Nerveus maak je Anderlechtmiddenvelder Jonathan Legear niet. ‘Ik ben 21 en speel bij de beste ploeg van het land.’ Alleen de keuzes van de bondscoach begrijpt hij niet. ‘Ik mis logica.’

Zelden zo smakelijk gelachen dit voorjaar als met het filmpje rond Jonathan Legear (21). Naar aanleiding van een fotoreportage ten voordele van Télévie werd de Anderlechtspeler stiekem gefilmd terwijl hij allerlei knotsgekke kleren aan moest trekken. Legear deed gekke bekken trekkend ongeremd mee, zelfs toen gevraagd werd te poseren in een string. Het filmpje belandde op het internet en circuleerde een paar maanden in voetbalmiddens. De vraag ligt dan ook voor de hand: voelt hij zich genomen? Hij schudt het hoofd: “Er zijn ergere dingen dan jezelf een keer belachelijk maken. Ik was onlangs op de begrafenis van een jongetje van vijftien, overleden aan leukemie. Dat is triest. Ik heb ten minste veel mensen aan het lachen gemaakt. Ik was ook de enige niet. Mbo, Anthony, Mark De Man, we waren met vier die ons lieten vangen. Ze namen foto’s voor een kalender en tegelijk filmden ze stiekem 20 minuten lang.”

Maar goed, genoeg gelachen, vindt hij, dit seizoen is het weer bittere ernst. Voor het Brusselse nummer dertien (sic) staat dit seizoen in het teken van de bevestiging. Niet de doorbraak, nuanceert hij, die kwam er een jaar geleden. Tijdens de heenronde kwam hij toen meer dan voldoende aan de bak, zowel in de competitie, de beker als Europees. Tegen Getafe werd zijn seizoen echter plots afgebroken: Legear liep een spierscheur van vier centimeter op die hem uiteindelijk meer dan drie maanden aan de kant zou houden. Dat Anderlecht zich tijdens de winterstop versterkte met zowel Thomas Chatelle als Stanislav Vlcek, vond hij dan ook niet meer dan normaal. Legear: “Ik was maanden out, er moest een alternatief komen. De bedoeling is om nu niet meer geblesseerd te raken en die plek te veroveren. Het is daarbij niet mijn doel alle 34 wedstrijden te spelen. Ik ben 21, de jongste speler in de groep. Ik moet mijn 20 wedstrijden halen, met een zekere constante. Dan mag ik van een geslaagd jaar spreken en komt er misschien een nieuwe aanbieding uit de bus. In januari was er Dynamo Moskou, er zullen nog wel clubs geïnteresseerd zijn. Concurrentie moet je ook zien op de lange termijn. Stani is 32, Thomas 27. Voor iemand van mijn leeftijd is concurrentie met dat leeftijdsverschil oké. Als de concurrent 22 zou zijn, is dat een heel ander verhaal.”

Te zwaar werken

Hij heeft niet het gevoel dat hij zich moet haasten. Legear: “Toen ik op mijn zestiende voor deze club tekende, zegden ze me dat ik tussen mijn 21ste en mijn 23ste klaar moest zijn voor de A-ploeg. Omdat ik al op mijn zeventiende debuteerde, werden de verwachtingen misschien iets te groot, maar ik vind dat ik van mijn cijfers nog steeds niet mag klagen. Ik lig niet achter op schema. Nerveus? Waarom? Ik ben een prille twintiger die elke dag mag trainen met de beste ploeg van het land en de beste groep daar sinds jaren. Wat zou ik dan nerveus zijn?”

Vergeleken bij Chatelle en Vlcek heeft hij snelheid, actie én volume. Dat geeft hem momenteel wat voordelen. Legear: “Bij flankvoetballers valt op dat ze die drie moeten hebben. Eentje is goed, twee nog beter. Daarom word ik op die plaats ook vaak gesolliciteerd. Maar de weg is nog lang.”

