Waarom hij geen Duivel meer is/zal zijn, waarom hij niet de nieuwe Anderlechtkapitein is, waarom hij de enige grote Belgische keeper is die nog in onze competitie speelt,…

We treffen Silvio Proto in Neerpede enkele uren voor de oefeninterland België – Frankrijk waar twee naties al wekenlang naar uitkijken. Zelf traint hij al drie dagen met de overgebleven paars-witten die niet voor interlandverplichtingen werden opgeroepen. En kijk, een vraag dringt zich op! Een poging om voor eens en voor altijd zijn relatie (opgebouwd uit een beetje affectie en veel onbegrip) met de Duivels uit te klaren.

Ga je naar de Heizel vanavond?

Silvio Proto: “Nee.”

Dan zal je de wedstrijd op televisie bekijken?

(denkt na) “Ah nee, dat zal niet gaan, want we gaan op bezoek bij vrienden. Maar weet je, als ik het trainingscentrum of het stadion verlaat, denk ik niet meer aan voetbal. Het gebeurt dat ik al zappend op een wedstrijd stoot en blijf kijken, maar ik ga niet alle zenders af op zoek naar voetbal.”

Je vrienden zullen Franck Ribéry en Karim Benzema partij geven terwijl jij je voorbereidt op de weekendwedstrijd tegen het Waasland-Beveren van Robin Henkens, Ivan Trickovski en Bas Sibum… Knaagt dat niet?

“Absoluut niet.”

Het moet toch leuker zijn om toe te werken naar een België – Frankrijk?

“Goh, het blijft een vriendenmatch… Het is geen Champions League. Dat is pas belangrijk. Natuurlijk is de kwalificatiewedstrijd tegen Schotland die de Duivels in het verschiet hebben, nog andere koek. Zelfs al staat de tegenstander lager aangeschreven, het is een prestigieuzere wedstrijd dan een België – Frankrijk zonder inzet.”

En hoe beleef je dan een wedstrijdvoorbereiding tegen bijvoorbeeld KV Kortrijk terwijl je vrienden zich voorbereiden op een clash met Kroatië of Schotland?

“Des te beter voor hen.”

Doet dat geen pijn?

“Niet echt. Hoe dan ook bereid ik elke wedstrijd even ernstig voor, voel ik altijd dezelfde druk. Een doelman mag immers nooit een fout maken, wie de tegenstander ook is. Hij wordt altijd op dezelfde manier beoordeeld, aan de hand van de ballen die hij doorlaat of niet.”

Tegenover vermaarde voetballers staan, moet toch extra prikkelen?

“Dat gevoel heb ik al in de Champions League en daarmee ben ik tevreden…”

Nog beter zou zijn om Champions League en nationale ploeg te combineren…

“Natuurlijk, maar je moet jezelf geen blaasjes wijsmaken. Thibaut Courtois en Simon Mignolet zijn voor jaren vertrokken als nummer 1 en nummer 2.”

Ticket naar Brazilië

Soms loop je zelfs Rode Duivels tegen het lijf die komen trainen in het complex van Anderlecht!

“Dat gebeurt heel zelden. Een keer heb ik Vincent Kompany gezien in de fitnesszaal, dat is alles. Echt waar, al die dingen zijn geen probleem voor mij. Ik heb gezegd dat ze me mogen bellen als ze me nodig hebben. Het is geen obsessie. Als ik niet word opgeroepen, zal ik er niet ziek van zijn. Het heeft ook zijn voordelen. Vorig seizoen hadden de spelers zonder interlandverplichtingen vier dagen vrijaf. Ik heb snel tickets geboekt en ben met mijn vrouw naar New York gegaan. In volle competitie is dat niet voor iedereen weggelegd en het deed deugd er even tussenuit te zijn.”

En als de Anderlechtspelers terugkeren met glinsterende oogjes omdat ze tegen wereldsterren hebben gespeeld de avond voordien?

“Alles went. De eerste keer dat je tegen vedetten speelt, is een beetje speciaal. Daarna niet meer en heb je gewoon het gevoel dat het een deel van de job is. Je houdt jezelf voor dat het mensen zijn zoals jij, alleen zijn ze sterker dan jij…”

Tot op het moment dat de selectie werd bekendgemaakt voor de wedstrijd tegen Frankrijk hoopte je toch om erbij te zijn? Dat liet je toch in elk geval doorschemeren.

“Ik heb alleen gezegd dat als de schorsing van Jean-François Gillet voor een probleem zou zorgen, ze me altijd mochten bellen. Ik heb me ter beschikking gesteld van de bond, maar ik heb niet gesolliciteerd. In mijn hoofd was het een mogelijkheid om erbij te zijn tegen Frankrijk. Maar ik was niet ontgoocheld toen ik vernam dat ik niet was geselecteerd. Marc Wilmots heeft ongetwijfeld goede redenen om te kiezen voor Koen Casteels als derde doelman. Ik ben dertig; hij is nog jong en misschien willen ze hem klaarstomen voor de toekomst.”

