Philippe Clement, aanvoerder van Germinal Beerschot, wordt in maart 37 en bereidt zich stilaan voor op een trainerscarrière. Zijn echtgenote, Nicole Vancraybex, cijfert zich al 15 jaar voor hem weg. ‘Ik deed alles uit liefde en niet tevergeefs,’ zegt ze, ‘maar het wordt tijd om iets meer aan mezelf te denken.’

N icole Vancraybex: “Vroeger haatte ik voetbal. Misschien kwam dat ook wel omdat ik de voetbalschoenen van mijn vader moest poetsen. Hij speelde bij een caféploeg. Als hij ging sjotten, was ik mee en dat vond ik niet leuk. Toen ik Philippe tegenkwam, bleek dat hij toevallig ook een voetballer was, maar daar denk je op dat moment niet bij na. ( lacht)

“In mijn jonge jaren ben ik ooit Belgisch kampioen squash geweest. Toen ik wegens rugproblemen moest stoppen met squashen, ben ik squashles beginnen te geven. Zo kwam ik in contact met de kinesisten van Racing Genk en kreeg ik op een dag de vraag van de echtgenote van Danny Kaes of ik met de spelers en de spelersvrouwen mee carnaval wou gaan vieren in Bocholt. Op die manier leerde ik Philippe kennen. Hij zat in die tijd op een appartement in Genk, speelde voor KRC en studeerde er ook nog voor industrieel ingenieur. Na die carnavalsavond ging het snel. Hij had iemand gevonden om voor hem de was te doen en te koken, hè. ( lacht)

“Eigenlijk zijn wij uitersten. Ik ben heel impulsief, een bommetje, maar in zijn aanwezigheid valt er precies een rust over mij. Nu draai ik al twee keer mijn tong rond voor ik spreek, maar vroeger was het: klikt het niet, dan botst het. Anderzijds is hij door mij opener geworden. Ik denk dat het voor onze relatie belangrijk is dat ik zelf heel sportief ben en uit ervaring weet welke inspanningen topsport vergt. Veel vrouwen zagen als hun man ook in de vakantie een trainingsprogramma moet afwerken, maar ik doe met hem mee. In de eerste week van januari zijn we voor drie dagen naar Parijs geweest en daar zijn we telkens al voor het ontbijt gaan sporten. Vroeger vond ik lopen saai, nu ben ik eraan verslaafd. Momenteel ben ik aan het oefenen voor de Antwerp 10 Miles ( op 17 april, nvdr). ’s Ochtends vroeg gaan joggen op de Waasmunsterse Heide, de verse sneeuw onder je voeten horen kraken of in de lente de vogels horen fluiten, dat vind ik zááálig. Ik kan er enorm van genieten om alleen te zijn in de natuur. Ga ik op een baaldag lopen, dan kom ik altijd thuis met positieve energie. Ook Philippe heeft dat nodig om rustig te zijn. Als we niet kunnen sporten, zijn we niet gelukkig. De kinderen zijn net zo. Beter dat dan altijd voor de tv te zitten.”

Vrouwen & kinderen

“Bij Racing Genk werd ik meteen met open armen ontvangen. Limburg is op dat vlak anders dan West-Vlaanderen, vind ik. Extraverter, losser, hartstochtelijker. Bij Club Brugge kwam ik in het begin mensen tegen die introvert en minder direct waren en daar had ik het moeilijk mee. Ik kwam daar aan en zei ‘Hallo, ik ben Nicole, de vrouw van Philippe Clement’, maar dat werd helemaal niet geapprecieerd. Maar eens je ze echt leert kennen, sluiten ze je ook wel in hun hart. Uiteindelijk maakten we er heel veel vrienden. In Antwerpen voelde ik mij wel onmiddellijk op mijn gemak. Er is meer grootspraak, maar dat moet je dan maar met een korreltje zout nemen.

“Van de periode in Engeland is mij vooral bijgebleven dat Gordon Strachan ( toenmalige trainer/manager van Coventry City, nvdr) een hele dag met mij rondreed om huizen te bekijken. Hij zei: ‘Het is heel belangrijk dat de vrouw zich goed voelt, want als zij zaagt, is de man ook niet tevreden.’ Hij wist dat ik sportte en maakte mij meteen lid van een sportclub waar ik anders nooit was binnengeraakt. Dat is een heel andere mentaliteit dan bij ons. Zijn vrouw, Lesley, was zot van Miguel en zei altijd: ‘Breng hem maar naar ons, dan kunnen jullie eens een avondje weggaan.’ Eén keer per jaar mochten ook de vrouwen mee gaan eten. Dan voel je echt dat je erbij hoort.

