God is terug. Het zinnetje blijft voor altijd gekalkt op de Berendries. Maar is het effectief zo? Frank Vandenbroucke werkt aan zijn zoveelste comeback. Een dag in het spoor van het eeuwige toptalent.

H et is ontiegelijk vroeg in de ochtend, 5.30 uur om precies te zijn. Maar jawel, daar komt hij aangereden met de wagen. VDB est arrivé. Le nouveau VDB? Dat valt af te wachten. “Stap maar in”, zegt Frank Vandenbroucke. “Om 6. 30 uur word ik in Antwerpen verwacht.” Eerste afspraak van de dag is immers bij kinesist Lieven Maesschalck, waar VDB een van zijn laatste revalidatiesessies zal ondergaan na zijn knieoperatie van juni dit jaar. VDB heeft er vanmorgen duidelijk zin in. Onderweg naar Antwerpen neuriet hij de bekende deuntjes van Radio Nostalgie mee. Nu eens geeft hij de volumeknop een kwak naar rechts, dan weer slaat hij aan het zappen. Het was ook voor hem een korte nacht. “Gisteren was het mijn verjaardag en hebben ze een feestje voor mij georganiseerd. Maar ik lag al vroeg in bed. Om elf uur”, verzekert hij. Jean-Claude Van Den Berghe zit naast Frank in de wagen en gniffelt. Van Den Berghe is de broer van de eigenaar van Het Berghof, het café in Steenhuize-Wijnhuize waar VDB de voorbije maanden een tweede thuis heeft gevonden. “Frank is mijn vierde broer geworden”, zegt Jean-Claude. “Zodra hij Het Berghof binnenkomt, is hij een koning. Iedereen heeft hem graag.” Frank: “Soms vragen de mensen wat ik in godsnaam in Steenhuize te zoeken heb. Dan antwoord ik: de rust.”

De mythische Lieven

Het is 6.30 uur en we staan aan de praktijk van Lieven Maesschalck, ‘Move to cure’. VDB is stipt op tijd. Alleen: niemand te horen of te zien. VDB grijpt naar zijn mobieltje. Na ettelijke pogingen krijgt hij dan toch Maesschalck aan de lijn.

“Urko? Waar zit gij? Ik moest hier toch om 6.30 uur zijn?” VDB polst ietwat ongedurig naar de whereabouts van Maesschalck, die hij het koosnaampje ‘Urko’ heeft gegeven. Een uur later dan gepland kan VDB aan zijn oefeningen beginnen. Die zijn vooral gericht op de stabilisatie van zijn heupgewricht, wat dan weer past in de revalidatie van de bewuste linkerknie. Die knie is altijd al een heikel punt geweest en volgens VDB de oorzaak van twee kwakkeljaren. “Sinds de Ronde van Emilië 2006, toen ik net weer op dreef begon te komen, reed ik geen meter meer zonder pijn. De ploeg ( toen Acqua & Sapone, nvdr) stuurde me van hot naar her, ik liep de deuren van alle specialisten plat. Niemand die me kon helpen. Uiteindelijk geloofden ze me niet meer.

“Ik werk op de heup-, knie- en voetlijn en mijn werk is nu bijna afgerond”, legt Maesschalck uit. Met chirurgische precisie volgt VDB de aanwijzingen van Maesschalck, die ziet dat het goed is. VDB voert alles tot in de puntjes uit. “Zo is Frank altijd al geweest: als hij gemotiveerd is, dan is die drang naar perfectie nooit ver weg.” VDB is niet alleen in de zaal. Ook Igor Gjuzelov, verdediger van Cercle Brugge, is aan het afzien. De band die Maesschalck en VDB met elkaar hebben, gaat terug tot in 1997, toen Maesschalck het toptalent VDB bevrijdde van een opspelende knieblessure. Maesschalck doorziet VDB volledig. “Fysiek is Frank super. Ja, zelfs op 34-jarige leeftijd. De voorbije maanden heeft hij goed werk geleverd. Ik heb hem daarin gesteund want ik voelde dat hij het ook écht wilde. Wie ben ik om te zeggen dat hij beter de handdoek gooit? Het ziet er nu goed uit, alleen weet ik niet hoe Frank zal reageren als hij straks in koers komt. Ik geef hem het voordeel van de twijfel. Bovendien: het is toch het jaar van de comebacks, niet?” VDB trekt pijnlijke grimassen bij de zware oefeningen die Maesschalck hem voorschotelt. Aan de muren hangen véél gesigneerde voetbalshirts, allemaal netjes ingekaderd. Een daarvan is ondertekend door Pippo Inzaghi van AC Milan: Al ‘mitico’ Lieven. Mi hai salvato. ( Voor de ‘mythische’ Lieven. Hij heeft mij gered.) Maesschalck is voor veel topsporters een redder (geweest). VDB knikt. “Ik weet dat het goed komt als ik naar Lieven luister.”

