Beste Belgische basketbalspeelster, beste speelster in Frankrijk, beste speelster in de Final Four, beste speelster in Europa, jongste Europese starter in de WNBA. Kortom, Ann Wauters.

“Dat van Europees speelster van het jaar 2001 is toch maar officieus, hoor.” Ann Wauters (21, 1m96) voegt het er eerlijkheidshalve aan toe. “Het was bondsvoorzitter Cyriel Coomans die met die eretitel op de proppen kwam.” Het was de Italiaanse sportkrant Gazetta dello Sport die Wauters in een referendum verkoos tot Europees speelster van het jaar. De Belgische gaat er niet door zweven. “Ik ben net meter geworden !”, zijn haar eerste woorden voor het interview. Glimlach van oor tot oor. Zo is Ann Wauters. Bescheiden en eenvoudig.

Hoe ben je eigenlijk beginnen basketballen ?

Ann Wauters : Toen ik twaalf was zei een vriendinnetje van mij : “Kom bij ons basketballen, we hebben nog een grote nodig.” Ik was altijd een kop groter dan mijn leeftijdsgenoten. Ik vond het meteen een leuke hobby, al moet ik zeggen dat ik er absoluut niets van kende. Het enige wat ik wist, was dat die bal door dat net moest. In mijn familie heeft er ook nooit iemand gebasket, ik heb echt een asportieve familie. Van dan af is het heel snel gegaan. Opeens werd ik opgeroepen voor de provinciale en nationale kadetten. Na drie jaar Hermes Sint-Niklaas, een club die geen damesploeg had, vertrok ik op mijn vijftiende naar eersteklasser Aalst.

Je was nog erg jong.

Dat is zo. Aanvankelijk was het de bedoeling om enkel met de beloften mee te doen, maar al snel stond ik in de eerste ploeg. Ik had nochtans lang getwijfeld. Ik vroeg me af wat ik tussen al die volwassen speelsters kon gaan doen. Vooral fysiek moest ik nog sterker worden. Uiteindelijk heeft die stap me veel sneller aan maturiteit doen winnen. Door met oudere ploegmaats om te gaan, was ik vroeger zelfstandig dan mijn leeftijdsgenoten.

Op welk moment ben je gaan beseffen dat er misschien een profcarrière in zat ?

Pfff… Ik had er eerlijk gezegd geen idee van dat zoiets bestond. Ik had bijvoorbeeld nog nooit van Valenciennes gehoord, terwijl dat een Europese topper is die op nauwelijks vier uur rijden hier vandaan ligt. De eerste keer dat ik ervan droomde, was vijf jaar geleden bij de oprichting van de WNBA. Toen zag ik ook voor het eerst vrouwenbasketbal op televisie. Het idee om bij een Amerikaans collegeteam te spelen is toen in mijn hoofd beginnen rijpen. Verscheidene van die ploegen belden mij toen op. Van dan af wilde ik ook meer trainen om te evolueren. Twee of drie trainingen per week in Aalst volstonden niet langer. Op een bepaald moment stond ik heel kort bij een overgang naar de University of Chulane. Alle papieren waren al ingevuld, toen de coach van Valenciennes contact met mij opnam. Hij vroeg of ik niet wou meetrainen tijdens de maand augustus. Dat viel zo goed mee dat we tot een akkoord zijn gekomen. Dat bezorgde me wel een dubbel gevoel, want ik had mijn woord gebroken tegenover Chulane.

Hoe verliepen de eerste weken bij Valenciennes ?

Tja, uiteraard was ik weer de jongste. Het viel mij vooral op dat ze daar veel professioneler werkten. Tot dan toe speelde ik altijd met vriendinnen in een losse sfeer.

Waaraan merkte je dat het professioneler toe ging ?

Je hebt twee trainingen per dag, waarop iedereen altijd aanwezig is. We werken met programma’s : die dag shottraining, die dag tactiek… En verder : een uitgebreidere staff, verre verplaatsingen, sterkere tegenstanders…

Had je voorbeelden of idolen ?

Neen, helemaal niet. Ik kende niemand uit de basketwereld, ging zelden naar een wedstrijd kijken. Enkel naar Antwerpen durfde ik wel eens te gaan, maar dat was omdat mijn coach bij Aalst, Claudia Van Horenbeeck, de vrouw is van Luc Smout, die toen assistent-trainer was van RB Antwerpen.

