De Belg Jean-François Gillet voetbalt nu tien jaar in Italië en is al drie seizoenen aanvoerder van Bari, dat promoveerde naar de Serie A. ‘Als buitenlander de kapiteinsband dragen is hier een grote eer.’

Op 31 mei vierde JeanFrançoisGillet zijn 30e verjaardag. Dat is precies één week na zijn vriend OlivierRenard, een andere Belgische doelman die eerst zijn geluk beproefde in het calcio (bij Udinese, Modena en Napoli) om dan terug te keren naar de Jupiler Pro League, eerst bij Standard en vervolgens bij KV Mechelen. Gillet is nooit teruggekeerd naar België en heeft in tegenstelling tot Renard nooit een cap gekregen als Rode Duivel. En dat terwijl hij gedurende drie seizoenen de doelman was van de nationale beloften en beschouwd werd als een van de grote toekomstige Belgische keepers. Misschien had zijn internationale carrière er helemaal anders uitgezien als hij was ingegaan op aanbiedingen van Lokeren of Aalst en niet voor het Italiaanse Monza had gekozen op het ogenblik dat VedranRunje hem uit het doel van Standard hield. Maar spijt heeft hij niet. In Italië vond hij immers het geluk. Vorig jaar trad hij in het huwelijk met Adriana, een plaatselijke schoonheid uit Bari. En dit seizoen promoveert hij met de club van zijn hart, waarvan hij al drie jaar de aanvoerder is, naar de Serie A.

“Ik heb de titel gevierd op de vooravond van mijn 30e verjaardag. Ik heb met Bari al eens eerder in de Serie A gespeeld. We hadden toen zelfs AntonioCassano in de rangen, maar de degradatie konden we niet vermijden.

“Het is een bijzonder gevoel als je zelf hebt bijgedragen tot de promotie. Dat ik nu ook aanvoerder ben, geeft het nog wat extra. De kapiteinsband mogen dragen bij een Italiaanse ploeg is voor een buitenlander immers een grote eer. Het bewijst ook dat ik hier compleet geïntegreerd ben. Toen ik tien jaar geleden naar hier verhuisde, sprak ik geen woord Italiaans. Nu beheers ik het even goed als het Frans. Ik spreek zelfs met het accent van Puglia.”

Mentale kracht

Waardoor slaagde Bari er afgelopen seizoen in de promotie te bewerkstelligen? “We hebben heel veel te danken aan voorzitter VincenzoMatarrese“, onderstreept Gillet. “Zijn bouwonderneming heeft de nodige last ondervonden van de economische crisis, maar desondanks slaagde de familie Matarrese erin om het nodige geld te vinden om een competitieve voetbalploeg draaiende te houden. Dat de promotie nu wel lukte, is zeker ook de verdienste van trainer AntonioConte, een vroegere speler van Juventus, die in december het roer overnam. Hij is een zeer offensieve trainer die altijd een 4-2-4-systeem koos.

“We begonnen nochtans niet al te best aan het seizoen, maar zoals ze hier zeggen: chivapiano, vasano (als je het zachtjes aan doet, kan je het langer volhouden). In het begin van het seizoen bestond de enige ambitie erin om deel te nemen aan de play-off. Met Kerstmis stonden we in de rangschikking bij de eerste zeven, maar eind januari, halverwege de competitie, hadden we maar twee punten achterstand meer op Livorno. Het bestuur begreep toen dat er misschien wel een mooie slag te slaan was. Het haalde dan ook enkele grote namen binnen, onder wie de flankmiddenvelder StefanoGuberti, die in achttien wedstrijden negen keer scoorde en nu gratis vertrokken is naar AS Roma. Wat echter vooral het verschil heeft gemaakt, was de mentale kracht van de groep. We beseften dat we een lastig seizoen zouden beleven en dat we iedereen nodig zouden hebben. Toen jongere spelers dreigden minder gemotiveerd te raken omdat ze op de bank moesten plaats- nemen, konden oudere spelers hen weer motiveren. Het team trok aan hetzelfde zeel en dat zorgde wedstrijd na wedstrijd voor een betere cohesie. Uiteindelijk vertaalde zich dat in mooi combinatievoetbal. Zo behaalden we rechtstreeks de titel en moesten we geen play-off spelen.”

