Nadat hij eerst vier jaar lang een van de sterkhouders van Anderlecht was, groeide Jelle Van Damme intussen uit tot dé aanjager van Standard.

Na meer dan negen maanden stilzwijgen geeft Jelle Van Damme nog eens een interview aan Sport/Voetbalmagazine. In de aanloop naar de eerste clash tussen Anderlecht (zijn ex-club) en Standard (zijn huidige club) van dit seizoen, komt Van Damme terug op zijn tijd bij Anderlecht en vertelt hij waarom hij zich zo goed voelt bij de Rouches.

Is de clash met Anderlecht een speciale wedstrijd voor jou?

Jelle Van Damme: “Neen, het is een match zoals alle andere. Als de supporters me willen uitfluiten, moeten zij dat weten. Wat je ook doet, kritiek is er altijd. Vroeger werd ik toegejuicht door dezelfde mensen die me nu misschien zullen uitfluiten. Dat toont nog maar eens hoe relatief het allemaal is.”

Heb je op het moment dat Standard interesse toonde, gedacht aan hoe de supporters van Anderlecht zouden reageren?

“Ik heb nog nooit iets gedaan of beslist met de reactie van anderen in het achterhoofd.”

Uitgefloten worden door een bomvol Constant Vandenstockstadion kan toch niet leuk zijn …

“Ik heb de invloed van het publiek nooit als een last beschouwd. Integendeel, joelende supporters zijn een extra stimulans voor mij. Ik respecteer iedereen bij Anderlecht en heb nog steeds een goed contact met Herman Van Holsbeeck en Ariël Jacobs, die ik trouwens een van de beste trainers van België vind.”

Toen je naar Wolverhampton vertrok, vond Anderlecht het niet nodig om jou te vervangen. Een paar maanden later noemden ze jouw vertrek evenwel de grootste reden voor hun slechte resultaten. Dat moet toch goed voelen als je dat leest?

“Niet echt eigenlijk. Ik heb geen revanchegevoelens. Het was mijn keuze om te vertrekken en ik denk dat het Anderlechtbestuur wel wist wat ik de club had bijgebracht. Ik verwachtte gewoon meer van hen, zowel op financieel als op sportief vlak. We zijn er niet uitgekomen en dus ben ik vertrokken.”

Vroeg jij te veel of wilden zij niet ver genoeg gaan voor jou?

“Ik denk niet dat ik te veel vroeg. Maar ik heb er vrede mee hoor, ik weet hoe het eraan toegaat in de voetballerij.”

Had je het gevoel dat men jou anders bekeek toen je had geweigerd om in de Champions Leaguevoorrondes tegen Sivasspor te spelen?

“Neen, al weet ik natuurlijk niet wat er achter mijn rug gezegd werd … Misschien is het wel daarom dat het bestuur niet wilde ingaan op mijn looneisen.”

Was Anderlecht een soort tweede thuis voor jou?

“In het begin niet echt door de twijfels van Philippe Collin. Maar nadien voelde ik me er wel thuis, ja.”

Waarom twijfelde hij? Omdat je niet echt het type bent dat in de huisstijl van Anderlecht past?

“Misschien wel, maar dat is in de loop der jaren wel veranderd. Ik heb als het ware het pad geëffend voor spelers zoals Marcin Wasilewski, Jan Polák en Cheikhou Kouyaté. Dat zijn immers allemaal spelers met indrukwekkende fysieke kwaliteiten die niet echt in de huisstijl passen. Wie weet is die huisstijl dankzij mij wel geëvolueerd? Want zeg nu eerlijk, welke spelers van de laatste jaren passen nog echt in de verfijnde, technische stijl van Anderlecht? Ik denk dat alleen Ahmed Hassan, Mbark Boussoufa, Matías Suárez,Fernando Canesin en Lucas Biglia daarvoor in aanmerking komen.”

Volksvijand?

Vlak na je aankomst bij Standard laste je een persstop in …

“Van een persstop was hoegenaamd geen sprake. Ik wilde gewoon niet meer met Sport/Voetbalmagazine praten.”

