Na de ondermaatse seizoenstart die coach Bart De Roover de kop kostte, is Zulte Waregem onder Hugo Broos aan een flukse remonte begonnen. Keeper Sammy Bossut bleef als een van de weinigen overeind en weet zich gevolgd door de topclubs. Na een stapsgewijze ontwikkeling in de luwte van Zuid-West-Vlaanderen kijkt Bossut stilaan omhoog.

Sammy Bossut is een menselijke thermometer. Duikt het kwik onder het vriespunt, dan valt dat af te lezen aan het forse litteken op zijn rechterhand. Voor hij prof werd, werkte Bossut een jaartje als schrijnwerker. Door een moment van onoplettendheid kwam hij met zijn hand in een freesmachine te zitten. Een ongeluk dat hem op enkele millimeters na een vinger, en dus ook zijn carrière, had kunnen kosten toen het eigenlijk nog allemaal moest beginnen.

Denk je soms nog terug aan dat ongeval?

Sammy Bossut: “Alleen als het koud is en het weefsel rond mijn duim lichtblauw kleurt. Ik krijg er wel nog regelmatig vragen over en dan besef ik hoeveel geluk ik gehad heb. Het was een dom ongeval. Door mijn hoofdtelefoon had ik niet gehoord dat de freesmachine nog aan stond. Uitgerekend dan ben ik eraan blijven haperen. Mijn pees was er volledig af. Een geluk dat het bot net niet geraakt was of ik zat hier nu niet. Het is niet zo dat ik er nog vaak aan denk, maar ik maak wel een kruisteken voor elke wedstrijd, in de hoop dat er me niets overkomt. En ik denk niet dat ik nog schrijnwerker word na mijn carrière.”

Dat je als schrijnwerker werkte, betekent ook dat je niet het geëffende pad van een sportschool of een jeugdopleiding bij een topclub gevolgd hebt.

“Ik had daar toen geen behoefte aan. Op een bepaald moment kon ik naar de jeugd van Anderlecht. Zowel mijn familie als ikzelf hebben toen beslist dat het beter was om dat niet te doen. Ik wilde niet in een pleeggezin belanden of elke dag op en af rijden vanuit Tielt. Ik was toen nog een echte huismus, gehecht aan mijn drielingbroers, en ik wilde ook mijn diploma in handen hebben. Ik kan niet zeggen of dat de juiste keuze was, maar ik ben er op mijn manier ook geraakt. Je kan het ook niet allemaal plannen. Ik heb het geluk gehad dat ik bij Ingelmunster John Dujardin ben tegengekomen, de juiste man op de juiste plaats voor mij. Hij heeft me alle kneepjes van het vak geleerd en een solide basis gegeven waardoor ik bij Harelbeke en daarna bij Zulte Waregem terechtkon.”

Bij het ingaan van de winterstop hebben jullie naar de normen van de club al een ongewoon onrustig seizoen achter de rug. Had je dat enigszins zien aankomen?

“De voorbereiding was niet geweldig en ook in het begin van het seizoen liep het stroef. Ergens is dat logisch na het vertrek van Francky Dury en doordat we tien nieuwe spelers moesten inpassen, onder wie slechts een paar Belgen. Dat is toch een kleine stijlbreuk voor Zulte Waregem. Op zich zijn het allemaal jonge, talentvolle spelers, maar ze zijn er misschien nog niet rijp voor om tien wedstrijden na elkaar te spelen op het hoogste niveau. Die jongens moeten de tijd krijgen om te groeien zoals ik dat gedaan heb, maar het helpt natuurlijk niet als de resultaten tegenzitten. We bleven te lang slabakken, tot het bestuur noodgedwongen ingegrepen heeft met het ontslag van Bart De Roover.”

Na de trainerswissel hebben jullie ondanks een moeilijk parcours 15 op 24 gehaald met bij vlagen uitstekend voetbal. Wat is de verdienste van Hugo Broos?

