Zelden zorgde de aanstelling van een nieuwe trainer bij FC Barcelona voor zoveel commotie als die van Louis van Gaal. De in Camp Nou teruggekeerde Nederlander is er nog altijd allerminst populair.

Het is geen geheim. Het besluit van voorzitter Joan Gaspart om Louis van Gaal terug te halen als coach van Barcelona heeft tot een diepe scheiding der geesten geleid. Onder de socios, de sportpers, het bestuur en ook – al zullen ze het niet snel openlijk toegeven – onder de spelers. Velen vroegen zich wanhopig af hoe het mogelijk was. Hoe kan het dat de man die hier vertrok na de grootste lawine van padoladas (vreedzaam volksprotest met behulp van witte zakdoekjes) en fluitconcerten uit de historie van Barça twee jaar later wordt binnengehaald als de redder in nood ? Was dit niet de man die in drie jaar tijd kans zag met nagenoeg alles en iedereen ruzie krijgen, van publiekslieveling Rivaldo tot aan de Catalaanse president Jordi Pujol toe ? Die de Catalanen op hun ziel trapte door in een laatste persconferentie vol rancune te beweren dat Catalonië een fantastisch land was om te leven, maar niet om te werken ? Die in een vlaag van arrogantie en verbittering bij zijn afscheid de absurde uitspraak deed dat hij met Ajax in zes jaar meer gewonnen had dan Barça in honderd ? Die weliswaar twee landstitels behaalde (in 1998 en ’99), maar die in zijn laatste jaar geen enkele hoofdprijs won en die in Europa al helemaal niet wist te overtuigen ?

Inderdaad, diezelfde Louis van Gaal. Maar ook weer niet. Tenminste, als we voorzitter Gaspart mogen geloven. Want, zo beweerde hij tegenover de Spaanse pers aan de vooravond van Van Gaals presentatie : “Van Gaal zal veranderen. Hopelijk komt er een dag waarop jullie allemaal kunnen zeggen : Dit is onze Van Gaal.” Gaspart, de man die sneller van kleur verschiet dan de gemiddelde kameleon, was welhaast genoodzaakt te zeggen dat Van Gaal zou veranderen. Want de geloofwaardigheid van de Barça-voorzitter zelf was in het geding. Bij het vertrek van Louis van Gaal twee jaar geleden had hij immers uitgehaald naar de Nederlandse oefenmeester. Gaspart, toen nog in de race om de afgetreden voorzitter Josep Lluis Nunez op te volgen, verweet Van Gaal gebrek aan contact met het publiek. Het klikte volgens Gaspart niet tussen Van Gaal en de supporters. De voortdurende witte-zakdoekjesregens en de talloze spandoeken tegen Van Gaal op de tribunes waren daar het bewijs van.

Gaspart, vice-voorzitter onder Nunez, nam juist op tijd afstand van de impopulaire trainer aan wie Nunez zijn lot had verbonden en die hem uiteindelijk de kop kostte. Gaspart was de lachende derde. Kort daarop kozen de socios hem tot voorzitter. Onder Gaspart maakte FC Barcelona twee desastreuze seizoenen door. In navolging van rivaal Real Madrid, dat successen boekte onder de nuchtere en bescheiden Vicente Del Bosque, vertrouwde Gaspart het trainerschap toe aan een man van binnen de club. Llorenç Serra Ferrer kon het gaan proberen. Hij werd halverwege zijn eerste jaar aan de kant gezet om plaats te maken voor Carles Rexach.

Maar ook onder Charly werd het niets. Barça won geen enkele prijs, zelfs niet de Catalaanse beker. Beide seizoenen wist de ploeg zich slechts op de valreep en met de grootste moeite te plaatsen voor de Champions League. Aan krenterigheid van het bestuur lag het niet. In twee jaar Gaspart werd de ploeg voor een slordige 180 miljoen euro vertimmerd. Bijna 50 miljoen meer dan de toch ook niet kinderachtige 134 miljoen euro die Van Gaal in drie jaar had mogen uitgeven aan de zeventien (!) nieuwe spelers van zijn keuze.