Waarom niet?

“Vanwege de cover van jullie collega’s van Sport/Footmagazine met daarop ‘ l’ennemi public‘ ( de volksvijand, nvdr) voor de wedstrijd tegen Anderlecht. En ook vanwege een interview in Sport/Voetbalmagazine, waarin een zogenaamde insider van Anderlecht dingen over mij en over mijn privéleven zegde, die totaal verkeerd waren.

Een speler van Anderlecht die naar Standard verkast, dat gebeurt natuurlijk niet zo vaak …

“Kijk, ik ben een profvoetballer, ik laat geen emotie toe op zo’n moment. Oké, mijn eerste wedstrijd tegen Anderlecht was dan misschien wel ietwat speciaal, maar hun cover was echt overdreven. Zij maakten er een oorlog van. Ik een volksvijand? Dat was er ver over.”

Heb je er niet even aan gedacht om de kapiteinsband, die jou voor de wedstrijd tegen Anderlecht werd aangeboden, te weigeren?

“Neen, ik neem altijd mijn verantwoordelijkheid op. Kapitein zijn bij Standard betekent heel veel voor me. Ik ben er trots op. Het geeft me het gevoel dat ze mij en mijn speelstijl waarderen.”

Pas je beter bij Standard dan bij Anderlecht?

“Ik hou van de mentaliteit van de Rouches en van de sfeer die hier heerst. Als speler van Anderlecht speelde ik ook altijd goed in Sclessin, onder meer dankzij de geweldige sfeer in het stadion. Bij de nationale ploeg had ik al weleens tegen Fellaini, Defour en Witsel gezegd dat ik ooit het shirt van Standard zou dragen.”

Heb je een carrière in het buitenland nu voorgoed opgegeven?

“Je weet nooit wat de toekomst brengt, maar momenteel ben ik heel tevreden bij Standard. Als ze me morgen vragen of ik hier een levenslang contract wil ondertekenen, doe ik het meteen.”

José Riga

Hoe heb jij het vertrek van sterkhouders Defour, Witsel, Carcela en Mangala verteerd?

“Ik wist al van in december dat ze zouden vertrekken, maar dat veranderde niets voor mij. Ik heb voor een club gekozen, niet voor ploegmaats. Ik ben maar een keer bang geweest en dat was toen de piste van de Nederlandse investeerdersgroep Value8 in overweging werd genomen. Dat er uiteindelijk voor Roland Duchâtelet is gekozen, was voor iedereen de beste keuze. Dat kan ik je verzekeren.”

Waarom was Duchâtelet de best mogelijke keuze?

“Ik heb al vaak met hem gepraat en hij is echt geweldig. Hij is rustig, eenvoudig en bovenal een correct man.”

Was je verrast dat Defour en Witsel allebei naar de Portugese competitie trokken?

“Neen, ze hebben de juiste keuze gemaakt. Witsel is een absolute klassespeler. Hij heeft echt alles: een goede technische bagage, uithoudingsvermogen, een degelijk kopspel en hij kan de bal zowel bijhouden als tussen de linies doorsteken. En hij heeft nog groeimarge. Als je het mij vraagt, belandt hij ooit bij Arsenal of Real Madrid. Steven is anders. Hij is meer het controlerende type. Maar ook hij heeft kwaliteiten hoor, anders speel je niet bij Porto.”

Wat dacht je toen je hoorde dat José Riga de nieuwe hoofdcoach zou worden?

“Ik kende hem van naam en wist dat hij Bergen had getraind. Ik wist niet waaraan ik me moest verwachten, maar hij heeft mij aangenaam verrast. Ik amuseer me op training en het niveau ligt echt hoog. Riga creëert een ontspannen sfeer en als mens doet hij wat aan Ariël Jacobs denken. Hij wil iedereen zo veel mogelijk bij de A-kern betrekken en hij is correct ten opzichte van elke speler. Geloof me, dat is niet overal het geval.”

DOOR STEPHANE VANDE VELDE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content