Bezoedelde reputatie

Terug naar de Vlaamse Ardennen dan want de wegtraining wacht. Om 10.30 uur worden we verwacht aan Het Berghof, het supporterslokaal van de broertjes Scheirlinckx, voor een fietstocht van dik 100 kilometer naar Ploegsteert, waar de roots van VDB liggen.

10.30 uur. VDB is er al. Dat is te zien aan de fiets die buiten, tegen de muur van het café, geparkeerd staat. Een witte Merckx met een gouden finish, perfect afgestemd op de goudkleurige wielset en met de nieuwste toponderdelengroep van Campagnolo erop, staat er te glimmen. Dit juweeltje kan niet anders dan van VDB zijn! Aan kleine details merk je gewoon dat de oude VDB er nog steeds is: de materiaalfreak, de vedette op twee wielen, de etalagecoureur. Ook nu valt hij op met zijn witte mutsje en oversokjes. Hij draagt een gitzwarte en stijlvolle fietsoutfit met de slogan il cuore italiano erop. Tot een paar jaar terug lag Vandenbrouckes hart ook effectief in Italië, bij Sarah Pi-nacci. Zijn Sarah. Hij woonde er ook, in de buurt van Milaan. Ook die bladzijde heeft VDB intussen omgedraaid. “Of mijn hart nog in Italië ligt? ( lacht) Zeker en vast … voor de prosciutto di Parma!”

Ook Steven De Hulsters fietst vandaag een deel van de rit mee. Steven is de voorbije maanden close geworden met Frank. Hij runt een fitnesszaak in Sint-Lievens-Esse waar VDB de voorbije maanden geregeld langskwam. Van Steenhuize wordt via Zottegem de Vlaamse Ardennen in gefietst. In Horebeke draaien we rechtsaf, richting Molenberg. Franks ogen beginnen te fonkelen. Hij kent deze wegen als zijn broekzak. De Molenberg is een scherprechter in de Omloop Het Volk, een wedstrijd waarin hij in 1999, zijn topjaar, iedereen overklaste. VDB zet zich op kop net voor het opdraaien van de kasseien. Hij versnelt. Steven puft. “Zie eens, hij kan het niet laten. Die versnelling heeft hij nog altijd in de benen. Nu begrijp je waarom mijn fietsniveau de jongste maanden omhoog werd gestuwd.”

Even verderop haken Steven en nog enkelen af. Intussen lijkt Frank wel een telefooncentrale. Zijn gsm rinkelt en tinkelt langs alle kanten. Ter hoogte van Zwevegem is het weer van dat. “Het is Mattan, in Kortrijk rijdt hij ons met de wagen tegemoet”, roept VDB. Nico Mattan, sinds jaar en dag de beste maatjes met VDB, wordt in 2009 ploegleider van Cinelli, de nieuwe Belgisch-Italiaanse formatie die gebouwd werd rond VDB. Voor de sponsor, de flamboyante signore Colombo, blijft VDB de bimbo d’oro van weleer. Maar de lat ligt niet hoog. “Hij wil gewoon dat Frank weer op de fiets zit”, zegt Mattan, die intussen ons pad heeft gekruist. “Frank is goed bezig, ja”, bevestigt Mattan. “Ik hoop alleen maar dat het binnen drie maanden nog altijd het geval zal zijn.” Mattans vrees is terecht want eerdere comebacks van het enfant terrible van de Belgische wielersport liepen steevast op een sisser uit. VDB kent zijn bezoedelde reputatie maar gaat in de tegenaanval. “Er is een groot verschil met vorige comebacks: toen had ik nog drugsproblemen. Een comeback kon toen onmogelijk lang dragen. Het evenwicht is er nu wél. En ik ben realistisch. Voor mij hoeft de allerbeste VDB niet meer. Ik wil gewoon bewijzen dat ik nog een schone coureur kan worden en zijn.”

