Vanaf 20 oktober kruidt Gille Van Binst dit blad met zijn columns. Als voorsmaakje trok hij na dertig jaar nog eens naar Sclessin. Gille Van Binst na Standard-Anderlecht.

Bijna dertig jaar is het geleden dat Gille Van Binst nog eens op Sclessin is geweest. “Van toen ik er de laatste keer gespeeld heb, toen met Club Brugge”, zegt hij. “Met Anderlecht raakte ik er eens per ongeluk met mijn voet de wenkbrauw van doelman Christian Piot. Die bloedde hevig. Na de match stond er 1000 man aan de kleedkamer te wachten op mij. Piot is me komen halen en heeft me naar de bus begeleid. ‘Anders zit je hier morgen nog’, zei hij.”

Hij wordt een beetje nerveus terwijl de auto tussen de rood-witte aanhang laveert. “Straks ga ik nog hopen dat Standard wint, opdat we hier na de match ongeschonden weer uit raken”, zucht hij. Prompt wordt zijn wens verhoord, maar zo (5-1) had hij het nu ook weer niet bedoeld. “Toen we hier voor de wedstrijd met supporters van Standard een babbeltje sloegen, viel me op dat zij zegden dat ze nog geen enkele goeie wedstrijd van hun ploeg hadden gezien en dat ze benieuwd waren voor deze eerste serieuze test van het seizoen.”

De sfeer kon hem wel bekoren. “Ik denk dat dit in België toch de beste sfeer voor een thuisploeg is, omdat de fans constant achter hun ploeg staan. Op Anderlecht, zelfs op Club Brugge, durven ze al eens te fluiten als het minder loopt.” Het niveau vond hij niet top, “maar de amusementswaarde was wel groot, vooral voor de thuisfans. Er gebeurde constant iets.”

Had je verwacht dat Anderlecht op Standard ging verliezen?

Gille Van Binst: “Ze hebben toch een paar mokerslagen gekregen de laatste weken: eerst die fameuze match waarin ze de Champions League en vijftien miljoen euro verliezen, vervolgens een Europese verliesmatch in de laatste minuut, gevolgd door een lange terugreis, en drie dagen later naar Standard: dat is geen cadeau, als je fysiek moe bent en mentaal de ene klap na de andere krijgt. Je kan beter na zo’n match een thuismatch spelen tegen Lierse. Ik had in het beste geval een gelijkspel verwacht, maar zeker geen pak slaag zoals nu. Omdat Standard de vorige weken toch ook niet fantastisch bezig was. Nu zal het rode licht branden op Anderlecht.”

Wat gebeurt er dan?

“In mijn tijd kwam Constant Vanden Stock dan ’s maandags in de kleedkamer. Die was dan altijd heel emotioneel: ‘Ik betaal jullie niet meer, jullie zijn te tam om te lopen!’ Maar ik had dat dan al tien jaar gehoord, ik kon soms mijn lach niet inhouden. Dan stuurde hij me buiten: ‘Wij zien mekaar straks’, beet hij me toe. Na zijn donderspeech passeerde hij me in de gang en knipoogde naar mij.

“Ik denk dat ze de spelers toch eens goed moeten aanpakken: uit de Champions League, nul op zes in de Europa League, een pandoering op Sclessin. Als Anderlecht niet wint tegen AEK, mag het de boeken sluiten.”

Moet Anderlecht van trainer wisselen?

“Vind ik niet. Ik denk niet dat de trainer het probleem is, tenzij hij uitgepraat is tegen de spelers. Of dat zo is, moet de komende twee weken blijken. Na drie jaar zijn spelers bij Anderlecht al eens uitgekeken op de trainer. Als ik Deschacht hoor zeggen dat sommige spelers niet naar de trainer luisterden, is dat geen goed teken. Dat het bestuur benadrukt dat ze niet aan hem raken, garandeert nog niet dat er binnen twee weken toch niets gebeurt, als het blijft tegenvallen.

