Brian Priske (Antwerp) over zijn tactiek: ‘Ik wil niet dat de tegenstander op adem kan komen’

© KOEN BAUTERS
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Brian Priske kwam van Denemarken overgevlogen met het etiket van rijzende ster onder de Deense trainers. Voor Sport/Voetbalmagazine onthult de 44-jarige Deen het recept van zijn voetbal.

In de wandelgangen van het in glas en beton opgetrokken futuristische Bosuil streek Brian Priske neer met de allure van een man die zijn verleden als robuuste verdediger nog niet achter zich had gelaten. Hij hing zijn voetbalschoenen tien jaar geleden aan de haak en het vervolg van zijn carrière speelde zich af in de schaduw van het voetbalbestel. Tot hij in 2019 voor het voetlicht trad en T1 werd bij Midtjylland. ‘Ik dacht dat ik op voetbalpensioen zou gaan en meer tijd zou kunnen doorbrengen met mijn familie. Eindelijk zou ik van mijn vrije weekends kunnen genieten’, aldus de Deen, die met de glimlach even zijn leven terugspoelt. ‘Ik zou willen zeggen dat er momenten zijn dat ik niet aan voetbal denk – vooral omdat mijn vrouw dit interview zal lezen. ( lacht) Maar voetbal is niet alleen mijn werk, het is mijn passie. Als je beter wil worden, moet je je daar heel je leven op toeleggen. Ik breng ongeveer twaalf uur per dag door op de club en de rest van de tijd sta ik op en ga ik slapen met voetbal.’

De voetbalhersenen van Priske gaan vaak in overdrive. De coach van de Great Old neemt een fles water in aanslag en vlijt zich gedurende een uur neer om te beschrijven hoe zijn voetbal, waar de supporters van het stamnummer 1 afgelopen weekend tegen Standard een voorproefje van kregen, gespeeld moet worden. ‘Onze eerste goal komt er na 22 opeenvolgende passes. Dat verdient enorm veel krediet. Iedereen ziet graag mooie doelpunten.’

Je hebt bij FC Kopenhagen en Midtjylland gedurende acht jaar het plunje aangetrokken van assistent-trainer. Was dat een belangrijke passage voor jou, een verplichte etappe om het vak te leren?

Brian Priske: ‘Een speler die op een degelijk niveau heeft gevoetbald, wordt niet noodzakelijk een goede trainer. Ik zie trouwens veel goede dingen bij trainers die nooit profvoetballer zijn geweest. Ze hebben een werkethiek die je niet terugvindt bij andere trainers. Ik vond het belangrijk om mijn tijd te nemen, om niet te snel te ambitieus te zijn. Ik moest eerst leren omgaan met spelers, met een staf en ondervinden wat het met zich meebrengt om alles tot in de kleinste details voor te bereiden. Toen ik mijn kans kreeg, was ik er klaar voor.’

De bal over de grond spelen, is de beste manier om onze offensieve spelers te laten uitblinken.’

Brian Priske

Je was bij Midtjylland in eerste instantie verantwoordelijk voor de stilstaande fases. Wat heb je daarvan opgestoken?

Priske: ‘Alle aspecten van het spel vind je terug in stilstaande fases: aanvallen, verdedigen en het beheersen van overgangsmomenten. In de voorbije twintig jaar viel een derde van alle doelpunten na een stilliggende bal en het is dus logisch dat je je daar op focust. Die functie heeft mij geleerd dat er in het voetbal aan elk detail gewerkt kan worden. Niet alleen om het beste uit spelers te halen, maar ook om je eigen winstkansen te verhogen. Je kan anderhalf uur lang oogstrelend voetbal brengen en pas in blessuretijd op een corner het gaatje vinden.’

Bedrijfscultuur

Je hebt op Antwerp een vrij grote trainersstaf mogen samenstellen. Was het de bedoeling om je net als bij Midtjylland te laten omringen door specialisten waardoor jij niet alleen de knoop moet doorhakken?

Priske: ‘Voetbal is een teamsport. Dat geldt voor spelers en het is ook het geval voor trainers. Ik ben de hoofdcoach en ik moet een totaalvisie ontwikkelen. Mijn technische staf moet de filosofie snappen en van mijn kant moet ik hen vertrouwen en verantwoordelijkheden geven. Als coach moet inzien dat je je niet met alle spelers kan bezighouden. Je moet dus vakmensen halen die jou kunnen helpen om het verschil te maken.’

Was het van bij het begin duidelijk wat je filosofie zou inhouden of is die met de tijd geëvolueerd?

