‘Ik zie het leven als iets vol mogelijkheden’

© Inge Kinnet

Eén speler van Club Brugge, dat vanavond aan de Champions League begint, heeft al ervaring met het winnen van die trofee: Percy Tau (25). De Afrikaanse versie dan. ‘Op het moment zelf kon ik er niet van genieten.’ Zijn verhaal over de lessen van het leven.

Het was dinsdagavond 6 augustus, al bijna middernacht, toen we nog wat zaten na te babbelen in de perszaal van Jan Breydel. Club Brugge had net in de derde ronde van de kwalificaties voor de Champions League Dinamo Kiev met 1-0 geklopt. Op de snelweg naar het binnenland was een ongeval gebeurd en via zijn sociale media brachten de West-Vlamingen de fans daarvan op de hoogte. ‘Wees voorzichtig en een veilige thuiskomst’, was het begeleidende commentaar. Prompt verscheen een vraag, in het Engels. ‘Waarover ging dit bericht en kon dat ook worden vertaald?’ De vraag kwam uit Zuid-Afrika. De administrator schudde even het hoofd.

Dat moet hij geregeld doen. Vorige week nog, na een andere post, van wat spelers die terugkeerden uit vakantie. ‘ Hey administrator, do you sleep? Where is Tau?‘ De komst van de Zuid-Afrikaan leverde Club vrijwel onmiddellijk 40.000 extra volgers op, maar die willen wel bediend worden. Percy Tau, de poster boy of South African Football, is hot. Als we donderdag vlak voor het interview – de training is wat uitgelopen en de spelers zijn nog aan het eten – nog een laatste keer checken hoe het zit, duikt een… cake op. Gepost door de league of amazing cakes, op zoek naar een naam voor de creatie. Het antwoord volgt direct: ‘Waarom niet Percy Tau? We hebben er nog geen genoemd naar een plaatselijke vedette.’

Na winst van de Afrikaanse Champions League dacht ik alleen maar aan de harde tijden, toen ik niet meer geloofde dat ik zou slagen.’ – Percy Tau

Kende je die al?

PERCY TAU: ( lacht): ‘Neen. Ze mogen me wel een stukje geven, vind ik.’

Van de cake?

TAU: ( lacht nog harder) ‘Van het geld dat ze ermee gaan verdienen.’

Hoe kijk jij naar die populariteit op sociale media?

TAU: ‘Het is iets wat bestaat in modern life en modern football, je moet dat meenemen. Maar ik voel me niet de king van Twitter, neen.’

Wel de poster boy of South African football?

TAU: ( weertaf) ‘ No, no. Ik vind het leuk dat mensen bewonderen wat ik doe op het veld. Daar begint alles. Maar daarnaast… ( ernstig) Ik heb wel mensen die het voor mij beheren. Niet vergeten, ik heb op school marketing gestudeerd, je moet het in die context zien. Het is belangrijk en ik gebruik de kennis die ik in de lessen opdeed.’

Waarom die studierichting?

TAU: ‘Ik vond dat interessant. Marketing is overal aanwezig. Voor alles wat je doet, is een markt. Die mechanismen leren kennen: wat ligt aan de basis van succes, of hoe kan je je wat je doet proberen tot een succes te maken… Mijn moeder was daar zeer hard mee bezig. Zij heeft voetbal altijd gezien als iets tijdelijks. ‘Wat daarna’, vroeg ze altijd. ‘Wat zijn je plannen? Studeer iets! Ook nu, nu je werkt als voetballer, wat ga je doen als je stopt? Zoek iets in België. Zoek daar een school.’ Ze wil zich ook niet vol in die wereld engageren en snápt er dus ook niks van, Real Madrid, KV Mechelen… We moeten het haar voortdurend uitleggen. Daarom dat diploma dat ik uiteindelijk vorig jaar behaalde. Marketing was niet de enige module die we kregen. Ook psychologie, gedragstechnieken… Strategisch denken. Strategische branding. Ik ga nu door en volg nog een postgraduaat, opnieuw in management. Later in het voetbal? Dat denk ik niet. Ik zit daar al zo lang in dat ik op dit moment zin heb om een nieuwe wereld te leren kennen.’

