‘Ik wil op het niveau blijven van Wout en Mathieu’

© GETTY

Met overwinningen in het nationaal kampioenschap, het Europees kampioenschap en vooral Parijs-Roubaix heeft de carrière van Sonny Colbrelli in 2021 een nieuwe dimensie gekregen. ‘Vanaf nu zal ik nog meer mijn hoofd moeten gebruiken.’

Een met modder besmeurde renner steekt zijn fiets in de lucht, gooit zich languit in het gras en huilt tranen met tuiten, eerst in zijn eigen armen, dan in die van zijn verzorger en vervolgens in die van Heinrich Haussler. Memorabele beelden blijven het uit het wielerjaar 2021: Sonny Colbrelli die op het middenplein van de velodroom in Roubaix geen blijf weet met zijn emoties.

Een paar maanden later, tijdens een trainingskamp met zijn ploeg aan de zonnige Costa Blanca, vertelt de Italiaan dat hij ondertussen al dikwijls de beelden van de unieke herfsteditie van de Helleklassieker heeft herbekeken. ‘En telkens weer voel ik dan dezelfde emotie en word ik nog blijer.’

Sinds Parijs-Roubaix is het leven van de Europese kampioen veranderd. ‘Mijn telefoon heeft niet meer stilgestaan’, zegt Colbrelli. ‘Het was een intens tussenseizoen met prijsuitreikingen en diverse verplichtingen, maar mijn gedachten zijn al gericht op 2022. ‘

Hoewel druk gesolliciteerd geeft Colbrelli zijn interview met de glimlach en verloopt het gesprek gemoedelijk. Eén onderwerp, aan het einde van de conversatie, is echter taboe. Het woord ‘politie-inval’ hebben we nog niet helemaal uitgesproken of de persverantwoordelijke van Bahrain Victorious grijpt al in: ‘ Basta! Stop! Als ploeg hebben we ons standpunt over de gebeurtenissen in de Tour al in een persbericht toegelicht. De atleten is gevraagd om verder over de situatie geen commentaar te geven.’

Keren we om te beginnen nog even terug naar 3 oktober. Wanneer je er nu op terugkijkt, wat ging er achter die emotionele uitbarsting schuil?

SONNY COLBRELLI: ‘Dat was pure vreugde, na zoveel jaren van opofferingen en wachten op topresultaten. Ik wilde al veel eerder dan op mijn 31e grote wedstrijden winnen en nu vielen in één keer alle puzzelstukken in elkaar, met dit geweldige jaar als resultaat, bekroond met een overwinning in Roubaix.’

Herken je jezelf wanneer je de beelden terugziet?

COLBRELLI: ‘Ik reageerde ook emotioneel toen ik Italiaans kampioen werd en na het Europees kampioenschap. Dat is wie ik ben. Het is niet dat ik doe alsof of per se wil laten zien dat ik huil. De emoties wellen spontaan op.’

Mentale klik

Hoe verklaar je je grote doorbraak? Was het vooral een mentale of eerder een fysieke kwestie?

COLBRELLI: ‘Het heeft me zeker veel geholpen om met een mental coach te werken, Paola Pagani. Maar ik heb ook gemerkt dat ik door veel op hoogte te trainen een andere renner ben geworden. Alles bij elkaar dus.’

Wat was de aanleiding om bij een mental coach te rade te gaan?

COLBRELLI: ‘Ik ben er een tweetal jaar geleden mee begonnen, op een moeilijker moment in mijn carrière. Ik deed mijn best, maar de resultaten bleven uit. Filippo Pozzato, die samenwerkt met mijn makelaar Luca Mazzanti, raadde het me aan. Hij was er al eerder geweest. Eerlijk gezegd was ik daar eerst niet zo voor te vinden, maar ik moet mijn mening herzien. Misschien had ik het al eerder moeten doen, ja. Maar kom, beter laat dan nooit.’

Wat heeft Pagani je bijgebracht?

COLBRELLI: ‘In die twee jaar heeft ze heel erg de manier veranderd waarop ik de koers beleef: mezelf niet te veel druk opleggen en ook af en toe mijn koerstactiek durven te veranderen. Afgelopen seizoen heb ik dat in de praktijk gebracht. Het Italiaans kampioenschap was misschien wel de wedstrijd waar ik mezelf het meest heb verbaasd. Een kantelmoment in mijn carrière. Daar is de klik in mijn hoofd gekomen, daar kwam het besef dat ik niet moest wachten om dan door snellere jongens te worden geklopt, zoals in het verleden. Ik wist: ik ben geen pure sprinter zoals Caleb Ewan, Mark Cavendish, Sam Bennett en anderen. Ik moest proberen mijn eigen koers te rijden, te anticiperen. Nooit eerder had ik op zo’n manier gewonnen. Veel van mijn overwinningen sinds die dag zijn ontstaan vanuit een actie van ver: het Europees kampioenschap, de Benelux Tour en ook Parijs-Roubaix.’