Priske: ‘Je begint met een aantal basisprincipes. Na elke wedstrijd, na elke week en na elke maand evolueren je ideeën. Je ontdekt nieuwe aspecten en elke week krijg je nieuwe inzichten. Die kunnen komen van je staf, van een speler… Het is niet onbelangrijk om openminded te zijn. Je moet een filosofie hebben, maar hou je ogen open voor andere zaken die goed zijn voor je ontwikkeling.’

Brian Priske: 'In de voorbije twintig jaar viel een derde van alle doelpunten na een stilliggende bal. Het is dus logisch dat ik me daarop focus.'
Brian Priske: ‘In de voorbije twintig jaar viel een derde van alle doelpunten na een stilliggende bal. Het is dus logisch dat ik me daarop focus.’© KOEN BAUTERS

Je bent bij Midtjylland aan je trainerscarrière begonnen bij een club die je van buiten kende en uitstekend gestructureerd was. Bij Antwerp is je debuut iets moeilijker verlopen.

Priske: ‘Ik was al 6,5 jaar werkzaam bij Midtjylland toen ik T1 werd. Ik kende de club, de filosofie, de mensen… Dat heeft het mij gemakkelijk gemaakt. Hier heb ik acht weken lang veel energie gebruikt om de club te ontdekken, om met spelers te praten en te bepalen hoe ik het hoogste rendement kan halen uit hun prestatie. De eerste maanden zijn dus zwaar omdat je iedereen moet ontmoeten met wie je zal samenwerken. Niet alleen de spelers en staf, maar ook de tien andere mensen die rond de A-kern manoeuvreren.’

Is het een vereiste om een leuke sfeer te creëren binnen de club om tot goede resultaten te komen op het veld?

Priske: ‘Een goede sfeer installeren is één zaak, maar ik geloof nog meer in het belang van een goede bedrijfscultuur. De sfeer kan fluctueren naargelang de resultaten, maar de cultuur helpt om een kritiek moment door te komen. Als je een cultuur neerzet waarin iedereen hard werkt, zijn betrokkenheid toont en positieve energie toevoegt aan het geheel, dan verhoog je de kans dat het op de lange termijn goedkomt. Het is al een goed begin wanneer alle werknemers van de club met plezier opstaan om te komen werken en het beste van zichzelf te geven.’

Maak jij een onderscheid tussen de prestatiecultuur en de winstcultuur?

Priske: ‘Ik zal eerder een verschil maken tussen de prestatiecultuur en de ontwikkeling van de ploeg. Wij willen bovenal elke wedstrijd winnen en dat is voor mij eigen aan de prestatiecultuur. Aan de andere kant hebben wij een ploeg met jongens van wie de leeftijd varieert van 18 tot 35 jaar. Sommigenzijn nog in volle ontwikkeling en zullen fouten maken. In een club met een gezonde cultuur worden die fouten aanvaard en worden ze veel sneller rechtgezet met het oog op de ontwikkeling van de speler. Op termijn kan je de twee zaken met elkaar verzoenen: enerzijds wedstrijden winnen en anderzijds spelers en club doen groeien. Het helpt om de marktwaarde van de spelers te doen stijgen en de club zal er alleen maar wel bij varen.’

Dominantie zonder bal

Midtjylland gebruikt vaak data. Tot op welke hoogte kan dat helpen?

Priske: ‘Je moet altijd gefocust blijven op het resultaat. Maar het is ook belangrijk om een objectief beeld van een match te kunnen reconstrueren. Je kan een match verliezen na een offday of een match winnen na een slechte prestatie, en daar moet je de spelers attent op maken. De data geven je een mooi contrastbeeld. Het is geen weergave van de waarheid, maar het is een tool die je helpt bij de evaluatie van de match. Ik respecteer ook diegene die er geen gebruik van maken, maar voor mij is het een essentieel instrument om het beste uit de spelers, en de mannen achter de spelers, te halen. Op het einde van de rit, behoort het voetbal hen toe. Mijn taak bestaat erin om het toeval zo veel mogelijk uit te sluiten zodra de negentig minuten van start gaan.’

En dan komen we weer uit bij de filosofie die je wilt installeren. Bij Midtjylland zagen we een ploeg die veel slagkracht toonde in de omschakelingsmomenten. Is dat jouw prioriteit?

Priske: ‘Het voetbal waarmee je vandaag wedstrijden wint, wordt met veel intensiteit gespeeld. Met spelers die niet zozeer veel kilometers maken, maar veel meters afleggen aan een hoge intensiteit. Je moet voluit gaan en de bal naar voren spelen als het kan. Die intensiteit integreren op training en in de wedstrijden is dé grootste uitdaging van het moment.’

