Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Na een moeizame start ziet Ivan Leko de rest van het seizoen optimistisch tegemoet. ‘Club Brugge’, aldus de Kroatische spelmaker, ‘wordt nog een zware titelconcurrent voor Standard en Anderlecht.’

Het interview is ongeveer halfweg als Ivan Leko (27) besluit toch maar eens te tellen op hoeveel posities in het elftal hij de voorbije maanden bij Club al precies speelde. Hij dacht aanvankelijk vier, maar het blijken er zowaar al vijf geweest te zijn. “Kijk, ik ben blij dat ik speel, ik klaag nergens over,” zegt hij, “maar we moeten wel degelijk meer dingen in beschouwing nemen als we praten over de prestaties van de ploeg en elke speler individueel.”

Bij de ondertekening van zijn contract in juni vertelden ze hem in Brugge dat Nastja Ceh een sterk seizoen had gespeeld en dat ze van hem nog meer verwachtten. Het kwam er nog niet uit. Voor de toppers tegen Juventus en op Standard zat de Kroatische spelmaker zelfs op de bank. “Ik denk dat ik het seizoen goed begon, maar dan werd ik op Lierse plots links in 4-4-2 uitgespeeld, een plaats waar mij nog nooit eerder in mijn carrière een trainer zette. Ik begrijp dat een speler moet spelen waar de coach hem opstelt en ik probeerde mijn best te doen, maar als je je daar niet goed voelt, is dat zeer moeilijk. Het werd mijn slechtste wedstrijd. Zo ben ik op de bank terechtgekomen. Dat was zeer hard, want het kwam onverwachts.”

Ben je, Kroaat zijnde, niet geëxplodeerd.

Ivan Leko : “Neen. Ik was zeer zenuwachtig en zeer boos, maar ik probeer dat altijd binnenin mij te houden en dat is mij gelukt. De trainer zei mij niets toen ik op links moest spelen en evenmin toen hij mij op de bank zette, en ik zei hem ook niets. Ik ben naar de training gekomen met de mentaliteit om hem te bewijzen dat zijn beslissing fout was en dat ik wel mijn plaats in de elf waard ben. Ik trainde zeer goed en ben steeds beter beginnen spelen. Maar belangrijk daarbij was ook dat het team het beter ging doen. Want in het begin was het zeer gecompliceerd : nieuwe spelers inpassen, geblesseerden, veel wedstrijden, geen tijd om analyses te maken en stil te staan bij de fouten die we maakten. We wonnen wel, maar wisten dat we niet zo goed speelden. En de kritiek was hard.”

De eerste helft in Charleroi stond je ook links, zij het in 4-3-3, en daar was je wel goed : je scoorde subtiel na een infiltratie zonder bal – diepgang ! – en je bood na een actie en een perfecte achterwaartse center Grégory Dufer een mooie doelkans aan. Het was het beste wat Club Brugge voor de rust liet zien.

“Maar toch voelde ik mij niet zo comfortabel op die positie. Ik maakte drie goede acties, meer niet. Een flankspeler moet snel en sterk zijn één tegen één en dat is niet mijn beste kwaliteit. Ik wil doen wat ik het best kan. De tweede helft op Charleroi stond ik centraal en speelde ik veel beter dan de eerste.”

Het laatste kwartier in Charleroi speelden jullie 4-2-4 met alleen jij en Sven Vermant centraal. Dat is te weinig tegen een driehoek van de thuisploeg, zou je denken, maar het werkte integendeel uitstekend. Omdat er toen met Victor en Jeanvion Yulu-Matondo snelle spelers op de flank stonden ?

