Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Bij AA Gent klimt Alin Stoica langzaam maar zeker uit een zwart gat. Hij heeft geleden, zegt hij, maar zijn felblauwe ogen staren ondertussen weer optimistisch richting toekomst, want : ‘Ik heb alles verloren, vanaf nu kan ik enkel nog winnen.’

A lin Stoica grapt. “Vroeger verweet men mij dat ik nooit lachte en nu krijg ik te horen dat ik niet mag lachen”, repliceert hij op de vraag van onze fotograaf om serieus in de lens te kijken. Het is een ontspannen Stoica die zich vlak na de kerstperiode aandient in het oefencomplex van AA Gent. Eerst wat stroef pratend, maar geleidelijk aan ontdooit de denkbeeldige iglo die de Roemeense balkunstenaar altijd om zich heen lijkt te bouwen. Tussen zijn ongeschoren kaken menen we zelfs af en toe een glimlach te ontwaren en aan het eind van het interview kunnen er zelfs enkele kwinkslagen en cynische grapjes af. Getuige hiervan bovenstaande openingsquote.

Hij is een gevoelsmens, die grillige talentvolle Roemeen, zoveel werd ons duidelijk na anderhalf uur praten. Iemand die warmte en vertrouwen nodig heeft en dat door zijn introverte karakter en nonchalance niet altijd krijgt en zal krijgen. Een vicieuze cirkel. Michel Louwagie, manager van AA Gent, beaamt : “Alin stuurde mij voor Nieuwjaar een sms met de beste wensen, dat typeert hem. Het is een introverte jongen, maar zeer attent en welopgevoed.” AA Gent werd uiteindelijk de club die Alin Stoica deze zomer (alweer) zijn laatste kans op rehabilitatie als profvoetballer gunde. Want het jonge Anderlechttalentje Stoica is ondertussen een volwassen kerel van 27 jaar, het stigma van eeuwige belofte stilaan ontgroeid en klaar voor de vergetelheid van de brede middelmaat. Zo leek het althans. Zijn verhaal is genoegzaam bekend. Na een knalseizoen 2000/01 met Anderlecht in de Champions League had Stoica de topclubs voor het uitkiezen, maar gesjoemel van zijn manager leidde uiteindelijk tot een pijnlijke vlucht naar aartsvijand Club Brugge. Daar ging het van kwaad naar erger, de ex-lieveling van de paars-witte aanhang kwam amper aan spelen toe, werd uitgefloten door zijn voormalige diehards, verloor met Jean Dockx en Michel Van Maele twee warme mensen die in hem geloofden, kwijnde eenzaam weg in de vestiaires van het Jan Breydelstadion, verkastte dan naar Italië, waar hij na drie maanden bij Siena alweer op de stoep stond. Keerde terug naar zijn vaderland, maar kreeg ook bij National Boekarest en Timisoara geen voet in het elftal. Baf-baf-baf. Klap na klap na klap. Maar aan Stoica leek niets te veranderen, hij bleef geloven in zijn talent en zijn beloftevolle carrière. En kijk, we zijn enkele maanden verder en de rehabilitatie van Alin Stoica werd ingezet. Gent bleef voor de winterstop twaalf wedstrijden ongeslagen en nestelde zich in de top drie. Mét de Roemeen als dirigent op het middenveld. Hij is tevreden. “Maar het is slechts licht aan het eind van de tunnel, de weg is nog lang”, nuanceert Stoica. Om er in één adem de gekweldheid van een genie bij bloot te leggen : “Sowieso zal ik nooit meer volmaakt gelukkig kunnen zijn, daarvoor liet de donkere periode in Roemenië te diepe littekens na in mijn hart.”

Op welk moment precies besefte je dat je weer weg moest uit Roemenië ?

Alin Stoica : “Ik zat bij Timisoara, een ambitieuze club, maar toen ik zag hoe het eraan toeging en dat ik geen kans kreeg om me te manifesteren, besloot ik weer naar België te komen. Weet je, terugkeren naar Roemenië was de tweede grote blunder in mijn carrière ( weggaan bij Anderlecht was de eerste, liet Stoica zich in eerdere interviews al ontvallen, maar dat wil trainer Georges Leekens liever niet meer gehoord hebben,nvdr).”

