Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Gilles De Bilde wil duidelijkheid op Anderlecht. ‘Een trainer die zegt: zo gaan we trainen, zo gaan we spelen. Experimenteren in de beginfase, oké, maar niet twee weken voor de competitie.’

Vorige week maandag op Anderlecht. Meer dan dertig graden, spelers klagen over vermoeidheid. Hugo Broos stuurt het programma bij. Geen namiddagtraining dan maar, in de plaats last de trainer een lange babbel over tactiek in. Daarin wordt er geanalyseerd wat er tot dusver goed en fout liep tijdens de voorbereiding. Aanleiding was het mislukte maar leerrijke experiment met een 4-3-3 en een 4-4-2 in Sedan. Offensief leverde het nauwelijks kansen op en defensief legde het lacunes bloot. De Franse eersteklasser won met 2-0. Eén week eerder had Anderlecht al met 2-1 van Metz verloren. Kopbrekens dus in Brussel, waar zeven à acht aanvallers strijden voor twee of drie plaatsen. Eén van hen is Gilles De Bilde, vorig seizoen met twaalf doelpunten de topschutter van Anderlecht. Na enkele kwakkeljaren heeft hij er zijn jaar van de hernieuwde aanpassing aan de top opzitten.

Met welk gevoel ben je de zomer ingegaan?

Gilles De Bilde: Met gemengde gevoelens. Ik had twaalf keer gescoord, voor mezelf een bevestiging dat ik nog steeds kan shotten. Ik was blij. Het totaalbeeld was anders. Ik zeg niet: ontgoochelend, maar toch: met te veel ups en downs. De ene keer goed, de andere keer héél slecht. Daarmee konden we niet tevreden zijn.

Toen de voorbereiding begon, stond Aimé Anthuenis nog voor de groep, maar zijn naam werd toen al gekoppeld aan de nationale ploeg. Heb jij ooit geloofd dat hij zijn contract in Brussel zou uitdienen?

In zijn plaats zou ik dit ook aanvaard hebben. Drie jaar Anderlecht is mooi, op deze manier afscheid kunnen nemen nog mooier, met in het achterhoofd wat er eventueel later kon gebeuren. Het ergens drie jaar volhouden, is tegenwoordig een beetje de limiet. Aimé verdient zo’n mooi afscheid.

Want inderdaad: stel dat je de start mist, dan is de druk pakweg midden september al heel groot. Daar vreesde jullie voorzitter ook voor.

Ik had niet het gevoel dat we niet langer samen verder konden. Aimé zelf ook niet, hij heeft nog zijn programma uitgelegd en we zijn eraan begonnen. Wel veelbetekenend was dat Michel Verschueren en Alain Courtois ons in de kleedkamer kwamen vertellen dat de kans groot was dat de trainer alsnog vertrok. Op dat moment wist ik dat het een kwestie van uren of dagen was.

Met welk discours deed Hugo Broos zijn intrede?

Niet bepaald met een discours, hij gaf gewoon wat zaken aan, hoe hij het zag. ( Lacht) De ene keer zo, de andere keer anders. De ene keer spelen we 4-3-3, een andere keer 4-4-2. De ene keer 4-4-2 met twee verdedigende middenvelders, een andere keer met één.

Is het verontrustend dat je vandaag, zo kort voor de competitiestart, nog niet goed weet hoe het moet?

Dat moet je de trainer vragen. Ik maak me nog niet ongerust, ik denk dat hij nog moet aanvoelen wie wat kan op welke positie. We hebben net een discussie van een uur gehad, waarin hij stelde dat er met beide manieren van spelen nog veel werk aan de winkel is. Op den duur weet je het niet meer als speler. Maak me morgen niet af als ik me vergis, maar mijn gevoel vandaag is dat hij lijkt af te stappen van de 4-3-3, omdat er te weinig aansluiting is en Clayton Zane dan op een eiland staat. Volgens mij zal hij er rap uit zijn.

