Ruim anderhalf miljoen euro legde NEC op tafel voor Björn Vleminckx (23), de duurste aankoop in de clubgeschiedenis. ‘Ik wil doorbreken in de Eredivisie, zodat ik ooit in Engeland kan voetballen.’

Het hadden broers kunnen zijn. Wie Björn Vleminckx ziet voetballen, denkt al gauw aan Dirk Kuijt. Er is haast geen ontkomen aan. Net zo’n energieverslindende speelstijl, net zo’n geboetseerde kop met zweetdruppels en blonde lokken. Vleminckx heeft geen moeite met de vergelijking, integendeel. “Ik ben er trots op”, lacht hij. “Kuijt is een voorbeeld voor me. Hij heeft een heel mooie carrière, daarvan kan ik alleen maar dromen. Maar het is mijn doel om zelf ook zo ver te komen. Daarom ben ik zo blij dat ik nu een transfer naar Nederland heb verdiend, bij NEC kan ik me de komende jaren verder ontwikkelen als voetballer. Ik wil doorbreken in de Eredivisie, zodat ik ooit in Engeland zal kunnen voetballen. Ik denk dat ik daar heel goed zal passen met mijn speelstijl. Elk mens mag dromen hebben, en de komende jaren hoop ik de mijne waar te maken. Ik wil de nieuwe Dirk Kuijt worden.” Toch wel mooi eigenlijk. De meeste voetballers hebben er een bloedhekel aan om met collega’s vergeleken te worden, maar Vleminckx doet er zelf nog doodleuk een schepje bovenop.

Eerder werd hij vaak vergeleken met de Belgische ex-international Marc Wilmots. Ook een aanvaller die bekend stond om zijn niet aflatende werklust. “Wilmots was vroeger een voetballer naar wie ik echt opkeek”, vertelt Vleminckx. “Hij was een inspiratiebron voor me, sommige elementen van mijn spel heb ik van hem overgenomen. Daardoor werd ik in mijn eerste profjaren vaak betiteld als de nieuwe Wilmots. Het mooie was: op een dag kreeg ik een telefoontje, het was de grote man zelf. Hij had me een paar keer zien spelen en vond dat ik het goed deed. Wilmots wilde me graag eens kennismaken met mij. Toen zijn we samen een hapje gaan eten. Hij vertelde mooie verhalen over zijn eigen carrière en gaf me ook een paar goede tips. Volg altijd je gevoel, dat was de belangrijkste. Die les zal ik nooit vergeten. Veel mensen kijken misschien raar op van mijn transfer van KV Mechelen naar NEC, terwijl er ook interesse was van Belgische topclubs. Maar ik heb mijn gevoel gevolgd.”

Wereldgozer

Elke Belgische voetballer staat opgeslagen op de indrukwekkende harde schijf van Jan Boskamp, tot voor kort hoofdtrainer van FCV Dender en inmiddels teruggekeerd bij KSK Beveren. Bij het horen van de naam Björn Vleminckx begint de Rotterdammer direct te knorren van enthousiasme. “Ha, echt een gast naar mijn hart. Niet alleen een uitstekende speler, maar buiten het veld ook een wereldgozer”, prijst Boskamp. “Ik heb hem een paar keer ontmoet en het is gewoon een heel normaal, vriendelijk ventje. Dat zie je niet vaak hoor. Binnen de kortste keren is hij een publiekslieveling bij NEC, let maar op.” Andersom vindt Boskamp dat ook Vleminckx de juiste keuze heeft gemaakt. “Ik was bang dat hij zou kiezen voor Standard, dat ook achter hem aan zat. Bij zo’n ploeg zou hij tegen zijn natuur in moeten gaan voetballen. Kaatsen, combineren, dat soort dingen. In deze fase van zijn carrière past hij perfect bij NEC. Laat hem lekker sleuren en sjouwen, dan gaat hij er heel wat goaltjes inprikken. Voor elke verdediging is het een ramp om tegen Vleminckx te spelen, hij blijft maar gaan. Laat de buitenspelers maar ballen voor de goal pompen, dan kopt hij ze wel tegen de touwen. Hij heeft ook een goede trap. Hij schiet een beetje vanonder zijn knie, heel verdekt. De komende jaren moet hij nog leren om wat rustiger te worden aan de bal. Dan zal hij nog beter worden als aanspeelpunt. Maar in Nijmegen hebben ze geen betere voetballers rondlopen hoor. Hij wordt daar de ster.”