'Ik zie het leven als iets vol mogelijkheden'
© Inge Kinnet

De voorzitter van Club Brugge schreef al boeken over management en ondernemen.

TAU: ‘Ik zag er hier eentje liggen, maar we hebben er nog niet over gepraat. Ik zal het eerst lezen.’

Versta je Nederlands, spreek je Afrikaans?

TAU: ‘Neen. Geen woord. Allez, ik kan het een beetje, maar het klinkt zo funny, dat ik het liever niet doe. De voorzitter zal zijn boek moeten samenvatten, vrees ik.’

Is Afrikaans slegs vir blankes: enkel voor blanken?

TAU: ‘Neen, eigenlijk niet. Of je het leert, hangt af van de school waar je naartoe gaat, of van je belangstelling. Ik wilde onze eigen talen leren en daarnaast Engels. Dat voetbal alleen een sport is voor niet-blanken is ook zo’n misverstand. Blank en zwart leven met en naast mekaar, ook in de sport.’

Verlegen

Hoe groot was in augustus de druk om deze poulefase te bereiken?

TAU: ‘We leven in een wereld vol druk, overal. De kunst is daar niet té veel over na te denken. In de kleedkamer, of rond de ploeg voelde ik die druk niet. Elke wedstrijd is hier belangrijk en druk ontstaat pas als je de ene wedstrijd belangrijker maakt dan de andere, of wanneer je begint te denken aan: what if. Wat als ik faal, wat als ik die kans mis, of daar de bal verlies. Maar als je focust, elke keer weer, en gelooft in wat de coach van jou vraagt en in je maats, dan kun je die druk aan. Mijn geluk is hier de aangename kleedkamer, dit is geen omgeving die je in een isolement duwt. Dat vergemakkelijkte mijn integratie.’

Hein Vanhaezebrouck zei rond jullie bekerduel: ‘Het moet een straf zijn voor die jongen, om in 1B te voetballen.’ Zag je dat ook zo?

TAU: ‘Neen. Ik zie het leven als iets vol mogelijkheden. Toen ik Zuid-Afrika verliet, was het met de bedoeling om overzees te voetballen. Waar maakte niet uit. Veel mensen hadden hun mening over mijn keuze voor Union, en die respecteer ik, maar ik zag het als een pad dat ik moest bewandelen.’

Jij neemt de regelgeving in Engeland niets kwalijk, want je tekende wel een contract met een ploeg uit de Premier League.

TAU: ‘Neen. Ik moest hier geraken, me tonen, en dan zagen we wel verder. Ik wilde ook mezelf beter leren kennen. Hoe ik het er vanaf zou brengen in een totaal andere omgeving. Bij mijn Zuid-Afrikaanse club Sundowns zat ik al zeven jaar en kende ik iedereen. Ik zag er veel nieuwe spelers komen, die we hielpen om te settelen. Ik wilde het nu eens van de andere kant beleven. Hoe zou ik ergens settelen? Wie zou mij helpen?’

Je was in het begin verlegen. ‘Als een hond naar een vreemd land gaat, moet hij zijn staart wat intrekken’, zei je daarover in een interview met Zuid-Afrikaanse media.

TAU: ( lacht) ‘Helemaal waar. Ik ben niet zo verlegen, maar ook geen man die ergens met veel geweld binnen dondert. Je moet relaties rustig opbouwen, tot je een familie bent. Een hond moet niet direct blaffen. ( lacht) Sommigen doen dat, ik kijk liever wat toe vanuit de achtergrond.’

Podium

Waarom moesten ze jou bij Union pushen om je trofee van speler van het jaar in 1B af te halen?