Nooit jaloezie ervaren omdat je het al op zo jonge leeftijd maakte ?

Jaloezie is er altijd, maar niet in de spelersgroep, omdat je daar toch allemaal met hetzelfde doel voor ogen werkt. Het was eerder de buitenwereld. Bij sommige speelsters voelde ik zelfs dat ze een beetje een moederrol op zich wilden nemen. De club zorgde ook voor voldoende opvang. Ik had bijvoorbeeld een zeer hechte band met de kinesiste van Valenciennes. En met de meisjes van de beloftenploeg ging ik geregeld op stap.

Werd de druk verhoogd in je tweede seizoen ?

Mijn tweede seizoen in Frankrijk betekende een hele ommezwaai. De club had verscheidene organisatorische veranderingen doorgevoerd, ook de coach werd vervangen. Dat zorgde voor heel wat twijfel in de ploeg. Maar ik wist dat ze van mij een belangrijke pion wilden maken. Tijdens de zomer had ik overigens al verscheidene aanbiedingen gekregen. Van andere clubs in Frankrijk, Italië ook, maar ik zat goed in Valenciennes. Het vooruitzicht om alles weer opnieuw te moeten beginnen, zinde mij niet. Bovendien kreeg ik in Valenciennes individuele trainingen van de coach, Laurent Buffard, en daar maak je het meeste progressie mee. Eerder deed ook Claudia Van Horenbeeck dat met mij. In feite is zij het die mij gevormd heeft.

Wat voor individuele trainingen waren dat ?

Claudia liet mij vaak meetrainen met de jongens. Voor een meisje is dat de beste leerschool. Ineens staat daar iemand voor jou die even groot is, dat is toch wel even wennen. Bovendien springen de jongens hoger, zijn ze krachtiger ook. Nadien met Buffard lag de nadruk vooral op het fysieke aspect, aangezien ik moest leren inside gaan tegen volgroeide vrouwen van 26 jaar.

Na afloop van je tweede jaar kreeg je de mogelijkheid om naar de WNBA over te stappen.

Eigenlijk kon ik het jaar voordien ook al naar Cleveland, maar toen kampte ik net met een rugblessure en zat ik met die transfer naar Valenciennes. Doordat mijn manager die contacten had onderhouden, is het er een jaar later toch van gekomen. Diverse WNBA-ploegen volgden mij via video’s, wedstrijdverslagen en statistieken. De maanden voorafgaand aan de draft hingen er bijna dagelijks WNBA-coaches aan de lijn.

Uiteindelijk kozen de Cleveland Rockers je zelfs als eerste in de draft.

Ja, alles overviel mij. De hele happening werd live uitgezonden. Ineens schoven ze mij een microfoon onder de neus en stonden daar camera’s. Ik was totaal niet voorbereid op die mediabelangstelling. Toch viel het nog mee doordat ik Europese ben. Aan zo iemand schenken ze ginder toch beduidend minder aandacht. Ik dacht : joepie, ik ga naar Amerika ! En niet : joepie, ik ben de eerste ! Pas achteraf kwam het besef wat voor een prestatie dat wel was.

Beantwoordde de WNBA aan je verwachtingen ?

Het was een droom die werkelijkheid werd. Je denkt dat in Valenciennes alles tot in de puntjes geregeld wordt, tot je naar de VS trekt. Daar hebben ze werkelijk voor elke behandeling een aparte persoon in dienst : iemand om je in te tapen, iemand om je te masseren, iemand voor de fanmail, nog iemand anders om je een bekertje water te brengen… Ongelooflijk ! En Amerika blijft het basketballand bij uitstek, hé. Er heerst een echte sportcultuur en de mensen zijn er veel opener.

Op sportief gebied had ik er wel iets meer van verwacht. Het niveauverschil met Europa bleek niet overweldigend groot. Maar alles errond, je vraagt je af hoe ze het doen. Aan de andere kant was die eerste maand heel zwaar. In mei moest je op trainingcamp en daar was het echt vechten voor je plaats. Het kon er erg hard aan toe gaan, de onderlinge rivaliteit was enorm. Daar zijn mijn ogen open gegaan. Het was oog om oog, tand om tand. Gelukkig verdween dat wat van zodra de ploeg vorm kreeg.