Grote persoonlijkheid

De collectieve kracht van Bari was de grootste troef van het elftal, maar met een spits als PauloVitorBarreto, die 23 goals maakte, had de ploeg ook een grote individuele blikvanger. “Hij is geen bonkige aanvaller, maar eerder iemand die graag als tweede spits speelt. Op die positie kan hij voluit gebruikmaken van zijn sterke techniek en van zijn snelheid. Bovendien is hij zeer koelbloedig voor de goal.”

De andere grote persoonlijkheid naast Barreto is Gillet, ook al zal hij dat gezien de voor hem typische bescheidenheid niet toegeven. Hij kreeg in de Italiaanse pers in ieder geval geregeld erg goede cijfers. En dat is al verschillende jaren zo. Hoe valt dat te rijmen met het feit dat hij nooit een kans heeft gekregen bij een van de beter aangeschreven clubs in de Serie A? “Er zijn wel enkele mogelijkheden geweest”, vertelt hij. “Enkele jaren geleden was er bijvoorbeeld sprake van een mogelijke overgang naar Fiorentina, maar daar was SébastienFrey al aan de slag. Ik heb nooit het risico willen lopen om ergens tweede of derde doelman te zijn. In Bari krijg ik enorm veel waardering, dat is voor mij ook erg belangrijk. Ik zou hier alleen weggaan als er enorm veel geld mee gemoeid was of als ik het gevoel zou hebben dat die nieuwe club me honderd procent wil. Het ziet er wel stilaan naar uit dat de andere clubs het idee hebben opgegeven dat ze me hier kunnen losweken. Iedereen associeert mijn naam met Bari, en het klopt dat ik het hier bijzonder goed heb. Een aangenaam klimaat, warme mensen, schitterend eten en bovendien is Bari de geboortestad van mijn echtgenote. Wat kan een mens nog meer wensen? Ik heb misschien iets te lang in de Serie B gespeeld, maar als je geduld hebt, dan lukt het wel eens. Het moment om elke week een topmatch te spelen bij de Italiaanse elite is nu aangebroken.”

Het is natuurlijk nog de vraag met welke ambitie Bari dat zal doen. Vaak is het zo dat de clubs die promoveren zich het eerste seizoen op het hoogste niveau goed kunnen handhaven, maar het seizoen daarna in zwaar weer terechtkomen.

“De budgetten in de Serie A zijn van een heel andere orde dan die in de Serie B, die nochtans ook niet te versmaden zijn”, stelt Gillet vast. “Bari hoopt in eerste instantie het behoud te verzekeren om daarna te proberen geleidelijk aan het budget te verhogen, een beetje naar het voorbeeld van Palermo dat inmiddels een vaste waarde is geworden in de Serie A. Bari is als stad in ieder geval groot genoeg om een club in de hoogste afdeling te verdienen.”

Andere wereld

Gillet wacht alvast ongeduldig op de start van het seizoen. “Eigenlijk is de Italiaanse competitie op het hoogste niveau een soort Champions League. We spelen straks twee keer in Milaan, twee keer in Rome, één keer in Turijn en één keer in Napels. Dat zijn toch telkens fantastische wedstrijden. Ook ons eigen San Nicolastadion in Bari biedt plaats aan 60.000 kijkers. Het is indrukwekkend als het volloopt.”

Gillet hoopt dat hij nu de Serie B voorgoed achter zich gelaten heeft. “Al mag men daar geen verkeerd beeld van krijgen”, voegt hij er haastig aan toe. “De Serie B is bijvoorbeeld allerminst te vergelijken met de Belgische tweede klasse. Maar het gaat om een heel andere wereld. Sommige Belgen die van grote ploegen kwamen, zijn ooit ook in de Serie B terechtgekomen, maar ze zijn er maar één of twee jaar gebleven, omdat het Italiaanse voetbal, ook op dat niveau, elke speler met een enorme druk opzadelt. Het is niet iedereen gegeven om daar weerstand aan te bieden. Je hebt hier de ene afzondering na de andere en als we op voorbereidende stage gaan, zien we ons gezin veertien dagen niet. En dan heb ik het nog niet eens over de bijkomende druk van de pers.

