‘IK WIL NIET EENS EEN ANDER IMAGO’

© CHRISTOPHE KETELS

Mourinho, Zlatan, D’Onofrio en de dolle Luikse jaren, maar ook zijn kwalijke reputatie, het fiasco van het EK of het belang van zijn familie: Marouane Fellaini heeft er al een bijzonder parcours opzitten.

Aan onze rechterkant: Old Trafford. Een beetje verderop: de XXL mall van Amerikaans formaat waar voor elke thuiswedstrijd families getooid met de kleuren van Manchester United samendrommen. Nog enkele kilometers verder verlaat de taxi het verstedelijkte Manchester om het groene Engelse platteland in te duiken. Drie jaar geleden koos Marouane Fellaini (29) ervoor om daar te gaan wonen, slechts enkele minuten rijden van zijn voetbaltempel en niettemin op een plek waar men zich lichtjaren verwijderd waant van de 75.000 toeschouwers die Old Trafford kunnen bevolken. De beroemdste haardos van de Premier League kan hier tot rust komen – iets waar hij vaak de nadruk op legt. Na de winst van de ligabeker (zijn derde trofee in Engeland) en de festiviteiten die daarop volgden, ontvangt Big Mo ons in zijn riante woonplaats. Bijna twee uur lang neemt Felli de tijd om zijn carrière te overlopen. Die begon zowat tien jaar geleden.

Je staat op de drempel van je 300e wedstrijd voor een Premier Leagueclub. Als je terugkijkt, wat denk je dan?

MAROUANE FELLAINI: ‘Dat is niet slecht, hé?’

Vooral omdat men je bij de jeugd niet dezelfde slaagkansen toedichtte als een Witsel of een Tielemans. Je werd van hot naar her gestuurd: Anderlecht, Mons, Charleroi, Standard…

FELLAINI: ‘Ja, des te opmerkelijker is het dus. Ik heb het niet helemaal alleen gedaan, want ik werd altijd vergezeld door mijn vader, maar ik heb moeten knokken. Toen ik bij Standard aankwam, zag ik verschillende jongeren die met de profs gingen meetrainen terwijl ik vond dat die niet meer in hun mars hadden dan ik. Bij Standard heb ik snel vooruitgang geboekt. Ik heb bovendien veel te danken aan Christophe Dessy (de ex-directeur van het opleidingscentrum, nvdr).’

Wat betekent voor jou de datum 4 augustus 2006?

FELLAINI: ‘Mijn invalbeurt tegen Charleroi, mijn eerste match bij de profs. In enkele minuten wist ik voor gevaar te zorgen. Nadien stond ik in de basis tegen Boekarest en ben ik niet meer uit de ploeg gegaan.’

Ben je trots op je parcours?

FELLAINI: ‘Met vrienden of met mijn familie praat ik daar weleens over. Het is inderdaad al mooi geweest. Maar ik heb er ook veel voor opgeofferd. Ik ben altijd een harde werker geweest – in het voetbal dan toch, niet op school…’ (lacht)

Je hebt toch ook een beetje van het leven kunnen genieten?

FELLAINI: ‘Nu misschien wel, maar als kind was het alleen maar voetbal en school. Ik deed niks anders. En gedurende mijn eerste vier jaar als prof heb ik alles uit de kast moeten halen.’

UNIEKE TEAMSPIRIT

Bij Standard speelde je samen met mannen die een sterk karakter hadden. Wat onthoud je uit die periode?

FELLAINI: ‘Qua sfeer was dat ongelooflijk. We waren bijna van dezelfde leeftijd: Regi Goreux, Axel Witsel, Landry Mulemo, Steven Defour… Er waren ook enkele anciens, zoals Dante, Sarr, Onyewu, Jovanovic… Hadden we toen Champions League gespeeld, denk ik dat we een rol van betekenis hadden kunnen spelen.’

De resultaten waren er, maar op training kon het er al eens fel aan toe gaan. Het schijnt dat Milan Jovanovic je op training eens een klets gegeven heeft en dat het ei zo na uit de hand gelopen is.

FELLAINI: ‘Jova is een beetje zot, maar nadien is dat allemaal vergeten. We hadden een ploeg die paste bij de spirit van de club. Aparte karakters maar een hecht team op het veld en daarbuiten. We gingen samen eten, we gingen samen uit, ook dat maakt de kracht van een team uit. Een groepsgeest zoals toen, dat heb ik nadien niet meer meegemaakt. We waren zelfs té goeie vrienden. Luik is een kleine stad, men kwam alles te weten. Toen het aanbod van Everton kwam, heb ik getwijfeld. Luciano D’Onofrio zei dat we het contract ook konden verscheuren. Ik had er nog maar twee jaar als prof opzitten, maar ik voelde dat ik moest vertrekken. Aan de ene kant was het allemaal wat te gemakkelijk geworden. Niet in het voetbal, maar in het gewone leven. Ik was bang om te stagneren als ik nog een jaar bleef. Niet vergeten dat we iedereen op ons pad wegbliezen en dat we zelfs Liverpool domineerden tijdens de twee kwalificatiematchen voor de Champions League.’