Broos heeft de puntjes op de i gezet. Iedereen kent zijn palmares, zowel als speler als later als coach. Er zijn er niet veel die titels behaald hebben bij Anderlecht en Club Brugge. Ook de buitenlanders respecteren wat hij bereikt heeft. Als zo iemand de touwtjes hier niet in handen kan nemen, wie dan wel? Toen hij hier begon, zei hij meteen dat er veel meer in deze groep zat dan wat we hadden laten zien. Hij heeft het vertrouwen van spelers weer opgekrikt door veel op hen in te praten. Onze spits Habibou is het beste voorbeeld: hij was absoluut niet in vorm, maar zit ondertussen toch al aan acht goals. Broos is op dit moment de ideale man voor deze ploeg. Als mens schat ik hem hetzelfde in als Dury: hij hamert ook op discipline en wil op zijn manier het maximum uit een groep halen. Nu mogen we opnieuw op de linkerkolom mikken. Wie weet zelfs op een plaatsje bij de eerste zes en dus play-off 1, al weten we dat dat heel moeilijk wordt.”

Exit De Roover

De discipline was ver zoek onder Bart De Roover. Dat heeft hem uiteindelijk de das omgedaan.

“Persoonlijk vind ik dat hij de groep te veel vrijheid gegeven heeft, terwijl het duidelijk was dat sommige spelers daar niet mee om konden gaan. Er gebeurden dingen die al te makkelijk door de vingers werden gezien. Spelers kwamen te laat op het ontbijt of zelfs voor een wedstrijdbespreking, zonder dat daar een duidelijk antwoord op kwam. Dat wekt ergernis en zo ontstaat er on-enigheid in een groep. Je kan wel met boetes gooien, maar je schiet er niet veel mee op als die niet altijd betaald worden of als spelers hun fouten zelf niet willen inzien. Wil je ze echt treffen, dan moet je ze twee weken naast de kern durven zetten.”

Hebben jullie De Roover daarop gewezen?

“Zo’n drie weken voor het ontslag is dat besproken tijdens een groepsgesprek. Hij heeft daarna ook ingegrepen door Habibou uit de kern te laten tegen Lierse, omdat hij die week te laat gekomen was. Tegen dan was de positie van de coach echter niet meer houdbaar. We mochten nog blij zijn met een puntje op Lierse, want we creëerden zelfs geen kansen meer. Er zat geen beterschap in ons spel en de resultaten zaten tegen – ook in de beker zijn we vroeg uitgeschakeld. Dat betekent daarom niet dat De Roover een slechte coach is. Het is ook aan de spelers om zelf die discipline op te brengen.”

Jij stoort je daar duidelijk aan.

“Bij jonge spelers merk je gewoon dat ze minder makkelijk te sturen zijn dan vroeger. Als oudere spelers hen iets proberen duidelijk te maken, gaan ze eerder iets terugroepen dan dat ze luisteren. Of dan lopen ze te mokken op training omdat ze er die dag geen zin in hebben. Bij Standard en Club zie je dat ook. Ik begrijp dat niet. Je kan van je hobby je beroep maken en je verdient er nog goed geld mee ook. Dan moet je er elke dag staan en twee keer nadenken voor je stommiteiten uithaalt. Je mag je niet laten afleiden door een akkefietje op training of omdat je een keer naast de ploeg valt. Wat schiet je daarmee op?”

Volgens De Roover was die nonchalance al tijdens de play-offs van vorig seizoen in de groep geslopen. Hij heeft het over spelers die coach Dury geen hand meer wilden geven bij een wissel en uitgekeken waren op zijn strenge aanpak.

“Als je met 6-0 de boot ingaat tegen Anderlecht en met 5-0 tegen Gent, heb je volgens mij weinig recht van spreken. Als je gewisseld wordt, moet je naar je eigen prestatie kijken en je niet afreageren op de coach of op de ploeg. Het probleem lag vooral bij spelers die wisten dat ze na het seizoen mochten uitkijken naar een andere club. Zoiets is niet bevorderlijk voor de samenhang. Het is vooral jammer dat we vorig jaar na een mooi parcours een beetje in mineur geëindigd zijn.”

Het Frans van De Roover was naar verluidt niet geweldig. Problematisch, want jullie basiself is overwegend Franstalig.

“Hij kon wel degelijk communiceren met de groep en als er een keer iemand iets niet verstaan heeft, is het aan de oudere spelers om dat te vertalen. Het werkt langs twee kanten: het is ook aan de spelers om zich aan te passen en Nederlands te leren. Ze krijgen niet voor niets verplichte taallessen op de club. Op een bepaald moment is Dury ook uitsluitend in het Nederlands trainingen beginnen te geven. Net omdat die buitenlandse jongens het anders niet leren.”

Hoe schat je je eigen prestaties in? Je hebt in 8 van de 20 wedstrijden de nul kunnen houden. Alleen Silvio Proto doet beter.

