Club Brugge en Racing Genk na de eerste ronde van de Champions League : zestien eersteklassetrainers maken de balans.

Club Brugge, dat zal zeker na de 4-0 tegen Genk van zaterdag geen enkele trainer nog ontkennen, is de beste ploeg van het moment. Ofschoon met Racing Genk in de Champions League in Madrid ook al eens de vloer werd aangeveegd, gaven de Limburgers in hun andere partijen wel de indruk niet zo heel veel tekort te komen om Europees te kunnen wedijveren. Toch lijkt Brugge de bovenhand te zullen blijven halen. Hoeveel sterker is Club ? Drie vragen aan zestien trainers.

1. Wat zijn op dit moment de verschillen tussen Club Brugge en Genk ?

2. Wat heeft de Europese campagne beide clubs bijgebracht ?

3. Welke speler(s) halen voldoende niveau voor de Europese top ?

Herman Helleputte (Beveren)

1. “Het zelfvertrouwen is, denk ik, op dit moment het grootste verschil. Bij Genk gaat dat wat op en neer, terwijl Club mij veel constanter bezig lijkt. Voor een groot deel heeft dat te maken met Dagano, die minder scoort dan vorig seizoen. De vorm van de spelers is beter bij Brugge.”

2. “Ervaring, hé. Vooral voor Genk dan, dat een pandoering kreeg op Real Madrid. Maar van de andere kant : als je ziet hoe Brugge in Barcelona ondanks de 3-2 constant achter de bal moest lopen, dat is voor mij een beetje hetzelfde.”

3. “Als je spreekt van kunnen meedoen bij Real, denk ik niet dat er iemand tussen zitten. En daaronder, tja… als ik Sonck bezig zie, ook bij de nationale ploeg, denk ik toch dat hij al vrij hoog meekan. Bij Club daarentegen zijn het degelijke voetballers, maar niet echt spelers die het verschil kunnen maken. Stoica zit misschien technisch op topniveau, maar er komen nog andere dingen bij kijken en die heeft hij blijkbaar niet. Skoko ? Ik vind hem heel goed tot een bepaald niveau. Ik kan me daarin vergissen, maar als het echt snel gaat, komt hij toch een tikkeltje tekort.”

Jacky Mathijssen (STVV)

1. “Brugge kan nog echt over een tegenstrever heen gaan, terwijl het bij Genk daar toch een beetje stokt. Zij hebben het blijkbaar moeilijker om het verschil te maken.”

2. “Internationale ervaring. Als je ziet dat Genk in de Belgische competitie puntjes laat liggen, lijkt de Champions League in eerste instantie misschien veeleer negatief. Je moet wennen aan twee wedstrijden per week, aandacht, publiciteit… Maar op middellange of lange termijn moet elke speler daar toch beter van worden.”

3. “Ik hoor altijd de naam van Skoko vallen. In een mindere periode is hij het toch die de ploeg op gang kan krijgen. Internationaal heeft hij volgens mij bewezen dat hij dat op een hoger niveau blijft kunnen. In Brugge is het duidelijk TimmySimons, denk ik.”

Jan Ceulemans (Westerlo)

1. “Brugge heeft vooral het geluk dat Genk vorig jaar had : zie hun goal in Bergen. Genk draait nog niet echt : het creëert kansen, maar maakt ze niet af. Bovendien is Brugge beter in staat tegenslagen te verwerken : ze hebben hun kern nog verbreed met kwaliteit.”

2. “Financieel zullen ze er in ieder geval een heel pak aan overhouden ( grijnst). Sportief is het is altijd interessanter om tegen Real Madrid of Barcelona te spelen, dan tegen Westerlo, bij wijze van spreken. Het gaat een stapke rapper, je leert sneller denken, controles moeten bijna perfect zijn, de concentratie beter, én het is vooral plezierig.”

