Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Mindere resultaten en slecht voetbal doen geen goed aan de relatie tussen Anderlecht en Aimé Anthuenis. De spelers schuwen elk commentaar, de trainer verdedigt zich.

Officieel is het echter kalm. Als afleidingsmaneuver werd nog maar eens de beproefde strategie gebezigd, en dus werd er een op til staande transfer in de media gegooid. Gretig liet Michel Verschueren via zijn spreekbuizen horen dat volop over een terugkeer van Pär Zetterberg wordt onderhandeld. Twee jaar geleden was Roger Vanden Stock nog de enige die zich tegen het vertrek van de Zweed verzette, nu wil de club hem terughalen en de wereld mag het weten.

Officieel is het dus kalm, maar in de coulissen draait de geruchtenmolen hard. Franky Vercauteren had ruzie met Aimé Anthuenis, over tactiek en spelersselectie; de bestuurstop stelt zich dezelfde vragen en vindt dat de trainer zijn eigen spelers overbeschermt; de spelers zijn ontevreden over de behoudende aanpak van de wedstrijd in Brugge, en omdat hun pleidooi om Alain Stoica in te brengen niet werd gehoord… En dan zijn er de steeds terugkerende geruchten dat Anderlecht een andere trainer zoekt. Gaven de resultaten de coach tot dusver gelijk, nu ze minder zijn – niet geheel onverwacht na het vertrek van een aantal spelers vorige zomer – lijkt Anthuenis ondanks een contract tot 2004 geslachtofferd te worden.

Geen speler die er commentaar op geeft, laat staan ergens openlijk voor uitkomt. Dat er al ruim twee jaar spanningen zijn tussen Anthuenis en spelersgroep, dat geven ze schoorvoetend toe, “maar dat is toch niet nieuw ?” En is het dan in Brugge allemaal koek en ei ? En ja, ze hadden “het gevoel dat er meer in zat”, daar in Brugge. Club pak je aan door te durven voetballen, niet door afwachtend voor je goal te gaan liggen, want speculeren op een gelijkspel staat er gelijk aan verliezen.

r zijn vorige week herhaaldelijk parallellen getrokken met de Champions Leaguewedstrijden in Porto en PSV, waar Anderlecht met een gelijkaardige veldbezetting wél goed wegkwam. Met het nodige geluk, wordt dan echter meteen genuanceerd. Zelfs met de betere ploeg van vorig jaar had Anderlecht de titel verloren kunnen hebben, had het niet twee keer van Brugge gewonnen. Zo goed was het toen dus ook allemaal niet. Of, zoals een speler het zaterdag na de wedstrijd tegen Aalst stelde : “Het is al sinds januari van vorig jaar dat we niet goed spelen.”

Veel transfers, schorsingen en blessures, en geen veldbezetting : het is geen verrassing dat het spel zo slecht is. Want, zo geven de spelers toe, Anderlecht moet zich niet blindstaren op die strafschop in Brugge, ook in andere wedstrijden had het makkelijk punten kunnen verliezen.

Veel heeft te maken, zo geven ze toe, met het aanvaarden van de beperkingen van de ander. De Bilde en Aruna zijn voetballers van flitsen, mannen van de actie. En Stoica verdedigt niet graag. Bertrand Crasson : “Je kan daar op twee manieren op reageren. Zucht, Stoica verdedigt niet mee, we gaan weer voor vier moeten lopen. Of : Oef, hij staat in de ploeg, we gaan voetballen. Een mirakelploeg zal er dit seizoen niet meer komen, maar mits wat begrip… We zijn iets te makkelijk tevreden of schuiven de schuld iets te makkelijk door.”

