Het gaat momenteel dan wel niet zo goed met Liverpool FC, maar Jovanovic zelf vindt steeds beter zijn draai op Anfield Road.

Ik vroeg zes maanden geleden de Belgische nationaliteit aan”, verrast Milan Jovanovic meteen. “Ik heb in mijn leven al veel gereisd en ik kan je verzekeren dat België een uniek land is. Het is mijn tweede vaderland. Ik heb er alles aan te danken: mijn carrière, mijn transfer naar Engeland, alles. Ik koop er zeker nog een appartement. Op het einde van het jaar ga ik voor enkele dagen naar Luik. Ik heb nood aan een paar dagen vrij met mijn Luikse vrienden.”

De 29-jarige Jovanovic oogt scherp. “Mijn vrouw en kinderen zijn nog steeds in Novi Sad. Mijn zoontjes worden in Engeland immers pas vanaf hun derde op een kleuterschool toegelaten. Ik mis hen zeker wel, maar het is momenteel gewoon de beste oplossing.”

Om het met de woorden van de Beatles te zeggen: ‘ All you need is love’, Milan?

Milan Jovanovic: ” Maybe, my friend, maybe. Ik moet toegeven dat ik het hier in het begin best wel moeilijk heb gehad. Ik ontdekte hier een nieuwe speelwijze, een andere competitie, een mij onbekende maar zeer interessante mentaliteit en een club die compleet verschillend is van Standard. Na een aanpassingsperiode van drie maanden kan ik nu met een gerust hart zeggen dat ik me beter voel. De ommekeer kwam er in de Europa Leaguewedstrijd tegen Napels. Je zult me niet horen zeggen dat ik de perfecte wedstrijd speelde, maar het was wel weer de Jovanovic van bij Standard en de nationale ploeg. Ik beschik over het potentieel en het talent om het te maken in de Premier League. Ik zal slagen bij Liverpool. Je mag niet vergeten dat mijn club een moeilijke periode doormaakt: een nieuwe trainer, nieuwe spelers en ga zo maar door. Ik kwam bij de club op een moeilijk moment en dat heeft mijn integratie er niet bepaald makkelijker op gemaakt.”

Natuurlijke aanvalsdrift

In welke zin was Napels een scharniermoment in jouw integratie?

“Ik voelde me na de wedstrijd in elk geval een stuk frisser in het hoofd. Ik voelde me bevrijd. In mijn eerste wedstrijden voor Liverpool probeerde ik me vooral aan de opdrachten te houden die de coach me oplegde. Ik was voornamelijk bezig met mijn verdedigende taken en probeerde zeker geen tactische fouten te maken. Ik legde geen enkel risico meer in mijn spel. Dat was niet de echte Jovanovic. Mijn spel bestaat nu eenmaal uit het proberen van dribbels die niemand anders aandurft. Tegen Napels vervulde ik mijn defensieve opdracht én toonde ik voor het eerst weer mijn natuurlijke aanvalsdrift.”

Je kwam naar Liverpool op vraag van de vorige trainer, Rafael Benítez. De huidige, Roy Hodgson, kent jou toch minder goed, niet?

Hodgson kent me maar al te goed. Ik zal je zelfs meer zeggen: hij wilde me al toen hij nog trainer was van Fulham. Tijdens het WK zat hij als analist bij een bepaalde televisiezender en volgde hij onder meer Duitsland-Servië. Ik vond het destijds erg leuk dat Benítez me er zo graag bij wilde, maar ik tekende bij FC Liverpool, niet bij FC Benítez. Coaches veranderen nu eenmaal van club. Ik ben naar Liverpool gekomen omdat het een legendarische club is waar er telkens een fantastische sfeer heerst in het stadion. Wat mij betreft, zijn Liverpool en Juventus de twee meest kolossale clubs ter wereld.”

De meest kolossale?