“En omdat we centraal voorin Bosko (Balaban, nvdr) en Portillo hadden. Charleroi stond achterin vier tegen vier. Als je 3-1 achterstaat, is er geen tijd om traag op te bouwen, dan moet je risico’s nemen en snelle spelers inzetten. Je mag niet vergeten : als je centraal op het middenveld een man minder hebt, tel je er in een andere zone één meer – het is ten slotte elf tegen elf. Vooraan, achteraan of op de zijkanten. Dat hangt af van hoe de coach kijkt naar ons team en dat van de tegenstander. Ik vond dat we in Charleroi goed reageerden : we gaven alles en zetten druk. Dat was zeer belangrijk na de thuisnederlaag tegen Lokeren en voor de wedstrijd op Bayern München. Ik was toen zeer tevreden.”

Welke van de vijf posities die je al speelde, verkies je ? Links voor de verdediging in een defensieve driehoek, in de punt van een defensieve driehoek of in de linkerzone van een offensieve driehoek ?

“Ik denk dat we onze beste wedstrijden speelden in 4-3-3 – of 4-2-1-3, hoe je het ook noemt – met op het middenveld twee man in mijn rug zoals op Wenen en op Anderlecht.”

Is Club Brugge het sterkst met drie man centraal op het middenveld ?

“Volgens veel mensen is het middenveld de belangrijkste zone, daar waar je een wedstrijd wint of verliest. Ik denk ook dat het belangrijk is. Ben je er sterk, dan heb je de bal en kan je druk maken op het andere team. Indien niet, maakt de tegenstander druk op jou.”

Zit er voldoende fysieke capaciteit in een driehoek Sven Vermant-Gaëtan Englebert-Ivan Leko ?

“Volgens mij is dat niet het probleem. Ieder van ons kan lopen en is zeer ervaren. Het echte probleem was, denk ik, dat we als team niet zo goed functioneerden. Er was te veel afstand tussen de linies, de ruimtes waren moeilijk te dekken.”

Dus geen Philippe Clement als verdedigende middenvelder ?

“Iedere wedstrijd is een ander verhaal en het is de coach die moet beslissen hoe en met wie we het doen. Maar het belangrijkste is dat er één idee is, dat iedereen er in dienst van het team honderd procent voor gaat.”

Zijn beste wedstrijden speelde Club thuis tegen Valerengen en op An- derlecht. Toevallig twee ploegen die het maar met twee centrale middenvelders deden ? De indruk ontstaat dat Brugge juist problemen krijgt als er druk op de centrale driehoek wordt gezet.

“Misschien. In voetbal is het belangrijk te weten in welke zone je een man meer wilt hebben. Ik kan niet ontkennen dat het gemakkelijker spelen is als je die op het middenveld hebt.”

De kritiek op jou was vooral : te weinig loopvermogen. Nochtans zeggen ze bij Hajduk Split dat je wel niet snel bent, maar wel over een goed loopvermogen beschikt. En Philippe Clement beweerde al dat je actieradius groter is dan die van Nastja Ceh. Wat is er van je loopvermogen ?

“Ik wil daar geen polemiek over voeren. Ik hoef dat niet uit te leggen, ik speelde tenslotte tachtig wedstrijden in de Spaanse competitie. Zonder ritme lukt je dat niet. Commentaar en kritiek geven is de job van de journalisten. Ik respecteer dat, maar ik beslis of ik daar wel of niet in meega. En ik moet zeggen : ik wil daar geen tijd aan verliezen. Ik weet wat ik kan en ik wil mij op mijn job concentreren.”

Een andere kritiek luidde vooral : Leko infiltreert niet veel, hij speelt vooral naar de bal toe.

“Ach, als er 30.000 mensen in het stadion zitten, wil iedereen iets anders. Iedereen heeft zijn idee hoe Club Brugge moet spelen om gemakkelijker een wedstrijd te winnen. Ik respecteer dat, maar ik denk dat spelers maar naar één man moeten luisteren en dat is de coach. Ik heb altijd alles gegeven voor het team, maar het hangt van je plaats in de ploeg af wat je moet doen. En om bevrijd te kunnen spelen en goed te presteren, moet je enkele wedstrijden na elkaar op dezelfde positie kunnen blijven staan. De laatste weken doen we het op dezelfde manier en gaat het beter.