Rap?

Als we dezelfde conclusies uit de wedstrijden trekken toch. Met deze spelers is een 4-4-2 beter. Ook al kan de uitvoering inderdaad beter. Het grootste gevaar is dat we hervallen in de fouten van vorig jaar. De trainer heeft deels gelijk als hij vindt dat er meer een blok moet worden gevormd. Iedereen moet in dezelfde richting denken, dat zou al een pak lacunes wegwerken.

Geen gemakzucht meer.

Misschien. We hadden het er net nog over. Het kan niet, zei hij, dat we het op dit niveau fysiek niet kunnen. Dus moet het ermee te maken hebben dat we het te licht opnemen.

En het heeft ook niks te maken met tactisch inzicht. Jullie weten allemaal wel waar je bij balverlies moet lopen.

Ik denk het wel, ja. We spelen nog te vaak met een blok vooraan, een blok in het midden en een blok achterin.En dan gebeurt het dat jongens voorin blijven hangen als de bal wordt verloren… Dat ziet hij ook wel, daar werkt hij ook aan en om die reden houden we ook deze tactische besprekingen. Hij praat, over hoe hij het ziet, wat hij wil, wanneer hij het wil. Hij is de hele tijd aan het woord, wij luisteren.

Hoe anders zijn de trainingen?

Zwaarder. Langer. Iedere training duurt zeker twee uur. Het is de eerste keer in zoveel jaar dat ik een volledige voorbereiding kan meemaken, en dit is, geloof me, de zwaarste in jaren. Na twee weken was ik stikkapot.

Dat mag in een voorbereiding.

Inderdaad. Alleen is het niet de bedoeling, denk ik, dat je in het begin van het seizoen nul op vijftien haalt en er pas nadien doorkomt. Ik denk dat dat hier niet geapprecieerd zou worden. Ik vind dat hij op dat vlak nu toch wat moet afbouwen. Ik zou niet graag op mijn tandvlees aan de competitie beginnen. Er waren momenten, dat durf ik bekennen, dat ik na de training thuis kwam en zo moe was, dat ik in mijn bed kroop. Dat is me nog niet vaak overkomen. Al dat lopen… In Engeland doen ze het ook, maar slechts twee weken. Hier zijn we al vier weken zo bezig. Hugo zag het programma van Aimé en zei: ik ga een paar aanpassingen aanbrengen. Lap, geen enkel weekend meer vrij. ( Lacht) Die nieuwe fysical trainer zullen ze nog eens ergens in een hoekje terugvinden.

Sta je scherper dan vroeger?

Nog niet. Ik heb meer tijd nodig om er te komen. Gilles De Bilde is een diesel geworden. Een CDI, misschien, maar toch een diesel. Eenendertig jaar, dat begint te tellen. ( Lacht) Erg om te zeggen, hé? Je lacht ermee, maar thuis komen en in je bed kruipen, dat doet vreemd aan, hoor. Andere jaren kon je na een matchke ’s avonds nog iets gaan drinken, nu niet. Ik heb de laatste weken veel moeten afzeggen.

Ben je ook minder snel dan vroeger?

De zuivere snelheid is afgebot, dat is een feit. Het korte draaien heb ik nog altijd, de versnelling eveneens, maar het aanhouden van die snelheid, dat wordt moeilijker. Wat wil je, ik ben al een ouwe. Maar de creativiteit is er nog, het inzicht ook, en de klasse. Zolang dat het geval is, hoef ik me geen zorgen te maken.

Ben je er al uit wat jouw positiewordt ?