3. Bij Genk hebben mij een aantal spelers aangenaam verrast. Sonck, Skoko, Thijs, Moons, die toch een paar keer goed gepakt heeft, en Dagano – want als die niet meedoet, blijkt toch hoe goed hij eigenlijk wel is. Bij Brugge is het meer collectief dat ze niveau haalden. Hoewel Simons op zijn eigen, rustige manier de ploeg trekt, en Martens bewees het tegen Galatasaray. Maar verliezen ze die match, dan wordt hij wel met de grond gelijk gemaakt, hé. Om maar te zeggen…”

Hugo Broos (Anderlecht)

1. “Club speelt al twee jaar met dezelfde ploeg, waardoor ze weinig problemen ondervinden om hun goeie niveau te halen, terwijl Genk af en toe wat problemen kent om te bevestigen. Ook al omdat iedereen nu anders speelt tegen hen en zich ingraaft, zoals ik JosDaerden hoorde aangeven.”

2. “Genk kan meer maturiteit krijgen door te leren omgaan met een aantal zaken. Brugge is een aantal jaren uit het Europees voetbal weg geweest, of kon althans maar één of twee rondjes meedraaien, nu konden ze wedstrijden spelen onder zware druk. Daar word je alleen maar beter van.”

3. “Dat is moeilijk te zeggen. Genk heeft jeugdige spelers voor wie dat niveau misschien nog iets te hoog is, maar die er op termijn wel het talent voor hebben. Bij Brugge, tja, daar zitten er een paar in de herfst van hun carrière, maar een DeCock of Simons zijn toch jongere spelers met kwaliteiten.”

Ariël Jacobs (La Louvière)

1. “Verschillen zijn er niet zo heel veel, tenzij in de punten. Brugge pakt ze ook in moeilijke omstandigheden, terwijl Genk ze daar laat liggen en dat maakt vaak het verschil in de eindafrekening. Club is versterkt uit het tussenseizoen gekomen, terwijl Genk op Seyfo na vrijwel ongewijzigd bleef en dat pleit in het voordeel van Club.”

2. “Voor Genk is het wat belastender dan voor Brugge geweest, denk ik. Stel dat de competitie daardoor ook op de helling komt te staan is het eerder negatief, maar persoonlijk bekijk ik het toch niet zo. Brugge is overeind gebleven in de competitie, is sterker want kan makkelijker vervangen, terwijl Genk meer moet vasthouden aan dezelfde spelers.”

3. “Laat ik het alleen bij de Belgen houden. Dan zie ik bij Brugge bijna een halve ploeg, denk ik, die zich kan handhaven. Simons, Verheyen, De Cock, Martens…Bij Genk is Schollen goed in de ploeg gekomen, Thijs heeft een paar goeie wedstrijden gespeeld, Sonck, Daerden. En dat is een goeie zaak voor het Belgisch voetbal.”

Stéphane Demol (KV Mechelen)

1. “Vergelijken kan je ze niet met mekaar, want ze spelen een ander systeem, hoewel Brugge – en dat vind ik niet erg – zich af en toe aanpast aan de noodwendigheden van de wedstrijd. Brugge is stabiel als ploeg en versterkt met aankopen. In Genk daarentegen is bijna niks veranderd.”

2. “Als je echt wil kunnen zeggen dat je op hoog niveau gevoetbald hebt, moet je het meemaken. Je krijgt er een surplus aan talent en ervaring, je wordt slimmer en je leert grenzen verleggen. In plaats van tegen tachtig per uur, moet je ineens tegen negentig of honderd twintig per uur leren voetballen.”

3. “Tot uitspraken daarover laat ik me niet verleiden, dat moeten ze zelf maar bewijzen. ( Na enig aandringen : ) Als ik er toch één moet uitkiezen : Simons vond ik een heel hoog niveau halen.”

Dominique D’Onofrio (Standard)

1. “Brugge lijkt me op dit moment meer een blok dan Genk. Genk speelt academischer, vind ik, met une animation moins imprévisible en une fraîcheur supplémentaire. Bij Brugge kennen ze het systeem door en door, zijn ze fysieker en ligt de gemiddelde leeftijd hoger. Dat is op hoog niveau een niet onbelangrijk voordeel.”