Twijfels

Vleminckx was geen natuurtalent. Waar hij als voetballer ook ging, overal werd hij begroet door fronsende wenkbrauwen. Opnieuw een parallel met Dirk Kuijt. In de jeugdopleiding van Beveren zag hij vroeger allemaal spelers om zich heen die veel beter overweg konden met de bal. “Allemaal grote talenten, waarvan er een aantal uitkwam voor nationale jeugdselecties. Ik niet. Vergeleken met hen was ik maar een beperkte voetballer. Maar ik liet me daardoor niet van de wijs brengen. Ik mocht dan misschien minder aanleg hebben, maar ik had wel de absolute wil om te slagen. Die instelling is iets wat ik van huis uit heb meegekregen. Mijn ouders hebben altijd gezegd: als je iets wilt bereiken, zul je ervoor moeten werken. Je krijgt niets voor niets. En werken, is wat ik deed. Ik ben mijn mindere punten als een gek gaan bijschaven. Mijn techniek, mijn passing. Uiteindelijk haalde ik toch het eerste elftal, terwijl sommige leeftijdsgenoten met méér talent afvielen omdat ze te gemakzuchtig waren.” Het duurde wel even voor Vleminckx doorbrak in het eerste elftal van Beveren. “In die tijd bestond dat elftal nog vrijwel volledig uit Ivorianen. Die jongens moesten altijd spelen. Toch heb ik nog heel wat wedstrijden meegepakt.” Na drie seizoenen had hij het wel gezien bij Beveren. Hij voelde er te weinig vertrouwen en besloot over te stappen naar tweedeklasser KV Oostende. “Ook daar werd er volop aan mij getwijfeld. Maar ik beleefde een goed seizoen en kreeg daarna een aanbieding van KV Mechelen. Ook daar waren de reacties erg terughoudend. Ik maakte zestien doelpunten in mijn eerste jaar en we promoveerden. Op het hoogste niveau zou ik vast door de mand vallen, dachten sommigen. Maar de afgelopen twee jaar bleef ik opnieuw overeind en werd ik alleen maar beter. Het is een kwestie van karakter. Daaraan heb ik mijn carrière voor misschien wel zestig of zeventig procent te danken. Ik zal blijven vechten. Altijd.”

Zijn vechtlust leverde hem verschillende bijnamen op, die niet allemaal even flatterend klinken: werkpaard, Rambo, Kampfschwein. Vleminckx lacht. “Ik vind het mooi dat supporters al die namen voor mij verzinnen. Het is een vorm van waardering.” Hij geniet meer van ijver dan van kunstjes. “Neem Cristiano Ronaldo. Mooie voetballer hoor, allerlei leuke beweginkjes. Maar geef mij maar een speler die zoveel mogelijk rendement uit zijn acties perst. Ik zie liever een sliding dan een schijnbeweging. Je kunt tien overstapjes maken en geen meter opschieten en je kunt op kracht met één beweging je tegenstander opzij zetten. Dan kies ik voor het laatste. Ik geniet van de voetballers die het simpel houden en veel vuil werk opknappen. Ze zijn onmisbaar voor elk elftal. Met elf salonvoetballers win je geen wedstrijden.”

Sfeer

Met pijn in het hart vertrekt Vleminckx bij KV Mechelen. Hij beleefde drie mooie seizoenen bij Malinwa. Zijn verblijf begon in de tweede klasse en eindigde met een middenmootpositie op het hoogste niveau en een verloren bekerfinale. Björn Vleminckx was de speler voor wie de fans het meest klapten en het luidst zongen. Trainer Peter Maes: “Björn was de grote publieksfavoriet. De supporters koesterden hem vanwege zijn enorme drive. Maar pas op, hij is meer dan alleen een harde werker. De afgelopen jaren heeft hij zich ontwikkeld tot een goede voetballer.”

