‘De voorbije vijf jaar is hier een solide fundament gelegd’, zegt Killian Overmeire. De toekomst van zíjn Sporting Lokeren is verzekerd. Maar of dat er een wordt met de standvastige aanvoerder is nog maar de vraag. Overmeire gaat zijn laatste contractjaar in.

Met 306 competitiematchen voor Sporting Lokeren sprong Killian Overmeire (28) vorige week over Raymond Mommens (305) naar een derde plaats in de all time ranking van de club. Enkel Ronald Somers (320) en Bob Hoogenboom (449) gaan hem nog vooraf. Stellen dat Killian ‘Kili’ Overmeire een boegbeeld en publiekslieveling is op Daknam getuigt dan ook van een bijzondere gave voor understatements. Ondanks het positieve parcours van Lokeren de voorbije seizoenen komt zijn naam nochtans zelden voor in lijstjes of bij transfergeruchten. Zelden wordt hij opgevoerd in de pers en ook de sociale media hebben geen topattractie aan hem verloren. Wanneer we hem bellen voor een afspraak is de reactie van Overmeire dan ook treffend: “Een groot interview? Met míj?!”

Dat je zo verbaasd reageerde toen we je belden, kan op twee zaken wijzen. Eén: je voelt je miskend. Of twee: je beschouwt jezelf oprecht als niet interessant genoeg.

Killian Overmeire: “Ik heb er geen probleem mee dat ik weinig aan bod kom in de media. Met Koen (Persoons, nvdr) heb ik het daar al over gehad. Wij beseffen goed genoeg dat de meeste aandacht altijd gaat naar de spelers met een actie. Ik ben niet de man die fans recht op de banken krijgt met een fenomenale omhaal, zoals Junior Dutra onlangs. Dus neen, geen gevoel van miskenning. Ik voel trouwens dat de waardering de laatste jaren wel toegenomen is, bij fans én media. Ook omdat ik de voorbije jaren een belangrijke stap vooruitgezet heb.”

Als Stanley Menzo daags na Lokeren-Lierse verkondigt dat Lokeren het beste middenveld van België heeft, geniet je wel vijf dagen na, veronderstellen we.

“Ik hoop dat hij dan niet enkel op Hans Vanaken doelde. (grijnst) Intrinsiek zijn wij natuurlijk níét de besten van België, maar Koen en ik delen wel veel ervaring. Wij weten ondertussen perfect hoe we elkaar moeten aanvullen, daar trainen we trouwens nog elke dag op.”

Worden jullie soms toch nog overbluft?

“O ja! Tegen Club Brugge vorig seizoen. Zij speelden toen met Vázquez, Simons en Jørgensen. Dat heeft niet zozeer met die namen te maken, veeleer de manier waarop Club speelt. Er zit enorm veel beweging in dat elftal, na tien minuten hadden we al het gevoel: die komen van overal. Het systeem van Michel Preud’homme zit goed in elkaar, hoor. De centrale middenvelder wijkt uit naar de rechtsback, en die rechtsback duikt dan plots centraal op… We waren nochtans gewaarschuwd, maar als zij al die bewegingen tijdens de wedstrijd uitvoeren, is het toch heel moeilijk om er de juiste antwoorden op te vinden en onmiddellijk bij te sturen.”

Behoort dat niet tot jouw takenpakket, als regulator en aanvoerder?

“Dat is heel moeilijk. Het is een aspect waar ik nog in moet groeien: problemen herkennen en zelf tactisch bijsturen. Dat zou van mij en Koen moeten komen, niet enkel van de coach.”

Wie is voor jou de vervelendste tegenstander?

“Met Vázquez heb ik veel moeite. Lichtvoetig, veel inzicht en zeer slim in het vrij lopen. Een onderschatte speler.”

Vanaken versus Kristinsson

Eigenlijk ben jij pas volledig open gebloeid vanaf het moment dat Koen Persoons bij Lokeren naast jou kwam te staan. Een terechte vaststelling?

“Het was de samenloop van omstandigheden: een trainer die hard is en je tot het uiterste pusht en dan met Koen iemand gevonden met wie het klikt. Hij heeft dezelfde knokkersmentaliteit en dat hadden we op Lokeren lang gemist. Ook buiten het veld zoeken we elkaar op: we golfen af en toe, en van de zomer hebben we samen een weekje doorgebracht in Frankrijk.”

Als je vrienden bent buiten het voetbal, doe je ook meer voor elkaar op het veld?

(denkt na) “Zo had ik het nog niet bekeken, maar misschien wel, ja…”

In Sport/Voetbalmagazine gooide Peter Maes al eens rijkelijk bloemetjes naar jullie. “Mijn ploeg is maar zo goed als Killian en Koen zich voelen”, zei hij. Wat bedoelt hij daarmee?

“Dat wij het team op sleeptouw moeten nemen. Doen we dat niet, dan geven we een verkeerd signaal aan de rest.”

Het middenveld van Maes, bij alle clubs die hij trainde, is altijd zeer duidelijk: een controleur, een lopende man en een nummer tien. Die driehoek steekt structuur in het elftal.

“Dat is zo. En dat moet ook, omdat de drie aanvallers veel bewegingsruimte krijgen. Het is aan mij en de verdedigers om altijd in blok te staan als we balverlies lijden.”

Ook in balbezit is jouw rol cruciaal: er wordt altijd eerst naar jou gezocht om de opbouw op gang te brengen.

“De trainer wil altijd een verzorgde opbouw zien van achteren uit. We trainen daarom enorm veel op wat we moeten doen als Koen, Hans of ik vastgezet worden. We krijgen meer dan genoeg opties aangereikt om dat te omzeilen. Ik heb het wel zien evolueren hoe tegenstanders zich daarop instellen. Meestal kunnen we voorspellen hoe zij het zullen aanpakken en dan trainen we daar in de week vooraf specifieker op.”

