Hij is niet bezig aan zijn beste seizoen en dat steekt bij Carl Hoefkens. ‘Niet zozeer fysiek, maar mentaal is het al zwaar geweest.’ De aanvoerder, vanop de oefenstage in het Zuid-Spaanse Marbella, over de toekomst. ‘Mijn contract? Ik wacht af.’

DOOR PETER T’KINT IN MARBELLA

De oefenwedstrijd van zondagmiddag tegen Mainz, subtopper in de Bundesliga, zit er nagenoeg op als Carl Hoefkens (34) een breedtepass verkeerd inschat. Hij grijpt zich naar het hoofd, als hij ziet hoe Shawn Parker, zoon van een Amerikaanse beroepsmilitair, Bojan Jorgacevic klopt. Shit happens, het enige wolkje aan een voor de rest volledig blauwe hemel. In schitterende omstandigheden – uitstekend hotel, prachtig weer, mooi voetbalkader – kan Club Brugge zich in Zuid-Spanje voorbereiden op het tweede deel van de competitie. De 0-0 waar het tegen Mainz op afstevende, was verdiend, tot de 89e minuut…

Hoefkens bracht de wintervakantie door in Engeland, waar hij de vrienden van weleer opzocht. Er was tijd voor de familie, voor voetbal (Stoke-Southampton) en voor ontspanning. Fysiek was hij niet moe, zegt hij, mentaal wel. Hoefkens: “Als het niet gaat zoals je wilt, en je bent er veel meer mee bezig dan anders, krijg je dat niet meer zo makkelijk uit je hoofd. Dat kost energie. Je bent op dat moment niet fysiek bezig, je zit thuis in je zetel, maar mentaal kun je dat niet helemaal loslaten. Dat was het moeilijkste. Daarom deed de korte vakantie in Engeland zo’n deugd.”

Hoe vat je het seizoen samen?

Carl Hoefkens: “Het begin was goed, we waren naar iets aan het toewerken, maar dat kwam abrupt tot een einde in vier, vijf verloren wedstrijden na mekaar. Dat is voor een ploeg als Club Brugge ondenkbaar. Er was veel kritiek, en die was niet makkelijk te verwerken. En dan kwam er wat tegenslag, ik denk aan de wedstrijd tegen Zulte Waregem, waar Ryan (Donk, nvdr) rood pakte na 25 minuten. 0-1 achter, vechten tegen de bierkaai… Je doet er alles aan, maar het heeft precies geen resultaat. Slechte resultaten, veel geblesseerden, Víctor (Vázquez, nvdr) die uitviel, nog andere spelers… Op een gegeven moment moesten we vijf sterkhouders vervangen, en dat bleek te moeilijk. We hebben evenwel geprobeerd om het samen weer recht te trekken, en dat lukte, denk ik. Blijven vechten, nieuwe trainer, een nieuwe wind door de selectie, alleman terug uit blessure. Ik denk dat we op de goeie weg zijn, dat is het gevoel dat nu overheerst.”

Vier trainers op anderhalf seizoen, elke stage weer andere klemtonen, een andere visie…

“Ik denk niet dat het de bedoeling was, maar bij een topclub kan je zoiets meemaken. AdrieKoster is er 2,5 jaar geweest, die heeft vooral de eerste twee jaar een stijl binnengebracht die voor de club een grote verandering was, maar positief aansloeg bij de supporters. Christoph Daum kan je niks verwijten, die heeft een fantastische job gedaan, met op het einde heel goed voetbal en een bepaalde teamspirit… Mentaal waren we heel sterk, fysiek ook en voorin hadden we genoeg frivoliteit om het verschil te maken. Dat hij door omstandigheden ging, kan je de club niet verwijten. GeorgesLeekens had in de eerste wedstrijden een goeie invloed en heeft nu ook nog zijn inbreng. Je mag niet alles overboord kappen. Maar als trainer van Club weet je ook dat je bij vier à vijf keer verlies moeilijk bij de club kan blijven. Op een gegeven moment hadden wij zeven geblesseerde spelers van wie er vijf bijna altijd zouden spelen. Ik denk dat heel weinig clubs dat kunnen opvangen. Juan Carlos Garrido is een mix tussen Koster en Daum. Hij wil voetbal zien, maar ook engagement en bezieling. Iedereen kreeg een kans om zich te tonen, wat op zich heel fair is, vind ik. Dat is het voordeel van een buitenlandse trainer. Dat hebben we ook met Daum gezien, ook hij was onbevooroordeeld tegenover spelers, tegenstanders en publiek. Toen is dat heel positief uitgedraaid, we vonden een mix waarin elke speler zich goed voelde.”