“Ik zeg ‘kolossaal’ omdat ik niet ‘de grootste’ wil zeggen. Ik weet wel dat er grotere clubs zijn, maar clubs die mythischer zijn dan Juventus of Liverpool zul je niet vinden. Beide clubs hebben supporters over de hele wereld. Anfield Road leeft echt voor zijn team. We zijn als het ware een grote familie van 50.000 mensen en ik ben trots dat ik daarvan deel mag uitmaken. De supporters zijn momenteel niet bepaald tevreden met het geleverde spel, maar ze staan er wel elke week. Ze kunnen het geduld opbrengen omdat ze weten dat Liverpool altijd weer op zijn pootjes terechtkomt. Dat is uniek in de voetballerij en dat waardeer ik enorm.”

Genie Gerrard

Speelt Hodgson niet defensiever dan Benítez?

“Dat weet ik nog zo niet. Alles is hier in Engeland defensiever en voorzichtiger dan ik het verwacht had. Ik neem aan dat Benítez ook verdedigend speelde als het nodig was. Hodgson koos voor een 4-5-1 met Fernando Torres als diepe spits. Fernando heeft zijn oude niveau trouwens bijna weer te pakken.”

Was je verrast door de transfer van Joe Cole?

“Neen, waarom?”

Omdat hij op jouw voorkeurspositie speelt en jouw shirtnummer heeft ingepikt.

“Die plaats of dat shirtnummer zijn niet van mij alleen, hé. Joe Cole is een grote speler die op meerdere posities uit de voeten kan. Dat geldt ook voor mij. Ik zou natuurlijk wel liever iets hoger mogen spelen, maar ik vervul hier ook mijn defensieve taken. Het komt er nu op aan dat iedere speler zich uit de naad werkt voor zijn ploegmaats. Als de ploeg weer op volle toeren draait, zal het voor iedereen makkelijker voetballen worden. Ik wacht nog op het moment waarop ik het verschil kan maken. En dat moment komt steeds dichterbij. Ik maak me geen zorgen. Ik ken het klappen van de zweep intussen wel. Ik weet dat je kunt mislukken bij een grote club en toch kunt slagen bij een andere club. Alberto Aquilani bijvoorbeeld, die kostte Liverpool ettelijke miljoenen en hij heeft zich hier nooit kunnen aanpassen. Hij werd uitgeleend aan Juventus en daar vond hij zijn beste voetbal terug. Zulke zaken gebeuren nu eenmaal in het voetbal. Maar ik voel me hier uitstekend. Ik kom goed overeen met Fabio Aurelio en ik voel ook het genie steeds beter aan.”

Het genie?

“Ja, Steven Gerrard is een genie. Ik speelde al eerder samen met erg goede voetballers, maar hij is de allerbeste. Je zou hem eens aan het werk moeten zien tijdens de trainingen. Dat is … Ik heb er geen woorden voor.”

Probeer toch maar eens.

“Gerrard speelt zuiver. Hij geeft de bal op het juiste moment, hij infiltreert, hij temporiseert als het moet en speelt snel als het kan. Nooit te vroeg, nooit te laat. Zijn positiespel is fenomenaal en hij heeft dan ook nog eens een techniek van 24 karaat.”

Nu ben je wel erg gul met complimenten.

“Omdat hij het verdient. In elke linie barst het van de talentvolle spelers. Torres, Cole, Dirk Kuijt, Maxi Rodríguez, Paul Konchevsky, Pepe Reina, Jamie Carragher, Sotirios Kyrgiakos, Raul Meireles, Ryan Babel en zo kan ik nog wel even doorgaan.”

Een van de beste contracten

Hoe verklaar je dan dat een team met zulke spelers (voorlopig) alleen in de Europa League wedstrijden weet te winnen?

“In de Europa League hebben we al geluk gehad, dat was in de Premier League nog niet het geval. Op het allerhoogste niveau is het verschil tussen de clubs echt wel minimaal. Veel hangt af van de mentale sterkte en vaak worden wedstrijden beslist door een tactisch detail. Een Europees team zal veel makkelijker winnen van Liverpool of Arsenal dan van pakweg Sunderland of Bolton. Ik maak me sterk dat het Standard van de twee titels – in 2008 en 2009 – in de top zes van de Premier League zou eindigen.”