Hans Vanaken lijkt minder in zijn sas dan begin vorig seizoen.

“Hij wordt nu kritischer beoordeeld, maar ik merk geen verschil met de Vanaken van toen. Als hij geen goal maakt of een assist geeft, zegt iedereen dat hij slecht speelt. Terwijl Hans op vele andere vlakken nuttig is: bijna altijd aanspeelbaar en een veilige haven voor de bal. Hij kan hem afschermen of die laatste pass trappen.

“Hans heeft alle kwaliteiten om een grote te worden. Ik ben ervan overtuigd dat zijn transfer naar een grotere club er zal komen, alleen weten we niet wanneer.”

Als jonge speler bij Lokeren had je een grote boon voor spelverdeler Runar Kristinsson. Is zijn stijl te vergelijken met die van Vanaken?

“Ik schat Kristinsson toch nog iets hoger in. Voorlopig. Kristinsson was meer een klassieke nummer tien, met een touch of genius. Ik herinner me nog goed hoe hij hier eens iemand lanceerde met een hakje. (veert op en doet de beweging voor) We stonden allemaal met open mond te kijken.”

Je hebt ook nog het middenveld gedeeld met Besnik Hasi, nu hoofdtrainer bij Anderlecht.

“Een toffe ervaring. Hasi was een echte winnaar, zeer gepassioneerd, mondig, tactisch sterk. Toen al was duidelijk dat er een coach in hem zat. Telkens als ik hem tegenkom, is het weerzien hartelijk.”

Lievelingsspeler

Spelers die hun hele carrière bij dezelfde club blijven, zijn een rariteit. Een keer stond jij dicht bij een vertrek. Net voor de periode-Maes begon.

“We hadden een slecht seizoen achter de rug en mijn contract liep af, vertrekken was dus een serieuze optie, ja. Maar Maes kon me overtuigen van zijn project, ook al had ik daar in het begin bedenkingen bij. Ik moest zelfs eerst lachen toen hij zei dat alles zou veranderen binnen de club. Dat had ik al net iets te vaak gehoord. Gelukkig was het deze keer wél zo.”

Zijn belangrijkste zet was wellicht het elimineren van sportief manager Willy Verhoost, die vele buitenlandse testspelers importeerde.

(knikt) “Toen voelde je dat er echt een andere wind waaide. Ik denk dat veel mensen binnen de club daarop zaten te wachten.”

Van de zomer vertrok topschutter Hamdi Harbaoui. Was de spelersgroep er even gerust in als de technische staf dat zijn vertrek niet nefast zou zijn?

“Dat wisten we inderdaad. Toen Hamdi midden vorig seizoen even op de bank belandde, merkten we dat het heel plezant voetballen is met een meer dynamische, bewegende spits. Misschien ligt dat ons zelfs nog iets beter, omdat het onze aanvallende spelers meer mogelijkheden biedt.”

Het belangrijkste is natuurlijk dat de architect aan boord blijft. Als Peter Maes genoemd wordt bij Genk, vraag jij, als aanvoerder, hem dan op de man af wat daar van aan is?

“Nú niet. Maar vorig seizoen hebben we hem wel met een select groepje spelers gevraagd wat er gaande was met Club Brugge, want die geruchten bleven maar aanzwellen. Als groep wil je dan ook duidelijkheid. De meesten zien Maes alleen als de schreeuwende coach langs de lijn, maar je zou ervan verschieten hoe rustig je met hem kan praten of lachen.

“Iedereen binnen de club weet dat Maes ooit andere oorden zal opzoeken. Maar de voorbije vijf jaar is hier een stevig fundament gelegd. Ik denk niet dat het kaartenhuisje dan zomaar ineenstuikt.”

Dat Maes een aangename gesprekspartner kan zijn, kunnen we beamen. Al blijft er toch wel altijd dat tikje onvoorspelbaarheid aan hem kleven.

(lacht) “Meestal weet je al genoeg wanneer hij ’s ochtends ‘goeiemorgen’ zegt. Zijn humeurigheid kan vele oorzaken hebben… De kans is natuurlijk groter na een slechte wedstrijd.”

Hij slaagde erin de voorzitter een nieuwe tribune te laten bouwen.

“Dat tekent de groeiende ambities. Eindelijk zijn we verlost van die lelijke reclamemuur.”

Tussendoor: klopt het dat Roger Lambrecht nooit een grote fan was van jou?

“Ik zal nooit zijn lievelingsspeler zijn, maar de waardering is wel gegroeid, denk ik.”

Hij snakt naar Europees voetbal. Ook voor jou staat er veel op het spel tegen Hull City. Je kunt eindelijk eens van de Europa League proeven.

“Na de uitschakeling tegen Viktoria Pilzen twee jaar geleden zat ik in zak en as. Ik had daar zo naar uitgekeken en we zaten er ook dicht bij. Achteraf gezien, hebben we wel een moeilijke tegenstander geloot. Pilzen eindigde in zijn poule zelfs voor Atlético Madrid.

“Wat het extra pijnlijk maakt, is dat vanaf volgend seizoen de bekerwinnaar rechtstreeks geplaatst is voor de poules van de Europa League. Net nadat wij de beker tweemaal in drie jaar op zak gestoken hebben. Om dood te vallen, toch? Nu ja, dan zit er maar één ding op: die beker een derde keer winnen.”

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN BELGAIMAGE

“Ik schat Runar Kristinsson nog iets hoger in dan Hans Vanaken. Voorlopig.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content