2. “Brugge en Genk konden laten zien dat ze met hun spelers konden rivaliseren met ploegen op dat niveau. Dat geeft hen in de eerste plaats extra vertrouwen. Stel je voor : je bekijkt die ploegen eerst van buitenaf en dan merk je dat je er – ondanks je kleinere budget – gewoon mee kan wedijveren. Dat is très bien.

3. “Ik zie er meerdere. Bij Brugge Engelbert, Verheyen, Simons. Bijna allemaal Belgen, c’est magnifique ! Bij Genk Sonck, Dagano, Thijs, Daerden, Skoko. Wat ze ook zeggen over Dagano : hij blijft een vaste waarde. In Rome had hij net zo goed de man van de match kunnen zijn.”

Khalid Karama (Charleroi)

1. “Beiden hebben ze collectieve kwaliteiten. In een grote dag zijn Sonck en Dagano bij Genk onklopbaar, zoniet dan merk je dat meteen. Bij Brugge zijn ze daarentegen allemaal een beetje inwisselbaar, vind ik. Je kan makkelijker van spelers wisselen omdat ze allemaal atletische kwaliteiten hebben en moeilijk te manoeuvreren zijn.”

2. “In de Belgische competitie kunnen ze hun tegenstanders al eens doen lopen, terwijl ze in de Champions League zelf moesten lopen. Dat betekent dat je sneller en collectief technischer moet leren spelen. Leren spelen met meer collectieve beheersing tegen een tegenstander die dat zelf bijna perfect onder de knie heeft, dat zal hen op Belgisch niveau beter op balbezit leren spelen. Voor Genk geldt dat misschien meer dan voor Brugge.”

3. “Als verrassingen zie ik in Brugge Simons, die polyvalent is, een pressing is op zijn eentje en zowel in de verdediging als op het middenveld in de as kan spelen. Bij Genk heb je met Skoko een organisator, en twee spitsen die complementair zijn en oog hebben voor de goal.”

Franky Van der Elst (GBA)

1. “Club Brugge is fysiek veel sterker. Het minst sterke punt van RC Genk blijft de verdediging. Maar centraal op het middenveld hebben ze met Bernd Thijs en Josip Skoko twee heel verstandige spelers, met op de flanken voetballers die gemakkelijk de diepte opzoeken. Mirsad Beslija is heel snel, heel collectief ingesteld en scoort gemakkelijk.”

2. “Ik hoor en lees altijd ervaring. Club Brugge had na zijn glansprestatie tegen Galatasaray moeten toeslaan tegen Barcelona, maar het lukte niet. Waaraan ligt het dan ? Alleen weet ik dat Club alles net onder de Europese top pijn doet. Als het collectief draait, is dat een machine.”

3. “Moeilijk te zeggen. Ik vind wel dat Wesley Sonck het benadert. Wesley is veel balvaster, meer aanwezig in de wedstrijd en veel dreigender. Hij werd een completere voetballer.”

Jan Olde Riekerink (AA Gent)

1. “Club Brugge gaat meestal uit van een 4-3-3-veldbezetting, terwijl RC Genk steevast opteert voor een 4-4-2-concept. Trond Sollied merkte ook al snel dat je internationaal soms een aanpassing moet doen. Alleen Alin Stoica zorgt voor een probleem in de balans van de ploeg. Genk beschikt met Beslija en Daerden nog over echte buitenspelers, terwijl bij Club alleen Sandy Martens daarvoor in aanmerking komt. Alleen zijn ze in Genk soms iets te afhankelijk van Wesley Sonck.”

2. “Brugge en Genk is het besef bijgebracht dat je niet te veel van de eigen kracht mag uitgaan. Je moet je Europees durven aanpassen aan de tegenstander.”

3. “Ik blijf heel sterk gecharmeerd door Bernd Thijs, de meest multifunctionele speler van RC Genk : fysiek heel sterk, dynamisch qua spel aan de bal en scorend vermogen op stilstaande fasen. Ook Gaëtan Englebert vind ik een hele goede. Een jongen met veel loopvermogen en goed spelinzicht.”