Dat kun je niet menen!

“Natuurlijk wel. Dat geldt trouwens ook voor Anderlecht. De Jupiler Pro League wordt ten onrechte beschouwd als een competitie waarin het vooral om duelkracht en inzet draait. Het Standard waar ik het over heb, behaalde een gelijkspel in Liverpool, schakelde Everton uit en zette nadien nog enkele straffe resultaten neer. De Premier League barst van de talentvolle Belgische spelers. Je hebt Vincent Kompany die bij Manchester City bewijst dat hij een van de beste verdedigers van de Premier League is. Er is mijn goede vriend Marouane Fellaini – met wie ik trouwens dringend nog eens moet afspreken – en de uitmuntende Thomas Vermaelen. En dan heb je nog Moussa Dembéléen Jelle Van Damme die …”

… in januari misschien wel aan Anderlecht wordt verhuurd.

“Is dat zo?”

Er was ook sprake van een soortgelijke deal voor jou.

“Die geruchten heb ik ook gehoord, maar ik denk niet dat die deal zal doorgaan. Ik heb naam gemaakt in België en ik kan alleen maar zeggen dat zulke complimenten mij goed doen.”

Je zit dus niet een heel klein beetje met je gedachten bij Anderlecht?

Liverpool, only Liverpool. Ik denk alleen aan Liverpool, maar ik weet uiteraard niet wat er in de toekomst zal gebeuren. In de voetballerij kan alles van vandaag op morgen omslaan. De reiskoffer van een profspeler staat altijd klaar. Maar ik heb hier wel een contract van drie seizoenen en ik heb enorm veel zin in de sportieve uitdaging die Liverpool is. Ik blijf hier omdat ik geen opgever ben. Al wat ik hier beleef, is een cadeau voor mij …”

… en voor Standard. Dat verhaal hebben we al vaak gehoord.

“Ik denk het nochtans echt.”

Herman Van Holsbeeck zal het niet graag horen dat je bij Liverpool wilt blijven.

“Ik weet dat ze me in Anderlecht naar waarde schatten. En daar ben ik trots op. Net zoals ik trots ben op de herinneringen die ik heb nagelaten in België. Ik apprecieer het ten zeerste dat Anderlecht diep in de geldbeugel wilde tasten voor mij. Anderlecht wordt ook in het buitenland als de meest prestigieuze club van België beschouwd, maar je moet mijn standpunt begrijpen. Ik heb nu een van de beste contracten van heel Liverpool. Daar kon ik niet zomaar neen tegen zeggen. Ik hou van Anderlecht. Mbark Boussoufa is een grote speler en – ook al lees ik de kranten zelden – ik weet dat Arsenal, Tottenham en Chelsea Romelu Lukaku van zeer dichtbij volgen. Als hij komt, weet ik zeker dat hij het hier goed zal doen. Ik heb ook vernomen dat Olivier Deschacht geopereerd is. Ik zou hem eens moeten opbellen.”

Geen stokken in de wielen

Hoe kijk je nu terug op Standard?

“Standard is mijn club. Daar voel ik me thuis. Ik ben een echte Standardman en voor een andere Belgische club spelen zou me dan ook zwaar vallen.”

Mémé Tchité heeft daar veel minder problemen mee. Die speelde eerst bij Standard, later bij Anderlecht en is nu terug op Sclessin.

“Zoals ik al zei: in voetbal weet je nooit waar je terechtkomt. Standard is een club die spelers opleidt en andere spelers een tweede kans geeft. Steven Defour en Axel Witsel worden ook vaak genoemd in Engeland. Steven kan misschien zelfs naar Manchester United. Waarom niet? Ik heb fantastische momenten beleefd bij Standard. Vergeet niet dat ik als testspeler bij de club ben gekomen. Ik ben er geslaagd dankzij de steun van de club en van Milan Rapaic. Hij heeft me enorm goed opgevangen. En Standard …”

… heeft jou niet eens een deftig afscheid gegeven.