“We kunnen beter en zullen ook almaar beter spelen, dat bleek zeker ook op Anderlecht. Ik ben niet ontevreden over mijn eerste vier maanden bij Club Brugge. Ander land, andere club, andere stijl, dat is altijd moeilijk in het begin. Er is altijd tijd nodig om je aan elkaar aan te passen en een nieuw blok te vormen. Maar nu gaat elke dag gemakkelijker. Uiteindelijk plaatsten we ons toch voor de Champions League en in de competitie zijn er nog 22 wedstrijden. We zullen er alles aan doen om alsnog onze titel te verlengen. Volgens mij worden we tot het einde een zware concurrent voor An-derlecht en Standaard.”

Wat vind je van de Belgische competitie ?

“Ik had niet gedacht dat we het met elke ploeg zo moeilijk zouden hebben. Ik ken de uitslagen van vorig seizoen en ik verwachtte gemakkelijker wedstrijden. Er wordt in België een voetbal gespeeld met veel ritme en met jonge spelers met de kwaliteit om simpel en in één of twee tijden te spelen. Ik vind het een goede competitie en ben ook verrast door de geweldige sfeer in ons stadion. Ik wist niet dat het voetbal hier zo leefde.”

De concurrentie bij Club Brugge is zeer groot : zelfs in een periode met veel blessures zaten spelers als jij, Sven Vermant, Gert Verheyen, Gaëtan Englebert, Joos Valgaeren, Javier Portillo, Grégory Dufer en Jonathan Blondel op de bank.

“Misschien zijn die grote concurrentie en de extra druk die dat meebrengt niet zo goed voor de spelers, maar wel voor het team : iedereen traint en speelt beter, denk ik, en de trainer kan veel combinaties maken. Als je niet speelt, ben je ontevreden, ik ook, maar dat is een goed teken : het bewijst dat je hongerig bent.”

Weegt het niet te zwaar op de sfeer en het vertrouwen ?

“Neen. Spelers en trainer respecteren elkaar, denk ik. Ik weet wat een slechte sfeer is, ik maakte het al mee. Zeer belangrijk voor de sfeer in een kleedkamer is dat spelers zien dat de trainer eerlijk is als hij het team zet, dat iedereen kan vaststellen dat diegene die het best in vorm is, speelt.”

De integriteit van Jan Ceulemans staat niet ter discussie.

“Neen. Misschien is de sfeer daarom positief.”

Hoe ervaar je hem als coach ?

“Je kunt aan alles zien dat hij een grote speler is geweest. Hij voelt het voetbal, de wedstrijd en de spelers perfect aan. Voor de rest is het aan jullie, journalisten, om hem te beoordelen (glimlacht).”

Het is jullie coach, niet de onze, jullie kunnen hem het best beoordelen.

“(Glimlacht.) Ach, ik had in mijn carrière al veel coaches, maar nog altijd geen twee dezelfde. En uiteindelijk zijn het altijd de resultaten die spreken. Als die op het einde van het seizoen goed zijn, zal hij een goede coach zijn. Zijn ze dat niet, dan zal hij geen goede coach zijn. Het is gek, maar zo is het in voetbal.”

Je was met 22 jaar al aanvoerder van Hajduk Split. Kan je bij Club Brugge iets aanvangen met je leiderskwaliteiten ?

“Kijk, ik voel mij hier zeer goed en ik voel mij een belangrijke speler. Dat is belangrijk. Ik hoop dat iedereen zich zo voelt, want we zijn alleen maar gediend met spelers die goed in hun vel zitten en het beste voor elkaar geven. Het is normaal dat de spelers met de meeste ervaring spreken en leiding geven. Ik weet dat ik daartoe behoor en ik wil dan ook mijn best doen om de jonge spelers te helpen.”

Je scoorde nog niet op een vrije trap.