“In Engeland ben je vaak alleen, want de ploeg gaat veel op afzondering, maar een vrouw moet haar plan kunnen trekken, vind ik. Ik was leesmoeder op de school van Miguel en gaf er tennisles. Ik raakte snel geïntegreerd omdat de club er alles voor deed. Dat is een groot verschil met hier. Op Germinal Beerschot komen zelfs bijna geen spelersvrouwen naar de wedstrijd kijken, ook omdat er nooit iets voor hen en de kinderen georganiseerd wordt. Dat is jammer, want zeker in moeilijke momenten kunnen zij voor een voetballer op mentaal vlak een belangrijke rol spelen. Mijn ervaring is: in België tellen de vrouwen niet mee. Bij Club Brugge steekt de echtgenote van voorzitter Pol Jonckheere nu veel tijd in de buitenlanders.

“Ik kom wel eens jonge spelersvrouwen tegen die plots stoppen met studeren omdat hun lief profvoetballer is en die met mij lachen omdat ik met een Peugeot van elf jaar oud rijd. Ze beseffen niet wat de echte wereld inhoudt, net als hun vriendje dat te snel op handen wordt gedragen en te vlug te veel geld verdient. Als ze ergens niet binnen mogen, zeggen ze: ‘Weet je wel wie ik ben? Ik ben de vrouw van …’ Ze zien alleen de glitter. Waarom zou een club geen rol in hun begeleiding kunnen spelen? Waarom zou bijvoorbeeld een diëtiste de spelersvrouwen in enkele sessies geen advies kunnen geven over gezonde voeding? Het schept een band en het is nuttig.”

Altijd voetbal

“Al vijftien jaar staat alles in het teken van het voetbal. Ik ben helemaal gebrainwasht. ( lacht) De kinderen voetballen bij Waasland-Beveren. De ene traint drie keer per week en de andere vier keer en soms zie ik drie wedstrijden per dag, maar ik leerde hen wel van jongs af aan zelf hun voetbalschoenen te poetsen. De jongste probeerde een tijd om het aan mij over te laten, maar hij vertrok telkens met vuile schoenen naar de training. ( glimacht)

“Philippe is een superprof. Zelfs op zijn vrije dag gaat hij lopen. Ik probeer ervoor te zorgen dat hij alleen maar moet voetballen. Ik doe de administratie, ik zorg voor de kinderen en ik deed ook de hele opvolging van de bouw van ons huis. Als je er het maximum uit wil halen, moet je er álles voor doen. Met een zagende vrouw raak je nergens. Ik ken vrouwen die niet werken van wie de man zelfs de nacht voor de wedstrijd moet opstaan als de kleine huilt. Bij ons is het anders. Toen Miguel onlangs op een zaterdagnamiddag een kruisband scheurde, liet ik Philippe gerust en vertelde ik het hem pas ’s avonds na zijn wedstrijd. Hij miste zelfs bijna de geboorte van Keanu omdat hij op dat moment met de invallers van Club Brugge tegen Antwerp aan het spelen was. Ik was die dag vijf weken vroeger dan verwacht in het moederhuis opgenomen moeten worden, maar omdat ik geen persweeën had, zei ik dat hij mocht gaan sjotten. Hij kwam net terug uit blessure en ik wist hoe belangrijk het voor hem was om weer te kunnen voetballen en te tonen dat hij klaar was voor een basisplaats in de eerste ploeg. Want als Philippe op de bank moet zitten, sterft hij. Twee minuten nadat hij terug bij mij was, ben ik bevallen. Maar mijn kind werd mij meteen afgenomen wegens te prematuur. En wat deed Philippe, onze prof? Hij ging ’s avonds laat naar huis en ging ’s ochtends gewoon trainen, terwijl ik daar lag met mijn keizersnede en mijn postnatale depressie. Achteraf bekeken, na de zware emoties die ik toen doormaakte, zou ik dat niet meer toelaten.

“Je mist quality time. Op de dag van de plechtige communie vierde Club Brugge tegen Anderlecht de titel. Ik ging met Philippe mee naar de wedstrijd en Miguel vierde zijn feest met de familie. De kinderen vinden dat normaal, zij weten hoe belangrijk voetbal voor hun papa is en hoe intens ik dat meebeleef. Er zijn vrouwen die op de tribune heel de tijd zitten te kletsen en als hun man scoort, vragen wie de goal gemaakt heeft, maar ik zie alles. Aan zijn manier van lopen merk ik hoe hij zich voelt.

“Door het voetbal is het al zeven jaar geleden dat we ’s zomers nog eens allemaal samen op vakantie zijn kunnen gaan. Met dat wintervoetbal is er nu zelfs ook geen tijd meer tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Je moet veel laten, maar je moet ook kijken naar wat het oplevert. Dankzij het voetbal maakten we al veel moois mee. Ik ben blij wanneer het seizoen gedaan is, want het kan echt deugd doen als al die trainingen en wedstrijden wegvallen, maar ik ben ook altijd blij wanneer het weer begint.”

