Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Jos Heyligen lijkt Lommel SK op het goede sportieve spoor te krijgen. Maar ‘boven’ vouwen ze de handjes, want de licentie hangt aan een dun draadje.

Veel volk aan de Gestelsedijk zaterdagavond voor het bezoek van landskampioen RC Genk. Vorig jaar werd het 1-5, maar de goede resultaten tegen GBA en Club Brugge had veel enthousiasme bij de fans losgemaakt : misschien zat er wel een stunt in. Bovendien hadden ze in Het Belang van Limburg gelezen dat de toekomst van Lommelse SK verzekerd was. Een onbekende geldschieter, wellicht uit de verzekeringssector, wil 20 miljoen euro investeren in een nieuw stadion voor Lommel, stond er. Als er in extremis geen kink in de kabel kwam, is Lommel een dezer dagen al 1 miljoen euro rijker. Dat kon dan dienen om alle schulden aan te zuiveren, bij onder meer de rsz (waar de Limburgers als één van de zes eersteklassers nog schulden hebben). “Schuimwijn kunnen we al drinken,” grapte voorzitter Roger Wijckmans toen hij het goeie nieuwe bracht, wist Het Belang hem te citeren, “voor champagne is het te vroeg. Die fles moet nog even in de koelkast blijven.”

Aan twee voorwaarden moest de club nog voldoen. Eén : er moet grond zijn om te bouwen, wat geen probleem mag zijn gezien het vertrouwen dat betonbaron Wijckmans geniet bij Louis Vanvelthoven, politicus en sterke man achter de club. En twee : in eerste klasse blijven, een opdracht voor Jos Heyligen, de trainer die na wekenlang gesukkel vóór nieuwjaar versterking vroeg én kreeg.

Zaterdagavond was er van dat optimisme al veel minder sprake. Het ene miljoen euro stond nog niet op een rekening, en bovendien leek een akkoord nog een heel eind weg te zijn. Nu wordt naar verluidt 1 maart als deadline naar voor geschoven, maar geen lid van de raad van beheer dat daarover uitsluitsel kan geven. Wijckmans voert de onderhandelingen en doet dat in het grootste geheim. De datum van 1 maart is wel zowat de limiet, want van dan af buigt de licentiecommissie van de KBVB zich over de dossiers van de eersteklassers. Zoals bekend is de situatie van Lommel precair.

“We staan niet verder dan een maand geleden”, zuchtten de zwartkijkers dan ook na de verlieswedstrijd tegen Genk. Her en der werd al gerefereerd aan de toestand van andere probleemclubs vorig seizoen : Aalst, Molenbeek en KV Mechelen, die ook allemaal schermden met kandidaat-overnemers en investeerders, maar uiteindelijk met lege handen achterbleven. Bereiden Wijckmans en in zijn spoor sportief manager Gaston Peeters in stilte de aftocht voor ?

Te midden van die onzekerheid werkt Jos Heyligen aan de sportieve redding van de club. Heyligen keek het aanvankelijk allemaal wat aan, behield een tijdje de vijfmansverdediging waarnaar Harm Van Veldhoven had teruggrepen om lacunes in zijn kern weg te vlakken, maar legt, na een vruchtbare winterstage in Turkije, stilaan eigen accenten. Dat leidde tot succes in de beker tegen Club Brugge en in de competitie tegen GBA – mits ook wat geluk. Ook in de Limburgse confrontaties tegen STVV en Genk die Lommel sinds de winterstop in eigen huis afwerkte, had het beter kunnen aflopen dan de eindscore – telkens 1-3 – die op het bord kwam.

Heyligen doet het voortaan met vier verdedigers. Michel Noben en Carl Hoefkens, een speler die JBC-topman Jean-BaptistClaes de club cadeau deed en die zich stilaan beraadt over een sprong naar weer hoger (Standard ?), vormen het hart van de defensie. David Brocken en Daniel Scavone bezetten de zijkanten. Uitvoetballen is het zwakke punt van dit toch ervaren onderdeel van het elftal. Brocken komt na een zwakke eerste seizoenhelft stilaan in het ritme, maar is nog steeds ver verwijderd van het niveau waarmee hij met Lierse kampioen werd en een transfer naar Anderlecht versierde. Op links is het voor Scavone, ondanks veel goede wil en inzet, steeds harken.