Het maakte weinig uit. Camp Nou en de socios bleven verstoken van resultaten en spektakel. Gaspart zocht weer een coach van internationale faam. Hij polste Fabio Capello (AS Roma) en Arsène Wenger (Arsenal). Verder dan een vage principe-overeenkomst met de Italiaan kwam het niet. Terwijl hij driftig werkte aan het vertrek van Rexach, bleef Gaspart zijn trainer in het openbaar trouw. Nieuwe namen doken op in het geruchtencircuit. Die van Victor Fernandez bijvoorbeeld, verklaard aanhanger van Johan Cruijff, die het bescheiden Celta de Vigo met mooi aanvallend voetbal naar de hoogste regionen van de Primera Division had gevoerd. Ook de Zweed Sven-Göran Eriksson, bondscoach van Engeland, en de onlangs bij het Argentijnse Boca Juniors vertrokken Carlos Bianchi werden genoemd. En, ten slotte, Louis van Gaal.

De mogelijke terugkeer van de Nederlander wekte verbijstering. Bij zijn presentatie in 1997 werd hij als een held in Camp Nou binnengehaald. Maar in de tussentijd is er veel gebeurd. Het krediet dat Van Gaal in 1997 had, had hij in de ogen van velen verspeeld. Dat het Nederlands elftal onder zijn leiding het WK misliep, was niemand ontgaan in Barcelona. Was dit de man die Barça nodig heeft om uit het slop te geraken? Nee, zegden de supporters. Opiniepeilingen in de Catalaanse sportpers lieten aan duidelijkheid niets te wensen over. Twee van de drie Barcelonistas waren vierkant tegen een terugkeer van de Nederlandse coach. In radioprogramma’s bleken fans van Real Madrid, Betis en Valencia juist voorstander van Van Gaal te zijn. Met hem als trainer op de bank van Barda hebben we mooi een concurrent minder, zeggen zij.

Naarmate de optie-Van Gaal terrein won, veranderde de teneur in de Catalaanse kranten. Enkele dagen later waren er volgens de peilingen al evenveel voor- als tegenstanders van Van Gaal. Toch besloot de trainer om bij zijn terugkeer in Spanje pers en supporters te mijden. Hij had er een elf uur durende trip voor over. De reis voerde hem van Amsterdam via Rotterdam, Alicante en Valencia naar zijn huis in Sitges, een halfuur van Barcelona.

Voor Van Gaals officiële presentatie als nieuwe trainer van FC Barcelona hadden zich tweehonderd journalisten geaccrediteerd. Vijf televisiestations zonden de persconferentie rechtstreeks uit. Enkele dagen tevoren had voorzitter Gaspart de verzamelde pers toegesproken met verzoenende woorden. Met veel gevoel voor understatement erkende hij dat Van Gaal in het verleden “weleens een probleem” had gehad met de pers wegens zijn karakter. Maar, zo verzekerde Gaspart, dat zou nu anders zijn. “Van Gaal is zich bewust van de relatie die hij moet onderhouden met de pers. Die zal correct zijn”, zei de voorzitter, die toegaf dat Van Gaal kanten had die “voor verbetering vatbaar” waren. Een andere Van Gaal dus ? “De mensen in mijn directe omgeving zijn blij met deze Louis van Gaal”, zei de trainer tijdens de persconferentie. “Ik kan en wil niet veranderen.”

Voorzitter Gaspart legde uit dat de Nederlandse oefenmeester daarmee bedoelt dat de positieve aspecten uit het verleden behouden moeten blijven en de negatieve omgebogen dienen te worden in positieve. De verzoeningsgezindheid overheerste aan alle kanten. Herhaaldelijk liet Van Gaal weten met heel veel enthousiasme aan de slag te gaan. Keer op keer vroeg hij de steun van iedereen in en om de club en in het bijzonder van de pers. De trainer toonde zich emotioneler en kwetsbaarder dan ooit, maar ging niet zover om fouten uit het verleden ruiterlijk toe te geven. Hij hield het maximaal op “collectieve fouten”.

De volgende dag bleek dat de sportpers van Barcelona de rijen gesloten had en pal achter Van Gaal stond. Hij werd omschreven als iemand die geleerd heeft nederig te zijn, die in staat is lering uit het verleden te trekken, die gevoelig en intelligent is en die de club in zijn hart draagt. Zelfs zijn rudimentaire Spaans kreeg de kwalificatie “meer dan voldoende” mee.

Het begrip was van korte duur. Niet langer dan één speeldag duurde het voor de witte zakdoekjes alweer tevoorschijn werden gehaald. In het Spaanse kampioenschap was Barcelona thuis tegen het gepromoveerde Atletico Madrid niet verder geraakt dan een 2-2-gelijkspel. Met dezelfde cijfers vanavond in het Champions Leagueduel met Club Brugge zal alleen de Belgische landskampioen tevreden zijn.

door Lex Rietman

‘Ik kan en wil niet veranderen.’ (Louis van Gaal)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content