Na drie jaar schipperen tussen de libero en de receptie-hoek krijgt Chad Strickland bij Par-ky Menen de kans zich voltijds te profileren als aanvaller.

“Weet je waar ik eigenlijk een beetje jaloers op ben ? Op mensen die een écht levensdoel hebben, die ergens naar streven in het leven en er ook in slagen hun droom te realiseren. Ik heb dat nooit echt gehad.”

Zo kwam Chad Strickland (27) ook veeleer toevallig naar Europa. “Normaliter moet je als speler zelf de stap zetten als je in Europa aan de bak wil. Maar toen de tijd daarvoor rijp was, op het moment dat ik mijn studies psychologie beëindigde, besliste ik om met volleybal te kappen. Ik had nog maar net die beslissing genomen toen ik telefoon kreeg van Tim Kelly, een van de belangrijkste makelaars die Amerikaanse volleyballers naar Europa haalt. Niet omwille van het volleybal, maar wel omwille van de nieuwe ervaring, om nieuwe dingen te ontdekken, hapte ik uiteindelijk toe.”

Aanvankelijk hield de jonge Chad – officieel heet hij Charles, maar niemand noemt hem zo – niet zo van volleybal. Zoals de meeste Amerikanen speelde hij eerst baseball en American football. In high school wou hij “iets nieuws” doen. Het werd volleybal. “Niet dat daarmee een droom uitkwam of zo, ik wilde het gewoon eens proberen.” Het bleek aardig te lukken, want de veerkrachtige Strickland kreeg een beurs aangeboden om aan de Sea Sun University te spelen. “Ik volleybalde voor het team en in ruil daarvoor betaalde de universiteit mijn studies.”

Een succesvol team had de Sea Sun University niet. “De universiteiten met meer geld, zoals UCLA en Stanford, kunnen uiteraard de beste spelers rekruteren. Wij wonnen nooit een kampioenschap, maar we kwamen toch altijd uit in de hoogste afdeling. De laatste twee seizoenen zat ik in de selectie van de All American, de beste 12 spelers van alle universiteiten. Zo raakt je naam bekend, ook in Europa.”

Het werd België, meer bepaald Antwerpen. “Antwerpen zat verlegen om een aantal spelers en samen met Kyle Robinson werd ik uitgekozen. De aanpassing verliep vrij langzaam, zowel op als naast het veld. Het volleybal kende juist op dat moment een echte revolutie, wat het extra moeilijk maakte. Er werd voor het eerst met een libero gespeeld en ik kreeg die rol toebedeeld. Een nieuw land, een nieuwe taal, nieuwe regels, een nieuwe positie : it was one big learning year.”

Toch bleef zijn talent niet onopgemerkt, want na een jaartje kwam Go Pass Brabant-Lennik Strickland al wegplukken. Over zijn positie in de ploeg bestond drie seizoenen lang discussie. Noch Jan De Brandt (de eerste twee seizoenen), noch Andrej Urnaut (het laatste seizoen) kregen de knoop doorgehakt : Frederik Delanghe libero en Chad Strickland receptie-aanvaller of Strickland libero en Delanghe receptie-aanvaller. “Waarom er nooit een keuze gemaakt werd ? Ik zou het echt niet weten. Het eerste seizoen startte ik als libero, omdat ik op die positie een jaar lang had gespeeld bij Antwerpen. Op training en in vriendschappelijke wedstrijden maakte ik dan weer progressie als aanvaller. Toen Frederik last kreeg van een schouderblessure, schoof de coach een eerste keer met ons en dat is blijven duren.”

Bij het begin van de tweede competitiefase werd dan toch een beslissing genomen, Delanghe op de libero, Strickland als aanvaller. “De eerste seizoenshelft speelden we erg wisselvallig. We hadden nood aan verandering, maar door de manier waarop ons team was samengesteld – zes spelers, een libero en slechts twee jongens op de bank – konden we helaas weinig veranderingen aanbrengen. Met alle respect, maar de twee invallers waren niet in staat het team op een constant en hoger niveau te krijgen. De enige wijziging die overbleef, bestond elke week voor dezelfde aanvaller en libero te kiezen.”