TAU: ‘Ik ben geen speler die graag on stage gaat. Dit was de verdienste van iedereen. Daarom vroeg ik of ze niet iemand anders konden sturen, in naam van de club. Het droge antwoord was: neen. ( lacht) Dus was het op zoek naar het juiste kostuum en dat podium op.’

Is dat een probleem voor jou? Voetballen in de spits, voor 26.000 man hier en straks in Madrid het dubbele: dat is ook live on stage.

TAU: ‘Dat is het probleem dat ik soms heb, ja. Dat het zo… open moet. In het voetbal hoort het erbij. Ernaast niet.’

Zie je jezelf als een acteur, wil je entertainen?

TAU: ‘Neen, het ligt genuanceerder. Voetbal ís entertainment en het creëren van herinneringen, een mooie goal, een goeie assist, maar voetbal is vooral een plaats waar je winnaars vindt. Daar moet je naar op zoek, naar winnaars. De rest – entertainment, acteren – volgt. Mensen willen dat je hen iets geeft om over na te praten als ze weer naar huis gaan, dat je hen iets geeft in ruil voor de opofferingen die zij doen. Hun ticket heeft geld gekost, de verplaatsing naar het stadion moeite. Voetbal kan ook jongeren motiveren, of aan het dromen zetten. Dus ja, ergens moeten we entertainen.’

Maar vooral winnen. Lelijke winst is ook winst!

TAU: ‘ Exactly! ( lacht) Er zijn wedstrijden waarin je de hele tijd moet werken en jezelf opofferen voor de ploeg. Maar net dat zijn de momenten waarop je winnaars vormt. Samen lijden, als ploeg. Kiev heeft ons op de proef gesteld, maar we zijn er uit gekomen.’

Te triest

Ben je blij met het niveau dat je haalt?

TAU: ‘Ik zie vooruitgang, ik voel dat ik me aan het aanpassen ben, aan de trainingen, de manier van voetballen, de coach. Het fysieke niveau, de gym… Ik moet nog behoorlijk wat verbeteren.’

Ik heb over jou nog een quote van El Hadji Diouf: ‘Hij is meer getalenteerd dan Salah of Mané. ‘ Misschien moet je die eens aan Mignolet voorleggen, hij kan vergelijken.

TAU: ‘ Noooo. Een fantastisch compliment, dat wel, van een legende, iemand waarmee ik in het verleden al praatte. Anderzijds: je moet proberen je eigen pad te banen. In eigen land heeft Benni McCarthy een standaard neergezet. Wat hij deed was verbluffend, het zal lastig worden om ook maar in de buurt te komen. Hij zegt altijd dat ik het beter kan doen dan hij, maar ik denk: als ik zijn doelpuntenrecord voor de nationale ploeg kan breken, zal ik al gelukkig mogen zijn.’

Nelson Mandela heeft veel opgeofferd om ons vrijheid te bezorgen, die hoop moet blijven.’ – Percy Tau

Met Sundowns won je de Afrikaanse Champions League.

TAU: ‘Ja, maar die valt niet te vergelijken met deze. Ze zijn beide speciaal, het grootste tornooi op dat continent, maar daar stopt de overeenkomst. Reizen door Afrika, spelen op kunstgras, enorme afstanden, ander klimaat, supporters, intimidatie. Als je dat allemaal accepteert, wordt het eigenlijk makkelijk om er te winnen. Pas als je daarbij vragen begint te stellen, of begint te klagen, wordt het lastig om nog te winnen. Dat was onze kracht, wij konden ons zeer snel aanpassen. Onze coach wist zeer goed onze focus richting voetbal te sturen en won daarmee de outside battle. ‘

'Ik zie het leven als iets vol mogelijkheden'
© Inge Kinnet

Heb je kunnen genieten van de winst van die Champions League?