“Als het nog een paar wedstrijden misloopt, zie ik Ariël Jacobs zijn conclusies trekken en de eer aan zichzelf houden. Vorig jaar liet hij Anderlecht fantastisch spelen, was de communicatie met de spelers goed, en nu lukt niets meer. Hij heeft zich wel eens geërgerd omdat ik schreef dat hij maar met één spits speelde en ik dat niet goed vond. Hij merkte toen op dat Raymond Goethals ook vaak maar met één spits speelde, maar dat is niet waar. Goethals speelde met drie spitsen: Geels, Rensenbrink en Ressel. Rensenbrink vond het vreselijk om mee te verdedigen, maar hij deed het wel. Alleen in de nationale ploeg speelde Goethals maar met één spits, omdat hij er maar één had: Raoul Lambert.”

Op Standard stonden er wel drie spitsen. Had jij de ploeg anders gezet?

“Ik was met Legear gestart omdat die voor dreiging zorgt en het veld breed houdt. En ik ben ook verbaasd dat Kouyaténiet begon. Ik vind dat een goeie speler, omdat die veel aan balrecuperatie doet, waardoor Biglia meer naar voren kan spelen en voor dreiging kan zorgen. Polák en Biglia doen allebei hetzelfde, waardoor Biglia voor zijn verdediging blijft hangen. Dat is zijn taak niet.

“Wat me bij Anderlecht vooral de tweede helft frappeerde, was het gebrek aan snelheid centraal in de verdediging. Tevoren vond ik Mazuch goed spelen en complementair met Juhász, maar tegen Standard is hij toch serieus door de mand gevallen. Hij werd een paar keer voorbijgelopen. Als je in het begin loopt te slapen en je moet meteen in de achtervolging, vallen er achterin ruimtes, die goed bespeeld werden door Standard. Als je achterin compact speelt, kan je dat gebrek aan snelheid nog verdoezelen, maar als je risico’s neemt, valt dat op, tegen een Standard dat in de tweede helft perfect de counter speelt. Ze liepen erdoor alsof er niemand stond. Je kan op Sclessin verliezen, maar je mag je niet laten afslachten.”

Ruwe diamant

Is de verdediging het zwakke punt?

“Er is meer aan de hand. Lukaku bijvoorbeeld haalt nog lang niet het niveau van vorig seizoen. Er gaat zo veel rond die jongen om. Die is vorig jaar zo de hemel in geprezen dat het verwachtingspatroon te hoog is. De Lukaku van vorig seizoen had op Standard twee keer gescoord. Zijn pluspunt is zijn talent, maar hij moet werken aan zijn balaanname. Ook zijn samenspel en zijn kopspel kunnen nog veel beter. Maar ik verwijt die jongen niets, die is nog maar zeventien. Verwacht niet dat die nu al Anderlecht gaat redden in zo’n match. In onze tijd kreeg je op je zeventien nog geen kans in de eerste ploeg, op Paul Van Himst na. Toen brak je pas door rond je twintigste.

“Lukaku bevestigt nog niet, maar dat komt wel. Hij is nog altijd een ruwe diamant, waar serieus aan geschaafd moet worden. Maar hij moet vooral eens een paar goals maken, zodat hij weer vertrouwen krijgt. Vorm in het voetbal, dat bestaat niet, zeg ik altijd. Vorm is vertrouwen. Als je vertrouwen hebt, durf je iets meer. Voetbal is vertrouwen, en vooral dat mist Lukaku. Op Standard heeft hij me toch een beetje op mijn honger laten zitten.”

Stel dat je hem voor een buitenlandse topploeg scout in de wedstrijd tegen Standard, wat is dan je rapport?

“Dan kom ik hem volgend jaar nog eens bekijken. Dat is het eeuwige verhaal: al die Belgen willen naar het buitenland, maar hoeveel spelen er bij die topclubs, en hoeveel zitten er op de bank? Het gaat niet alleen om geld. Ik kon na drie jaar Anderlecht ook naar Newcastle. Wat Anderlecht betreft, viel daarover te praten, maar ik wilde ginder niet gaan wonen. We zijn daar gaan kijken, en we concludeerden: we gaan terug naar Anderlecht.”

Zou je in Wolverhampton willen wonen?

“Nee. Is Jelle Van Damme nu gelukkig? Hoeveel minuten heeft hij al gespeeld? En zijn gezin zit in België. In zijn plaats was ik nog een jaar bij Anderlecht gebleven.”

Als je Van Damme vorig jaar zag, wat dacht je toen?

