblesseerd ben, ga ik ook naar mijn eigen kinesist ; al kost mij dat handen vol geld, want ik moet het zelf betalen. Maar de kinesisten van de club zijn er niet altijd, want ze zijn niet fulltime en hebben hun eigen praktijk.”

Zat het ook fout met zijn assistenten ?

“Dat kan, maar ik weet het niet. Ik weet alleen dat ze op een gegeven moment allemaal bij de voorzitter zijn moeten komen om de rangorde iets beter te bepalen.”

Je hebt Desaeyere als trainer gekend bij Dessel, bij Kortrijk en bij Beveren. Twee keer werd hij al na een half seizoen ontslagen, hier zelfs na drie maanden. Wat maakt hem zo kwetsbaar ?

“Zijn harde aanpak en trainingsarbeid misschien. In Kortrijk had hij pech dat een bepaalde clan – Plessers, Krüzen, Anton Janssen – hem buiten wou. Er was in het begin iets gebeurd met Gérard (Plessers) en dat is blijven sluimeren. Als je dan twee, drie keer verliest… In Beveren was het een identiek verhaal. Ook daar stond de meerderheid niet achter het ontslag.”

Typeer hem eens ?

“Ik vind René een trainer die zeker honderd procent met zijn vak bezig is. Hij eist heel veel discipline. Hij is recht door zee. En hij kan wel eens uit zijn krammen schieten. We hebben onder René drie maanden goed en hard getraind, omdat hij ook wel besefte dat deze groep niet overloopt van het talent en we het vooral van inzet, karakter en fysieke sterkte moesten hebben.”

Antwerp verslijt veel trainers. De laatste jaren overleefde alleen Regi Van Acker hier. Heeft hij een zintuig meer dan zijn collega’s of had hij gewoon betere spelers ?

“Wij hebben dat hier al dikwijls gezegd : de ploeg waarmee we in tweede klasse kampioen zijn geworden, was beter dan wat er de laatste jaren op het veld stond. Leleu, Emmerechts, Chadwick, Campara, Da Silva, ik en Darko, William Verbeeck, Gunter Ribus, Jonas De Roeck. Daar zat echt een beetje van alles in. Een ploeg met bovendien veel Belgen. Nu is de verdeling anders en is het heel moeilijk om daar een groep van te maken. De Coninck heeft daar een beetje zijn tanden stuk op gebeten, Houwaart heeft drastisch moeten ingrijpen. Nu trainden we dus weer allemaal samen. In de kleedkamer moeten er stoelen worden bijgezet en zit je bijna op elkaars lip. Geloof me, dat is ook niet bevorderlijk voor de groepssfeer.”

De ene trainer wordt verweten dat hij je op de bank zet, de andere dat hij je beschermt. Het draait op de Bosuil nogal rond jou blijkbaar ?

“Beschermd ? Desaeyere heeft gezegd, net als de nieuwe trainer trouwens : jij bent 37, je hoeft niet alle trainingen meer mee te doen. Wel, ik heb ze wél allemaal meegedaan ! Ik denk ook dat René mij regelmatig vervangen heeft als hij niet content was. Na de wedstrijd op Moes-kroen heb ik trouwens zelf gevraagd om op maandag met de reserven te spelen, om vertrouwen op te doen.”

Waarom wordt het gezegd ?

“Misschien omdat Hussaine eens gezegd heeft dat ik, Darko en Bernd(Evens) zelfs spelen als we niet fit zijn, omdat we wegens een lichte blessure eens pas vanaf de donderdag met de groep hadden getraind. Zo’n uitspraak in de pers wordt dan door iedereen een beetje klakkeloos overgenomen.”

Eén van de quotes van de voorzitter naar aanleiding van de trainerswissel was dat trainers die miljoenen verdienden hier nogal wat uitgespookt hebben. Waarover heeft hij het ?

“Ik zou niet weten welke trainer hier miljoenen heeft verdiend (lacht). Houwaart zei altijd tegen mij : dit is het minste wat ik ooit verdiend heb.”

Heb je zelf trainersambities ?

“Ja, maar niet echt op het hoogste niveau. Ik ga mij nu inschrijven voor de versnelde cursus. We zullen zien. Ik ben al 19 jaar trainer van een caféploeg, ik weet wel een beetje hoe ik training moet geven én ik doe dat ook wel graag.”

Wat is een goeie trainer ?

“Elke trainer heeft zijn methodes en elke trainer heeft wel iets, denk ik. Maar als ik zie wat de voorzitter van Lokeren zegt, dan is er één ding duidelijk : als je geen resultaten haalt, ben je een slechte trainer. Hadden we de derby gewonnen, dan stonden we vijfde en was René de beste die hier ooit heeft rondgelopen.”