Anderlecht mist op dit moment, naast dat begrip, ook honger en ambitie. Het is een algemene vaststelling die diverse mensen in de club maken. De arrogantie is weg. Spelers worden niet verhinderd om deel te nemen aan offensieve acties, maar doen het niet. Omdat, zo hoor je bij hen, ze niet zeker zijn dat hun defensieve opdrachten overgenomen worden. Dus blijven ze liever wat voorzichtig en laten ze het aan de artiesten om risico’s te nemen. Die dan op hun beurt klagen over steun.

ranky Vercauteren zegt “dat wij nooit hebben gezegd dat ze er niet mochten uitkomen, alleen is dat niet gebeurd”. Voor de rest geeft hij liever niet te veel commentaar, want er zijn de jongste tijd al te veel speculaties in de media gekomen, vindt hij. Ook over zijn relatie met Anthuenis.

“Er zijn punten waarop je van mening verschilt, dat is tweehonderd procent normaal. Ze zijn ook niet nieuw. Er worden opties genomen en als deel van het team moet ik daar achter staan. Voor de rest geef ik geen commentaar, want mijn woorden worden de laatste weken gebruikt, zelfs misbruikt. Zij die moeten weten wat er aan de hand is, weten het. Op dit ogenblik volstaat dat. Met Aimé heb ik geen ruzie, hij weet wat hij aan mij heeft, wat ik wil en wat ik niet graag heb. En dat zijn zaken waar ik het al van in het begin van het seizoen over heb, daar heeft Brugge niks mee te maken.”

Stoica of niet, het is géén discussiepunt ? Vercauteren : “Na Brugge was die vraag plots actueel, de voorbije vier weken niet. Terwijl we dezelfde problemen hadden, want tegen Lierse, La Louvière en GBA was het ook niet vlot of mooi. In de staf onderkennen wij de problemen al weken.”

Mist het elftal arrogantie ? Vercauteren : “Ook dat is van in het begin meegesleurd. Er is maar één onnozelaar die gezegd heeft dat we moesten gaan voor de titel. Ik heb daar altijd in geloofd. Anderen vonden dat het niet kon, dat we geen prijs zouden halen… In Anderlecht voetbal je altijd voor het hoogste, zowel qua resultaat als qua manier. Ik zie niet in waarom we al in paniek zouden moeten raken. Dat wij misschien meer punten zouden moeten hebben, of anders zouden moeten spelen, is iets anders. Het gaat erom dat je ambitie moet hebben, maar dat was er in het begin niet bij sommigen. Vorig jaar in de Champions League zijn we ook een paar keer ontsnapt, op Porto en op PSV konden we buiten liggen. De kritiek die er nu komt, vind ik dan ook logisch voor een club als Anderlecht.”

k hoef niet meer zo nodig met zijn kop in de krant”, zegt Aimé Anthuenis, maar op de kritiek wil hij wel reageren. Ze kwam er na Brugge, gevoed door de uitslag, begrijpt hij.

“Blijft het 0-0, dan is wat nu slecht is misschien zeer goed, al ben ik het met u eens dat we ook dan niet blind mogen zijn voor de gebreken. Als trainer kan ik met die wedstrijd niet tevreden zijn, omdat er alleen een goede defensieve organisatie te zien was. Het offensieve kwam er niet uit. Iedereen weet zeer goed dat gevraagd was om niet op de zestien meter te kruipen, maar eruit te komen. Dat is niet gebeurd. In andere omstandigheden, in Porto en PSV, kwamen we er met dezelfde tactische opstelling zeventig minuten lang wél uit. Nu niet. Ik leg het probleem niet bij de spelers, zeg niet dat het hun fout is, maar pak het voor mijn rekening. Anderlecht moet proberen op de helft van de tegenstander te spelen, ieder jaar voor de titel gaan en liefst nog met verzorgd voetbal.”

De problemen, zo onderkent hij, zijn er al een heel seizoen. Eigenlijk zit de mot er al in sinds januari 2000. Hij kaartte het geregeld in de groep aan, zegt hij. “De transferperikelen vorig seizoen, de gewenning aan het succes – al had ik de indruk dat er verbetering optrad. Er werd, vond ik, de laatste weken meer in blok gespeeld. We gingen meer naar combinaties toe, ook al hebben we heel wat spelers die in aanvallend opzicht actiegericht zijn.”