“Dat is waar en daar was ik op het moment zelf niet blij mee. Maar ik neem aan dat dat nog wel geregeld zal worden.”

Denk je dat je een beter afscheid gekregen zou hebben als je naar een Italiaanse club gegaan zou zijn – zoals Lu-ciano D’Onofrio het voor je geregeld had.

“Vergis je niet. Ik hou van de Italiaanse keuken, van het voetbal, van de cultuur, de mode en de manier van leven. Mijn vriend Milos Krasic is supergelukkig bij Juventus, maar ik tekende niet bij AC Milan omdat Liverpool me beter ligt. En Luciano D’Onofrio heeft me op geen enkel moment stokken in de wielen proberen te steken. Hij heeft alles gedaan om de grootste transfer van mijn carrière te helpen verwezenlijken. Hij kwam naar de uitreiking van de Gouden Schoen en hij heeft er – op mijn verzoek – voor gezorgd dat die zou worden uitgereikt door Paul Van Himst en Wilfried Van Moer. Lu-ciano blijft een vriend. Net zoals Pierre François trouwens.”

Je laatste seizoen was nochtans niet het gemakkelijkste.

“Dat klopt. Na mijn knieoperatie heb ik verschillende keren met pijn gespeeld. Ik heb toen het maximum gegeven. Ik heb me nooit gespaard. Als ik dat gedaan zou hebben, zou ik overigens nooit twee supercups, twee landstitels, een Gouden Schoen en de titel van Profvoetballer van het Jaar gewonnen hebben. Al besef ik nu wel dat ik toen meer met die transfer naar Liverpool bezig was dan ik wilde toegeven.”

Je leefde soms op voet van oorlog met Dominique D’Onofrio, is het niet?

“Ja, maar dat is normaal. Ik was op mijn tenen getrapt door iets wat hij in de media had verkondigd. Ik vermoed dat Dominique en Jean-François de Sart destijds meer van mij verwachtten, maar ik kon nu eenmaal niet beter op dat moment. Zulke periodes komen in elke spelerscarrière voor. Ik zou het leuk gevonden hebben als ze dat ook hadden ingezien. Maar goed, dat neemt niet weg dat ze goed werk hebben geleverd. Ze hebben er immers voor gezorgd dat we een mooie Europese campagne hebben kunnen afwerken.”

Dat is wel een heel mooi compliment van iemand die toch vooral het lievelingetje van Laszlo Bölöni was.

“Ik was van niemand het lievelingetje. Bölöni is een goede coach die ik nu nog meer waardeer dan destijds. Ik heb niet gewacht tot hij weg was bij Standard om mijn mening over hem te geven. Ik heb het alleen niet via de media gedaan, maar in de kleedkamer, waar de hele ploeg bij was. Als andere mensen dat liever op een andere manier doen, dan is dat hun probleem, niet het mijne. Je moet eerlijk zijn en toegeven dat Bölöni – voor hij fouten begon te maken – het werk van Michel Preud’homme goed heeft voortgezet. Ook hij trok de kaart van de jeugd en liet ons schitteren in Europa.”

Net zoals Standard loopt het ook bij Liverpool allesbehalve op wieltjes. Er wijzigt van alles aan de top van het bestuur.

“Daar heeft de spelersgroep geen last van. Als de supporters ‘You’ll never walk alone’ beginnen te zingen, komt het haar op mijn armen overeind. Dat is waar het in Liverpool om draait. And that’s just fabulous, my friend.

door pierre bilic – beelden: michel gouverneur (reporters)

“Anderlecht wordt ook in het buitenland als de meest prestigieuze club van België beschouwd.”

” Het Standard van 2008/09 zou in de top zes van de Premier League eindigen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content