Wat onthoud je van je kampioenstitel?

FELLAINI: ‘Onze aankomst in de stad. Ik denk dat er meer dan honderdduizend man was. Pure gekte alom. Tot het einde van het seizoen was het alle dagen feest. De match na de titel verloren we op Charleroi, we waren niks waard, hadden amper geslapen. Maar dat had weinig belang…’

ENGELS VOETBAL

Hoe waren je eerste maanden in de Premier League?

FELLAINI: ‘Eerlijk gezegd: ik speelde niet goed. Ik kwam terecht in een club die niet won, ik was daar alleen, ik kende niemand, ik woonde op hotel. Twee maanden lang was het erg lastig. De klik kwam er op Tottenham, waar we gingen winnen. Nadien zetten we een sterke reeks neer, we eindigden als vijfde en speelden de Cup Final. Ik moest me ook aanpassen aan het tempo van de Premier League. In mijn eerste match wonnen we met 2-3 bij Stoke, maar dat was niet zo’n goeie herinnering, want onze tegenstanders probeerden zelfs niet te voetballen. Alleen maar lange ballen en fysieke duels, pure kick-and-rush. Ik weet nog dat ik nadien aan een van mijn ploegmaats vroeg: is dit nu het Engelse voetbal?’

Nochtans heb jij de fysieke kwaliteiten om zulke gevechten aan te gaan.

FELLAINI: ‘Toen ik prof werd, was ik vrij mager, maar ik kon blijven lopen en ik was agressief. Dat heeft me geholpen in de Premier League. Als je je niet weet aan te passen aan het tempo, dan ga je ten onder.’

Je vader heeft een belangrijke rol gespeeld in je carrière?

FELLAINI: ‘Ja, hij heeft me leren voetballen.’

Aan So Foot vertelde je eens dat hij ook je vriend was, die meeging naar de Carré en met wie je twee keer per dag belde.

FELLAINI: ‘Mijn pa, dat is mijn maat. Als we samen met vakantie gaan, lachen we wat af. Maar we schrikken er niet voor terug om de dingen te zeggen zoals ze zijn. Hij heeft me altijd willen beschermen, hij kon het niet verdragen dat er iets slechts over mij werd gezegd. Mijn moeder is ook mijn kameraad, maar dat is helemaal anders. Met haar heb ik niet dezelfde band, zij is wat afstandelijker.’

UNIEK PROFIEL

Wanneer we spreken met spelers die je in de loop van je carrière bent tegengekomen, dan hebben we het gevoel dat iedereen hetzelfde over jou denkt in de kleedkamer. Je bent een beetje een allemansvriend.

FELLAINI: ‘De vedetten, dat zijn een Eden Hazard of een Kevin De Bruyne. Ik ken mijn rol, ik ben een ploegspeler en dat is altijd al zo geweest sinds ik prof werd.’

Heb jij ook de indruk dat het voetbal de laatste jaren veranderd is en dat het vooral de beweeglijke en technisch vaardige spelers zijn die het middenveld bevolken? Fysieke kracht en lengte lijken minder belangrijk geworden.

FELLAINI: ‘Op het middenveld heb je iemand nodig die

de ploeg doet draaien, je kunt niet spelen met alleen maar drie kleerkasten. Mijn favoriete positie is die van verdedigende middenvelder. En je mag denken wat je wilt, maar ik weet dat ik op de 6 mijn plan kan trekken. Daarentegen is de aanvallende linie mijn ding niet. Ik kan er eens depanneren maar meer niet.’

Marc Wilmots zei over jou dat er maar één Marouane Fellaini is, dat je een vrij uniek profiel hebt.

FELLAINI: ‘Ik ben niet iemand die vanop dertig meter naar de goal zal trappen of die twee of drie spelers dribbelt. Maar ik weet wat ik kan en wat ik aan de ploeg kan bijdragen. Ik doe niks wat ik niet kan.’

ELLEBOGEN

Wat vind jij van de heisa rond jouw gewelddadige spel?