Sonny Colbrelli werd Europees kampioen door in de sprint Remco Evenepoel te verslaan.
Sonny Colbrelli werd Europees kampioen door in de sprint Remco Evenepoel te verslaan.© GETTY

Afgelopen seizoen wist je je ook meesterlijk vast te bijten in het wiel van je tegenstanders. Je klampte aan bij Fausto Masnada op het Italiaans kampioenschap, bij Remco Evenepoel op het EK en bij Mathieu van der Poel in Parijs-Roubaix. Wat gaat er op die momenten in je om?

COLBRELLI: ‘Op die momenten is het moeilijk om na te denken, daar is simpelweg niet veel tijd voor. Maar waar ik veel in verbeterd ben, is dat ik zie wie er zich misschien beter voelt dan ik of wie een actie kan opzetten die tot de finish draagt. Het is heel belangrijk voor mijn carrière dat ik mijn tegenstanders goed weet in te schatten. Zowel op het Italiaans kampioenschap, het Europees kampioenschap als in Parijs-Roubaix heb ik die renners gevolgd die me naar de finish zouden brengen. Bij mijn weten is er ook geen enkele regel die zegt dat diegene die meest op kop rijdt, ook de koers moet winnen.’

Sonny Colbrelli als Italiaans kampioen in de Ronde van Frankrijk.
Sonny Colbrelli als Italiaans kampioen in de Ronde van Frankrijk.© GETTY

Laatbloeier

Als een van de verklaringen voor je succesjaar noemde je daarstraks ook je trainingen op hoogte.

COLBRELLI: ‘Met mijn trainer, Paolo Artuso, hadden we de jaren voordien al gemerkt dat hoogtestages bij mij rendeerden. Afgelopen jaar kozen we ervoor om nog vaker op hoogtestage te gaan: twee keer op de Teide in het begin van het seizoen, en twee keer in Livigno, voor en na de Tour. Mijn stages waren ook langer dan in het verleden. Zeker na de Tour was dat niet eenvoudig. Aan het einde van een grote ronde snak je naar rust, maar na de Tour ben ik amper vier dagen thuis geweest om meteen met mijn gezin voor een maand naar Livigno te gaan en het seizoenseinde voor te bereiden. Een winnende zet.’

In het voorjaar daarentegen presteerde je niet op het niveau dat je in het najaar zou halen.

COLBRELLI: ‘Neen, dat was zeker niet hetzelfde. We hadden gekozen voor een andere aanloop, die niet echt heilzaam bleek. Ik begon aan Milaan-Sanremo met slechts drie wedstrijddagen in de benen: de Omloop, Kuurne en de Trofeo Laigueglia. Ik was niet slecht, maar ook niet top. En ik blonk niet uit in de klassiekers waarop ik mijn zinnen had gezet, zoals de Ronde van Vlaanderen en de Amstel. Maar goed, uit dat soort ‘fouten’ kun je altijd leren.’

Wat betekent dat voor komend voorjaar?

COLBRELLI: ‘Ik begin opnieuw met de Omloop en Kuurne, die wedstrijden wil ik niet links laten liggen. En vooraf ga ik op hoogtestage, maar wat langer deze keer, zoals na de voorbije Tour. Daarna rijd ik ook een meerdaagse wedstrijd, Parijs-Nice of Tirreno-Adriatico.’

Op welke wedstrijden mik je?

COLBRELLI: ‘Milaan-Sanremo is het eerste grote doel, vanaf dan wil ik er staan. Daarna mik ik op de klassiekers in België, de Amstel en ten slotte Roubaix.’

Welke klassieker spreekt je het meest aan?

COLBRELLI: ‘Milaan-Sanremo is dé Italiaanse klassieker en in de Amstel stond ik al op het podium, maar de wedstrijd die me altijd al heeft aangesproken en waar ik nu echt goed wil presteren, is de Ronde van Vlaanderen. Als kleine jongen al keek ik naar die klassieker op tv. Ik hield altijd al van de kasseien en het talrijke publiek. Als je in België ergens aan de start komt, zie je de passie voor de sport, het ware wielrennen. Daar leer je pas echt met de fiets rijden.’

Je was al bijna 27, in 2017, toen je voor het eerst van de Ronde mocht proeven.

COLBRELLI: ‘Dat was mijn eerste jaar in de WorldTour, ik ben pas op latere leeftijd naar de WorldTour overgestapt. Ik had een heel lang contract met Bardiani, waar ik niet onderuit kon.’

Hoe frustrerend was dat?