Bij National en Timisoara was het de eerste maal sinds je jeugdjaren dat je in de Roemeense competitie actief was, gaf dat een vreemd gevoel ?

“Voor ik destijds naar Anderlecht vertrok, speelde ik één wedstrijd met Steaua Boekarest in de eerste klasse. Ik was zestien jaar. Het was wel bizar om nu op latere leeftijd weer in Roemenië te spelen, want de meeste voetballers van mijn leeftijd vertrekken dan naar het buitenland, terwijl ik er net aankwam. Het probleem is dat geen enkele Roemeen die naar zijn vaderland terugkeerde succes kende. Veel heeft te maken met jaloezie, bovendien had ik dan ook nog eens de pech de zoon te zijn van een voormalige voetbalvedette. Makkelijk was het dus niet en dus koos ik ervoor om weer te vertrekken.”

Woog het verleden van je roemrijke vader, Tudorel, te zwaar op je schouders ?

“Niet echt, maar ik merk wel dat mensen me daardoor anders bekijken. Mijn vader was een grote voetballer ( ster van Steaua Boekarest,nvdr), daar kan ik niets aan doen, dus daar moet ik me bij neerleggen. Het probleem is gewoon dat ik al mijn hele leven te vriendelijk ben geweest. Dat komt omdat in mijn opvoeding respect en waardigheid centraal stonden. Achteraf bekeken ben ik daarvoor boos op mezelf, dat ik nooit heb gereageerd op mensen die in de pers roepen dat ik niet train of onvoldoende loop. Al die geruchten kloppen niet. Ik heb trouwens nog een Sport/Voetbalmagazine van in augustus in mijn wagen liggen waarin grote vraagtekens bij mijn transfer naar Gent geplaatst worden. Waarom moet dat ? En in de Franstalige Sport/Footmagazine stond geschreven dat ik tien jaar van mijn carrière vergooide. Hoezo ? Heb ik dan als jonge gast nooit gespeeld, of wat ? Ook het geval in Lommel ( oktober 2001,nvdr) werd weer boven gehaald, toen ik na dertig minuten geblesseerd een wissel vroeg en men twijfelde aan mijn oprechtheid. Dat zijn zaken die men erbij haalt om toch maar iéts te vinden tegen mij. Tegen Real Madrid toen, enkele dagen na mijn forfait op Lommel, speelde ik toch ook niet ? Waarom zou ik zo een topaffiche laten schieten, denk je ? Hoe durven ze mij dan van komedie betichten ? Dat doet pijn. Als je al die kritiek leest, denk ik soms : mais putain, heb ik dan al die jaren niets bewezen ? ! Omdat ik een deftige opvoeding kreeg, reageerde ik niet. Helaas moet ik vaststellen dat die houding mij zelden geholpen heeft, integendeel, ik verloor alles. In de meeste gevallen probeerde ik eerlijk te zijn, maar uiteindelijk bleek ik volgens de kranten diegene te zijn met het slechte karakter.”

Je volgt blijkbaar wel nauwgezet wat er over je gezegd en geschreven wordt ?

“Pfff, ça me fait ni chaud, ni froid. Ik weet goed genoeg welke stommiteiten ik in het verleden beging, daarvoor heb ik de anderen niet nodig. Dat ik in België niet helemaal slaagde en naar Roemenië moest terugkeren, was mijn eigen fout, dat besef ik, maar ik blijf erbij dat ik te braaf was. Dat zal veranderen.”

Zit er een andere Stoica voor ons ?

( twijfelt) “Ik heb veel geleden, ja. De waarheid ligt op het veld en daar moet ik nu maar eens zorgen dat ik het vertrouwen niet beschaam van de mensen die nog in mij geloven. Maar ik wens het mijn ergste vijand niet toe om te lijden zoals ik dat moest. Als ik hier slaag, wordt dat de grootste triomf in mijn leven. Ik zal er alles aan doen, zodat ik later met een gerust gemoed kan terugblikken op mijn loopbaan.”

Jaren verprutst

Heb je dan zo geleden ?

“Natuurlijk, hoe zou jij reageren als er voortdurend slecht over je gepraat wordt ? Als men zegt dat je de ploeg kapot maakt en dat je een slecht karakter hebt… terwijl dat niet zo was. Ik heb veel jaren verprutst, minstens vier of vijf jaar van mijn leven. Maar misschien blijkt later wel dat ik mijn carrière pas echt lanceerde door nu naar België terug te keren. On ne sait jamais. Dat zullen we op het veld wel tonen.”