Jijzelf zou een bron van ergernis zijn.

“Zijn er bepaalde spelers die niet met mij om kunnen ? Dat kan. Maar met Desaeyere hadden we drie, vier keer een open gesprek en dan hoorde ik daar niks van. Goed, ik ben wel eens boos als er iets misloopt en ik durf wel eens met mijn hoofd te schudden als ik een minder goeie bal krijg. Maar als ik daarom een bron van ergernis ben, so what ? ! Ik weet ook dat als ik een paar keer buitenspel loop, ik een bron van ergernis ben voor de supporters. Hij staat weer buitenspel ! Hier zijn zes, zeven spitsen en ik kan me ook wel voorstellen dat als ik een paar weken niet scoor zij zeggen : hij bakt er niks van, waarom mag ik niet meedoen ? ! Ik ben ook wel iemand die graag eens lacht op training, maar dat ik echt irriteer, is mij nog nooit verweten.”

Ben je niet te veel met jezelf bezig ?

“Neen. Ik wil altijd het beste voor de ploeg. Ik probeer nu bijvoorbeeld Gomez te helpen als er iets wordt uitgelegd, want de nieuwe trainer spreekt Frans noch Engels. Ach, het is zoals Darko zegt : als het wat minder gaat, zijn het de kopstukken die het gedaan hebben. Ik weet dat de supporters zeggen : hij is versleten.”

Bén je versleten ?

“Ik kan niet ontkennen dat het minder gaat dan bepaalde maanden vorig seizoen, maar ik denk niet dat er echt een fysiek probleem is of een probleem van snelheid. Ik voel dat het nog gaat. Als je drie maanden Desaeyere overleeft, denk ik niet dat er conditioneel een probleem is.”

Waarom speel je niet goed ?

“Wat ik nu ga zeggen, zullen mensen weer interpreteren als : hij steekt het op iemand anders. De ploeg speelt niet goed en ik heb daar zeker ook schuld aan, maar een spits is ook afhankelijk van de ballen die hij krijgt. De criticasters zullen weer zeggen : hij loopt niet ! Maar ik ben een spits van 37, ze gaan mij niet meer veranderen.”

Hoe rendeer je het best ?

“Het is zo dat we iets minder aanvallend voor de dag komen en dat Darko en ik spitsen zijn die het best renderen als er aanvallend wordt gevoetbald. We zijn natuurlijk niet echt de recupererende spelers. Desaeyere wist dat ook wel.”

Kan het anders en beter dan wat René Desaeyere deed ?

“Dat zullen we met de nieuwe trainer zien. We moeten hem de tijd geven.”

Antwerp gaat toch niet zakken ?

“Euhm… Antwerp gaat niet zakken, Antwerp mág niet zakken. We moeten dus goed beseffen dat we daar alles aan moeten doen. Maar het zal wel een heel lang seizoen worden.”

Jouw laatste in eerste klasse ?

“Ik word in april 38 jaar : in maart, april ga ik evalueren. Ik weet ook dat ik niet eeuwig in eerste kan voetballen, maar ik heb nog altijd de ambitie om het zo goed mogelijk te doen. Ik wil er echt alles aan doen om Antwerp uit deze moeilijke periode te halen.”

Wat is het belangrijkste ?

“Je redden doe je als clúb, allemaal samen. Spelers, trainers, bestuur, supporters. Vergeet niet dat we met 7 op 15 vrij goed gestart waren, maar na de derby is het precies alsof wij niet meer kunnen voetballen. Eén ding moet er verbeterd worden : iederéén moet achter de ploeg staan. Zonder de steun van de supporters zal het alleszins niet lukken om in eerste te blijven.”

En zonder Goots ?

“Als blijkt dat het beter is dat ik niet speel, zal ik mij daar zonder morren naar schikken. Het is niet omdat ik hier vier keer topschutter ben geweest en twee keer de trofee van verdienstelijke speler heb gekregen, dat ik meer ben dan iemand anders. Veel van de wedstrijden die we vorig seizoen wonnen, heb ik beslist. Van de 15 doelpunten die ik maakte, leverden er 13 punten op. De mensen blijven dat van mij verwachten, maar als het minder gaat, kan ik niet alles omhoog trekken. Dat moeten we allemaal samen doen.”

door Christian Vandenabeele

‘Nu moet ik goed opletten wat ik zeg, want je wordt al snel voor racist versleten.’

‘Als blijkt dat het beter is dat ik niet speel, zal ik mij daar zonder morren naar schikken.’