Hij dweept met Ajax, maar hij wil elke week spelen en dat was in Amsterdam niet meer mogelijk. Dus keert Wamberto (29) terug naar zijn tweede vaderland.

Dat waren nog eens tijden. Gé- rald Blaton, de grote baas van Seraing, schoof 250.000 euro over tafel en van Seraing was Wamberto de Jesus Sousa Campos. Er lagen nochtans een paar grote Braziliaanse clubs op de loer, maar ze visten achter het net. Toen was zoiets nog mogelijk.

Toen – we schreven 15 oktober 1991. Wamberto had zich ontpopt tot één van de uitblinkers van het WK voor junioren in Italië, het Ghana van Yaw Preko en Nii Lamptey had daar de titel gepakt. Eerder (1990/91) was Wamberto met Brazilië kampioen van Zuid-Amerika bij de minachttienjarigen geworden. Nog vroeger had de nogal louche manager José Rubulota Wamberto ontdekt bij Sampoia Correia de Sao Luis.

En hoe ging het dan verder ? Begin jaren negentig, Seraing beleefde toen zijn Braziliaanse periode – behalve Wamberto liepen bijvoorbeeld Isaias en Edmilson er nog rond. Twee jaar in tweede klasse, vervolgens doorgestoten naar eerste klasse. Drie interessante campagnes, met Georges Heylens als trainer. Dan, in 1996, hield Blaton het voor bekeken. Standard nam Seraing over, Wamberto hield het er twee seizoenen uit. In 1998 vertrok hij voor drie miljoen euro naar Ajax. ” Morten Olsen was toen trainer bij Ajax en hield me al een tijdje in de gaten”, zegt hij. “Hij zag in mij de vervanger van Tijani Babangida, die maar moeizaam terugkeerde na een operatie. Dat aanbod kon ik niet naast me neerleggen, ik was naar Europa gekomen om bij een topclub te voetballen. Van de ene dag op de andere kwam ik op een andere planeet terecht.”

Vertel !

“Ik dacht dat dagelijkse voetbalpassie alleen in Brazilië bestond, maar ik heb me vergist. Ook bij Ajax staat alles in het teken van het voetbal. Als voetballer vind je er de ideale biotoop om je er te ontwikkelen, ik voelde me er meteen als een vis in het water. Olsen hanteerde het legendarische Ajax-systeem : 4-3-3. Ik werd op de rechterflank uitgespeeld in een team vol vedetten : Danny Blind, Jari Litmanen, Edwin van der Sar, Mario Melchiot enzovoort. En dan dat stadion, de ArenA ! Vaak gevuld met 45.000 toeschouwers. In de loop van het seizoen werd Olsen vervangen door ex-speler Jan Wouters. We wonnen nog de Nederlandse beker, maar grepen naast de titel. Litmanen vertrok naar Barcelona, Van der Sar naar Juventus, Blind stopte met voetballen. Maar het seizoen daarna misten we ondanks de nieuwe spelers – Nikos Machlas van Vitesse Arnhem, Frank Verlaat van VfB Stuttgart, Aron Winter van Inter Milan – opnieuw de titel en Wouters werd vervangen door Co Adriaanse.”

Ook in je derde seizoen kwam er geen titel voor Ajax. In 2001/02 deden Ahmed Hossam van Gent en Zlatan Ibrahimovic van Malmö hun intrede.

“Zonder twijfel twee supergoede spelers. Hossam is niet lang gebleven, hij ondervond integratieproblemen. Ik weet dat Ajax spijt heeft van zijn vertrek. Zowel club als speler hebben onvoldoende geduld opgebracht.

“Hoewel Ajax trouw bleef aan zijn tactisch systeem, werd nu ook de klemtoon op het conditionele aspect gelegd. En dat loonde. Onder Ronald Koeman realiseerden we in 2002 de dubbel : beker en titel. Ajax zweert nog altijd bij 4-3-3, maar varieert nu meer. Wesley Sonck speelt er een belangrijke rol. Ik heb veel met hem gepraat : een interessante persoonlijkheid.”