COLBRELLI: ‘Frustrerend is het woord niet, ik probeerde me altijd honderd procent te geven om te tonen dat ik een plaats in de WorldTour verdiende. Toen ik derde werd in de Amstel, kon ik de stap zetten. Maar ik vond het zeker jammer dat ik pas na vijf seizoenen op procontinentaal niveau naar de WorldTour kon en niet een paar jaar eerder. Ik had dan ook nog eens de pech dat toen ik van team had kunnen veranderen, ik juist geen geweldig seizoen had. Ik had klierkoorts, het draaide niet zoals ik wilde, en zo moest ik bij Bardiani blijven.

‘Anderzijds, stel dat ik de overstap eerder had gemaakt, dan zou ik misschien bij een team zijn terechtgekomen in een andere rol en niet dezelfde resultaten hebben behaald als nu. Hier, bij Bahrain, ben ik vanaf de eerste dag als een kopman behandeld. Na het voorbije seizoen kon ik natuurlijk bij heel veel ploegen terecht, maar ik heb dit project omarmd. Ik ben een van de weinige renners die dit shirt al dragen van in 2017, het eerste seizoen van deze ploeg. Ik ben mee met deze groep gegroeid.’

In je eerste Ronde van Vlaanderen werd je meteen tiende. Diezelfde lente was je zevende in de E3 Harelbeke en won je de Brabantse Pijl. Toch zou je grote doorbraak in de klassiekers nog vier jaar op zich laten wachten.

COLBRELLI: ‘Mijn eerste jaar in de WorldTour was zeker prima. Toch is het de jaren daarna in de klassiekers nooit meer gelopen zoals het moest. Misschien was ik fysiek wel klaar, maar niet mentaal. In deze sport is ook het hoofd heel belangrijk. Ik legde mezelf druk op en blokkeerde mentaal. Dat had een grote invloed op mijn prestaties.’

Vreesde je op den duur dat die grote overwinning nooit zou komen?

COLBRELLI: ‘Jazeker, maar als die negatieve gedachte in me opkwam, probeerde ik die altijd te bannen. In al die jaren heb ik nooit mijn vastberadenheid verloren, mijn drang om te presteren. Mijn overwinning in Roubaix was de beloning voor al die jaren inzet en geduld.’

Regenboogtrui

Na je wonderjaar 2021 begin je nu met een andere status aan de klassiekers.

COLBRELLI: ‘De mensen kijken nu met andere ogen naar mij. Ze zien niet meer de Sonny van begin vorig seizoen. Maar ik voel me nog steeds dezelfde Sonny. In die zin is er voor mij niets veranderd.’

Als Masnada, Evenepoel en Van der Poel je afgelopen seizoen nog naar de finish meenamen, zullen ze dat in de toekomst vermoedelijk niet meer doen.

COLBRELLI: ‘Neen, dat is zo, dat zullen ze niet meer willen. Vanaf nu zal ik iedere keer bij de favorieten worden gerekend en de spots op mij krijgen gericht. Dat zal het voor mij nog moeilijker maken en dat betekent dat ik nog meer mijn hoofd zal moeten gebruiken dan ik afgelopen jaar al deed. Ik zie het als een mooie uitdaging.’

Ben je niet bang om je nieuwe status meteen weer kwijt te spelen?

COLBRELLI: ‘Neen, als je weet dat je goed hebt gewerkt en honderd procent bent voorbereid, mag je sereen naar een wedstrijd afzakken. Het zou wel een teleurstelling zijn, maar niet ieder jaar is zoals het jaar voordien.’

Een jaar geleden ging het in de voorbeschouwingen over de zogenoemde ‘grote drie’, Wout van Aert, Mathieu van der Poel en Julian Alaphilippe. Moeten we jouw naam daar nu bij plaatsen?

COLBRELLI: ‘Ik denk te mogen zeggen dat ik nu bij de beste renners van de wereld hoor, als je ziet waar ik ben geëindigd op de wereldranglijst ( zesde, nvdr). Afgelopen seizoen heb ik bewezen dat ik die mannen kan bijhouden. Nu hoop ik dat ook de komende jaren te kunnen.’

Wat wil je in je carrière nog bereiken?

COLBRELLI: ‘Zoveel mogelijk winnen, maar ook de jongeren veel bijbrengen, want misschien zien ze op jonge leeftijd nog geen resultaten en verliezen ze zo de hoop. Maar als ik op mijn 31e deze overwinningen heb behaald, is dat omdat ik nooit ben gestopt met dromen en met mijn dromen na te jagen.’

En als je maar één wedstrijd meer mag winnen in de rest van je carrière?

COLBRELLI: ‘Dan kies ik het WK, omdat je dan een jaar lang de regenboogtrui mag dragen. Die trui is altijd mijn droom geweest.’

Wat denk je van het parcours in Australië?