Ik zag op het internet beelden van je op de Roemeense televisie, het was een interview vlak na een wedstrijd. Je oogde heel anders dan hier…

“Logisch ook, ik kon me er in mijn moedertaal uitdrukken. Bovendien ben ik veranderd. Ik heb in mijn leven alles verloren, ik kon op mijn twintigste in een grote club spelen, maar in de plaats daarvan liep het helemaal mis. Nu kan ik enkel nog winnen in het leven. Alles blijft mogelijk, ik ken spelers die pas op hun dertigste een belangrijke transfer realiseerden. In de eerste plaats wil ik bij Gent bewijzen aan Europa en aan de mensen die van me afwilden dat ik nog besta.”

Beleef je nog steeds plezier aan voetballen ?

“Het plezier heb ik nooit verloren, wél mijn vriendelijkheid. Ik werd door sommige mensen bijna levend begraven. In Roemenië ging ik door zeer moeilijke periodes, sommige ploegmaats vroegen zich af hoe ik nog in staat was om te komen trainen. Sommige dagen deed ik de gordijnen van mijn appartement dicht en lag ik bijna een hele dag in het donker. Misschien was het een teken van God om me nadien het echte geluk te leren zien. Familie, kinderen,… de traditionele waarden. Normaal gezien praat ik niet graag over die zaken, ik spreek liever met mijn voeten, maar misschien is het niet slecht om de mensen eens die andere kant van mij te laten kennen. In slechte momenten is het je familie die voor je klaar staat. Maar ik wist wat ik misdaan had en wilde daar alleen over nadenken. Bon, het behoort nu tot het verleden, maar ik draag die zwarte periode voor altijd in mijn hart. Ik zal nooit meer volmaakt gelukkig worden. Ik ben nu aan de betere hand, ik zie licht aan het einde van de tunnel, maar de weg is nog lang.”

Had je in Roemenië geen vriendinnetje dat je kon bijstaan ?

“Zelfs al had ik een vriendin, je moet zelf met je demonen omgaan. Ik ging vaak wandelen om na te denken. Maar ik verloor nooit mijn optimisme. Ik redeneerde dat ik altijd correct ben geweest tegen mijn naasten en dat God me daar ooit wel voor zou belonen. God geeft enkel aan winnaars een laatste kans. Of ik dat ben, zal ik nu moeten tonen bij Gent.”

Dus je geeft wel toe dat dit een laatste kans is ?

“Ik ben er 27, ik heb dus nog wel enkele jaren te goed. GheorgheHagi kende zijn beste jaren bij Galatasaray, toen hij de dertig gepasseerd was.”

Voor ik het vergeet : Roemenië trad een week geleden toe tot de Europese Unie, een belangrijke stap voor het volk, neen ?

Ah oui oui, het was groot feest, iedereen tevreden. We moeten echt afwachten hoe het allemaal zal evolueren, je kunt niet meteen grote veranderingen verwachten. De toetreding is een goede zaak om vooruitgang te boeken, maar ik heb het niet van nabij gevolgd. Politiek interesseert me niet bijster veel. Ik voel me trouwens voor de helft Belg. Ik heb oudjaar gewoon bij mijn familie gevierd, rustig.”

Wat herinner je je nog van het Roemenië uit je jeugd ?

“Dat was het communistische Roemenië, maar ik was nog jong, dan trek je je weinig aan van politiek. Er veranderde ondertussen al veel in positieve zin, Boekarest werd helemaal verbouwd en gemoderniseerd. Maar het grote probleem van mijn land blijft dat er geen middenklasse bestaat : ofwel ben je arm ofwel ben je rijk. In het communistische Roemenië had je geen computers, internet of playstation. Dat interesseerde me toen al niet en nu zeker niet. Mijn vader pakte me al van kindsbeen af mee naar de trainingen. Ik ben opgevoed in een voetbalgezinde familie : mijn vader, mijn neef, mijn oom, ze speelden allemaal op hoog niveau. Mijn jeugd was de mooiste tijd van mijn leven. Voor iedereen, denk ik. Je moet je om niets bekommeren, alles lijkt zo onschuldig en je moet enkel naar school gaan en voetballen.”