Je raakte geblesseerd en uit de ploeg : in 2002/03 speelde je nog zes wedstrijden. Steven Pienaar en Sonck omringen nu Ibrahimovic. Ging je daarom weg bij Ajax ?

“Ja. Het bestuur van Ajax wilde me houden, maar ik wil elke week spelen. Ajax had begrip voor mijn standpunt. Bovendien, na de uitschakeling in de Champions League mocht de spelerskern wat slanker worden. Ajax heeft nog alleen nationale verplichtingen en kan daardoor nu volop jongeren inpassen.”

Maar waarom Bergen ?

“Alle Nederlandse clubs hadden belangstelling voor mij. Mijn ex-coach Co Adriaanse wilde me bij AZ. Maar ik wou Nederland liever verlaten om te vermijden dat ik op een dag tegen Ajax zou moeten spelen. Dus heb ik het Belgische spoor gevolg. België is toch een beetje mijn tweede vaderland.”

En Bergen je derde Belgische club. Herinner je je Seraing nog ?

“En of. Er waren nogal wat Brazilianen, dus voelden we ons daar vlug thuis. Toen ik Brazilië verliet, dacht ik wel dat ik naar een grote club ging en dat viel me tegen. Maar er was bij Seraing nog plaats voor menselijke warmte. Voorzitter Blaton was als een weldoener voor mij en Georges Heylens een soort vader. Ook voor hem was de techniek heilig, al leerde hij me wel rustiger te blijven en de inspanningen beter te doseren. Heylens is de beste trainer uit mijn carrière.

“We hadden een zeer goede ploeg. Er stak van alles in : talent, werkkracht, ambitie, intelligentie, ervaring, jeugd. Namen als Stojic, Schaessens, Kimoni, Olsen, Doll, Debusschere, Karagiannis, Isaias, Teppers, Lukaku, Lawarée, Edmilson. Met deze ploeg kun je nu in België naar de titel mikken. Eigenlijk had Seraing toen al kampioen moeten worden. Later werden we door Standard overgenomen. Als voetballer was dat voor ons een stap vooruit, maar voor de club was het triest. Het Belgisch voetbal verloor een sympathieke club.”

Viel Standard mee ?

“Traditie, een magnifiek stadion, onvergelijkbare supporters. Maar te onstabiel in die periode. Jos Daerden leverde prima werk, hij was zeer offensief ingesteld. Eigenlijk heeft hij me goed op mijn passage naar Nederland voorbereid. Nadien nam Aad de Mos over, dat gaf problemen.”

Maar nu is Bergen toch een stap achteruit ?

“Zo zie ik dat niet. Nogmaals, ik wil spelen. Mijn familie kan in Amstelveen blijven wonen, ik wou mijn drie kinderen – Danilo, Wambertino, Wandeson – niet van de ene dag op de andere van school wegtrekken. Er was ook een aanbod uit Qatar maar dat vind ik te ver. En het discours van voorzitter Domi- nique Leone en sportief manager Geo Van Pyperzeele beviel me. Bergen is een club die vooruit wil, ze bouwen een stadion en een nieuwe ploeg. De spelersgroep wil absoluut het behoud afdwingen en er is voldoende kwaliteit om dat doel te bereiken. Ik zie ons zelfs rond de tiende plaats eindigen. Oké, ik ken Bergen niet. Maar ik kende Seraing ook niet en heb er toch geweldige dingen beleefd.”

Bergen huurt je voor anderhalf jaar, maar je situatie lijkt op die van Cédric Roussel. Die heeft zijn carrière in Bergen een nieuwe wending gegeven en jullie hebben dezelfde manager : Roger Henrotay. Wat als er straks een grote club voor je aanklopt ?

“Alles is mogelijk in voetbal, maar momenteel denk ik alleen maar aan Bergen.”Door Pierre Bilic

Pierre Bilic

‘Met het Seraing van toen kun je nu in België kampioen worden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content