Neen. Ik heb met de trainer een gesprek gehad tijdens de stage in Nederland, maar sindsdien niet meer. Mijn kwaliteiten liggen vooraan, misschien niet meer als diepste spits, maar ook niet op het middenveld. Ik tast toch nog wat in het duister wat betreft zijn bedoelingen. Wil hij me meer achteruit uitspelen, of in steun van een diepe spits? Ik weet het niet. Het ideale lijkt mij: als tweede aanvaller in een 4-4-2. Met Walter ( Baseggio, nvdr) eventueel in de rug en op de flanken twee jongens die naar binnen kruipen bij balbeverlies. Het mag niet de bedoeling zijn dat de buitenspelers hoog komen te staan en dat je 4-2-4 speelt.

Kolousek, het nieuwste objectief van Anderlecht op de transfermarkt, is ook linksvoetig en kan op dezelfde positie uit de voeten. Hij zou wel een werker zijn. Voel jij je aangesproken?

Ik denk dat hij meer een concurrent is voor Walter dan voor mij. Ik ken mijn kwaliteiten, ik hoop dat de trainer ze ook kent en dat ik word uitgespeeld op mijn sterkte punten. Dan zien we verder wel.

Twijfel je?

Neen, ik wacht op wat op me afkomt.

Hoe vlot de combinatie met Zane?

Ik heb nog niet veel met hem samengespeeld. Ik kan dus niet veel zeggen, behalve dat het gezien zijn lichaamsbouw makkelijk is om hem eens met een lange bal aan te spelen. Hij is sterk in het afschermen van de bal. Meestal speelde ik samen met Jestrovic.

Hou je er rekening mee dat je op de bank belandt?

C’est la vie. Ik zal vechten zoals ik al heel mijn leven heb moeten vechten voor mijn plaats. Ik weet wat ik kan en wat anderen niet kunnen. Mornar haakt niet af, Aruna niet, Jestrovic niet, Clayton evenmin. Maar het blijft afwachten hoe hij gaat spelen. Als je de boel gesloten moet houden, of op verplaatsing iets moet forceren, kan Anderlecht misschien opteren voor een 4-3-3, maar een zuivere 4-4-2 lijkt mij voor Anderlecht het beste. Je moet geen andere dingen gaan uitvinden. Voor het middenveld denk ik veeleer aan een ruit, met Walter als diepe en Yves als verdedigende centrale speler. En twee flanken die terugplooien, maar ook aansluiten en diep gaan als de bal in de hoeken komt.

Wie is jouw titelfavoriet?

De ploegen van vorig seizoen: Brugge, Genk, Anderlecht, eventueel Standard. Ik kijk benieuwd uit naar Genk, hoe zij met de druk zullen omgaan. Zij zijn dat niet gewoon.

Was Genk de bestevorig seizoen ?

Kwalitatief zeker niet. Individueel had Anderlecht meer in huis. Maar het is als ploeg dat je er moet staan, en dat was bij ons vorig jaar het probleem.

De fameuze kliekjesvorming, ook naast het veld.

Dat is een groot woord, in mijn ogen wordt dat altijd overdreven. Ik heb het nooit anders geweten, waar ik ook was. Bij PSV trokken de Belgen met elkaar op, in Sheffield trok ik op met de Nederlanders, hier zijn de Joegoslaven bij elkaar. Je merkt het dus overal. Maar als het op het veld wat minder loopt, wordt dat aangehaald als één van de voornaamste oorzaken. Volstrekte onzin!

Al dat individueel talent waar je het net over had, moet wel als ploeg op het veld willen samenwerken.

Het is de taak van de trainer om aan het beste concept te werken en iedereen in dezelfde richting te sturen. Anders stappen we zo het veld wel op en dan is het ook goed, want voetballen kunnen we allemaal.

Heeft Aimé Anthuenis daarin vorig seizoen gefaald ?

Gefaald…. ( Denkt na) Uiteindelijk is Aimé Anthuenis een heel brave mens. Niemand kan hem partijdigheid verwijten of wat dan ook, want een stommerik is Aimé zeker niet. Een ander type dan Boskamp, dat wel, want toen werd er bijna gevochten als het niet ging. Ieder zijn aanpak.