Stoica loopt niet

27 jaar, dan ben je geen beloftevolle jongere meer. Gaat een mens dan al wat meer mijmeren over de gemiste kansen in zijn leven ?

“De klappen die ik kreeg hebben me sneller volwassen gemaakt. Onlangs na de gewonnen wedstrijd tegen Anderlecht zei een of andere analist op Studio 1 over mij dat ik het nog altijd niet begrepen had, omdat ik de fout nog altijd van mij zou afschuiven. Allemaal flauwekul. Of Stoica veranderd is of niet, dat laat ik aan het oordeel van anderen over. Ik stel enkel vast dat het nooit goed is. Vroeger zweeg ik en was ik arrogant en nu vertel ik de waarheid en is het weer niet goed. Ik begrijp er niets meer van.”

Slechts één kritiek keert altijd terug : Stoica loopt niet, of enkel als hij zin heeft.

Je ne comprends pas ça. Hoe verklaar je dan dat ik met Anderlecht zo goed kon presteren in de Champions League ? Ik scoorde in de campagne van 2000/01 vier keer, ik was samen met Tomasz Radzinski topschutter van de ploeg. Tegen zulke Europese toppers scoor je niet als je niet loopt, geloof me.”

Akkoord, maar dat is het net, je kunt je enkel opladen voor de topmatchen.

( begint zich op te winden) “Als je niet goed traint of zelden loopt, kan je niet ineens uitblinken in een topwedstrijd, hoor ! Dat zeggen alleen imbecielen, mensen zonder verstand van voetbal. Er zit geen enkele logica in wat men mij aanwrijft. Als je niet behoorlijk je conditie onderhoudt of meetraint, kan je onmogelijk goed spelen tegen de Engelsen, Italianen of Spanjaarden. Daarvoor moet je fysiek in orde zijn.”

Meeverdedigen is niet enkel een kwestie van conditie, ook van mentaliteit.

Mais non ! Zelfs als je wil lopen, moet je toch fysiek in orde zijn ? ! Ik ben een voetballer die vooral op zijn techniek teert, dat klopt, maar denk je dat je om te dribbelen of om openingen te creëren niet conditioneel in orde moet zijn ? ! Zonder versnelling ga je geen tegenstander voorbij.”

Vroeger verklaarde je nochtans dat een speler met talent er altijd wel komt, daarmee zeg je eigenlijk : een talentvolle speler moet er niet te veel voor doen ?

“Wat ik daarmee eigenlijk bedoelde, was dat een speler zonder talent altijd veel zal moeten lopen, omdat dat het enige is dat hij heeft en omdat hij nooit talent zal bezitten. Als een talentrijke speler ook goed traint, kan hij alleen maar beter worden, want het talent zal hij nooit verliezen. Dus mensen die beweren dat ik niet loop, kennen er niets van. Hoe kan ik anders uitblinken tegen de beste ploegen ter wereld ? De laatste jaren heeft Anderlecht niets meer klaargemaakt in de Champions League, waar ligt dat dan aan ?”

Je durft dus oprecht zeggen dat je tegen Lommel evenveel moeite doet als tegen pakweg Real Madrid ?

“Dat je klaar bent voor de grote matchen en niet voor de kleintjes, dat kan toch niet ? Een voetballer is altijd klaar om te spelen.”

Dany Verlinden : een grote meneer

Het huidige middenveld van Gent staat zo sterk door zijn hechte blokvorming en het vele bewegen zonder bal. Voel je je daarin al thuis ?

“Ik speel op mijn favoriete plek : centraal en met een beetje vrijheid. Ik probeer slim positie te nemen, voorlopig draait het goed, maar het kan nog beter. Geef me nog wat tijd.”

Blij dat je weer in België bent ?

“Natuurlijk, want hier kom ik weer aan voetballen toe. Bovendien ondervind ik weinig aanpassingsproblemen, aangezien ik hier al zo lang leefde. Dat was trouwens een belangrijk argument om opnieuw voor België te kiezen.”

Yannis Anastasiou is een goede vriend van je, heb je buiten hem nog veel vrienden uit je Anderlechtperiode overgehouden ?

“De ploeg is sterk veranderd, maar ik heb nog geregeld contact met ploegafgevaardigde Pierre Leroy.”