Heb je er al met Wilmots over gesproken?

“We hebben elkaar nog niet één keer gesproken sinds hij bondscoach is.”

Heb je je ter beschikking gesteld omdat de Duivels een goede kans maken om naar Brazilië te gaan?

“Absoluut niet. Als ik naar Brazilië wil, koop ik vliegtuigtickets en ga ik er op vakantie.”

Tezelfdertijd zou je als derde doelman zeker geen speelkans krijgen. Wat is dan het nut?

“Het kan snel gaan. Een blessure bijvoorbeeld. Maar dat is het laatste wat ik de Duivels toewens, want Courtois wint vijftig of zestig procent van de punten voor hen.”

In de tribune zitten

In 2009 weigerde je een selectie voor een kwalificatiewedstrijd tegen Spanje omdat je liever bij je vrouw bleef die moest bevallen. Denk je niet dat die beslissing je nog steeds achtervolgt?

“Ik weet niet of zich dat intussen tegen mij heeft gekeerd. Ik heb daar nooit een verwijt voor gekregen, maar als me dat toch wordt verweten, geen probleem. Ik zou nog steeds precies hetzelfde doen. Mijn familie zal altijd voor het voetbal komen. Mijn job is slechts een episode in mijn leven. Mijn familie was er al voor ik begon te voetballen en zal er nog zijn nadat ik ben gestopt. Zelfs als het een grote finale was geweest, had ik dezelfde keuze gemaakt. Stel jezelf het ergste voor: ik verlies mijn vrouw en zoon tijdens de bevalling. En ik ben er niet bij. Allemaal omdat ik een stomme voetbalmatch moest spelen!”

Wat je ook wordt aangewreven, is je weigering om derde doelman te zijn onder Leekens!

“Ik heb nooit een selectie geweigerd. Ik heb mijn argumenten aan Leekens gegeven en omgekeerd en op het einde heeft hij me gezegd: ‘We hebben geen probleem met elkaar, ik roep je niet meer op en ik bel je terug als ik je nodig heb.’ Meer wil ik daar niet over zeggen. We hebben toen besloten om de inhoud van ons gesprek voor onszelf te houden.”

Maar je wilde niet de nummer drie zijn…

“Dat was niet het enige. Het was een aspect van de situatie, maar niet het belangrijkste aspect. Er speelden ook privéredenen. Maar… wacht… ik zeg er verder niks meer over. Misschien dat ik aan het einde van mijn carrière alles uit de doeken doe. De mensen moeten alleszins weten dat ik me nooit te goed heb gevoeld om in de tribune te zitten.”

Gillet, Courtois, Mignolet en Casteels vertrokken al op jonge leeftijd naar het buitenland en dat heeft hen bij de Duivels geen windeieren gelegd. Had je niet hetzelfde moeten doen?

“Het buitenland is ook een risico. Zes maanden na mijn transfer naar Anderlecht liep ik een zware knieblessure op. Wat zou er van me zijn geworden als ik dezelfde blessure had gehad in een ver land? En ik kan je ook beloftevolle doelmannen noemen die vroeg naar het buitenland zijn gegaan, maar niet dezelfde carrière konden opbouwen: Kenny Steppe, Brian Vandenbussche.”

Dus je hebt geen spijt van je keuzes?

“Helemaal niet. Mocht ik alles kunnen herdoen, ik zou exact dezelfde keuzes maken. Bij Anderlecht win ik titels, ben ik een gelukkig man. En ik speel in de Champions League. Elk jaar speel ik Europese wedstrijden. Vroeger speelde een voetballer uit de Belgische competitie maar half zoveel wedstrijden als een voetballer in Engeland. Nu is er geen verschil meer. Vorig seizoen speelde ik 63 wedstrijden. Niet slecht!”

Deze zomer werd je genoemd bij Milan en voor de eerste keer sloot je een transfer niet uit.

“Toen dat gerucht naar buiten kwam, heeft mijn makelaar contact opgenomen met een bestuurslid van Milan en die zei: ‘Op dit moment zoeken we geen doelman, maar we houden Proto wel in het oog.’ We zullen zien. Als ik mijn carrière bij Anderlecht kan afsluiten, zal ik daar heel trots op zijn.”

Een financieel avontuur in de Golf bijvoorbeeld is geen optie om je carrière af te sluiten?

“Als het puur financieel is, zou ik het niet doen. Ik zou niet overal naartoe gaan om veel geld te verdienen. Ik zou daarentegen erg graag mijn carrière in de Verenigde Staten kunnen afsluiten. Daar denk ik nu al aan. Ik heb de States enkele maanden geleden ontdekt en het was een echte openbaring. Ik zou er graag een tijdje wonen en er mijn kinderen naar de universiteit laten gaan. Dat is mijn Amerikaanse droom!”

Graag kapitein

In mei werd je voor de derde keer verkozen tot Doelman van het Jaar: was de ene trofee mooier dan de andere?