Noben voelt dan weer de hete adem van nieuwkomer Szubek in de nek. “Ik weet dat de trainer graag meer van achteruit wil voetballen. We zien wel of ik het slachtoffer word van zijn komst. Op dit moment ben ik al blij dat ik pijnvrij kan voetballen en trainen.” Heyligen stelde hem zaterdagavond gerust : “Michel hoeft niet bang te zijn. Zoals het nu draait, zie ik geen enkele reden om daar iets te wijzigen.”

Het sterkste ploegonderdeel moet het middenveld zijn. Aan de rechterkant probeert Kris Vincken de leemte die Wim Mennes met zijn werkkracht en loopvermogen liet, op te vullen. Net als Scavone is Vincken kwalitatief een randgevalletje. Moeilijk te bespelen, inzet te koop, je moet er soms drie keer voorbij voor hij écht is uitgeschakeld, maar voetballend en tactisch is hij minder. Na een opmerkelijk aarzelend begin zaterdag tegen Genk, groeide hij in de wedstrijd. Net voor de rust recupereerde hij de bal, die aan de basis lag van de verdiende gelijkmaker. Toch blijft de rechterflank een zorgenkind (zie kaderstuk). Er zijn meer mogelijkheden daar en dus werd er, zowel door Van Veldhoven als door Heyligen, veelvuldig gesleuteld aan de bezetting ervan.

Dé zet van Heyligen sinds nieuwjaar, of liever : sinds de bekerwedstrijd tegen Brugge, is het switchen van het duo de CondéHaeldermans. Haeldermans begon aan de linkerkant, was daar één van de regelmatigste voetballers voor nieuwjaar, maar zonder dat hij echt zijn klemtoon op het spel kon leggen. De ex-Genkspeler heeft een fantastische beweging – overstapje naar buiten veinzen en dan naar binnen komen -, maar elke tegenstander kent het intussen en dus blijft het gevaar beperkt. Door hem een vrije rol te geven, meer centraal, probeert Heyligen iets meer verrassing te bekomen. Zaterdag lukte dat aardig, Haeldermans was de beste man op het veld. Meer verantwoordelijkheid leidde tot meer zelfbewustzijn en straks allicht tot een transfer, want zijn contract loopt deze zomer af. En dat de Condé de gelijkmaker aantekende vanaf de rechterkant, terwijl hij nu in principe linkermiddenvelder is, wijst op de vrijheid die hij offensief krijgt.

In tegenstelling tot Szubek kwam Marc Nygaard, de andere wintertransfer, wel direct in de ploeg. Hij speelt in een soort van verbindingsrol tussen middenveld en aanval. De Deen is groot en sterk, maar op basis van de drie wedstrijden waarin hij meedeed, is al duidelijk dat hij nooit een killer wordt. Dus gebruikt Heyligen hem in een soort van targetrol : Nygaard moet de ballen afleggen voor de andere spits of voor een opkomende man als de Condé of Culek. Die Culek verzuimde tegen Genk een half kansje of drie binnen te duwen en heeft ook duidelijk het killersinstinct niet om het af te maken. Misschien dat Lommel met de tijd beter nog wat meer gaat variëren en met iets strakkere voorzetten Nygaard ook als kopbalwapen in stelling kan brengen.

Het verschil met Genk in aanvallende klasse was frappant. De goed gestarte Kevin Vandenbergh joeg de bezoekers al binnen het kwartier op voorsprong, en de ingevallen MoumouDagano keerde het tij met een goal, toen eerder de 2-1 dan de 1-2 in de lucht leek te hangen. In de slotseconden joeg dezelfde Dagano, slim profiterend van een communicatiefout bij Lommel, nog zijn tweede treffer voorbij Volders.

Leepheid en kracht zijn twee eigenschappen die de Lommelse spitsen missen. Tankary is kantje boord voor het niveau van eerste klasse, maar op dit moment het beste complement voor Nygaard. Dekelver is geblesseerd, maar ook hij is een spits die veel ruimte nodig heeft om te renderen. Waligora heeft wél een neus voor doelpunten, maar in zijn nadeel speelt dan weer zijn leeftijd.

De onzekerheid over de toekomst weegt vooralsnog niet op de sportieve gang van zaken, zegt Jos Heyligen. “Vandaag heb ik daar alvast toch niets van gezien. Dit geeft me moed voor de zware strijd die ons te wachten staat. We gaan het toch van de collectiviteit moeten hebben. En dan maar hopen dat het andere dossier snel afgewerkt raakt.”

door Peter T’Kint

‘Dit geeft moed voor de zware strijd die ons te wachten staat.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content