Brian Priske: 'Ik bewonder mijn spelers, want ze hebben zich vanaf dag één voor mijn ideeën opengesteld.'
Brian Priske: ‘Ik bewonder mijn spelers, want ze hebben zich vanaf dag één voor mijn ideeën opengesteld.’© KOEN BAUTERS

In de Deense competitie stond je ploeg helemaal bovenaan wat betreft pressing en intensiteit.

Priske: ‘Ik hou er niet van wanneer onze tegenstander tijd krijgt om even op adem te komen. Als we de bal niet hebben, moeten we de tegenstander zo fel opjagen dat hij in de fout gaat. Ben je ook dominant zonder bal? Dan leun je aan bij de perfectie. Maar ik wil ook de bal hebben. En de bal over de grond spelen, is de beste manier om onze offensieve spelers te laten uitblinken. Elke keer we het leer in de lucht droppen, is het fiftyfifty.’

Die opvattingen contrasteren helemaal met die van je voorganger. Was het moeilijk voor de spelers om de klik te maken?

Priske: ‘Ik bewonder mijn spelers, want ze hebben zich vanaf dag één voor mijn ideeën opengesteld. Ze waren bereid om een nieuwe manier van trainen aan te nemen. Ze trainen individueel na de collectieve sessies, ze brengen veel tijd door in de gym of bekijken de video-opnames van hun trainingen. Ze hebben zin om bij te leren en ze willen spelen zoals ik het voor ogen heb. Nu moeten we het juiste evenwicht vinden en niet meteen streven naar een vorm van volmaaktheid. Maar ik denk dat de spelers mij op dit moment allemaal tevreden willen houden.’

Ze spelen zoals jij het aangeeft, eerder dan zoals zij het aanvoelen. Daardoor verliezen ze toch een deel van hun spontaniteit?

Priske: ‘Die indruk heb ik ook. Ze denken te veel aan wat ik zou willen in plaats van gewoon hun ding te doen. Ze hebben nochtans veel kwaliteiten. In het andere geval waren ze vorig seizoen nooit derde geëindigd.’

Hoe ga jij om met het gebruik van videobeelden?

Priske: ‘Het voetbal is een aaneenschakeling van goede en foute beslissingen die door de spelers genomen worden. Wanneer je de beelden toont van een slechte wedstrijd, moet je een speler niet afmaken. Toon hem liever wat hij had moeten doen.’

Dat maakt deel uit van je strategie om een positieve bedrijfscultuur in stand te houden.

Priske: ‘Stel dat ik elke week ‘slechte’ beelden toon aan de groep. Dan krijg je slechte spelers. Soms moet je bad clips tonen om vooruit te kunnen gaan, maar je moet te allen tijde constructieve kritiek proberen te geven. De spelers moeten de match goed interpreteren én zich ontdoen van een gevoel dat is blijven hangen terwijl de werkelijkheid rooskleuriger is. Je moet proactief en constructief zijn. Je kan niet elke dag iedereen onder druk zetten en blijven hameren op wat ze slecht doen.’

Je moet te allen tijde constructieve kritiek proberen te geven.’

Brian Priske

Defensieve principes

Hoe dicht of ver staat de ploeg van het voetbal dat jij zou willen zien?

Priske: ‘Ik zou willen zeggen dat we aan honderd procent zitten, maar dat is onmogelijk in zo’n korte periode. Nu kijk ik vooral hoe de spelers presteren, in welke mate ze het werkvolume verteren en hoe ze omgaan met de gevraagde discipline. Als ze doen wat ik vraag, dan zijn we op de goede weg… Vervolgens is het mijn job om hen in te prenten hoe ik wil dat onze wedstrijden eruitzien. Dat vergt tijd, maar intussen wordt van ons verwacht dat we meteen punten pakken.’

In balbezit laat je de spelers genoeg vrijheid om zelf het scenario van de wedstrijd te schrijven.

Priske: ‘Ik ga uit van een aantal grondbeginselen, maar je moet als trainer ook flexibiliteit tonen naargelang de situatie en de tegenstander. Je kan op dat vlak niet zo specifiek gaan trainen zoals op je defensieve principes. En toch proberen we hen zaken toe te stoppen. Ze moeten weten welke oplossingen er voorhanden zijn en we willen hen zover brengen dat ze sneller denken.’

Probeer je op training de stresssituaties van tijdens de wedstrijden na te bootsen?

Priske: ‘Elke training en elke oefening heeft een specifiek doel. Soms leg ik het uit, soms niet. In een stadion met volle tribunes kunnen de spelers mij niet horen. Ze moeten dus reageren op wat ze zien en eigenlijk moeten ze in staat zijn om elke situatie onder controle te hebben. Ze mogen hoe dan ook niet van mij verwachten dat ik alles voor hen oplos. Daarom kies ik er dus voor om af en toe geen duiding te geven en de reactie van de spelers in de gaten te houden.’

