Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

door Koen Meulenaere

Donderdag 13/2

Stel : er stapt een reporter op u af en legt u het volgende voor : “Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is.” Wat zou u dan antwoorden ? Jan Ceulemans dit : “Ik heb bewondering voor mijn moeder, mijn vrouw, mijn kinderen, mijn familie eigenlijk.” Nul op tien. Dat is er toch compleet naast of niet ? Je kan net zo goed op de vraag hoeveel twee plus twee is antwoorden : “Parijs.”

“Gij zult u geen gesneden beeld maken…” wij hebben andere tien geboden geleerd. Bovenal bemin één God. Zweer niet ijdel. Vloek noch spot. Heilig steeds de dag des Heren. Vader, moeder zult gij eren. Doodt niet, geef geen ergernis. Doe nooit wat onkuisheid is. Vlucht het stelen en bedriegen. Ook de achterklap en het liegen. Wees steeds kuis in uw gemoed. En begeer nooit iemands goed.

Dat zijn er bij nader inzien elf, wellicht horen “zweer niet ijdel” en “vloek noch spot” bij elkaar. “Wees steeds kuis in uw gemoed”, wordt in VM : “Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.” Ook niet makkelijk, maar toch heel wat makkelijker dan “wees steeds kuis in uw gemoed”. Merk trouwens op hoe je bij de Roomse tien het niet alleen niet mag doen (gebod 6), maar er niet eens mag over peinzen (gebod 9).

Als wij goed gelezen hebben zeggen de tien geboden van VM nergens dat je niet mag liegen. Gelukkig voor de Caje, die eerst vertelt : “Mijn ouders hadden een café in Lier waar ik tot mijn achttiende heb gewoond.” En vier regels verder beweert : “Vóór mijn achttiende ben ik nooit op café geweest.”

“Heilig steeds de dag des Heren” wordt in VM : “Gedenk de sabbatdag dat gij die heiligt, zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de sabbat van de Heer uw God, dan zult gij geen werk doen.” De gevatte repliek van Jan Ceulemans : “Als voetballer heb je meer kans om je kinderen te zien opgroeien.”

Wij vermoeden dat de VM-redacteurs de Hebreeuwse tien geboden gebruiken. Wat ons doet denken aan een student die in de jaren tachtig zijn thesis maakte over het sociologisch profiel van de sportredactie van de BRT-televisie. Had aan elk van de toen negen vaste redacteurs een vragenlijst gegeven. Omdat Rik De Saedeleer tijd noch zin had werd zijn formulier ingevuld door Mark Van Lombeek, die al bij vraag 4 de anderen te hulp moest roepen : “Jongens, wat voor godsdienst heeft de Rik ?” Dat wist niemand zeker tot Ivan Sonck sneerde : “Rik is ne Jood.”

In de uiteindelijke scriptie stond dat 11,1 procent van de sportredactie de joodse godsdienst beleed. “Een opmerkelijk hoog percentage”, had de auteur er nog bij vermeld. Die student was Carl Berteele. Toen Jan Wauters de thesis onder zijn onthutste ogen kreeg, had hij Carl tot zijn spijt al aangenomen op de radio. Hij is er nog. Bidt vijf keer per dag in de richting van Mekka.

Vrijdag 14/2

Naar de goede raad van uw dienaar luistert niemand, doorgaans een geruststellende gedachte maar niet altijd. Wij verdedigen al jaren één en slechts één stelling : “Beweer nooit iets over sport want vooraleer je het hebt uitgesproken is het al door de feiten weerlegd.” Zeg ook nooit dat iets nog nooit gebeurd is, álles is al gebeurd. Zo is Georges Leekens niet de eerste Belgische bondscoach die van de Rode Duivels verliest, Jean Thissen deed hem dat in oktober ’92 voor met Gabon.

Nu de rubriek ‘Mediawatchers’ van veertien dagen geleden. Aan het woord onze vriend Gui Polspoel : “Ik zie Anderlecht, Standard, Club en Antwerp in de halve finales van de beker. Een mooi kwartet.” Dat is toch om je dood te lachen, nee ? Zelfs al zou hij Antwerp niet genoemd hebben, zoals hij nadien beweerde. Als zijn voorspellingen voor de verkiezingen even betrouwbaar zijn, kijken wij wel naar Bracke & Crabbé.

Op de bemerking dat Rachid Belabed van La Louvière een week spoorloos was stelt Polspoel : “Kan ik weinig over kwijt, tenzij dit : wat doe je hartje winter in godsnaam in Marseille ?” Met dit enigmatische antwoord roept hij meer raadsels op dan Belabed zelf. Waarom kan hij er weinig over kwijt ? Was hij erbij misschien ? En is het niet logischer om hartje winter iets te doen in Marseille dan in pakweg Reykjavik ? Of zijn er inbreuken gepleegd op : “Gij zult niet begeren uws naastens huis, uws naastens vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel.” (Gebod 10, versie VM.)

‘Ik zie Anderlecht, Standard, Club en Antwerp in de halve finales.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content