Eindelijk duidelijkheid en dat leek te werken. “We wonnen vijf wedstrijden op rij.” Maar Lennik kon de hooggestelde ambities, ‘een prijs pakken’, niet waarmaken. Waaraan lag dat volgens Strickland ? “Een Europese Final Four halen, was de eerste en grootste kans die we kregen om onze doelstelling te realiseren. We wonnen de heenwedstrijd tegen Poitiers met 3-2 en verwachtten het ook in de terugwedstrijd te halen : Poitiers was goed, wij beter, vond ik. Maar we gingen ginder met 3-1 de boot in. Die nederlaag betekende een zware ontgoocheling die we nooit echt te boven kwamen.”

De beker winnen of kampioen spelen, zat er nooit echt in, geeft hij toe. “Daarvoor moesten we zowel Roeselare als Maaseik verslaan, een haast onmogelijke taak. Maar tel je het aanwezige talent op, dan moet je zeggen : we hadden er toch dichter moeten bij aanleunen. Dat was niet enkel te wijten aan de teleurstelling van Poitiers. Er speelden andere factoren een rol. Zoals ? We lieten elk probleem aanslepen zodat alle problemen zich opstapelden en het in maart, toen de play-offs begonnen, bij iedereen tot hier ( houdt zijn hand boven zijn hoofd) zat. Het overlijden van de voorzitter kwam er ook nog eens bij, waardoor iedereen zeker het hoofd liet zakken.”

Het heette ook dat de communicatie tussen de coach en zijn spelers erg stroef verliep en dat hoofdaanvaller Dragan Svetozarevic niet goed in de groep lag. “Dat eerste klopt, zonder meer. Tja, en wat Svetozarevic betreft : als opposite kwam de druk vaak op zijn schouders te liggen. Soms loste hij de verwachtingen in, maar soms ook niet. Het maakte er voor hem niet gemakkelijker op om zich te integreren in de groep.”

It was time for a change“, zegt Strickland. “Zo dacht de club er allicht ook over. Niemand wist met welk budget er zou gewerkt worden, wie er trainer zou zijn of hoe de spelersgroep er zou uitzien. Met al die vragen en geen antwoorden was het beter om naar een andere club uit te kijken. Het Duitse Wuppertal informeerde, maar vooral Menen toonde belangstelling. De onderhandelingen hebben niet lang geduurd : als twee partijen elkaar kunnen vinden, there is very little room that you need to talk.”

En dus tekende Strickland voor drie seizoenen bij Par-ky Menen, waar ook zijn maatje Frederik Delanghe onderdak vond. Maar een liberoprobleem stelt zich deze keer niet. “( Lacht) Nee, gelukkig niet. Filip Van Huffel wordt libero. Een van de redenen waarom ik destijds besloot om toch te blijven volleyballen, was to jump and to hit. Dus ben ik wel blij dat ik als aanvaller word uitgespeeld. In die drie jaar bij Lennik stond ik nooit samen met Frederik in voor de aanval. Ik kan veel van hem opsteken. Hij heeft ervaring zat en is net als ik niet al te groot. Hij moet het bijgevolg net als ik hebben van goed schouderwerk, snelheid, sprongkracht en speldoorzicht.”

Menen presenteert zich erg ambitieus voor de nieuwe campagne, naast Strickland en Delanghe kregen onder meer ook spelverdeler Kris Tanghe, middenman Stijn Coene (Torhout) en de Spaanse hoofdaanvaller Ruben Antequera (Tarragona) een contract voor drie seizoenen aangeboden. “De clubleiding verwacht enerzijds veel van ons, maar is anderzijds ook realistisch”, besluit Strickland. “Roeselare en Maaseik moeten we niet van de troon stoten, maar Europees volleybal halen moet kunnen met deze ploeg.”

door Roel Van den broeck

‘Europees volleybal halen moet kunnen met deze ploeg.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content