Vorig jaar werden de spitsen vaak gewisseld, maar jullie kloegen over een gebrek aan steun.

Ja.

Ben je daar weer bang voor? Als er in de 4-3-3 te weinig aansluiting is, krijgt Zane binnen de maand gegarandeerd het etiket van miskoop opgekleefd.

Juist daarom hebben we vandaag dit gesprek gehad. Die jongen kan wel degelijk voetballen. En de trainer moet ook voor zichzelf opletten, vind ik. In Anderlecht mag je niet slecht starten, want dan staat in september het mes op je keel.

Moeskroen was vaak beter in de terug- dan in de heenronde. Misschien is Broos wel een slow starter met zijn team.

Sorry, maar dat moet bij Anderlecht sneller. Achterin is het duidelijk: vier verdedigers. En net daarvoor één verdedigende middenvelder, dat is ook duidelijk. Het is met de rest dat hij nog puzzelt. Terwijl ik vind dat je twee weken voor de start van de competitie naar een vast systeem moet gaan. Eén ding lijkt mij duidelijk: ik denk dat ik in een 4-3-3 niet echt in de plannen sta. Het zij zo, maar dan moeten ze achteraf niet klagen dat er geen creativiteit is, dat er niet wordt gescoord. De spelers hebben hun verantwoordelijkheid op het veld, maar als ze moeten spelen op een manier dat het niet gaat… Je past je systeem aan aan de spelers, vind ik. Om het omgekeerde te doen, is het nu wat laat, vind ik. Misschien dat het volgend jaar kan. Maar dan nog, de mensen willen geen 4-3-3 zien. Mensen willen spektakel, creativiteit.

Is Anderlecht zijn identiteit aan het verloochenen?

Ja, af en toe heb ik dat gevoel. Maar heeft het ook niet te maken met talent en niveau, want ook dat gaat met de jaren achteruit. En deels misschien met het aanpassen van de filosofie van het huis. Maar het mag niet zo zijn dat het helemaal omslaat, vind ik. Het is niet omdat Zane erbij is, dat je plots van die 4-4-2 af moet stappen. Kijk maar naar de periode met Koller. Als Zane goed aangespeeld wordt, zal hij zeker zijn doelpunten maken. Maar de aanvoer moet er zijn. En de aansluiting.

Jij wil duidelijkheid.

Ja. Een trainer die zegt: zo gaan we trainen, zo gaan we spelen, op die manier. Dat je experimenteert in de beginfase, oké, maar niet twee weken voor de competitie. Pas op, ik ben geen trainer, versta me niet verkeerd. Ik vind het positief dat hij er met ons over praat. En de trainer heeft voor een stuk gelijk als hij zegt dat het van de spelers moet komen. Maar je moet ze wel op hun beste punten uitspelen, want een speler moet vertrouwen hebben. Dat je het Europees op verplaatsing met één spits aanpakt, kan ik begrijpen, je ziet het zo vaak. Maar drie kwart van onze wedstrijden zullen wij domineren – tenminste: zouden wij de baas moeten zijn, want vorig jaar waren er veel wedstrijden waarin dat niet het geval was.

Brugge verloor vijf keer in de voorbereiding. Iedereen zoekt.

Dat weet ik, maar in de competitie kan het snel keren. Het hoeft dus allemaal geen ramp te zijn, alleen mag je niet volharden in bepaalde dingen. Op dat gebied heeft onze trainer het geluk dat het minder snel moet dan vorig jaar. En dat het met het WK allemaal wat rustiger is: volgens mij zijn de journalisten nog met verlof. ( Lacht) Spelers en trainers zijn dan wat meer op hun gemak.

door Peter T’Kint

‘Mensen willen geen 4-3-3 zien. Mensen willen spektakel, creativiteit.’

‘De trainer is de hele tijd aan het woord, wij luisteren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content