Werd je anders bekeken omdat je een blanke Europeaan bent ?

Ja, toch wel. Niet dat ik ooit geconfronteerd werd met racistische uitlatingen, maar je merkt die spanning gewoon. Ik ben voor hen the white girl from Europe.

Hadden jullie contact met de mannelijke collega’s van de Cleveland Cavaliers ?

Neen. Dat wordt allemaal netjes gescheiden. We zijn vorig jaar met de ploeg wel gaan kijken naar een play-off-wedstrijd en dat was zeker de moeite. Later besef je dat je in hetzelfde stadion speelt, op dezelfde vloer. Dat doet wel iets.

?

Weten de NBA-vedetten wel dat er een vrouwenbasketbalteam bestaat ?

Jawel. Sommigen komen wel eens kijken, al denk ik niet dat ze hoog oplopen met ons. Maar de populariteit van het vrouwenbasketbal in de VS valt niet te vergelijken met Europa. We spelen hier gemiddeld voor 13.000 toeschouwers.

Ga je volgend jaar terug naar Cleveland ?

In principe wel, maar ik wacht toch een beetje af met de huidige toestanden daar.

Kàn je eigenlijk wel van team veranderen ?

Neen, want ik heb een contract met de WNBA en in feite beschikken zij over mijn rechten. Ik ben gedraft door de Rockers en dan geldt een contract voor drie jaar. Daar heb ik niets aan te zeggen. Cleveland mag mij tevens transferen zonder inspraak van mijn kant.

Is de combinatie WNBA-Valenciennes fysiek nog lang vol te houden ?

Ik weet dat ik binnen een paar jaar een keuze zal moeten maken. Voorlopig valt het te verteren, zodus. Ik kan bijvoorbeeld proberen een akkoord te bereiken met Valenciennes, dat ik enkel nog aan de play-offs meedoe, of slechts een helft van de competitie speel.

MVP in de Franse competitie, MVP van de Final Four, beste speelster van Europa, titel en beker met Valenciennes. Doen al die bekroningen van het afgelopen jaar jou iets ?

Het is wel leuk, ja. Aan de andere kant, neem nu die titel van MVP in de Final Four : daar was ik niets mee, want we verloren die finale. Het deed me veel meer deugd om de dubbel te behalen met Valenciennes.

Brengen die trofeëen niet veel druk mee voor een 21-jarige ?

Op het veld merk ik wel dat er meer gefocust wordt op mij. Maar daar profiteren mijn ploegmaats dan weer van. En het is nu eenmaal inherent aan een profcarrière dat men grootse dingen van je verwacht, daar leer je dus wel mee leven. Bovendien heb ik bij Valenciennes het geluk over een heus vedettenteam te beschikken, ik ben niet de enige ster, dat helpt. Ik krijg nu – gek genoeg – minder speelminuten dan vorig seizoen. Nu zijn we met vier speelsters voor de center-positie. De ambitie van de club is dan ook om Europees kampioen te worden.

Stoort het je niet dat de Belgische basketbalfederatie jou nu plots als haar uithangsbord gebruikt ?

Neen, integendeel. Ik kom graag naar België. Het is aangenaam om vast te stellen dat het vrouwenbasketbal ook hier stilaan een plaatsje krijgt. Bovendien doet de nationale vrouwenploeg het goed en krijgen we meer en meer publieke steun. Als ik daaraan door mijn populariteit mee kan helpen, waarom niet ? Zolang de bond mij gebruikt en niet misbruikt, kan ik ermee leven. Anderzijds vind ik het niet realistisch als men nu plots begint te roepen over EK of Olympische Spelen. Akkoord, we hebben tegen Italië en Litouwen goed gespeeld, maar we wonnen maar één partij van de drie, hé ! Ik bevind mij in de ideale situatie om te vergelijken en geloof me : het Belgisch basketbal komt organisatorisch nog veel te kort. Het feit dat er nu talenten ontluiken als Cathy Wambé en ikzelf, is louter aan toeval toe te schrijven.

door Matthias Stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content