Net als het nieuwe Arteveldestadion zit ook het sterk verjongde team van Bob Peeters na een 1 op 12 in de opbouwfase. Winst tegen de buren uit Lokeren in de achtste finales van de beker van België moet de aanzet vormen tot een herstel.

Van onze contacten met FC Twente leerden we dat het goed is om je kern om de drie jaar te verversen”, verklaarde voorzitter Ivan De Witte begin augustus bij de traditionele persvoorstelling van AA Gent. “Anders krijg je te veel vastgeroeste gewoontes. Daarom ook kozen we bewust voor de verdere integratie van jongeren als Van Der Bruggen, Conte en Raman. Uiteraard zorgt deze ingreep voor wat veranderingspijnen. Investeren in de jeugd heeft een prijs, maar die willen we graag betalen. Alleen Jørgensen hielden we liever.”

Waarmee De Witte dus aangaf dat het vertrek van Coulibaly, El Ghanassy, Smolders en Ljubijankic – ondanks hun doelpuntenproductie en ervaring – niet zo dramatisch bleek. Na de aanstelling van Peeters als nieuwe coach sloeg ook algemeen manager Michel Louwagie plots mea culpa bij de overgang van de vlot scorende Deense offensieve middenvelder naar Club Brugge. “Een pijnlijk verhaal, door die clausule. Jammer, ik werd daar schaakmat gezet.”

“We zijn anderzijds ook niet naïef”, wist De Witte nog voor de competitiestart. “Met Remacle, Gecov en Cendros deden we al gerichte aankopen. Er komen nog één of twee versterkingen bij. Tegen de play-offs moeten we er staan.”

Gebrek aan rust

Sinds die uitspraak werd echter alleen de Zweedse stormram Magnus Eriksson binnengehaald eind augustus. De aanvallende middenvelder van Atvidabergs FF kreeg van Trond Sollied speelgelegenheid tegen KV Mechelen (80 minuten), maar kon niet overtuigen en scoren. Gevolg: na een basisplaats én een helft op Standard verdween de Scandinaviër naar de tribune. Alleen thuis tegen Bergen en op Anderlecht gunde Manu Ferrera hem telkens nog een invalbeurt van twintig minuten. “Hij kende geen zomerstop en zit erdoor”, oordeelde Louwagie. Een terechte opmerking. Alleen waren de beleidsverantwoordelijken daarvoor gewaarschuwd en hadden ze dat moeten incalculeren, want de jeugdinternational was al aan de slag sinds maart, waardoor het gebrek aan rust zich wreekte.

Op het veld was de chaos tot voor de komst van Peeters groot. Storende dekkingsfouten, de conditionele achterstand bij vooral César Arzo – die toch als sterkhouder werd aangezien – én een urgente mentaliteitswijziging. Bepaalde spelers acteerden onder de noemer ‘liever lui dan moe’. Onder anderen Christian Brüls, (de licht ontvlambare) Remacle en Conte beschikken over veel potentieel, maar raakten verstrikt in hun eigen dribbels en solonummers. Bovendien was er op het veld niemand die dergelijke houding kon of wilde bijsturen, bij gebrek aan leiders in de basiself. Daarvoor werd gerekend op de rust en ervaring van Bernd Thijs. “Mocht hij niet geblesseerd zijn, dan stond AA Gent wel nog in de top zes”, beweert Louwagie. Ilombe ‘Petit-Pelé’Mboyo ontpopte zich tot een persoonlijkheid, die in de kleedkamer durft te zeggen waar het op staat. Alleen moet de Rode Duivel ook bezig zijn met het grootste manco dat zijn ploeg treft: een gebrek aan rendement.

Bob Peeters kent zijn opdracht: opnieuw voor structuur en organisatie zorgen, door strak de teugels aan te halen én kort bij de groep te staan, gekoppeld aan goede resultaten. De oud-spits, wiens uitgangspunt is dat je moet starten met een stabiele defensie, kiest liever voor het enthousiasme van Thomas Foket of de bereidwilligheid van Stijn De Smet dan voor de jongens met kapsones. Op termijn zetten die zichzelf toch buitenspel, zo luidt zijn redenering. Peeters neemt zelf de training voor zijn rekening, gebruikt videoanalyses om spelers direct te confronteren met hun fouten en gaf een meer prominente rol aan Etienne De Wispelaere. Hij moet als klankbord en vertrouwenspersoon van de veeleisende hoofdcoach fungeren. Een gedeelte van de spelersgroep verloor zijn geloof in assistent-trainer ManuFerrera, nochtans de rode draad binnen de clubwerking én de directe lijn met Louwagie.

“Zelf maakten we als bestuur ook fouten”, beseft De Witte. Daarbij denkt hij ongetwijfeld aan de transfer van Cendros, die werd gehaald op basis van zijn cv, maar toekwam met een te hoog vetpercentage. Of het feit dat de wedstrijdscouting onder Sollied werd uitgevoerd door Eric Tetaert, een spelersmakelaar. “Het mag nooit eenrichtingsverkeer worden qua rekrutering, technische en medische omkadering.” Dat weet ook Louwagie ondertussen. “We nemen onze verantwoordelijkheid. Opgeven doen we niet.”

Malaise

Louwagie klampt zich vast aan de gedachte dat topsport reageren is. Tijdens de winterstop zullen er daarom sowieso nieuwe spelers worden gehaald – binnen de beperkte financiële mogelijkheden, door de kostprijs van het Arteveldestadion – want de volledige centrale as heeft nood aan een kwaliteitsinjectie van ervaring. Een meer doorgedreven screening van karakter (in combinatie met de voetballende meerwaarde) zal daarbij doorwegen. Er wordt gekeken naar een oplossing voor (de op cruciale momenten geblesseerde) Tom Boere en de gebuisde Matija Skarabot, de Sloveense linkerflankverdediger die als belofte-international nochtans in 2010 tweemaal een positief rapport kreeg van de toenmalige coach Michel Preud’homme.

Racing Genk miste in het seizoen 2009/10 ook zijn plaats bij de eerste zes, maar kon via winst van de play-off 2 tegen Westerlo alsnog een Europees ticket veiligstellen. Of lukt het voor AA Gent via de beker? Bij succes tegen Lokeren OV wacht mogelijk Anderlecht als tegenstander. Zeker is dat Peeters werkt en speelt voor zijn toekomst. De voormalige international tekende voor één seizoen, met optie. Een prijs kan hulp bieden, want hij weet dat de naam Hein Vanhaezebrouck – straks einde contract bij KV Kortrijk – nu al weerklinkt bij het immer ambitieuze Gent. Een Vlaamse ondernemer omschreef in De Ochtend op Radio 1 nog bijzonder helder hoe je uit een malaise kunt raken. “Als je crisis optelt bij vertrouwen, dan heb je hoop. Dat is het begin van groei. Voeg je crisis toe aan wantrouwen, dan zit je opgescheept met vlucht, onder andere van geld en talent. Dan bestaat de kans op immobilisme.” De Buffalo’s kennen dus hun dwingende opdracht. ?

DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Bob Peeters kiest liever voor het enthousiasme van Thomas Foket of de bereidwilligheid van Stijn De Smet dan voor jongens met kapsones.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content