In de naam van de (groot)moeder(s)

© getty

Als de logica gerespecteerd werd, behaalde Wayde van Niekerk (25) gisteren, dinsdag, zijn tweede wereldtitel op de 400 meter. Donderdag wil de Zuid-Afrikaan ook goud op de 200 meter, om zo een historische dubbel te realiseren. Het verhaal van de nieuwe superster van de atletiek, geïnspireerd door twee bijzondere vrouwen.

Zondag 14 augustus 2016, 22 uur. Het Stadium Engenhão in Rio is, als een van de weinige keren tijdens het olympisch toernooi, volgelopen. Gek van atletiek zijn de Brazilianen immers niet, maar voor de 100 meterfinale met Usain Bolt hebben ze wel (veel) reais over. Twintig minuten voor de main act mogen de 400 meterfinalisten het voorprogramma verzorgen. Onder hen Wayde van Niekerk, een nobody voor het Braziliaanse publiek, zo blijkt uit het lauwe applaus tijdens de voorstelling. Hij moet dan ook starten in de (buiten)baan 8, meestal voorbehouden voor de meelopers, zonder kans op een medaille. Het gevolg van een halve finale waarin de Zuid-Afrikaan zich iets té veel gespaard heeft – hij kwam bijna al joggend over de finish. Grootste nadeel: Van Niekerk moet volledig op het gevoel lopen, met alle concurrenten áchter zich.

Wayde Dreamer – zo noemt hij zichzelf op Twitter – verliest er zijn cool niet bij. De uren voor de finale heeft hij zich zelfs meer opgewonden in de Premier Leaguematch tussen Arsenal en Liverpool, een spectaculaire 3-4-comebackzege van de Reds, tot groot jolijt van hun diehardfan uit Kaapstad. Diens eerste overwinning van de avond is dan al binnen, op zijn broer, een Arsenalfan. Een tweede zal later volgen. Baan 8 beschouwt Van Niekerk immers niet als een vloek. ‘Zoals op training: gewoon zo hard mogelijk knallen, met niemand rekening houden.’

En knallen doet WVN, 400 meter lang, zoals niemand hem dat ooit voordeed. Na 300 meter komt hij door in 31.03, amper 18 honderdsten boven de snelste tijd ooit op die afstand, van Michael Johnson. De laatste 100 meter legt hij af in 12 seconden rond. De klok stopt op 43.03, 15 honderdsten sneller dan het wereldrecord, ook op naam van Johnson (43.18), dat dateerde van 1999 en waarvan vermoed werd dat het nog héél lang zou duren eer iemand het ooit zou verbeteren. Tot nu.

Toch lijkt geen Braziliaan te beseffen dat zonet sportgeschiedenis is geschreven. Pas als tien seconden later op het grote scherm ‘New World Record’ verschijnt, gaat de decibelmeter ietwat de hoogte in. Heel vlug worden de spotlights echter al op Usain Bolt gericht, wanneer die twintig minuten later zijn laatste olympische 100 meterfinale wint. De Jamaicaan beseft wél dat de ster van de avond niet hij, maar Van Niekerk is. Hij onderbreekt zelfs een interview om de Zuid-Afrikaan, met wie hij de maanden ervoor veel heeft getraind, te feliciteren. ‘Ik heb het gezegd dat je het kon’, lacht hij. Maandenlang had Bolt zijn makker immers ingepompt dat die Johnsons record kon breken.

Boven in de tribunes is de Amerikaan, analist bij de BBC, verbouwereerd na Van Niekerks race. ‘Ooo my God!!!‘ En doet Johnson een voorspelling: ‘Na Bolts afscheid wordt Wayde de nieuwe superster van de atletiek.’

Nog emotioneler is Odessa Swarts, Van Niekerks moeder. Nog voor de finale heeft ze getweet: ‘When God created you, he created greatness. Proud of you me love.‘ Maar dat haar lieveling dít zou presteren, dat had ze niet durven te dromen. Drie dagen later nog niet. ‘Hét dit al ingesink?‘, vraagt een kennis in het Zuid-Afrikaans, ‘Ek is nog steeds in ’n bubble‘, antwoordt Odessa. Zij beseft als geen ander hoe historisch de gouden plak van haar zoon is. In de late jaren 80, begin jaren 90, als tiener immers zelf een toptalent in de sprint. Op haar zestiende werd de 72 kilo zware Odessa bestempeld als ‘het meisje dat kan lopen als een paard’.

Van deelnemen aan internationale toernooien was echter geen sprake, aangezien Zuid-Afrika gebannen werd (onder meer van de Olympische Spelen, van 1964 tot en met 1988) vanwege het apartheidsregime. Daarom was het nooit Odessa’s ambitie om haar land te vertegenwoordigen op grote competities, bij gebrek ook aan Zuid-Afrikaanse (zwarte) rolmodellen om naar op te kijken. Ze startte enkel in zogenaamde anti-apartheidswedstrijden, zoals de ‘Olympische Spelen van de Onderdrukten’ in Kaapstad.

Pas toen Odessa met atletiek stopte, werd de apartheid afgeschaft en mochten Zuid-Afrikaanse atleten weer deelnemen aan internationale toernooien. Symbolisch dus, Van Niekerks olympische titel,

gezien het verleden van zijn moeder. Al maakt hij er zelf geen té groot item van: ‘Ik ben trots een Zuid-Afrikaan te zijn, geen ‘gekleurde Zuid-Afrikaan’. Ik wil ál mijn landgenoten inspireren.’