Maes betreurt het einde van zijn samenwerking met Vleminckx. “Die jongen is een liefhebber, iemand die je nooit hoeft te motiveren. Hij is een zegen voor elke trainer.” Mooie woorden allemaal, nog even en we gaan geloven dat NEC de beste voetballer van Europa heeft aangetrokken. Tijd voor kanttekeningen dus. Maes: “Je kunt van hem niet verwachten dat hij in zijn eentje boven een team zal uitstijgen. Hij is afhankelijk van zijn medespelers. Als een ploeg niet draait, dan draait hij ook niet. Ook zal hij zijn energie nog meer moeten doseren, zijn momenten beter moeten kiezen. Op dat vlak moet hij zich vooral gaan verbeteren in Nederland. Ik ben benieuwd hoe hij met de druk zal omgaan, want vanwege de hoge transfersom zal hij met argusogen worden gevolgd. In het begin zal er zeker kritiek op hem komen, mensen zullen zich soms afvragen wat ze nu in huis hebben gehaald. Wat hij doet is niet altijd even mooi, in Nederland zal zijn spel misschien niet meteen in de smaak vallen. Bij NEC moeten ze hem dan niet laten vallen. Björn heeft warmte en vertrouwen nodig om te presteren. Nederlanders zijn iets directer dan wij gewend zijn, veel Belgen hebben daar problemen mee. Ik weet niet hoe Björn daarop gaat reageren. Maar eigenlijk maak ik me vrij weinig zorgen over hem. Iemand met zo’n ongelooflijke wil om te slagen, overleeft altijd.”

Vertrouwen

Vleminckx zelf ziet zijn overstap naar NEC vol vertrouwen tegemoet. De hoge transfersom bezorgt hem geen knikkende knietjes, nu althans nog niet. “Die prijs geeft alleen maar aan hoeveel vertrouwen de club in mij heeft. Mijn eerste gesprek met NEC verliep trouwens zo goed dat ik geen behoefte meer had om met andere clubs te praten. NEC kwam op mij over als een warme familieclub. Ik werd door al het personeel hartelijk ontvangen en kreeg een mooie rondleiding door het stadion. Alles ging er heel vriendelijk aan toe, zoals ik gewend was bij KV Mechelen. En NEC is natuurlijk een club die wil doorgroeien, net als ikzelf. Ik denk dat ik perfect ga passen in Nijmegen.” Hij tekende een vierjarig contract bij NEC. Hij is het zoveelste talent dat vanuit België al vroeg de noordelijke grens oversteekt. “In Nederland krijgen jongere spelers een veel betere begeleiding. Hier wordt veel meer aandacht besteed aan het individu, dat werd me al meteen duidelijk tijdens mijn gesprekken bij NEC. Kijk eens hoeveel voetballers er vanuit Nederland naar een topcompetitie vertrekken en vergelijk dat met de cijfers vanuit België. In de Eredivisie kan een speler zich veel sneller ontwikkelen.”

De lichtmasten van het Engelse voetbal gloren in de verte. Een droom voor de korte termijn is debuteren voor de Rode Duivels. Vorige maand werd Vleminckx voor het eerst opgeroepen voor het door afzeggingen geteisterde Belgische elftal, dat in Japan voetbalde om de Kirin Cup. De spits bedankte voor de eer. “Ik moest een operatie ondergaan. Twee maanden eerder brak ik mijn neus op verschillende plaatsen en het was tijd om dat ding recht te laten zetten. Als ik langer had gewacht, zou mijn voorbereiding bij NEC verstoord raken. Had ik er niet voor over.” Een gerepareerde neus is natuurlijk een onmisbaar element voor een echte vechtvoetballer. “Ik kan incasseren, maar ook uitdelen. Tot een bepaalde hoogte. Ik ben hard, maar fair. Hier een klop en daar een trap, dat hoort erbij. Maar je zult mij niet zien natrappen.”

Tot slot is Vleminckx niet van plan zijn gewoontes te veranderen. “Na de wedstrijd ging ik bij Mechelen altijd het supporterscafé in. Eigenlijk ben ik dat bij NEC ook van plan. Fans geven zich negentig minuten lang voor jou, het minste wat je dan als speler kunt doen is achteraf samen iets drinken. Anderen staan misschien liever tussen sponsoren, maar ik ben graag onder supporters. Daar voel ik me meer thuis.” Dirk Kuijt zou het niet beter verzonnen kunnen hebben.

door geert-jan jakobs – beelden: pro shots

In het begin zal er zeker kritiek op hem komen, mensen zullen zich soms afvragen wat ze nu in huis hebben gehaald.

Peter Maes

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content