“Nee. Waar ik het meest trots op ben, is mijn regelmaat. Sinds 2009 eindigde ik altijd in de top drie. In 2010 werd ik tweede, na Mignolet. In 2011, weer tweede, na Courtois. In 2012 en 2013 kreeg ik de trofee dankzij het succes van Anderlecht: twee titels, twee kwalificaties voor de Champions League. Een jaar geleden heb ik een paar moeilijke ballen gestopt en beslissende reddingen verricht tegen Limassol, dat mag je niet vergeten! Die trofeeën van Doelman van het Jaar tonen dat ik van sommigen erkenning krijg. Maar niet van iedereen, dat weet ik.”

Voel je een gebrek aan erkenning voor je prestaties?

“Niet voor mijn prestaties, maar wel voor wat ik naast het veld doe, de manier waarop ik me engageer. Er is me al gezegd dat ik beter wat meer afstand zou nemen, want dat het me op termijn zou schaden als ik niet zou veranderen. Maar ik blijf dezelfde.”

Leg eens uit.

“Als de ploeg niet goed speelt, lig ik daar wakker van omdat ik oplossingen zoek. Ik ben het gewoon om problemen in de kleedkamer op te lossen. Als bepaalde spelers niet tevreden zijn met hun contract of iets anders op de lever hebben, praat ik op hen in en fungeer ik als tussenpersoon met het bestuur. Op sommige momenten moet ik bijna alles zelf oplossen. Sommigen lijken dat normaal te vinden. Ik zeg dat dat niet zo is, want ik heb geen sterrenstatus zoals Lucas Biglia, Dieumerci Mbokani of Milan Jovanovic. Als die inspanningen worden erkend, doet me dat plezier. John van den Brom is daar erkentelijk voor. Hij neemt dingen waar die niet iedereen ziet.”

Maar de nieuwe aanvoerder is Guillaume Gillet. Heb je jezelf afgevraagd: “Why never me?”

(lacht) “Het is mooi voor hem. Ik zou tevreden, fier zijn geweest met de aanvoerdersband, vooral met het oog op alles wat ik doe in de kleedkamer. Daarom dat ik op een gegeven moment zei: ‘Als ik de nieuwe kapitein word, zou dat maar normaal zijn.’ Maar de coach wilde liever een veldspeler. Ik respecteer zijn keuze. Ik heb maar een dag nodig gehad om die beslissing te verwerken en mijn ontgoocheling door te spoelen. De bladzijde is omgedraaid. Ik was de eerste om uitleg te krijgen van Van den Brom en ik blijf viceaanvoerder: dat is belangrijk voor me.”

Een back is niet veel meer veldspeler dan een meevoetballende doelman…

“Dat moet je tegen de trainer zeggen… (lacht). Anderzijds, als een verdediger naar de scheidsrechter gaat om te discussiëren, krijgt hij daar geen problemen mee. Als ik mijn rechthoek verlaat, riskeer ik meteen een gele kaart te krijgen.”

Sommige spelers verlammen een beetje als ze tot kapitein worden gebombardeerd. Denk je dat de aanvoerdersband een invloed, positief of negatief, op je spel zou hebben gehad?

“Helemaal niet. Ik heb de band vorig seizoen gedragen tijdens belangrijke wedstrijden, ik heb hem al gedragen in Europese wedstrijden toen Biglia afwezig was en dat was geen enkel probleem. Het aanvoerderschap stimuleert me niet om mezelf te overtreffen en het verlamt me niet. Uiteindelijk is het ook maar een stukje stof. Persoonlijkheid heb je of heb je niet, daar verandert een armband niks aan.”

In welk opzicht is Gillet een andere kapitein dan Biglia?

“Het zijn zeer verschillende karakters. Biglia is introvert, Gillet praat veel meer.”

Het is net daarom dat de buitenwereld zich erover verbaasde dat Biglia kapitein werd. Hij lijkt zo gesloten.

“Hij sprak niet vaak, maar als er iets niet ging, spraken we samen de groep toe en werden de problemen snel opgelost. Zijn grote kracht was dat hij de vedette van de ploeg was. De nummer 1, dat was Biglia, niet Mbokani of Jovanovic. Omdat we allemaal wisten dat het niveau van de ploeg zonder hem meteen zou zakken. Het is daarom dat hij zowel op het terrein als in de kleedkamer als de belangrijkste persoon werd gezien.”

Zonder de gids Biglia en de grote klep Jovanovic is het zeker veel rustiger in de kleedkamer?

“Jovanovic zette nooit een grote mond op in de kleedkamer! Hij kon over de rooie gaan op het veld en een uur later kwam hij zich dan bij je verontschuldigen en zei hij: ‘Ik snap er niets van, ik weet echt niet waarom ik zo reageerde.’ Volgens hem was het een sterke adrenalinestoot die hij niet kon controleren.”

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

” Ik zal er niet ziek van zijn als ik niet meer word opgeroepen voor de Rode Duivels.”

” Spelen tegen grote vedetten, dat is speciaal de eerste keer. Daarna beschouw je het als een deel van de job.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content