Minibus

“In Brugge beleefde ik met de spelersvrouwen heel mooie momenten ter gelegenheid van Europese uitwedstrijden. Met negenen huurden we een busje en reden we onder meer naar Dortmund, Ajax en Milaan. Elk om beurt kropen we dan achter het stuur en ik kan je verzekeren dat we hilarische toestanden meemaakten. Zo schatten we in Duitsland bij het binnenrijden van een parking de hoogte van het busje eens niet helemaal juist in. ( lacht) Bij AC Milan gaan winnen, dat vergeet je natuurlijk ook nooit meer. Het was toen nog de tijd dat de ploeg jarenlang bijna dezelfde bleef. Veel vrouwen kenden elkaar al een jaar of vijf. Nu is dat niet meer mogelijk. Spelers komen en gaan veel sneller dan vroeger.

“Bij Genk en vele jaren bij Brugge leek winnen vanzelfsprekend te zijn. Het waren goede tijden waarin de samenhorigheid groot was. Maar de laatste vijf seizoenen, eerst bij Club en zeker daarna bij Germinal Beerschot, bleek dat winnen helemáál niet vanzelfspekend is. Het is een interessante ervaring met het oog op de nieuwe uitdaging die Philippe na zijn spelerscarrière wacht. Zoals hij zich nu voelt, sluit hij niet uit dat hij er nog een jaar bij doet, maar trainer wordt hij op een dag in elk geval. Het zat altijd al in hem en hij is er steeds meer mee bezig, merk ik.

“Hij zal wel nog wat moeten veranderen, denk ik, want voor sommigen is hij té professioneel. Je kunt niet van iedereen verwachten dat hij er even maniakaal mee bezig is als jijzelf. Trond Sollied liet hem dat al inzien. Wat dat betreft, was die ruzie naar aanleiding van een kritisch krantenartikel wel zinvol. Sollied zette hem toen bijna twee maanden op de bank. Om zijn energie en frustraties kwijt te kunnen, trainde Philippe zich in die periode meer dan ooit kapot. De zaterdag dat Sollied hem in de vooravond bij zich riep en zei dat hij ’s avonds eindelijk weer zijn kans zou krijgen, was hij zich ’s ochtends in Tillegembos nog anderhalf uur steendood gaan lopen. Niets had er tijdens de vrijdagtraining op gewezen dat hij zou mogen meedoen. Als offensieve middenvelder, een positie waarop hij nooit eerder speelde, scoorde hij toen ondanks zijn zware benen drie keer. Puur op adrenaline.

“Nu kan hij al wat beter relativeren. Ook zijn reis met Damiaanactie naar Congo veranderde zijn kijk op de wereld en op wat werkelijk belangrijk is in het leven. Wanneer hij vroeger verloor, kon hij de ontgoocheling en het onbegrip maar verwerken door weer een wedstrijd te spelen en dan was het hopen dat die wel gewonnen werd. Nu duurt dat toch al wat minder lang.

“De laatste jaren genieten we al eens meer van het gewone leven. Alles wat ik deed, deed ik uit liefde en ik deed het niet tevergeefs, maar nu de kinderen zelfstandiger worden en Philippe wat meer zal kunnen inspringen, is het tijd om iets meer aan mezelf te denken. Ik ga weer studeren, voedingsconsulente en welnesswetenschappen. Ik ben het beu om thuis te zitten en poetsvrouw te zijn.” ( lacht)

Kleine dingen

“Iederéén maakt moeilijke momenten mee. Als je achteruit blijft kijken, oude koeien uit de gracht blijft halen, blijf je ter plaatse trappelen. Ik zeg altijd: vooruit met de geit! Ik leerde in te zien dat in het negatieve de kiem van iets positiefs zit. We zijn ons er ook nog meer van bewust geworden dat het leven plots voorbij kan zijn. De avond waarop François Sterchele verongelukte, ben ik met enkele spelersvrouwen van Club Brugge in Antwerpen naar Kylie Minogue gaan kijken en zijn we teruggekeerd langs de weg waar hij even later om het leven zou komen. Dan besef je meer dan ooit: dit kan ons ook overkomen.

“Mijn mama is overleden aan kanker. Ze kreeg te horen dat ze maar drie jaar meer te goed had, maar gelukkig werden het er toch nog elf. Met Kerstmis was het elke keer: ‘Laten we genieten, want de volgende kerst haal ik niet meer.’ Dus: pluk de dag. Voor mij is dat: geniet van de kleine dingen. Van samen eens uit te slapen bijvoorbeeld, of van samen in het bos te wandelen of van een keer samen naar de wedstrijden van de kinderen te gaan kijken en er daarna eens rustig over na te praten. Dat vind ik belangrijker dan elkaar dure cadeaus te geven. Er is meer in het leven dan met een Porsche Cabrio te rijden en met een handtas van ik-weet-niet-hoeveel euro rond te lopen. In Milaan was ik de enige spelersvrouw die níéts kocht. Of toch: een Beyblade ( naam voor verzameling figuren uit Japanse animatieserie, nvdr) voor Miguel en Keanu.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – BEELDEN: REPORTERS

“Er is meer in het leven dan met een Porsche Cabrio te rijden en met een handtas van ik-weet-niet-hoeveel euro rond te lopen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content