Details maken het verschil. In de zucht naar dat laatste pietluttige voordeel onderscheiden de perfectionisten zich van de laat-maar-waaien-renners. Ivan Basso is zo’n pietje precies. Op zijn stuurpen plakt hij dagelijks een schemaatje met daarop de belangrijkste hindernissen van de rit en de kilometeraanduiding. Vooruitdenken is het ordewoord. Anticiperen. Il bello Ivan mag straks niet verrast worden.

Maar er is meer. Boven dat lijstje van bergen en tussensprinten heeft hij in dikke letters ‘PER LA MIA MAMMA’ geschreven. Een extra stimulans voor onderweg. Moeder Basso is doodziek. Lymfeklierkanker. In het ziekenhuis van Busto Arsizio vecht ze voor het leven. En de zachtmoedige Ivan vecht voor haar. Iedere krachtige pedaaltrap brengt moeder een stap dichter bij haar genezing. Ivan gelooft erin. Zoals hij ook in het podium geloofde. In Parijs, naast vriend en voorbeeld Lance Armstrong.

De Amerikaan mag Basso wel. De Italiaan is eerbiedig, gedwee, timide zelfs. Van dat alles heeft Armstrong weinig. Uitersten raken elkaar. Ze zoeken elkaar op. Ook in en na de wedstrijd. Op de rustdag in Limoges verblijven US Postal-Berry Floor en CSC in hetzelfde hotel. Als vanzelfsprekend gaat Armstrong het kankerthema niet uit de weg. Ivans hoop flakkert op. Drie dagen later vliegt een Amerikaans psycholoog naar Milaan. Een ervaringsdeskundige in het begeleiden van patiënten die chemotherapie volgen. Hij zal mamma Basso door de moeilijke dagen loodsen. Op voorspraak van Armstrong.

Weer een dag later wint Basso de rit op La Mongie. Met de goedkeuring van Armstrong, omdat die verdomd goed weet hoe graag Basso die zege wel wil. En omdat zo’n triomf meer dan een stimulans is in moeders gevecht met kwaadaardige cellen. In Armstrong schuilt meer menslievendheid dan vermoed. En de dankbare en fidele jongen die Basso is, denkt er geen seconde aan die trouwe Lance ook maar een duimbreed in de weg te leggen. Armstrong en Basso zijn verwante zielen, vrienden voor het leven. Pas als Armstrong gaat, komt het moment waarop Ivan op het hoogste schavot staat.

I l Gioelino, het juweeltje, herinner ik me nog een titel boven een stuk in Bicisport, het meest gelezen Italiaanse wielerblad. Het moet in 95 geweest zijn. Basso was tweede geworden in het WK voor junioren in San Marino. Tweede na Valentino China, op een aartsmoeilijk parcours. Basso reed op natuurlijke wijze, China met een steuntje. China is ondertussen al jaren gestopt. Basso, lang niet zo gulzig, bouwde gestaag aan de weg. De Lombard won bij ons de Ardense triptiek en een paar maanden later het WK voor beloften in Valkenburg, ondanks de grenzeloos ambitieuze Di Luca en de klasrijke Nocentini.

Basso was met andere woorden in de wieg gelegd voor het eendagswerk. De Ardennen, de korte hellingen, waren zijn terrein, de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik hem op het lijf geschreven. Dat moesten zijn doelen worden. Niks daarvan : Basso had een droom. Hij zou net als Miguel Indurain, zijn grote voorbeeld, de Tour winnen. Dromen mag, maar kenners gniffelden. De Tour was te hoog gegrepen voor Basso. Te edel, die jongen, voor het keiharde Tour-métier. Te gepolijst, dat gave snoetje.

Maar vergis je niet. Achter de minzame blik van deze slagerszoon schuilt een keihard karakter, een verscheurende ambitie. Basso eet en leeft sober, gunt zich niet het minste verzetje. Geen stapjes in de wereld, laat staan af en toe een cinemaatje. Ivan eet elke avond zijn slaatje met geraspte wortelen. Nooit erwten, want die zijn te vet. En ’s ochtends rijst of pasta met omelet. Eén vol ei en van vijf andere alleen maar het eiwit. Een dieet voor panlatten : Basso wijkt er geen gram van af.

Bij de eerste winterse groepstraining vorig jaar bij Fassa Bortolo zat hij een volle kilo onder zijn ideale gewicht. Basso bezat de gave van het overdrijven en die heeft Bjarne Riis hem toch een beetje uit het hoofd gepraat. Riis leerde Basso relativeren, Engelse boeken lezen én zwemmen. Want jawel, de kopman die het water niet in durfde op het trainingskamp in Lanzarote was Ivan Basso. “Spring”, riep Riis. “Maar ik kan niet zwemmen”, reageerde de schriele Italiaan. “Ik vroeg je niet om te zwemmen, wel om te springen”, sprak de onderkoelde Deen. Basso sprong zonder dralen. En werd vervolgens hoestend en proestend naar de kant getrokken. De introverte rekenaar leerde zichzelf te overtreffen.

Hij wint ooit de Tour. Na Armstrong welteverstaan.

door Michel Wuyts

‘Achter de minzame blik van Ivan Basso schuilt een keihard karakter, een verscheurende ambitie.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content