En zijn lichaam fragiel. Het vermijden van blessures noemt hij primordiaal dit seizoen. Legear: “Ik wil best wat minder spelen, als ik maar geen letsels oploop. Want die remmen toch steeds af.”

Het ligt aan hun spel, zegt hij, dat ze zo fragiel zijn. “Explosieve spelers lopen gewoon meer gevaar. Kijk maar naar Milan Jovanovic. Vroeger was ik zelden geblesseerd, maar bij de overstap naar de A-ploeg overkwam het me vaak. Van een speler van zestien à zeventien wordt nogal veel gevraagd. Je moet een programma volgen dat misschien iets te zwaar is, gericht op volwassenen, terwijl je lichaam zich nog moet aanpassen.”

Volgens hem is het geen toeval dat de nieuwkomers van Anderlecht in de spits, Kanu en Suárez, al allebei onder het mes moesten. Legear: “Wellicht omdat zij uit een ander ritme, uit een ander land komen. Mijn lichaam is intussen gehard, ik kan nu iets meer werken. Steviger worden in de benen, een steviger lichaam ontwikkelen.”

En verder wil hij zichzelf goed verzorgen. Niet te laat gaan slapen, op zijn voeding letten. De trainer wijst hem er ook op dat hij zijn inspanningen beter moet doseren. Legear: “Beter positie kiezen, zodat ik maar 30 meter hoef te lopen in plaats van 60. Ariël Jacobs bekijkt veel beelden van onze wedstrijden en speelt dan de informatie door. Uit cijfergegevens blijkt dat ik tijdens een wedstrijd elf kilometer loop. Voor een spits is dat enorm. Marouane Fellaini komt als middenvelder uit op 12,5 tot 13 km, dat is amper meer. Van alle spitsen ben ik niet alleen de snelste, maar ook de meest bedrijvige.”

BATE

Een van de kwaliteiten van Stani Vlcek vorig seizoen was het afronden van acties door op te duiken aan de tweede paal. Kan hij dat ook? Legear: “Minder. Zijn kracht is dat hij ruikt waar de bal gaat komen. Maar aanbrengen, dat is minder zijn ding. Bij mij is het anders. Ik kan scoren, maar mijn sterkste punt zal het nooit worden. Ik ben meer een aangever dan een afwerker.” Liefst een offensieve, want als rechtsachter, nog steeds een vacante positie bij de Brusselaars, ziet hij zijn toekomst niet. Legear is geen voetballer die gelooft in herscholing: “Ik kan als rechtsachter spelen in een verdediging met vier, elf tegen elf. Maar als het zoals in de wedstrijd tegen BATE, met drie achterin moet, ben je als rechtsachter bijna centrale verdediger en dat is mijn positie niet. Zeker niet tien tegen elf. Als je dat niet gewend bent, maak je fouten, zoals ik in die match. Daar ligt mijn toekomst niet, tenzij in provinciale, als ik 38 ben. In het andere geval is het hooguit depanneren. Ook voor Gillet, zelfs voor Pocognoli. Van nature zijn wij aanvallende spelers, geen verdedigers.”

In de afwerking wordt veel verwacht van de Rus Dmitri Bulykin. Legear: “Eindelijk een spits, een echte doelpuntenmaker. Die was er ook met Nico ( Frutos), maar zijn problemen ken je, dat ligt delicaat.”

Geen spits, geen goeie tegenstanders tijdens de voorbereiding om in het ritme te komen, was Anderlecht wel klaar voor zijn Europese opdracht? Legear: “Dat kan je je afvragen. In die twee wedstrijden waren we alleszins niet op niveau. We hebben fouten gemaakt die we nu wellicht niet meer zouden maken. Maar goed, om daar nu nog op terug te komen. Het is te makkelijk om verwijten te maken. Vorig seizoen had ik respect voor Fenerbahçe, die waren beter dan wij. Maar BATE was het niet.”

door peter t’kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content