De man die Lokeren naar een allereerste beker schoot, zo zal hij de geschiedenis ingaan. Dit jaar laten de doelpunten op zich wachten. Daarom liet Sport/Voetbalmagazine coaches en ex-ploegmaats negen voorzetten op maat trappen voor de Tunesische prijsschutter.

DOOR JENS D’HONDT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

1 ‘Je moet het in zijn juiste context plaatsen, maar ik vind dat hij hetzelfde profiel heeft als Didier Drogba.’ José Riga (voormalig technisch directeur Wezet)

Hamdi Harbaoui: “Heeft Riga dat gezegd? Een grote meneer. Het is voor een groot stuk aan hem te danken dat ik sta waar ik nu sta. Toen ik bij Wezet zat, spiegelde hij me ook vaak de carrière van Drogba voor. Die is ook pas op latere leeftijd komen bovendrijven. Nu, Lokeren is Marseille niet. Maar misschien is Drogba wel zo lang aan de top gebleven omdat hij er zo hard voor moeten knokken heeft. Ik hoop dat het voor mij ook nog niet gedaan is en dat ik nog lang meekan. Ik heb veel honger om me te bewijzen op een zo hoog mogelijk niveau.”

Keek je ook op naar Drogba?

“Wel om wat hij gedaan heeft. Niet om zijn stijl van voetballen. Ik heb van jongs af aan maar één idool gehad: Gabriel Batistuta.”

2 ‘Het helpt als de tegen-standers een beetje bang van je zijn.’ Bjorn Ruytinx (ex-ploegmaat bij OHL)

Ruytinx en Harbaoui, dat was twee jaar geleden de gevreesde voorlinie van OHL.

“Wij twee samen, dat was fysiek indrukwekkend. We hadden ook snel een reputatie opgebouwd met ons agressieve spel.”

Waren de verdedigers echt bang van jullie?

“Bang is veel gezegd, maar ik denk wel dat het soms in hun hoofd speelde als ze met één van ons in duel moesten gaan. Alleen dat al gaf ons extra vertrouwen.”

In je beginjaren in België heb je een paar rode kaarten gepakt. Hoe kwam dat?

“Ik liep toen met veel frustraties rond. Om dat te begrijpen moet je mijn voorgeschiedenis een beetje kennen. Ik had altijd in de Tunesische eerste klasse gespeeld, bij de topclub Espérance Tunis. Daar wilden ze me nooit laten vertrekken naar het buitenland, ook niet naar grote clubs als Marseille en Kaiserslautern. Toen het er dan toch van kwam, belandde ik bij Moeskroen, dat al snel failliet ging. Dus ben ik noodgedwongen in derde klasse herbegonnen, bij Wezet. Ik had het gevoel dat ik voor mijn carrière speelde, dat ik op mijn 22e dichter bij het einde was dan bij het begin. En ook de club verwachtte enorm veel van me: ik was hun hoop op een titel. Dat zorgde voor nog meer druk op mijn schouders.”

Je tegenstanders zagen dat ook?

“Als spits word je, zeker in tweede of derde, non-stop geprovoceerd. Verbaal, maar vooral ook fysiek. Bepaalde spelers doen er alles aan om je te doen reageren: voortdurend aan je trekken, een slag in de ribben geven, even op je tenen gaan staan,… Iedereen weet om wie het gaat, ook de refs, en toch komen ze er nog vaak mee weg. Ik hou van gezonde agressiviteit, zelfs van hard spel, maar dat heeft niets meer met voetbal te maken.”

Hoe komt het dat je nu niet meer in die val trapt?

“Dan komen we opnieuw bij José Riga uit. Hij had gezien dat ik mezelf enorm veel druk oplegde en heeft me dat uit mijn hoofd weten te praten. Ik ben er beetje bij beetje in geslaagd om mijn emoties te kanaliseren.”

3 ‘De clubs waar ik voor speel, winnen.’ Hamdi Harbaoui

“Daar ben ik wel trots op, omdat ik altijd een rol heb gespeeld in het succes. In Tunesië heb ik drie titels en twee bekers gewonnen en de afgelopen jaren heb ik ook in België op alle niveaus prijzen gepakt. Eerst de titel in derde met Wezet, dan de titel in tweede met Oud-Heverlee Leuven en vorig jaar dus de beker met Lokeren. De mooiste? Zeker die bekerwinst, omdat het een lang seizoen was geweest met veel twijfels. Er viel een enorme last van me af toen ik scoorde. Het was ook mooi om te zien hoeveel het betekende voor de mensen van Lokeren, voorzitter Lambrecht op kop. Een heel emotionele dag.”