Unieke foto

In Menen voegt vader Jean-Jacques Vandenbroucke zich bij ons.

Frank neemt steevast de kop. Zijn witte oversokjes worden vuil. Een streepje modder loopt van zijn frame. Maar het lijkt hem niet te storen. “Kijk”, roept hij. “Zoals ik nu rij, heb ik het gevoel dat ik weer op volle kracht fiets. Dat was de voorbije jaren niet het geval. Het was alsof ik met één been koerste en dat frustreerde me enorm.” Zijn tred is soepel maar krachtig. En herhaaldelijk legt hij zich plat en legt hij zijn polsen losjes over het stuur: zijn handelsmerk in zijn hoogdagen. ” Il roule bien, hein?”, zegt vader VDB.

We komen aan bij L’Hostellerie de la Place, het zenuwcentrum van de Vandenbrouckes.

Mama Chantal verwelkomt ons hartelijk. “Neem maar eerst een douche, wij zorgen voor de spaghetti.” Papa Jean-Jacques maakt intussen de fietsen proper. Een halfuur later zitten we met z’n allen aan tafel. Het is de knappe serveerster Marie die ons bedient. Het decor van L’Hostellerie de la Place spreekt boekdelen: Frank is hier niet weg te denken. De trofeeën van zijn grootste successen staan er uitgestald: de bekers van Parijs-Nice 1998 en Luik-Bastenaken-Luik 1999 en de Kristallen Fiets 1999. Stille getuigen van een tijd die nooit meer terugkomt. Of moeten we hier, nu we deze VDB bezig hebben gezien, een vraagteken achter plaatsen? “Mag ik de foto’s van vandaag zien?”, richt Frank zich nu tot de fotograaf. ” Oooh, quelle force! Tu vois la vitesse!” VDB zegt het met een kwinkslag maar ergens vanbinnen meent hij wat hij zegt. Het ego van een kampioen krijg je niet zomaar klein, ook niet na de zovele knock-outs die Frank Vandenbroucke tussen 1999 en vandaag moest verwerken. “Frank is een ander mens geworden”, verzekert mama Chantal. “Hout vasthouden dat het zo blijft.” Ondertussen blijft VDB maar telefoneren. Zijn gsm lijkt vergroeid met zijn oorschelp. De reden waarom wordt snel duidelijk. Frank probeert de clan VDB samen te krijgen voor een familiefoto aan de voorgevel van L’Hostellerie de la Place. “Het zal lukken”, klinkt hij opgelucht. En inderdaad, een halfuur later druppelt iedereen binnen. Samantha en Sandra, Franks zussen, en hun kinderen Ewan, Franklin en Sofia; ouders Jean-Jacques en Chantal; en ten slotte Cameron, het dochtertje dat Frank heeft met zijn eerste vriendin Clothilde. “Een uniek moment, want dit gebeurt niet vaak”, beaamt VDB.

Betonnen benen

Terugfietsen naar Steenhuize zit er niet meer in. En dus doen we de terugreis met de wagen. Eerst gaat het nog naar de fitnesszaak van Steven De Hulsters. Onderweg belt een bezorgde VDB naar Lieven Maesschalck.

“Urko? Ik ben het”, zegt Frank. “Zeg, Lieven … Ik heb gisteren stevig getraind, vanmorgen die oefeningen bij jou gedaan en daarnet nog eens 100 km intensief gefietst. Is het normaal dat mijn knie nu moe is?” Maesschalck stelt VDB meteen gerust: dat ís normaal. Frank fleurt meteen op bij die geruststellende woorden, hij zet de muziek wat luider en duwt nog wat harder op het gaspedaal. “Ik moet wel opletten”, zegt hij. “Onlangs verspeelde ik mijn rijbewijs. Tja, te hard gereden, hé. Het was ’s nachts en ik werd twee keer geflitst. De autosnelweg leek die dag net een discotheek! ( schatert)” Al snel heeft hij het weer over zijn comeback. “Het is me menens. Ik zal de volgende maanden een nieuw trainingsprogramma volgen waarmee ook de voetballers van AC Milaan tegenwoordig worden opgevolgd. Binnenkort leg ik ook een inspanningstest af bij professor Peter Hespel. Ik ben er klaar voor. De basisconditie is goed, alleen zeul ik nog te veel kilo’s mee. Maar ook daar wordt aan gewerkt.”

