Urbain Haesaert (scout voor Ajax in België) : “De jeugd krijgt in Nederland eerder een kans, maar tussen clubs als Ajax of PSV bestaat toch een essentieel verschil, hoor. Wie zeventien is, kan bij Ajax in de eerste ploeg staan en zelfs met meerdere tegelijk : Vertonghen bijvoorbeeld, Vermaelen was ook maar achttien, De Mul, Aboraa, die op zijn zeventiende Champions League speelde tegen Maccabi Tel Aviv, Emanuelson, Babel, … PSV heeft dat niet. Zij halen ieder jaar twintig of dertig Belgische spelers, maar hoeveel jonge spelen er echt uit de opleiding ? Dus er is ook een groot verschil in cultuur. Bij Germinal Beerschot hebben we die cultuur van Ajax een zevental jaar geleden ingevoerd en wie van daaruit naar Ajax gaat, integreert zich perfect. Zeven zijn er al gegaan en met Vermaelen, Vertongen en De Mul staan er drie in de basis. Zij pikken gewoon in. Men gelooft in Nederland in opleiding. Dat geloof is er in België niet overal. Al is Genk nu wel beter bezig en probeert het samen met Germinal Beerschot de kar te duwen. Bij Anderlecht is in de jeugd ook een kentering aan de gang.

“De opleidingswijze is in Nederland natuurlijk heel verschillend van die in België. Al zijn er in België wel een paar ploegen, zoals Germinal Beerschot bijvoorbeeld, die een beetje het model van Ajax volgen. De doelman wordt ingeschakeld in de opbouw en moet het spel weer op gang brengen, zónder verre trap. Daarvoor staan drie verdedigers in zone, met een vierde die actief is als verdedigende middenvelder en bij balverlies terugschuift. Dan heb je de twee buitenste spitsen, die zeer belangrijk zijn om door te duwen, en centraal een spits en een nummer tien met een zes en een acht erachter. Dat zie je in België nog heel weinig, buitenspelers die binnendoor of buitenom kunnen gaan en een actie kunnen maken. Waar zie je dat nog ? Iemand die heel hoog kan spelen, een tegenstander voorbij kan en infiltreren ? Zulke speelwijze zit in het concept, in de visie in het algemeen : zo hoog mogelijk spelen en op de helft van de tegenstander spelers vastzetten. Want doelpunten maken is in Nederland het doel.

“Heel veel trainingsoefeningen worden in Nederland vanuit de positie van de speler gedaan, met een vooractie en looplijnen, de bal op de juiste voet aangespeeld krijgen waardoor men in de manier van aannemen tijd wint. Techniek staat op één. Op dat vlak, techniek en intelligentie, rekruteer ik ook. Alle oefenvormen beginnen met balbezit en zijn gericht op een doelpunt maken. Op training worden ballen getrapt in de vlucht, met de twee voeten en uit alle hoeken. Die doelgerichtheid, dat is het wat mij toch telkens weer opvalt.”