4 ‘De kloof tussen Hamdi en mij, en tussen Hamdi en de groep is steeds kleiner geworden.’ Peter Maes (coach Lokeren)

“Het heeft vijf, zes maanden geduurd voor ik me goed voelde bij Lokeren. De sfeer was anders dan bij Leuven, en er was niet veel tijd om elkaar beter te leren kennen. Ik praatte wel met iedereen binnen de groep, maar bleef een beetje afzijdig, had het moeilijk om mij helemaal open te stellen. Dat is pas omgeslagen op mijn verjaardag, tijdens de winterstage in Marbella. Daarna voelde ik me beter geïntegreerd binnen de groep en ben ik vlot beginnen te scoren.”

Bij Lokeren kwam je terecht in een ploeg die er al stond, met een zekere hiërarchie.

“Natuurlijk, ze kwamen uit een goed seizoen met play-off 1. Het was aan mij om daarin een plaats te zoeken en te tonen dat ik hen beter kon maken. Lukte dat in het begin niet door veel te scoren, dan toch door de ploeg te helpen op andere manieren. Ik moest tonen dat ik hard wilde werken voor de ploeg, vooraleer de ploeg wilde werken voor mij.”

5 ‘Ik ben een diesel. Altijd geweest.’ Hamdi Harbaoui

“Ik kom altijd wat trager uit de startblokken dan de anderen. Elke zomer neem ik ruim de tijd om mijn hoofd leeg te maken en even helemaal niet aan voetbal te denken. Ik heb dat nodig, zeker na een lang seizoen als het vorige met de bekerstrijd en de selecties voor Tunesië. Gevolg is wel dat mijn seizoenbegin vaak matig is en dat het altijd even duurt voor ik onder stoom raak.”

Na acht speeldagen had je één keer gescoord. Daar kan je niet blij mee zijn.

“Zolang de resultaten meevallen, valt dat mee. Maar als we verliezen wordt het enerverend. Dan begin ik mezelf in vraag te stellen: had ik ergens iets meer kunnen doen, waar heb ik kansen laten liggen? Zelfs als ik één doelpunt gemaakt heb, vraag ik me af of ik er geen twee had moeten maken.”

Eén of twee goaltjes en je kan vertrokken zijn voor een lange reeks. Zo was het vorig jaar na de winterstop.

“Het blijft een mysterie. Soms doe je er alles aan en wil de bal er niet in, andere keren scoor je met de ogen dicht. Je hebt altijd een beetje geluk nodig en nu zit het al een tijdje niet mee. Daarom mag je er niet te veel op focussen en moet je kijken naar het rendement in je spel. Maar ik geef toe: voor een spits is dat soms moeilijk.”

Voor de start van vorig seizoen had je gezegd dat je bij de eerste vijf in de topschutterstand wilde eindigen. Is dat jezelf niet onnodig veel druk opleggen?

“Nee, want ik ben vorig jaar ook niet zo ver van mijn doel geëindigd, ondanks die trage start. Ik wil dit jaar ook nog altijd topschutter worden, al weet ik ook dat dat veel moeilijker is bij Lokeren dan bij Anderlecht, waar Mbokani elke wedstrijd vijf kansen krijgt. Zij spelen altijd om te winnen, wij, zeker op verplaatsing, vaak om de nul te houden. Ik heb het daar soms wat moeilijk mee, maar dat komt vooral door mijn opleiding bij Espérance de Tunis. Wij waren het Anderlecht van Tunesië en gelijkspelen was al een klein drama. Het is moeilijk om dat er nog uit te krijgen.”

6 ‘Hij heeft het lang lastig gehad, zoals Malki en Perbet voor hem. Het verschil met zijn voorgangers is dat hij het nooit heeft opgegeven.’ Rudi Cossey (T2 Lokeren)

“Ik heb de keuze gemaakt om naar Lokeren te komen en ik wilde me absoluut bewijzen, ook al was het niet makkelijk. Het heeft aanvankelijk gebotst met de coach, ook over de tactiek. Hij wil altijd in blok spelen, vanuit een zekere berekening, ik wil vooral vooruit voetballen. Ik heb me moeten aanpassen in dienst van de ploeg en dat heeft wat tijd gekost.”

Peter Maes en jijzelf, dat zijn twee sterke persoonlijkheden bij elkaar. Daar komt al eens vuurwerk van.