“Al bij al ben ik wel zeer tevreden over mijn carrière. Ik stel me hoe dan ook nooit vragen over wat er gebeurd zou zijn als dit en als dat … Ik heb gewoon de beslissingen genomen die ik dacht te moeten nemen.”

Belangrijke evolutie

In tien jaar heeft Gillet de Serie A sterk zien veranderen. In de eerste plaats omdat de periode van het catenaccio voorbij is. “Mijn eerste jaren stond mooi combinatievoetbal niet hoog op de agenda. Het resultaat primeerde, maar tegenwoordig prediken heel wat trainers hier offensief voetbal. Het Italiaanse voetbal is dan ook veel spectaculairder geworden. Het is niet langer zo dat de teams desnoods tot de 90e minuut op die ene dodelijke counter of die ene vrijschop blijven speculeren.

“Een andere belangrijke evolutie is dat de clubs zware inspanningen hebben gedaan rond de veiligheid van de toeschouwers. Dat was ook nodig, want heel wat stadions waren verouderd en er braken soms ook relletjes uit met een dramatische afloop. Of ik in zulke stadions ooit schrik heb gehad? Het woord ‘schrik’ is misschien wat overdreven, maar we hebben toch vaak bij een uitwedstrijd moeten wachten tot de gemoederen bedaard waren om het stadion te kunnen verlaten. Af en toe kreeg ik ook wat ‘geschenken’ in mijn netten: brandbommetjes en zo. Bij sommige risicowedstrijden mogen de fans van het bezoekende team niet meereizen. Men moest die harde beslissing wel nemen omdat sommige fans nu eenmaal niet in staat zijn om zichzelf te beheersen. Ik herinner me een wedstrijd tussen AS Roma en Napels waarin men de tifosi het voordeel van de twijfel had willen schenken, maar waarin alles vervolgens compleet de soep is ingedraaid. Vandaag stel ik echter vast dat mensen weer met het hele gezin naar het stadion komen.”

Nog een vaststelling is dat Italië niet langer over de middelen lijkt te beschikken om de echte grote vedetten aan te trekken, die eerder naar Spanje of Engeland trekken. “Het probleem zit in het belastingsysteem. Wie in Spanje tien miljoen euro verdient, houdt daar netto acht miljoen euro van over. In Italië zijn dat er maar vijf, want we betalen hier 48 procent belastingen. En de Italiaanse clubs, waarvan de financiën een heel lange tijd in het rood hebben gestaan, beginnen ook meer aandacht te schenken aan hun budget.”

De jongste jaren lijkt Inter helemaal het heft in handen te hebben genomen. “Dit team steunt nu op een echt collectief en het heeft ook een winnaarsmentaliteit gekweekt. Het was al een sterk team toen JoséMourinho overnam, maar hij heeft nog voor iets extra’s gezorgd. Nu is het zijn taak om Inter naar de zege in de Champions League te leiden.”

Dino Zoff

Gillet beschouwt zich als dertiger nog lang niet aan het einde van zijn carrière. Misschien mag hij zelfs hopen over tien jaar nog mee te draaien, want verschillende grote Italiaanse keepers zijn tot hun 40e blijven spelen en de legendarische Dino Zoff nam op die leeftijd zelfs nog aan het WK deel met Italië. “Waarom zou ik dat ook niet kunnen?”, lacht Gillet. “Elk jaar ben ik een beetje meer ervaren. Ik maak nog altijd progressie. Zolang ik me goed blijf voelen, ga ik zeker door.”

door daniel devos

Ik spreek zelfs met het accent van Puglia.

De Italiaanse Serie B is totaal anders dan de Belgische tweede klasse.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content