Een man met wie VDB maandenlang hard heeft samengewerkt is Steven De Hulsters. Hij baat in het onooglijk kleine Sint-Lievens-Esse de fitnesszaak Dumbbell uit. Het lijkt er in eerste instantie op dat VDB zich voor de kar van een fitnessuitbater laat spannen die gewoon meer volk naar zijn tent wil lokken. Niets is echter minder waar. Lieven Maesschalck had zich eerder op de dag onder de indruk getoond van het werk dat Steven met Frank verrichtte. Steven, die strikte voorwaarden heeft gesteld vooraleer hij met Frank wilde werken, is opgetogen over diens vooruitgang: “Na vier maanden heeft hij reuzenstappen voorwaarts gezet. Hij is een ongelofelijke kerel. In vier weken tijd is zijn spiermassa met vier centimeter aangedikt. Nooit gezien. Bekijk zijn benen maar eens. Het is net beton.”

Sleutelfiguur

VDB sluit zijn dag af in Het Berghof, het café in Steenhuize waar hij op handen wordt gedragen en een graag geziene gast is.

Het Berghof zit eivol wanneer VDB de deur openduwt. Het is Franks gewoonte om hier dagelijks eens langs te komen, een pintje te tappen of een kaartje te leggen. Ook nu weer en dat maakt hem natuurlijk immens populair. Ook Thomas Pieters is er. Hij is de sleutelfiguur in de wedergeboorte van Frank Vandenbroucke. VDB woont immers bij hem in. “Ik kende Frank al van in zijn MrBookmakerperiode in het najaar van 2004, toen hij door een van de donkerste fases van zijn leven ging. Eind augustus van dit jaar kwamen we weer in contact. Frank zat volledig aan de grond, was een wrak. Ik wilde hem er weer bovenop helpen. Maar op mijn manier.”

VDB kreeg een eigen kamer in huize Pieters maar moest zich houden aan een negenpuntenprogramma. “Het hangt nog altijd boven zijn bed. Met eenvoudige regels: om 8.30 uur opstaan, niet uitgaan, in de eerste weken verplichtte ik hem om dagelijks anderhalf uur te sporten, …” VDB hield zich aan Pieters’ regime en vond de motivatie om er weer voluit voor te gaan. “Dankzij ons kan hij weer leven als een prof. En het is net dit wat hij de voorbije jaren heeft gemist. Hij krijgt kost en inwoon, staat nergens meer alleen voor, hoeft van ons enkel maar te denken aan de fiets. Ik doe dit voor Frank, niet omdat ik zelf in de kijker wil staan.” De perceptie van ‘de mensen’ is natuurlijk keihard: het is in de streek intussen alom geweten dat VDB dagelijks naar Het Berghof komt. “Hij zit altijd op café, zeggen ze dan. Maar … het is hooguit een uurtje per dag. Om te kaarten of eens te babbelen met de mensen. Dat is het dan. Fuiven? ( lacht) Nee, dat pakt niet bij mij.”

Aanvankelijk, in de eerste weken, had Thomas Pieters het lastig om VDB te overtuigen dat dit de enige, juiste weg voor hem was. “Ik maakte het hem visueel duidelijk. Ik hing zijn kamer vol met foto’s uit zijn glorieperiode, toen hij alles en iedereen aan flarden reed op La Redoute en in de Vuelta. En ik hing ook foto’s van hem op uit de downperiodes van zijn leven. Keer op keer vroeg ik hem: ‘Frank, waar wil je naartoe? Welke Frank wil je worden?’ Ik denk dat hij het heeft begrepen.”

Voor VDB zit de dag erop, hij verlaat Het Berghof. Een paar gasten kijken hem na en mompelen tegen elkaar: “Kijk, da’s ooit de beste coureur geweest die we hebben gehad!” S

door frederik backelandt – beelden: david stockman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content