TAU: ‘Soms kan ik genieten van winst, soms niet en dat was toen het geval. Soms zit ik in een zone waarin ik verrast kijk naar wat er gebeurt in mijn leven. Die dag was dat het geval. Ik kon gewoon niet vieren op dat moment. Ik dacht alleen maar aan de moeilijke momenten, de opofferingen, de harde tijden toen ik niet meer geloofde dat ik zou slagen, of dat ik iets kon winnen. Soms ben ik op momenten van succes te triest om te vieren. Zoveel goeie spelers had ik daar al zien staan en ik dacht: nu is het mijn beurt. Daarover nadenken neemt de opwinding van het moment weg. Pas toen we terug waren in het hotel, en daar vierden met de ploeg, kwam de vreugde.’

Mandela

Hoe was opgroeien in Witbank?

TAU: Het is een mijngebied, we produceren elektriciteit en steenkool. Opgroeien was nice omdat onze mama het nice maakte. Zij leerde ons dat we niet altijd alles konden krijgen, dat we voor alles respect moesten hebben en gedisciplineerd moesten blijven, altijd. Ik groeide op te midden van kinderen die soms het tegenovergestelde deden van wat mijn moeder ons leerde, en dat maakte me de man die ik nu ben. Ik zag alles als vol mogelijkheden. Voetbal, school… Het was aan jou om er het beste uit te halen.’

Je bent een kind van de nineties, toen Zuid-Afrika een land van mogelijkheden was. Nelson Mandela werd bevrijd, de apartheid stuikte in mekaar, de blanke minderheid moest de macht afstaan, de internationale boycot werd opgeheven. Kwam dat ook zo binnen?

TAU: Ik ben geboren in de jaren negentig, maar ben eigenlijk een kind van de 21e eeuw. Dan beginnen mijn herinneringen. Veel Afrikanen waren misschien té blij toen ik opgroeide en deel werd van een structuur die op dat moment al gevormd was; de strijd was gevoerd. Wij kregen alleen de vrijheid om kansen te benutten. Dat was.. Dat was…’

Opwindend?

TAU: ‘Ja. En tegelijk, omdat je zo jong bent, zonder stress. Eigenlijk denk je op dat moment alleen maar aan geluk. Geluk en voldoende snoepjes. ( lacht) Dat vat het samen: snoep! Maar nu is het thuis helemaal anders, helaas. De tijden zijn veranderd.’

Wat nu tot bij ons doordringt is slecht nieuws: geweld tegenover migranten, vrouwen die moeten opkomen voor hun rechten en protesteren tegen geweld. Zijn de Zuid-Afrikanen hun hoop onderweg verloren?

TAU: Neen. Dat denk ik niet. ( stil) Wat Nelson Mandela voor Zuid-Afrika deed, houdt hen nog steeds gemotiveerd. Je mag de hoop niet verliezen. Iemand heeft veel opgeofferd om ons vrijheid te bezorgen, die hoop moet blijven. Wie het van buitenaf bekijkt, kan misschien dat perspectief hebben, maar zij die het intern beleven, zien nog steeds hoe mensen zich verweren en hard proberen om er een beter land van te maken.’

Het nummer van mijn verongelukte broer zit nog in mijn telefoon, ik vind het moeilijk om het te verwijderen. – Percy Tau

Moet je zo het protest van vrouwen interpreteren?

TAU: ‘Ik denk dat veel Zuid-Afrikanen inderdaad dat protest onderschrijven. Toen ik begon met studeren, begreep ik ook niet hoe het kon dat vrouwen, in welke organisatie ook, zo onderdrukt konden worden. In sport, in politiek, in de maatschappij. Maar als je ziet hoe anders de dynamiek nu is vergeleken met de jaren tachtig, negentig, toen de man nog… ( zet een brede borst op) the man of the house was. Je hebt je job vanwege je kwaliteiten, niet langer op basis van gender.’

'Ik zie het leven als iets vol mogelijkheden'
© Inge Kinnet

Foundation

Je mama was een sterke vrouw, acht kinderen laten opgroeien op haar eentje.

TAU: ‘Dat kun je wel zeggen. Ik was nog zo jong toen ze scheidde dat ik me niet eens kan herinneren hoe het was, samen met mijn papa.’

