Standard verloor de topper tegen Anderlecht. Bijt nu ook Robert Waseige zich stuk op de ambities van de club ?

Van Moeskroen (0-3) en Charleroi (3-3) had Standard de strijd om het prestige al verloren bezuiden de taalgrens. Nu het dat ook van Anderlecht deed, moet het stilaan vrezen voor het zoveelste seizoen op rij weer te verdrinken in de onrust. Want de 1 op 9 die de Rouches haalden, staat haaks op de ambities waarmee ze aan het seizoen begonnen.

Infernaler dan Sclessin, een pruttelende door de Maas opengereten wonde in Luik, kan het decor voor een topwedstrijd niet zijn, maar angst boezemde het Anderlecht niet in : in de zesde minuut al was het Seol die op de Luikse doelman stuitte nadat hij Okpara in de wind had gezet. Verdedigend had RobertWaseige nochtans wijzigingen aangebracht. Eric Van Meir zat op de bank en zijn plaats in het elftal werd ingenomen door Rabiu Afolabi.

Bijzonder ontdaan was Van Meir de afgelopen week geweest over zijn nakende verwijdering uit de ploeg. Dat de voormalige bondscoach Van Meir nog voor het begin van de competitie – in de stijl hem eigen – vergeleek met JohnWayne, had voor de Lierenaar een teken aan de wand kunnen zijn. Want als Waseige de humor boven haalt, is dat zelden om iemand te flatteren. Imposant, maar zwijgzaam noemde de trainer zijn verdediger, daarmee kernachtig en niet gespeend van enig sarcasme het probleem aangevend : Standard heeft nood aan een leider op het veld en, als de nood het hoogst is, verzandt Van Meir in de passiviteit. Een persoonlijkheidstrekje dat hem in Lierse ook al door voorzitter GastonVets ten euvel werd geduid. Reden te meer waarom Waseige, die Van Meir sinds de nationale ploeg hoort te doorgronden, moeilijk kan aangeven teleurgesteld te zijn in de speler. Probeerde hij zichzelf en zijn ex-Rode Duivel nog gezichtsverlies te besparen door van een dip in zijn vormcurve te gewagen, de speler zelf hield bij hoog en bij laag vol zich fit te voelen. Na de wedstrijd stoof hij, de lippen stijf op elkaar, de kleedkamer uit.

De Rouches zoeken ondertussen naarstig verder naar, zoals Waseige het noemt, un fil collectif en auto-coaching. Niet dat het hen zonder Van Meir veel beter verging : herhaaldelijk schatten Afolabi en Okpara centraal achterin situaties verkeerd in. Twee keer kostte verkeerd positiespel van Afolabi, Van Meirs vervanger, Standard een doelpunt. Eerst mocht BaseggioMornar aanspelen op de flank en kon diens voorzet door Seol ongehinderd in doel worden gewerkt. Daarna kon de ingevallen Zane hetzelfde doen op aangeven van alweer Baseggio. Niet toevallig twee doelpunten die vielen op een moment dat Anderlecht, dat in de eerste helft herhaaldelijk gedomineerd werd door Standard, de druk naar voren durfde op te voeren.

Want dan blijkt naast een gebrek aan leiderschap de tweede zwakte van Standard : met twee naar voren georiënteerde voetballers als Meyssen en Walem centraal op het middenveld, wordt op die momenten het gemis van een verdedigende middenvelder gevoeld. Zo was Moreira het bijvoorbeeld die als aanvaller in de veertiende minuut na balverlies van Walem een voorzet vóór de opkomende Mornar ontzette. Geen overbodige inspanning van de Portugees, want Meyssen en Walem moesten meermaals het onderspit delven tegen Baseggio en DeBilde.

Merkwaardige vaststelling overigens, dat ontbreken van een verdedigende middenvelder, voor de draaischijf in de spelershandel die het Standard van D’Onofrio nochtans is. De jonge JonathanWalasiak noemde Waseige in deze context vooraf een “serieus manneke en heel goed bezig”, maar hij haastte zich om eraan toe te voegen dat het de ploeg aan leiders ontbreekt om het op het veld te begeleiden.

In overleg met de technische omkadering sneed Waseige in Standards spelersbestand. “We zijn vermagerd om sterker te kunnen worden”, noemde hij het. Waarmee hij aangaf dat er zo ruimte was gecreëerd voor nieuwe aanwervingen. “Maar we moeten niet kopen om te kopen”, repliceerde Waseige na de wedstrijd, maar dat de trainer opgezet is met de komst van de Zweedse linksvoetige middenvelder Frederik Söderstrom, daarvan maakt hij geen geheim. Te meer omdat hij precies ook als verdedigende middenvelder kan worden uitgespeeld.

Dan zal ongetwijfeld onder andere de met een vrije rol bedachte Moreira zijn aanvallend rendement voor de ploeg kunnen verhogen. Want dat Standard tegen Anderlecht niet tot scoren kwam en over de eerste drie speeldagen bekeken alleen tegen Charleroi drie keer het doel vond, mag behalve aan een sterke prestatie van FilipDeWilde ook worden toegeschreven aan een zekere onmacht voorin. Keer op keer strandden pogingen van Lukunku, Moreira en Vandooren in de Anderlechtverdediging, met als orgelpunt een fase in de 40ste minuut : Standard had het laken naar zich toe getrokken, maar een schot van Vandooren belandde via De Wilde in hoekschop, waarna Moreira op alweer De Wilde schoot en Afolabi de afvallende bal tegen de paal trapte.

Kortom, de Rouches is er na de nederlaag tegen Anderlecht alles aan gelegen volgende week van Bergen te winnen, wil er de week daarna tegen Club Brugge niet iets overkoken in de hel van Sclessin. Al zijn grandeur moet Standard, beseft men, dringend nog eens omzetten in klinkende resultaten. Na tal van trainers was het vorig seizoen MichelPreud’homme die zijn tanden stuk beet op de ambities van de club. Altijd werd in Standard een slapende reus vermoed, maar op geen enkel moment leek hij definitief te kunnen ontwaken. En zo ligt Sclessin er ook dit seizoen na drie speeldagen nog altijd bij : imposant, maar zwijgzaam.

Of om het met John Wayne te zeggen : “Het belangrijkste is mórgen : je krijgt het in perfecte staat en het hoopt dat je leerde uit gisteren.”

door Raoul De Groote

Als Standard niet wint van Bergen, kookt de hel van Sclessin over tegen Brugge.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content