“Vorig jaar zijn de coach en ik aan tafel gaan zitten en toen hebben we veel uitgepraat. In het begin begreep ik niet zo goed waarom hij ons altijd zo hard liet trainen, ook voor en na wedstrijden. Bij ons is het nooit kalm, elke training is bijna even intensief als een match. Peter Maes wil dat we door een muur kunnen. Op het einde van vorig seizoen heeft dat geloond. Zijn aanpak werkt, dus heeft hij gelijk.”

Hoe was je band met Ronny Van Geneugden in Leuven?

“Heel goed, we hebben nooit problemen gehad. Hij houdt van kalmte en observeert heel nauwkeurig voor hij ingrijpt. Er was een stilzwijgende verstandhouding tussen ons. Alleen als hij merkte dat een speler tijdens de training voor wat te veel ambiance zorgde, riep hij hem tot de orde.”

Je mag het zeggen als je het over Jordan Remacle hebt.

(lacht luid)

7 International Hamdi Harbaoui ontkent dat hij een aanbod heeft ontvangen van de Tunesische eersteklasser Club Africain. (nieuwsflits op de Tunesische radiozender Mosaïque FM)

“Er waren enkele transfergeruchten rond mij, zeker na de bekerfinale, en daar hebben ze me op de Tunesische radio naar gevraagd. Er was deze zomer onder meer interesse van de Franse eersteklasser Brest, maar de timing was niet ideaal met onze Europese matchen tegen Pilsen in het vooruitzicht. Ik denk trouwens ook niet dat Brest genoeg financiële middelen heeft.”

In Duitsland hebben ze wel nog geld.

“Er was belangstelling en het is een competitie die me aanspreekt. Als er een concreet bod komt waar Lokeren en ikzelf beter van worden, waarom niet? Roger Lambrecht heeft al gezegd dat elke speler zijn prijs heeft en er staat een clausule in mijn contract. Maar ik ga niet weg om ergens op de bank te gaan zitten, ook al is het bij een grote club. Sinds ik in België ben, heb ik mijn carrière stap voor stap opgebouwd en ik wil geen etappes overslaan.”

8 ‘In Nederland zou hij waarschijnlijk ook aan de lopende band scoren, zoals Vleminckx en Malki.’ Rudi Cossey (T2 Sporting Lokeren)

“Ik begin soms te watertanden als ik naar de samenvattingen van de Nederlandse competitie kijk. Zeker als je ziet hoe goed Finnbogason het nu doet bij Heerenveen. Ook een heel goede speler, maar hij heeft zich niet kunnen doorzetten bij Lokeren. Nederland moet mij zeker liggen. Ik word graag bediend vanop de flanken en daar spelen de meeste teams in een offensieve 4-3-3 met wingers die vaak de achterlijn halen. Een beetje zoals in Leuven, waar ik heel complementair was met Remacle.”

In Lokeren kan dat niet?

“Ik denk het niet. We hebben wel sterke jongeren als De Pauw, Patosi en Saglik, maar het zijn geen echte flankaanvallers. We moeten spelen naar onze kwaliteiten.”

Vind je het Belgische voetbal te defensief?

“Ik heb het al een paar keer gezegd: de Belgische competitie is de ideale leerschool. Als je hier kan scoren, kan je overal scoren. Ik denk niet dat er ergens ter wereld zo hard wordt verdedigd, op Italië na misschien.”

9 ‘Hij is het type spits dat we al lang zochten.’ (Sami Trabelsi, bondscoach Tunesië)

“Een mooi compliment. Onze bondscoach doet me soms denken aan Ronny Van Geneugden, het is ook iemand die alles rustig bekijkt. In mei heb ik mijn debuut gemaakt als international en ik zit intussen aan vijf wedstrijden.”

Is er een groot verschil tussen de spelers die in Tunesië voetballen en de ex-patriotten?

“Ik ben toch al een paar keer geschrokken, zoals onlangs bij een match in Sierra Leone. Je speelt er vaak voor grote volksmassa’s en met scheidsrechters die zich makkelijk laten beïnvloeden. Hier is alles goed geregeld, maar daar heb je soms het gevoel dat de match elk moment kan ontaarden. Soms past de bondscoach zijn ploeg daar dan ook voor aan: dan kiest hij niet voor de elf besten, maar voor spelers die de omstandigheden in Afrika gewoon zijn.”

Afspraak in 2014 in Brazilië?

“Ik hoop het. Tunesië maakt een goede kans om zich te plaatsen en ik hoop dat ik er dan bij kan zijn. Bij de bond volgen ze me op de voet, dus is het belangrijk dat ik me elke dag blijf verbeteren. Ik weet waar ik voor speel.”

“De Belgische competitie is de ideale leerschool: als je hier kan scoren, kan je overal scoren.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content