Kwam ze al naar België?

TAU: Neen. En ik denk niet dat het snel zal gebeuren. Ze heeft thuis ook nog mensen om voor te zorgen.’

Komt ze naar het stadion als je een interland speelt?

TAU: ‘Neen, ze houdt niet van grote menigtes. Ze komt dan naar het hotel. En weent de hele tijd. ( lacht) Ik denk dat ze bang is dat ze me pijn gaan doen.’

Heb je al een eigen foundation?

TAU: ‘Ja. De Percy Tau Legacy. Die moet mensen aan kansen helpen, niet alleen in het voetbal. Je kan overal succes hebben, in zaken, in kunst. Eens ik écht gesetteld bent, zal het wel wat meer inhoud krijgen, nu moet ik op nog te veel verschillende zaken focussen. Maar we doen al wel wat, in Witbank, waar ik opgroeide. Voor kinderen, oudere mensen, scholen. Als ik thuis ben, ga ik langs op scholen, in tehuizen. Ook daarom die studies, om meer inzicht te krijgen in het managen van al die zaken.’

Een van je oudere broers was ook voetballer toen hij op zijn 26e verongelukte.

TAU: ‘Dat is iets wat ik nog steeds aan het verwerken ben. De lastigste momenten zijn ’s avonds, als je tijd hebt om eraan te denken, of erover praat met de mensen thuis. Zijn nummer zit nog in mijn telefoon, ik vind het moeilijk om het te verwijderen. Ik heb nog steeds conversaties met hem, in mijn hoofd. ( lacht) Hij was een keiharde verdediger. Ik wilde nooit tegen hem spelen, want het enige wat hij wilde, was je schoppen. Toen ik vijftien was, stonden we in dezelfde ploeg, in tweede klasse.’

Bel je zijn nummer soms om zijn stem op de voicemail nog eens te horen?

TAU: ‘Neen. Ik denk dat het zwaar zou zijn mocht iemand anders opnemen. Het is iets waar we thuis allemaal op onze eigen manier mee omgaan. Het gegeven dat je opgroeide in een grote familie brengt je dan wel samen. Er zijn veel mensen om erover te praten.’

Ben je nu boos op God?

TAU: ‘Nee. Geloof leert je ook te aanvaarden, begrijpen wat er in een leven gebeurt. Mijn mama zegt altijd: ‘God heeft een beter plan.’ Dat vat het samen.’

Van intuïtieve opleiding naar het Belfius BaseCamp

Woensdagavond opende Club Brugge officieel zijn nieuwe state-of-the-art-trainingscomplex in Knokke. Zijn wil om te winnen en hard te werken is een voorbeeld voor Belgische jongeren, zeggen ze bij Club over Percy Tau, maar wat denkt iemand die de ontberingen van Afrika kent van zoveel luxe? Is hij dan niet jaloers, als hij vergelijkt met de omstandigheden waarin hij moest leren voetballen?

Percy Tau: ‘Neen. Ik heb thuis geleerd om te accepteren wat je hebt, en niet te verlangen naar iets wat je niet kunt krijgen. In mijn jeugdopleiding had ik te maken met coaches die misschien niet de wetenschappelijke opleiding hadden van hier en wat rauw waren, maar ons wel leerden wat zij wisten. Ondertussen hebben ook zij licenties behaald en beschikken ze over meer kennis, maar toen ik jong was, vonden ze dat niet zo belangrijk. Zij kenden hun limieten en zeiden: doe nu maar wat wij willen, misschien word je later wel zo goed dat je naar een échte academy kan of naar een ploeg waar ze je meer kunnen leren.’

Hij heeft niet het gevoel iets gemist te hebben. ‘Neen, want dat zou van zeer weinig respect getuigen voor wat zij me leerden. Wat we deden was intuïtief, ja, maar voldoende om mij hier te krijgen. Aan mij om de kennis die hier nu ter beschikking staat te gebruiken om op een nieuw niveau te raken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content