“Gezien de omstandigheden was het ook voor mij een moeilijke start. Als de groep ten onder gaat, heb je als keeper weinig verhaal. Van de entourage hoorde ik wel dat ik als een van de weinigen recht bleef. Het doet deugd als ze zoiets zeggen. Al bij al ben ik tevreden omdat er tegenwoordig een constante in mijn spel zit en ik merk dat ik nog steeds progressie maak. Ik probeer te blijven werken, zowel op mijn kwaliteiten als op minpuntjes, zoals mijn uittrappen. Het hoeft niet ver maar wel precies, omdat dat voor ons een manier kan zijn om in de omschakeling de snelheid van Habibou en Chevalier te benutten. Ik bekijk en bespreek elke wedstrijd achteraf met mijn keeperstrainer en ik probeer alles aan te grijpen om vooruitgang te boeken.”

De School van Pfaff

Vind je dat de tijd stilaan rijp is voor een transfer naar een topclub of het buitenland?

“Ik hoop toch dat ik op het einde van dit seizoen een stapje hoger kan zetten. Als ik vertrek naar een topclub, wil ik wel de garantie dat ik op gelijke voet vertrek met de andere keepers. Het buitenland schrikt me zeker niet af – er wordt misschien preciezer getrapt maar de doelen zijn er even groot. Ik sta ervoor open, wil de taal leren en me aanpassen. Als ik het Duits van Jean-Marie Pfaff hoor, kan dat niet zo moeilijk zijn. ( lacht) Nederland is een optie, maar een ver buitenland kan evengoed als er zich een buitenkans voordoet.”

Zijn er afspraken gemaakt over de prijs die de club voor je vraagt? Staat er een vast bedrag in je contract?

“Op dit moment niet. Ik heb een goeie verstandhouding met het bestuur en de club gaat me niets in de weg leggen als ik me sportief en financieel kan verbeteren. Als ik ook deze zomer blijf, is het wel de bedoeling om mijn contract open te breken en er inderdaad zo’n clausule in te zetten. Het kan alleen maar goed zijn om daar zowel voor de club als voor mezelf duidelijkheid in te scheppen. Komt die transfer er niet van, dan blijf ik me even hard inzetten voor Zulte Waregem. ”

Krijg je genoeg waardering in België?

“Mijn keeperstrainer vertelde me dat ik onlangs op Studio 1 op RTBF werd genoemd als een van de beste doelmannen van het land. Daaraan merk je dat je een zeker respect afdwingt. Dat is een mooie beloning voor mijn werk, maar het is niet zo dat ik daarvan wakker lig. Ik hoef ook niet zo nodig in de schijnwerpers te staan. De mensen die het moeten zien, weten wel wat ik waard ben. Ik hoef daarom geen show te verkopen of te staan springen voor de camera’s. Dat is mijn stijl niet.”

De hoogste vorm van waardering is allicht een selectie voor de Rode Duivels. Hoop je daar nog op?

“Het probleem is natuurlijk dat er hevige concurrentie is op mijn positie. Er zijn zo veel goede Belgische keepers, zowel in binnen- als in buitenland en ik neem aan dat Leekens op de duur toch een definitieve pikorde zal vastleggen. Dat is natuurlijk jammer voor wie er niet bij is, want uiteraard zou ik graag eens trainen met al die topspelers. Philippe Vande Walle (keeperstrainer van de nationale ploeg, nvdr) heeft in de kranten gezegd dat hij van plan was om bij verschillende clubs de trainingen te gaan bekijken. Ik heb hem hier nog niet gezien. Hopelijk komt dat er dit seizoen nog eens van. (lacht) Ik blijf er alleszins rustig bij. Je kan jezelf toch niet oproepen. Mijn moeder heeft het er vroeger vaak genoeg ingepeperd dat ik niet te hoog van de toren moest blazen. Als je dat wel doet, riskeer je die boemerang dubbel en dik terug in je gezicht te krijgen. Door al die concurrentie denk ik niet dat ze in Brussel wakker liggen van Sammy Bossut. Ik probeer daar iets positiefs van te maken: als een extra motivatie om mezelf elke wedstrijd te overtreffen. Of het nu tegen Anderlecht of tegen Eupen is.”

DOOR JENS D’HONDT

“Ik hoop dat ik op het einde van dit seizoen een stapje hoger kan zetten.”

“Bij jonge spelers merk je dat ze minder makkelijk te sturen zijn dan vroeger.”

“Broos heeft de puntjes op de i gezet.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content