Paniek

Iedereen kon zich tonen en kreeg speelminuten. Daarna kwam de duidelijkheid. Voor sommigen was die hard. Jordi Figueras en Björn Vleminckx zijn al weg, anderen mogen gaan.

“Duidelijkheid moet, dat wordt verwacht van een trainer. En het is moeilijk om dan zacht te zijn. Moeilijk voor Belgische spelers, pers en publiek, omdat het hier haast een schande is om op de bank te belanden. Terwijl dat in mijn ogen niet altijd het geval is. Als je bij Club Brugge op de bank zit en de ploeg draait goed, ben je geen mindere speler, dan heb je je plaats in – bij wijze van spreken – twaalf andere ploegen. Maar die verkeerde visie zit in de Belgische mentaliteit ingebakken. Ik kan alleen vergelijken met Engeland. Daar heb je een grote kern met spelers die allemaal samen voor dat resultaat gaan. En of je dan veel speelt of weinig, doet er in principe niet toe. Als je maar je best doet en klaar bent om te spelen als het moet. Iedereen krijgt heus wel zijn kansen. Op zich is het spijtig dat spelers snel misnoegd zijn, als je zoals Club een ploeg wil bouwen met veel goeie spelers. Figueras en Almebäck kregen veel kritiek, terwijl ze toch ook hun steentje bijdroegen. Misschien was hun vorm nu minder, maar vorig seizoen hebben die heel veel goeie wedstrijden gespeeld. Het is niet omdat je bepaalde wedstrijden niet speelt, of minder speelt, dat je slecht bezig bent met je carrière. Dat heeft er in mijn ogen weinig mee te maken.”

Voor jongens als Almebäck, Høgli of Jorgacevic moet het toch een rare stage zijn. Ze weten dat ze mogen vertrekken.

“Er wordt veel te snel gepanikeerd, vind ik. Als je een paar wedstrijden niet speelt…”

Door de spelers?

“Ook. Door iedereen in de club, terwijl je naar een sterke kern zoekt… Daarom is het zo spijtig dat we uit de beker liggen, dat vind ik een smet op het seizoen. Nu hebben we nog slechts één doel, en daarvoor misschien wel een grote kern, maar die wordt wel weer nuttig volgend jaar.”

Jullie hoofdcoach wil afslanken tot een kern van 20 veldspelers en 3 doelmannen. Als je daarmee op drie fronten moet spelen, wordt het wel krap.

“Als je dan voorhebt wat je dit jaar voorhad, heb je wel een probleem, ja, maar dat is zijn keuze. Hij speelde al Europees met Villarreal, hij zal wel perfect inschatten wat hij wil.”

Dan hou je wel iedereen tevreden, want zogoed als iedereen kan op de bank zitten.

“In principe wel, ja. Iedereen heeft zijn eigen manier van werken, zijn doelstellingen en hopelijk haalt iedereen die.”

Moet jij nu die jongens opbeuren?

“Maar neen. Ik denk dat de drie die we net noemden een voorbeeld zijn op training, niemand kan hen iets verwijten. Als het wat minder gaat, wordt vaak gezegd dat er geen groepsgevoel is, maar dat is bij ons totaal niet het geval. Het kan gerust geweest zijn dat Björn (Vleminckx, nvdr) niet gelukkig was, maar dat heeft hij nooit laten merken in zijn houding op training. En net dat is wat spelers van elkaar verlangen. Als je er voor honderd procent voor gaat op training, maakt het niet uit of je in je binnenste gelukkig bent. Dat zijn dingen die je thuis moet bespreken, of met je manager. Voor elke speler zijn er momenten van mindere vorm of een passage op de bank. Hoe je daarmee omgaat, maakt het verschil tussen een echte sporter en een speler die nooit het maximum uit zijn carrière zal halen.”