FELLAINI: ‘Kijk wat er gebeurd is met David Luiz! (Luiz ging tijdens Chelsea-Manchester in oktober met de voet vooruit in op de knie van Fellaini en kreeg slechts geel, nvdr) Als we de rollen omdraaien, dan zou dat een groot schandaal zijn in Engeland. Een schandaal! Ik zou vier of vijf matchen geschorst worden en ze zouden van mij zeggen dat ik een crimineel ben. Al die zogezegde specialisten zouden verkondigd hebben dat ik van de terreinen moest verbannen worden, enzovoort.’

In je eerste seizoen in de Premier League werd je nochtans in enkele maanden tijd recordhouder gele kaarten…

FELLAINI: ‘Ja, ik heb er veel gekregen. Na zes maanden had ik er al dertien, geloof ik. Er is zelfs iemand van de bond me komen vertellen dat dat buitensporig was. Maar ik denk dat ik zelfs toen al de helft van die kaarten niet verdiend had.’

Je gebruikt nochtans geregeld je ellebogen. Ook bij Standard deed je dat al.

FELLAINI: ‘Men denkt dat ik dat opzettelijk doe. Hetgeen me het meeste opwindt, is wat er gebeurd is met Robert Huth. Ik kreeg drie wedstrijden schorsing voor een vrijwillige slag, maar wat men er vergeet bij te zeggen, is dat die kerel in dezelfde actie aan mijn haar trok. Maar ik was de slechterik! Er werd meer over mij gesproken dan over hem. Hoeveel wedstrijden had Huth moeten krijgen? Minstens het dubbele. Nu, ik ben ook kwaad op mezelf voor die slag, want het was bovendien het einde van het seizoen. Maar gedurende heel die match heeft die gast mij geslagen, vuist in de buik, slagen op de rug bij een corner, allemaal dingen die de mensen niet zien. En uiteindelijk heb ik gereageerd. Daarmee was ik de onnozelaar en was ik aan het begin van dit seizoen nog geschorst, vanwege die drie matchen. Daar was ik echt door gedegouteerd. Toen ik terugkeerde uit vakantie, moest ik op mijn eentje werken en fysiek weer klaar geraken. Dat imago dat ik opgeplakt krijg, daar heb ik mijn buik van vol. Men moet de twee kanten zien, ik ben niet de enige die slagen uitdeelt. Maar ik heb nooit iemands been gebroken. Wanneer ik spring zet ik niet met opzet mijn ellebogen. Ik heb lange armen… in sommige wedstrijden krijg ik voortdurend stampen en slagen, maar ik val niet. Men heeft me zelfs in mijn maag geslagen. Dat accepteer ik niet. Je kunt hard in duel gaan, maar slaan of aan de haren trekken, dat is erover. Het is die onrechtvaardigheid die me gek maakt. Dan kan ik heel gemeen worden. Ik ben geen bedrieger. Ik wil zelfs geen ander imago hebben, ik trek me er niks van aan. Ik speel mijn wedstrijd en ga terug naar huis. Met al die mensen die uit hun nek lullen, heb ik niks te maken.’

Wanneer Jamie Carragher, oud-verdediger van Liverpool en nu tv-analist, jou openlijk de oren wast, dan glijdt dat dus van je af?

FELLAINI: ‘Als ik gewelddadig en agressief ben, wat is hij dan? Carragher is de kampioen uit je nek lullen en de wereldkampioen benen breken. Als je zijn naam intikt op YouTube zie je alleen maar tackles.’

Is het moeilijk om mee om te gaan wanneer oude vedetten van Manchester United kritiek op je hebben, zoals Peter Schmeichel of Paul Scholes?

FELLAINI: ‘Iedereen heeft het recht op een eigen mening. Wat telt is mijn verstandhouding met de coach en de technische staf. Als die niet tevreden over mij waren, dan hadden ze me allang verkocht.’

VERDEDIGD DOOR MOURINHO

Opvallend: telkens er een nieuwe coach naar United komt, schrijft de Engelse pers dat het voor jou einde verhaal is. Maar uiteindelijk verover je telkens weer je plek onder de zon…

FELLAINI: ‘Toen Louis van Gaal kwam en zei: ‘Je mag blijven, maar je bent niet mijn eerste keuze, niet mijn tweede en evenmin mijn derde’, toen had ik zin om te vertrekken. Maar ik heb me dubbel geplooid en in enkele weken tijd ben ik erin geslaagd om hem van mening te doen veranderen.’

Welke boodschap had José Mourinho aan het begin van dit seizoen voor jou?

FELLAINI: ‘Mourinho belde me voor en tijdens het EK en zei me: ‘Jij gaat nergens naartoe, ik reken op jou.’ Ik heb een goeie relatie met hem.’