Prematuur

Toen Van Niekerk geboren werd – op 15 juli 1992, tien dagen voor de start van de Spelen in Barcelona, de eerste olympiade waar Zuid-Afrika weer werd toegelaten – dacht geen haar op het hoofd van moeder Odessa dat haar zoon tot een van ’s werelds beste atleten zou uitgroeien. Want: elf weken te vroeg geboren. Gewicht: amper één kilo. Zelfs indien Wayde de eerste 24 uur zou overleven, zou hij volgens de gynaecoloog allicht een handicap hebben. Dat bleek niet het geval, al lag hij wel nog wekenlang in een couveuse. Een verschrikkelijke periode voor Odessa, die er nu wel om kan lachen: ‘Wayde was al snel van in het prille begin.’

En nog sneller in zijn tienerjaren, wanneer zijn sprinttalent opspat, als leerling van een school in Kraaifontein, een voorstad van Kaapstad. Op zijn achttiende wordt Van Niekerk vierde op het WK voor junioren, en Zuid-Afrikaans kampioen bij de senioren, op de 200 meter. Een jaar later, in 2012, schrijft hij zich in als student marketing aan de University of the Free State in Bloemfontein. En vraagt hij de atletiekcoach van die unief of zij hem wil trainen.

Zij is Anna Sophia Botha, bijgenaamd Tannie Ans – in het Zuid-Afrikaans betekent tannie tante. Al is grootmoeder beter gepast, gezien haar dan 69 lentes. Botha is een begrip: in haar jonge jaren zelf een verspringster en sprintster, maar sinds 1968 atletiekcoach, in Namibië, toen nog onder het bewind van Zuid-Afrika.

Wanneer Tannie Ans zich ontfermt over Van Niekerk, is ze even enthousiast als bezorgd, over de verantwoordelijkheid die ze voelt om van het toptalent ook een topatleet te maken. Botha bespreekt met Van Niekerk en diens ouders haar langetermijnplan, waarbij ze erover zou waken dat ze Waydes lichaam nooit over de limiet zou jagen. Hij is immers zeer blessuregevoelig. En dus raadt ze hem aan meer te focussen op de 400 meter, wegens minder belastend voor zijn gestel dan de explosievere 200 meter.

Van meet af aan klikt het tussen Botha en Van Niekerk, een gehoorzame leerling die zonder morren alles uitvoert wat Tannie hem opdraagt. Die eist een ijzeren discipline – ‘Vijf minuten te vroeg komen voor een training is eigenlijk te laat’ – gekoppeld aan een grootmoederlijke zorgzaamheid. Haar atleten beschouwt ze immers als haar eigen kinderen. Zo leert ze, zegt Botha, hen ook binnenstebuiten kennen, zowel het lichaam als het hoofd. Vandaar dat ze ook elke training van Van Niekerk van begin tot eind wil volgen.

Hoewel Botha weinig ervaring met topatleten heeft – voor haar samenwerking met Van Niekerk was de beste prestatie van een van haar atleten, Thuso Mpuang, zilver (2011) en brons (2009) op de World Student Games – rendeert haar aanpak. In 2014 behaalt Van Niekerk op de Commonwealth Games al zilver op 400 meter, een jaar later – op zijn pas 23e – stormt hij naar goud op het WK, in een dan al fenomenale tijd van 43.48. Hij pusht zichzelf zo ver dat hij op een draagberrie moet worden weggebracht.

Van dan af is er geen houden meer aan: in maart 2016 loopt Van Niekerk als allereerste atleet ooit die ook al door de grens van de 20 en de 44 seconden op de 200 en 400 meter was gebroken, onder de 10 seconden (9.98) op de 100 meter. Maar de wereld, op de Brazilianen na, verbaast de Zuid-Afrikaan pas echt in Rio – vanuit baan 8.

Daar probeert Anna Sophia Botha op de piste te geraken om hem te feliciteren. Overal stoot ze echter op security. Zij, een 74-jarige oude dame, met blinkend wit haar, de coach van de nieuwe wereldrecordhouder? Ga weg. Uiteindelijk komt een lid van het Zuid-Afrikaanse olympisch team tussenbeide en mag Tannie tot bij Van Niekerk. Een innige knuffel volgt, zonder woorden. ‘We weten in ons hart wat we denken en wat we samen hebben bereikt.’

Haat-liefdeverhouding

En het lijkt erop dat het beste nog moet komen: dit jaar scherpte Van Niekerk zijn tijden op de 100 en 200 meter aan tot 9.94 en 19.84, en verbeterde hij ook Michael Johnsons wereldrecord op de ongebruikelijke 300 meter. Of hij op het WK in Londen ook als eerste ooit de kaap van de 43 seconden heeft gerond, weet u al wanneer u dit verhaal leest. Indien niet, dan wordt een mogelijke dubbel 400/200 meter even historisch, want in het verleden slechts twee keer gerealiseerd: uiteraard door Michael Johnson op het WK 1995 en op de Spelen van 1996.

Dé grote droom van Wayde Dreamer is echter een Boltiaanse dubbel: 100 en 200 meter. Hij heeft immers een haat-liefdeverhouding met de 400 meter: hij houdt ervan omdat hij daarop zijn grootste successen heeft geboekt, maar verafschuwt het nummer ook omdat hij telkens weer zo gruwelijk afziet. Al is dat volgens Van Niekerk ook de reden waarom hij zulke snelle tijden klokt. Omdat hij er zo vlug mogelijk vanaf wil zijn…

Moeder Odessa, de geboorte van haar zoon indachtig, kan erover meespreken.

door jonas creteur – foto’s getty

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content