Is dat het geheim om performant te zijn? De sleutels geven aan de spelers zodat zij weten hoe ze zich moeten gedragen wanneer het spel iets genereert?

Priske: ‘Ploegen die gedurende enkele jaren performant zijn, zijn ploegen die een uitgesproken idee hebben over de manier waarop ze moeten voetballen. Hoe ze het balbezit kunnen opeisen, hoe ze gevaar moeten creëren en uiteraard hoe er verdedigd moet worden. Als je een kampioenschap wilt winnen, moet je de beste verdediging hebben.

‘Ik haal mijn inspiratie ook uit het American football’

Heb je nog voldoende tijd om wedstrijden te bekijken?

Priske: ‘Ik kijk veel voetbal en ik vind het belangrijk om interesse te tonen in verschillende competities. Naar welke club mijn voorkeur uitgaat? Geen enkele. Het houdt een bepaald gevaar in als je je te veel focust op een ploeg. Ik bekijk zo veel mogelijk wedstrijden en ik ga ervan uit dat je inspiratie kan halen bij een ploeg waar je op het eerste gezicht niet veel van verwacht. Eigenlijk moet je ruimdenkend zijn, want je kan zelfs dingen oppikken in wedstrijden van een minder niveau.’

Vorig seizoen ontdekte je met Midtjylland de Champions League. Je pakte toen twee punten in een poule met Liverpool, Ajax en Atalanta en je kruiste het pad van Jürgen Klopp, Erik ten Hag en Gian Piero Gasperini. Wat onthoud je van die ervaring?

Priske: ‘We werden fel bekritiseerd in Denemarken want we bleven toen trouw aan ons spel en aan de filosofie van Midtjylland. Op de vijfde speeldag tegen Atalanta hebben we ons uiteindelijk moeten aanpassen en zijn we met vijf achterin gaan spelen omdat we met blessures zaten. We pakten ons eerste punt en er werd meteen gezegd dat we van bij het begin op die manier hadden moeten spelen. Maar zelfs in een opstelling met vijf verdedigers – iets wat we nooit doen – was de kans op een nederlaag even groot geweest.

‘En welke lessen had ik kunnen trekken voor de volgende wedstrijden indien ik mijn systeem had gewijzigd? En wat houden we er zelf aan over? Niets, nul komma nul. Het issue was niet het systeem. Onze prestaties waren niet goed genoeg en we begingen grove blunders die vermijdbaar waren. In Liverpool stond het aan de rust 0-0 en ze hadden nog geen enkel schot tussen de palen gekregen. Dat gaf mij het gevoel dat we zelfs tegen een van de beste ploegen ter wereld competitief konden zijn met het behoud van onze ideeën. Voor de toekomst van de club was dat een leerrijke ervaring en het was voor de club het bewijs dat de Midtjylland Way de beste weg was om performant te zijn.’

Zijn er bepaalde trainers die je meer dan anderen kunnen begeesteren?

Priske: ‘Ik vond het leuk werken met Sef Vergoossen en Morten Olsen. En wat betreft de ‘grote namen’ ben ik onder de indruk van het Napoli die ik vijf jaar geleden met Midtjylland heb ontmoet in de Europa League. Maurizio Sarri was in de zomer aangesteld en in twee maanden heeft hij Napoli een sterke identiteit meegegeven. Je zag de hand van Sarri in het spel van dat team. De looplijnen, de denkpatronen, de stilstaande fases, enzovoort. Daarvan was ik erg gecharmeerd.

‘Daarnaast heb ik het ook voor Thomas Tuchel, die goed werk levert bij Chelsea, en kan ik mij vinden in enkele ideeën van José Mourinho met en zonder de bal… Ik laat mij graag door verschillende mensen inspireren om dan mijn eigen concepten samen te stellen. Maar ik baseer mij bijvoorbeeld ook op andere sporten zoals American football.’

Het voornaamste is om altijd met een open geest naar de zaken te kijken?

Priske: ‘Dat geldt niet alleen voor het voetbal, maar ook voor het leven in het algemeen. Je mag niet denken dat je de beste bent en dat je alles weet, want dan mis je de honger en de ambitie om te leren en vooruitgang te boeken. Beseffen dat ik niet de beste ben in mijn vak heeft mij toegelaten om het maximum te halen uit mijn spelerscarrière en nu in mijn loopbaan als trainer. Ik ijver ernaar om de beste te worden, ik sta elke morgen op met de drive om mijn voetbalkennis uit te breiden. Dat is, denk ik, mijn grote kracht.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content