“Met zijn seizoen van vorig jaar had ik gedacht dat hij zou spelen in de Premier League. Vandaag had Anderlecht hem goed kunnen gebruiken. Ik vrees dat Boussoufa vertrekt met Nieuwjaar. Want hij is toch de man die Anderlecht goed maakt. Tegen Standard kon hij de ploeg ook niet omhoog trekken, maar hij is wel rijper geworden. Vroeger zou hij in dit soort match mee ten onder zijn gegaan, nu staat hij meer zijn mannetje in belangrijke matchen. Als je die ook nog eens mist, met zijn goals en assists, wordt het wel moeilijk. Wie moet je dan halen?”

Kevin De Bruyne.

“Maar die is ook nog zo jong! De Bruyne moet je erbij halen als het elftal goed staat, zodat je die rustig kan inpassen, en al eens op de bank zetten. Je kan toch niet zo’n jong manneke halen en hopen dat die meteen Boussoufa vervangt?”

Nieuwe Van Moer

Wie beviel je bij Standard?

“Standard heeft geen grote match moeten spelen om te winnen, ze scoren op het goeie moment. Een aantal spelers beviel me wel. Als Witsel een hele match speelt zoals in het eerste kwartier, is die een topclub waard. Tchitévond ik een aanwinst. Die doet nu ook meer mee in het spel, terwijl die vroeger alleen maar diep ging. Qua manier van voetballen past hij het best bij Standard, maar ik had hem dit jaar ook graag bij Anderlecht gezien. Een voorhoede Lukaku-Tchité had ik wel eens willen zien. Suárez was op Sclessin nergens. Die speelt met hoogtes en laagtes.

“Het zwakste gedeelte bij Standard vind ik de verdediging. Opare vind ik geen versterking, en als Ramos tegen een snelle spits komt, heeft hij problemen. Ciman vond ik wel sterk. Bij Brugge heb ik die een paar keer zien knoeien dat het niet mooi was, blijkbaar is hij beter wanneer hij centraal uitgespeeld wordt.”

Is Defour de nieuwe Van Moer?

“’t Is toch een speler die ik zou willen in mijn ploeg, echt het type speler waar ze op Standard van houden. Hij kan een nieuwe Van Moer worden, maar op dit moment zou ik nog Van Moer zelf verkiezen. Die kon alles: verdedigen, opbouwen, de laatste pass geven, scoren. Veel beslissende passes geeft Defour nog niet, veel op doel schiet hij ook niet, en soms vind ik hem nog te impulsief in zijn reacties.”

Je zegt: niet overdrijven, dit Standard?

“Je mag je niet blind staren op die 5-1. Wie de match gezien heeft, weet dat die score overtrokken is. Als Lukaku zes minuten na die eerste goal de bal binnenkopt, krijg je een heel andere match en gaan die jonge gasten van Standard misschien panikeren.

“Drie weken geleden spuwden de supporters Dominique D’Onofrio uit, vandaag vieren ze feest. Zoals de fans vooraf zeiden: ‘Na de komende maand zullen we weten waar we staan.'”

Is Standard nu titelkandidaat?

“Nee, volgens mij zijn ze daarvoor nog niet rijp genoeg. Ik vond ze tot nog toe te onregelmatig. De supporters zegden ook dat dit de eerste goeie match was die ze zagen. Als ze de komende drie toppers naar zich toe halen, wil ik mijn mening herzien, maar ik vind Standard te veel punten verliezen tegen kleine ploegen, zoals op STVV. Het kampioenschap win je in de uitmatchen tegen die kleine ploegen. Wij verloren indertijd de titel op Beringen en Club Luik, niet in de toppers tegen Club of Standard, want daar win je meestal thuis en verlies je uit, zodat het een nuloperatie is.”

Wie wordt dan wel kampioen?

“Ik zou mijn geld nog altijd inzetten op Anderlecht. Voor het seizoen dacht ik dat al, omdat Standard zijn sterke voorhoede verkocht had. In Club geloof ik niet. Alleen Genk had ik niet zien aankomen. Dat die een 2-0-achterstand kunnen ophalen, is de verdienste van Vercauteren. Voorheen hadden die zo’n match nog met 4-0 verloren. Maar ik blijf geloven in Anderlecht. Als die twee keer winnen, zijn ze vertrokken.”

door geert foutré – beelden: reporters

Standard vind ik nog geen titelkandidaat. Ze missen regelmaat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content