Heb jij een uitleg voor die jaarlijks terugkerende dip in oktober, november?

“Ik denk dat die vooral te maken heeft met de aanpassing van bepaalde spelers. In het eerste jaar dat ik hier was, speelde Ronald Vargas in het begin van het seizoen alles kapot. Dat gold ook voor AntolinAlcaraz, nog zo’n ‘klimaatspeler’… Op het moment dat het voetbal echt hard wordt en ploegen een bepaald thuisvoordeel hebben, omdat zij klimaat en veld kennen en weten hoe ze een topclub onder druk moeten zetten, hebben wij het al een aantal jaren laten afweten. Vorig seizoen was Víctor nieuw, en Rafa en kwam Bacca in januari. Dat is allemaal normaal, je kan die spelers die aanpassing niet kwalijk nemen. Daarom hamer ik zo op geduld. Bacca heeft óók een tijd op de bank gezeten, en als je dan ziet welk niveau hij nu haalt… Dat moeten we heel goed onthouden, dat we niemand te snel mogen afschrijven. Ettelijke keren dachten we van spelers die toekwamen: oei… Maar nadien braken ze wel door.”

Wat verwacht jij van de nieuwe technisch directeur?

“Ik denk dat elke club die positie nodig heeft. Het is belangrijk dat die man een welbepaalde visie heeft en die kan overbrengen op een club. Dat is heel moeilijk, denk ik, die visie garanderen voor een paar jaar. Verder kan ik daar nu weinig meer over zeggen, ik weet nog niet hoe zijn functie is afgelijnd en wat zijn verantwoordelijkheden zijn. Het is nog te nieuw allemaal.”

Beter

Je staat op zes maanden van het einde van je contract. Ben je tevreden over je eigen seizoen tot dusver?

“Ik heb… (denkt na) een redelijk goeie start gehad. Dan heb ik het wat moeilijker gehad, ook omdat het moeilijker ging met de ploeg. Ik ben veel minder bezig geweest met mezelf en veel meer met de ploeg. In de hoop dat die wint, dat is het enige wat telt. En of ík dan goed of slecht speel…”

Zeg je nu dat je het niet goed hebt gedaan?

“Het is tot nu toe niet top geweest, niet wat ik zou willen brengen. Het was goed in functie van de ploeg, maar het zal voor mij een heropleving zijn als de ploeg goed begint te draaien en ik meer met de eigen prestaties bezig kan zijn. Want nu was ik toch vooral bezig met voetballen in functie van de ploeg, omdat er lacunes waren en je niet op mekaar was ingespeeld. Spelers daarin helpen, daar kruipt veel energie in. Betekent dat inboeten voor mezelf? Oké, dan hoort dat erbij. Als ik op Standard in functie speel van de spelers voor mij en die kunnen het verschil maken, is dat heel aangenaam. Ook al weet je persoonlijk dat het beter zou kunnen.”

Heb je al gepraat over een nieuw contract?

“Ik wacht af. We zien wel.”

Kunnen jullie Anderlecht nog bedreigen?

“Dat is het doel. Anderlecht is heel sterk aan het spelen, dat zie ik ook, zij hebben hun ideale mix gevonden. In die flow lijken ze moeilijk te stuiten. Maar ook wij zaten in een zekere flow in het begin van de competitie. En ik weet, zodra het begint tegen te zitten, kan het snel gaan. Dat is onze hoop, dat het op een gegeven moment in Anderlecht wat minder gaat. Wij hopen voor de play-offs de kloof al te verkleinen. En dan moeten we fysiek en mentaal in play-off 1 zo scherp staan, dat we schade kunnen aanrichten. We hebben heel veel kwaliteiten: Lestienne heeft fantastisch gespeeld, Rafa begint in vorm te komen, Víctor is terug uit blessure, Meunier moet het beste van zichzelf nog laten zien dit seizoen… Als we de mix in het middenveld een keer vinden, dan zijn we echt een heel goeie ploeg waar iedereen rekening mee moet houden.”

DOOR PETER T'KINT IN MARBELLA

“Garrido is een mix tussen Koster en Daum. Hij wil voetbal zien, maar ook engagement en bezieling.”

“Onze hoop is dat het op een gegeven moment in Anderlecht wat minder gaat.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content