COLBRELLI: ‘Ik ken het enkel van op papier, we moeten het eerst uitproberen, maar het ziet er alleszins niet eenvoudig uit. Het lijkt me weer iets voor klassieke types zoals Alaphilippe en Van Aert, dezelfde renners die op het voorbije WK de dienst hebben uitgemaakt.’

Dus ook een parcours voor Sonny Colbrelli?

COLBRELLI: ‘Jazeker. Het WK is absoluut een van mijn doelen voor 2022. Ik zal proberen er klaar voor te zijn zoals ik dat voor het voorbije WK was. Hopelijk met een andere afloop deze keer.’

Op het voorbije WK was je mee met Alaphilippe toen hij het vuur aan de lont stak op de Smeysberg, maar daarna speelde je geen hoofdrol meer en werd je uiteindelijk tiende. Wat kwam je tekort?

COLBRELLI: ‘Ik heb die dag voortdurend zitten focussen op Van Aert en Van der Poel. In mijn hoofd – ik weet niet waarom – hield ik niet zozeer rekening met Alaphilippe. En Alaphilippe mag je nooit laten gaan. Die dag was hij gewoon onklopbaar en verdiende hij de wereldtitel meer dan wie ook. Zelf was ik misschien wat onzeker door juist Van Aert en Van der Poel in de gaten te houden.’

Heb je na afgelopen seizoen het gevoel dat er nu een nieuwe carrière voor jou is aangebroken?

COLBRELLI: ‘Waarom niet? Weet je, ze zeggen weleens dat wijn beter wordt met de jaren. Wie weet dat ik op mijn 31e ook beter en beter word. Het belangrijkste is nu dit geweldige seizoen te bevestigen. Tonen dat 2021 geen toevalstreffer was. Dat is mijn grote doel voor komend jaar.’

‘Klimmer’ en slechtweercoureur

Luik-Bastenaken-Luik staat ook dit jaar niet op het programma van Sonny Colbrelli. De Italiaan verscheen er nog nooit aan de start en denkt dat het parcours van deze klassieker voor hem nog altijd wat te zwaar is, ook al werd hij afgelopen zomer nationaal kampioen op het lastige WK-parcours van Imola en eindigde hij in de jongste Ronde van Frankrijk derde in de door Ben O’Connor gewonnen Alpenrit naar Tignes.

Zelf is hij echter de eerste om die krachttoer van in de Tour in perspectief te plaatsen. ‘Ik was daar heel sterk en vorig jaar heb ik bergop een stap gezet door veel op hoogte te trainen en ook anderhalve kilo af te vallen, maar in die rit naar Tignes had ik ook wel de weersomstandigheden aan mijn kant. Was het een etappe in de gebruikelijke hitte van de Tour geweest, dan was ik zeker niet vooraan geëindigd. Ik zag onderweg, door de koude, klimmers stilstaan die anders vóór mij zouden zijn geëindigd. Het was een weer voor klassieke renners.’

Colbrelli wist al vaker uit te blinken in barre omstandigheden. ‘Die andere rit in de Tour waarin ik tweede werd ( na Patrick Konrad, nvdr), was ook in de regen. Tijdens de rit die ik won in Parijs-Nice in 2017, mijn eerste WorldTourzege, was het ijzig koud. Bij mijn overwinningen in Zwitserland ook.’

Colbrelli heeft daar een uitleg voor. ‘In ben afkomstig uit Casto en woon nu in San Felice del Benaco. In de heuvels aan het Gardameer kan het koud zijn. Ik ben altijd blijven trainen als het onder nul was of regende. Zoals een echte Belg’, lacht hij.

Belgian Cobras

Sonny Colbrelli heeft niet alleen zelf een hart dat sneller slaat voor de klassiekers van het noorden, hij is in België ook geliefd bij de supporters. Zo beschikt de Italiaan over een Belgische fanclub, de Belgian Cobras. ‘Vijftien à twintig mensen die mij volgen. Wanneer mijn familie op de Belgische koersen niet aanwezig is, maar zij zijn er wel, is dat een grote steun voor mij. Ik probeer hun dan iets terug te geven wanneer zij naar Italië komen door eens samen te gaan fietsen.’

De naam van de fanclub verwijst naar Colbrelli’s bijnaam Il Cobra. Een roepnaam die hij op zijn beurt deelt met Riccardo Riccò, al is er geen enkele link met het enfant terrible van weleer. ‘ Cobra was eigenlijk de bijnaam van mijn oom’, vertelt Colbrelli. ‘Toen hij vroeger rally’s reed, noemden ze hem altijd zo. Op het moment dat hij zijn carrière beëindigde en ik begon te koersen, heb ik die bijnaam geërfd, als afkorting van Colbrelli. Er zijn er die zeggen dat ‘everzwijn’ of ‘buffel’ passender zou zijn, maar ik heb die bijnaam inmiddels al jaren en zal die ook behouden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content