Levski Sofia bood enkele maanden een uitweg voor zijn sportieve stilstand. Jeanvion Yulu-Matondo, opgevist sinds september door Jan Ceulemans bij Westerlo, legt uit waarom. ‘Ik had opnieuw nood aan de stress en de druk van een topclub.’

Er verschijnt een grimas op het gezicht van JeanvionYulu-Matondo (25), wanneer in Groot-Bijgaarden aan een tafeltje naast het onze er een hevige woordenwisseling uitbarst tussen een oudere man met zijn ongeveer veertigjarige dochter. “Dit doet me onvermijdelijk terugdenken aan Bulgarije”, zegt de Belgische Congolees. “Een agressieve sfeer, terwijl ik vooral een rustige persoon ben. Weet je, ik ben niet snel nerveus en maak me daarover niet druk. Dat haalt toch weinig uit. Ik ben opnieuw gelukkig nu, door mijn verloving – we hoeven niet per se te trouwen – maar vooral ook omdat ik weer speel.”

Engelse toestanden

Bij Roda JC herinneren ze zich onze landgenoot, die in de zomer van 2007 als topaankoop en nieuwe ster werd aangekondigd door toenmalig directeur Huub Narinx, als een vreemde vogel. Alleen kon de aanvaller de verwachtingen nooit inlossen en werd hij helemaal niet de topschutter én publiekslieveling. Bij zijn schaarse doelpunten, slechts elf in tachtig optredens, werden zijn uitbundige danspasjes wel legendarisch. Te vaak geblesseerd en te veel uit op persoonlijk succes, zo luidde het verwijt aan zijn adres.

“Ach, het heeft weinig zin daarop nog terug te komen”, verwerpt Yulu-Matondo snel de netelige kwestie. “Kijk, ik ben heel gelovig. Als vrome christen probeer ik minstens eenmaal per week naar een kerkdienst te gaan in Brussel. Op de binnenkant van mijn linkerarm liet ik psalm 23 van de bijbel tatoeëren. Die zegt dat God mij zal helpen en kracht geven, ondanks alle problemen in mijn leven, als ik maar mijn geloof blijf behouden. Ik mag geen schrik hebben, maar moet het geluk blijven najagen, ook al ga ik door het dal van de schaduw des doods. Soms moet je in het leven opofferingen maken, maar de beloning zal volgen. Daarom liet ik op mijn rechterarm een groot kruis aanbrengen, met daaronder twee biddende handen. Het heeft een symbolische waarde.”

De toon is meteen gezet. Yulu-Matondo wil vooral het positieve onthouden, ook al duurde zijn passage bij de Bulgaarse nummer twee van vorig seizoen slechts vier maanden. “Een speciale etappe in mijn leven”, zo vat hij die adempauze in een potentiële vergeetput samen. “Ik had opnieuw nood aan de stress en de druk van een topclub. Bij Levski Sofia moest absoluut gewonnen worden, een gelijkspel werd ervaren als een drama. Je mag de club aanzien als het Anderlecht van Bulgarije. Voetbal is daar religie. Het wordt heel fanatiek gevolgd en beleefd. In de media krijg je te maken met Engelse toestanden, de kranten zijn uit op sensatie. Onze absolute vedette Garra Dembélé, die topschutter werd met 26 goals, had daar veel last van ( hij reed op een bepaald moment rond met een vals rijbewijs en werd ook beschuldigd van verkrachting, nvdr). Er bestond altijd controverse over hem. Bij mij viel dat nog mee. Alleen begrepen ze niet goed waarom ik daar alleen zat. ( grijnst) Ze vonden dat ik nood had aan een vriendin. Maar van racisme was gelukkig geen sprake.”