En van Club Brugge ?

“De persoon met wie ik het best overeenkwam, is er niet meer. Michel Van Maele ving me op toen ik er aankwam, na zijn dood bleef ik er een beetje alleen achter. Ik ben blij dat ik een warme mens als hem heb mogen kennen. Ook Dany Verlinden beschouw ik als een grand monsieur. Een man met een groot hart, dat voelde ik meteen. En ook aan Trond Sollied bewaar ik goede herinneringen, een uitstekende trainer. Dat ik weinig speelde, lag niet aan hem. Van de huidige ploeg hoor ik enkel Bosko Balaban nog af en toe.”

Je goede vriend Walter Baseggio voetbalt ondertussen al ruim een jaar in Italië, waar jij het amper drie maanden vol hield bij Siena.

“Italië was een aparte belevenis. Na Club Brugge had ik gehoopt op wat speeltijd, maar dat lukte niet. Siena was een club die tegen de degradatie vocht, hun spel berustte op kracht en inzet. Ik geef gerust toe dat Siena geen succes was, maar ook daar deed ik weer nieuwe ervaringen op.”

Je speelde geen enkele wedstrijd.

“Geen enkele officiële wedstrijd, wel twee oefenduels.”

Werd je eer dan niet gekrenkt ?

“Natuurlijk deed dat pijn, maar wat wil je dat ik op zo een moment doe ? Mezelf van kant maken ?”

In Gent werk je aan je rehabilitatie onder Georges Leekens, een trainer die weet hoe je iemand vertrouwen moet schenken.

“Hij weet in de eerste plaats hoe je van een groep individuen een hechte ploeg moet maken. Hij creëert een sfeer waarin iedereen voor elkaar wil werken.”

Voor je hier tekende, moest je fysieke tests ondergaan en ook in je contract werden voldoende uitwegen ingebouwd voor het geval je hier zou mislukken. Toch kwam je.

“Ik had geen schrik van die fysieke testen, ik trainde in Roemenië al anderhalve maand met een persoonlijke conditietrainer.”

Bij Roda JC werd eerder deze zomer nochtans een transfer in laatste instantie afgeblazen. Je wilde geen proefperiode afleggen en je stelde ineens bijkomende financiële eisen.

“Geen van die beide beweringen klopt. Dat de deal afsprong, berustte louter op een misverstand en een gebrek aan communicatie. We besloten de transfer af te blazen, maar Huub Stevens heeft me nadien nog gebeld en tussen ons bestaat er geen enkel probleem.”

Voor spelersmakelaar Paul Courant, een vriend van de familie, je bij Gent aanbood, was er even sprake van Standard. Hoe concreet was dat ?

Johan Boskamp polste eens, maar dat was alles.”

Toen je bij Gent aankwam, dropte Leekens je meteen in de ploeg, maar na drie wedstrijden verdween je naar de bank. Pas vijf wedstrijden later kreeg je weer een kans. Dacht je toen niet : het zal weer niet lukken ?

“Voor een voetballer is het altijd frustrerend als je op de bank moet zitten, dat lijkt me normaal als je je beroep niet kunt uitoefenen, neen ? Maar net tegen Anderlecht kwam ik weer boven water. Leekens praatte in die periode veel op me in. Dat was belangrijk om rustig te blijven in mijn hoofd.”

Vond je dat hij gelijk had om je op de bank te zetten ?

“Ik vond dat ik het niveau haalde om te spelen en mentaal was ik zeker klaar, maar jammer genoeg mag de trainer slechts elf spelers opstellen.”

Wat kan jij Gent bijbrengen ?

“Ik wil mezelf niet beschrijven, iedereen kent mijn kwaliteiten ondertussen wel.”

Ken je Mbark Boussoufa ?

“Ik heb hem amper zien spelen. Maar naar ik hoorde heeft hij veel kwaliteiten.”

Hij speelt nu bij Anderlecht en jij bij Gent, vind je dat niet treffend ?

“Hier verwijzen ze graag naar Boussoufa, ik hoop dat ze bij Anderlecht misschien ooit zeggen dat hij de nieuwe Stoica is. In een grote club moet je er altijd staan en moet je altijd winnen, daar zal hij nog aan moeten wennen.”

MATTHIAS STOCKMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content