“Neen. Ik denk dat ik er ook nog maar één trapte. Zoveel kregen we er nog niet. En bovendien, ik zei het onlangs nog tegen Bosko : vreemd dat bijna iedere vrije trap die we krijgen aan de linkerzijde is, de kant van waar hij ze trapt. Maar ik maak er mij niet druk om. Het komt wel, met het spelen.”

Bij de nationale ploeg leek je tijd eindelijk gekomen, maar ondertussen sta je er weer naast. Hoe komt dat ?

“Misschien omdat Igor Tudor van Juventus nu op het middenveld speelt, in 3-4-1-2 links naast Niko Kovac voor de verdediging. Maar ik stond ook al op de positie ervoor, die van Niko Krancjar. Hoe dan ook, ik verloor dan wel mijn plaats in de eerste elf, maar ik ben zeer blij dat ik tot de kern van 18, 20 spelers van de nationale ploeg behoor. Want het is een geweldige groep. Iedere minuut speeltijd die ik van de coach krijg, wil ik hem tonen dat ik bereid ben het team te helpen. Kroatië haalt uitstekende resultaten en daar moeten we allemaal fier op zijn, ook de bankzitters.”

Wat mogen we komende zomer op het WK in Duitsland van Kroatië verwachten ?

“Dat weet je nooit. Het belangrijkste is dat we door de groepsfase raken. Daarna is alles mogelijk.”

Waarom zou Kroatië het met bijna allemaal dezelfde spelers beter doen dan op het EK in Griekenland van twee jaar geleden ?

“Misschien omdat de nieuwe bonds-coach minder verandert dan de vorige, omdat de spelers ervaren zijn en de ploeg vol vertrouwen. We verloren tenslotte geen enkele wedstrijd in de kwalificaties en speelden in augustus in Split nog gelijk tegen Brazilië. 1-1. Iedereen is het erover eens dat we een zeer goed team zijn.”

Volgens Tomislav Butina staat er Club Brugge straks maar één ding te doen : er nog een paar Kroaten bijnemen.

“We zijn blij dat we hier spelen en ik denk dat we het alledrie goed doen. Ik hoop ook dat er volgend seizoen nog een paar Kroaten bijkomen.”

Maar misschien zal jij volgend seizoen nog de enige Kroaat van Club Brugge zijn, want het contract van Balaban en Butina loopt af. Wie weet, worden ze in de winterstop al niet te gelde gemaakt.

“Ja, ik weet het niet. Ik hoop dat ze hier blijven, want ze bewezen dat ze zeer belangrijke spelers voor Club Brugge zijn. Zonder hen zou het moeilijker zijn. Het zijn bovendien vrienden die ik al lang ken en die mijn integratie hier vergemakkelijkten. Hopelijk kunnen we hier nog enkele seizoen samenspelen. Het is mijn wens en ik denk dat het uiteindelijk ook zo zal zijn.”

Wat was tot nu toe je grootste ontdekking in Brugge ?

“Dat hier zoveel mensen met de fiets rijden, en zo traag rijden met de wagen. Ze leven hier, denk ik, zonder stress, zeer op het gemak. In de plaatsen waar ik voorheen leefde (Split en Málaga, nvdr) was het volk vuriger. Hier zijn de mensen – ik weet niet goed hoe ik het moet zeggen – meer tevreden, denk ik.”

Hoe staat het ondertussen met je studies economie aan de universiteit van Split ?

“Komende zomer wil ik weer twee à vier examens afleggen, maar tot nu toe kwam er nog maar weinig van studeren in huis, moet ik bekennen.”

Op het WK schaken in Argentinië onlangs eindigde ene Peter Leko vijfde. Familie ?

“Neen (lacht). Het is een Hongaar, denk ik. Schakers hebben we niet in de familie, het zijn allemaal voetbalfanaten.” l

CHRISTIAN VANDENABEELE

‘Ik hoop dat er nog een paar kroaten bijkomen.’

‘Je ziet dat Jan Ceulemans een grote voetballer is geweest. Hij voelt het perfect aan.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content