Dat hij je in bescherming nam na de penalty die je veroorzaakte op Everton, heeft die band vast ook sterker gemaakt?

FELLAINI: ‘Hij had me kunnen afmaken, maar neen, hij heeft me verdedigd, beschermd. Dat zal ik nooit vergeten. Hij moet woedend geweest zijn, maar hij heeft niks gezegd toen we terugkeerden in de kleedkamer.’

Hoe verklaar je zelf die penalty, die zoveel negatieve reacties heeft uitgelokt bij de supporters?

FELLAINI: ‘Ik viel in, maar ik was niet goed. Ik kwam terug na een blessure. Bij die penaltyfase kwam ik te laat. Maar ik zit elf jaar in het voetbal en wanneer ik inval, dan is dat om de ploeg te helpen, dan zet ik mijn voet en loop ik van links naar rechts. Ik steek me niet weg. Anderen vallen tien minuten voor het einde in en die zie je niet, die proberen zelfs niet aan de bal te komen.’

De match daarop, thuis tegen Tottenham op Old Trafford, begon het publiek te joelen toen je aan de opwarming begon. Hoe ga je om met zo’n fluitconcert?

FELLAINI: ‘Ach, weet je, ik heb erom geglimlacht. Ik hield me voor dat échte supporters hun eigen spelers niet uitfluiten. Na de match droeg de coach de overwinning aan mij op, en de spelers ook. Toen ik scoorde tegen Hull in de halve finale van de ligabeker, ben ik naar Mourinho gelopen om hem te bedanken.’

Wat is er zo speciaal aan The Special One?

FELLAINI: ‘Ik denk dat het gewoon een goeie mens is. Als je hard werkt, zal hij je nooit laten vallen. Hij heeft een grote persoonlijkheid, de mensen respecteren hem.’

GROTE KLASSE

David Moyes zal allicht ook voor altijd een aparte plaats in je hart innemen?

FELLAINI: ‘Hij is me komen halen bij Standard, bood me een eerste contract aan, nadien een tweede en vervolgens haalde hij me binnen bij Manchester United. Dat kan ik nooit vergeten. Hij heeft enorm veel gedaan voor mijn carrière. Bij Everton wist hij een fantastisch elftal te smeden. Hadden we een spits van wereldklasse gehad, zoals de Romelu Lukaku van vandaag die er twintig maakt op een seizoen, dan hadden we de top vier gehaald.’

Is het waar dat je gehuild hebt toen je vernam dat hij ontslagen was bij Manchester?

FELLAINI: ‘Ja. Ik ben naar zijn bureau gegaan, ik had de tranen in de ogen, zo droef was ik. We hadden zes jaar samengewerkt. Hij strafte me wanneer ik dwaasheden beging. Ik ben geëvolueerd onder hem. Het was de eerste keer in mijn carrière dat ik zo geraakt was.’

Het is je vierde seizoen bij United. Ben je nog onder de indruk wanneer een speler als Zlatan Ibrahimovic voor het eerst een voet in de kleedkamer zet?

FELLAINI: ‘Wij zijn tegelijkertijd uit vakantie teruggekeerd en we hebben met vieren een week apart getraind. Ik kende hem zoals iedereen van wat hij zei en van wat iedereen over hem vertelde, maar als mens heb ik hem direct weten te appreciëren. Hij is helemaal anders dan wat men over hem zegt. Ibra, dat is grote klasse. Nu het einde van zijn carrière dichterbij komt, beginnen de mensen te snappen dat hij een rolletje speelt. Maar wel een mooi. En het is een grote professional.’

Beschouw jij jezelf ook als een grote professional?

FELLAINI: ‘Als ik vakantie heb, dan doe ik niks. Dan sluit ik me overal van af en trek ik op met mijn vrienden. Maar als ik in werkmodus ben, dan train ik hard, dan stretch ik thuis nog, enzovoort. Je moet een echte prof zijn om hier te slagen. Ik zou graag, voor de symboliek, tien jaar in de Premier League spelen. Maar het is afmattend, want ik incasseer veel.’

DOOR THOMAS BRICMONT IN MANCHESTER – FOTO’S CHRISTOPHE KETELS

‘Mourinho had me kunnen afmaken, maar neen, hij heeft me net verdedigd, beschermd. Dat zal ik nooit vergeten.’ – MAROUANE FELLAINI

‘Als de rollen omgekeerd geweest waren met David Luiz, dan zou dat een groot schandaal geweest zijn in Engeland en zouden ze van mij zeggen dat ik een crimineel ben.’ – MAROUANE FELLAINI

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content