Met de veldbezetting is op zich niks mis, meent Anthuenis, wel met de omschakeling van balbezit naar balverlies en omgekeerd. “Vroeg storen en dan tot een combinatie komen, dat komt er om allerlei redenen niet uit. Een veldbezetting trouwens is afhankelijk van de intentie en de beleving die eraan gekoppeld zijn.”

Hendrikx die niet zoals Goor de acties kan maken, Baseggio die niet aansluit bij de spitsen, de spitsen die op hun beurt moeilijk een bal bijhouden : ziedaar de al wekenlang geconstateerde pijnpunten. De problemen tot één speler herleiden (Stoica), is daarom te gemakkelijk, vindt Anthuenis. “Zo blind zijn wij ook niet. Als ik voel dat Stoica ons vooruit helpt, stel ik hem op. Ik was ervan overtuigd dat de wedstrijd in Brugge geen Stoica-match was. Op Antwerp was hij erbij, in andere wedstrijden ook. Als het zo simpel was…”

Kan Baseggio de rol van Stoica, waarin Anthuenis, hem de afgelopen weken duwde, wel aan ? Jawel, zegt de trainer : “De vraag die je je moet stellen is : zijn al die spelers die liever naar de bal toe komen, wel complementair ? Want vanuit de tweede lijn moet je diepgang hebben.”

n wat met de vaststelling dat Anderlecht arrogantie mist ? Anthuenis : “Daarin heb je gelijk, maar zouden we dan meer punten gehad hebben ? Ik denk het niet. Deze trainer is eerder realistisch dan arrogant. Ik kan me goed inbeelden dat zij die de wedstrijd in Brugge zagen, conluderen dat de trainer niet genoeg durft, maar de bedoeling en de uitvoering lopen niet altijd parallel.”

Is dat in essentie het twistpunt tussen hem en Franky Vercauteren ? “Er zijn na Brugge verkeerde conclusies getrokken over onze relatie. Dat er van in het begin meningsverschillen tussen ons waren, ontken ik. Discussies wel, maar onder het eerste versta ik iets structureel, en dat is er niet.”

Wordt het toch geen tijd om de veldbezetting weer om te gooien ? “Er zijn opnieuw meer mogelijkheden, maar ik vergeet de maanden september en oktober niet. Toen we zijn gaan bijstellen, hebben we punten gepakt en zijn we teruggekeerd.”

Vanderhaeghe, Hasi en Baseggio samen in het elftal : moet het toch niet overboord worden gegooid ? “Het hangt er maar vanaf waar je Walter laat spelen.”

Stoort het hem dat aan Anderlecht namen van andere trainers worden gekoppeld ? “Ik lees mijn naam ook bij andere ploegen. Ik heb een contract tot 2004. Heb ik krediet verloren ? Die vraag stel ik mij niet, echt niet. Voetbaltrainer zijn is jezelf blijven in moeilijke momenten. Ik wist dat het dit seizoen moeilijk zou worden om te werken. En nu zeg ik dat het zo zal blijven de volgende maanden. De spelers weten dat. Zij kennen de achtergronden, zien wat ze zien, zien hoe wij op sommige momenten trainden. Hoe je het draait of keert, deze kleedkamer is voor vijftig procent veranderd en van de vijftig procent die bleef, was de eerste zes maanden vijfentwintig procent out of niet in vorm. Toen we de eerste ronde van de Champions League speelden, waren de problemen nog veel groter. Mijn indruk nu was dat er vooruitgang was, zowel op als naast het veld.”

door Peter T’Kint,

“Ik ontken dat er van bij het begin meningsverschillen waren tussen Franky en mij.” (Aimé Anthuenis)

“Als ik voel dat Stoica ons vooruit helpt, stel ik hem op.” (Aimé Anthuenis)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content