Cash geld

Na eerder Rachid Tiberkanine (ex-Ajax) waagde Yulu-Matondo dus zijn kans bij de aartsrivaal van legerclub CSKA Sofia, de voormalige werkgever van João Carlos. “Levski had Europees toch indruk gemaakt bij de ontmoetingen tegen AA Gent en Rijsel”, oppert de flankaanvaller. “Bovendien verliep de aanpassing gemakkelijk door de Nederlanders Dustley Mulder en Serginho Greene. We werden vanaf het begin ook altijd stipt betaald. Alleen gebeurde dat op een wat vreemde manier, de dag na een wedstrijd. Voor het eerst in mijn leven kreeg ik in een bureau cash geld in mijn handen gestopt en werd ons loon niet overgeschreven op een bankrekening. ( bolt de wangen) Litex Lovech kon bij ons kampioen spelen, we kregen prompt een verdubbeling van onze premie aangeboden en wonnen met 2-0. ( grijnst) Het werkte dus motiverend.”

Zijn eerste duel, de derby thuis tegen CSKA Sofia, verloor Yulu-Matondo met 1-3. “We konden nadien het stadion bijna niet uit”, herinnert hij zich nog levendig. “Er waren 20.000 toeschouwers, maar ze maakten kabaal voor dubbel zo veel volk. Uitzinnige taferelen, met Bengaals vuur en agressiviteit op en naast het veld. De zitjes werden uitgebroken en weggegooid. Achteraf werd er ook gevochten, want dat is dé wedstrijd van het jaar, hé. ( blaast)

“Ik zat eens op restaurant met Dustley, Serginho maar ook Gregory Nelson van CSKA. De eigenaar had vooral sympathie voor die laatste club. Hij begroette hem alleen, wij kregen geen hand. Meer zelfs, Gregory moest niks betalen. Wij wel, het kostte gelukkig maar tien euro. Zo ver gaat dus de rivaliteit.

“De toppers in Bulgarije worden gefloten door buitenlandse scheidsrechters, vanwege de omkoopverhalen uit het verleden. De rest van de matchen win je gemakkelijk met twee tot drie goals verschil. Er komt weinig volk kijken naar die zogezegd kleinere wedstrijden. Vooral omdat de stadions heel slecht zijn, alleen Levski en Litex Lovech beschikken over een waardige infrastructuur. Hadden we kampioen gespeeld en ons geplaatst voor de voorrondes van de Champions League, dan overwoog ik wel een verlengd verblijf. Want ik kon blijven, ze waren bijzonder tevreden over mijn inbreng. Maar om vooruitgang te boeken als voetballer moest ik terug naar België. Tien goals in Bulgarije of hier, het maakt een wereld van verschil uit voor je persoonlijke toekomst.”

Wapen

De statistieken zijn er om die stelling te ondersteunen. De vinnige Yulu-Matondo speelde als linkermiddenvelder twaalf wedstrijden en maakte drie doelpunten. Hij verloor slechts een duel, thuis tegen CSKA. “In principe voetbal ik het liefst in een 4-4-2 als tweede aanvaller, in steun van een diepe spits”, oppert hij. “Daar kan ik het best gebruikmaken van mijn beweeglijkheid en snelheid. Maar ik had het voordeel dat ik van de trainer mocht zwerven naar het centrum. Op die manier scoorde ik tweemaal met het hoofd, op verplaatsing bij Pirin en bij Beroe.”

Behalve de taal en de specifieke schrijfwijze werd Yulu-Matondo in Bulgarije geconfronteerd met een bijzondere hobby. “Ik leerde er nauwkeurig schieten met een geweer”, lacht hij zijn witte tanden bloot. “In een club, net zoals bij de politie, op een speciaal ingerichte stand. Je hebt er daar verschillende. Ik kan je verzekeren dat het heel vreemd aanvoelt wanneer je een echt pistool in je handen hebt. Wij trokken er vaak naar toe met vijf tot zes spelers, als een vorm van teambuilding. Het werkt ook uitstekend voor de concentratie en focus.”

DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE

“Er moest absoluut worden gewonnen, een gelijkspel werd ervaren als een drama.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content