Paul Put (Lokeren)

1. “Club Brugge kan iets gemakkelijker overschakelen naar powerplay, gezien hun gestalte en kracht. Club Brugge blijft in de Belgische competitie trouw aan een 4-3-3, RC Genk aan een platte 4-4-2 die bij balbezit vaak omschakelt naar een 4-2-4-systeem. Hun ups en downs van dit seizoen zijn te wijten aan de jeugdigheid van hun kern.”

2. “RC Genk vooral rust, concentratie en ervaring, zeker gezien het jonge spelersmateriaal waarmee Sef Vergoossen werkt. Didier Zokora bijvoorbeeld speelt al met heel wat minder risico’s in zijn spel. Club Brugge bewees al meermaals dat ze het nodige geduld kunnen opbrengen om een muur te slopen. Ze panikeren niet snel meer en hoeven niet langer de lange bal te gebruiken als het echt moet.”

3. Wesley Sonck weegt constant op een verdediging, is leep en samen met Josip Skoko de constante factor bij RC Genk. Bij Club Brugge acteert Timmy Simons altijd heel sterk : sober, intelligent en enorm kritisch voor zichzelf. Vergeten we ook de briljante prestaties van Dany Verlinden niet.”

Henk Houwaart (Antwerp)

1. “De automatismen en het tikkeltje geluk bij Club Brugge is veel groter dan bij RC Genk. Bovendien kunnen ze ook veel sneller omschakelen naar een ander tactisch systeem. RC Genk heeft een uitstekend elftal, maar is te afhankelijk van de conditie van enkele sterkhouders. Als de voorlijn niet draait, hebben ze problemen. Achterin zijn ze positioneel bijvoorbeeld ook heel kwetsbaar.”

2. “Doordat ze op een hoger niveau spelen en de snelheid van uitvoering Europees veel hoger ligt, gaan de meeste jongens daar later de vruchten van plukken. Dan denk ik vooral aan het conditionele aspect, maar ook de verhoogde concentratie die nodig is.”

3. Josip Skoko is gewoon grote klasse, heel flitsend. Ik ben ook enorm gecharmeerd door Akram Roumani : positioneel heel sterk, goed in de opbouw en hard in de duels. Wesley Sonck is een pure diamant. Gert Verheyen blijft de zwoeger, het deugnietje. Ook Timmy Simons en Gaëtan Englebert tonen Europese klasse.”

Marc Grosjean (RAEC Bergen)

1. “Club Brugge telt meer ervaring in zijn ploeg, beschikt over een meer geoliede centrale as. Er worden ook minder opvallende fouten gemaakt, hetgeen RC Genk dit seizoen vooral verdedigend wel overkwam. Didier Zokora en Seyfo Soley betalen duidelijk nog leergeld, terwijl Birger Maertens eerder optreed als een Jan Zonder Vrees. Club beschikt over een elftal, dat atletisch en conditioneel aan het maximale van zijn mogelijkheden zit. Het is een solied geheel en meer compleet samengesteld.”

2. “RC Genk ondervond dat de onderlinge communicatie op het veld moet verhogen. Ze moesten meer als een blok leren optreden en de ruimtes tussen de linies verkleinen. In het begin werd hun naïviteit en jeugdig enthousiasme zwaar uitgebuit, vooral dan door Real Madrid. In Athene toonde ze meer volwassenheid. Club Brugge toont zich vooral tactisch heel flexibel.”

3. Gaëtan Englebert is heel impressionant. Een heel intelligente voetballer, die zowel aanvallend als verdedigend perfect zijn werk doet, zich altijd aanspeelbaar opstelt en een beslissende pass in de voet heeft. Josip Skoko speelt met een ongelooflijk gemak, is technisch moeilijk te evenaren en enorm werkkrachtig. Een perfecte leider.”

Jos Heyligen (Lommel)

1. “Twee ploegen met een totaal verschillende stijl. Club Brugge blijft de ploeg van de kracht en inzet, die uitblinkt door zijn sterke blokvorming. Natuurlijk ook een elftal dat al enkele jaren op elkaar is ingespeeld. RC Genk laat vaker punten liggen tegen de kleine broertjes, zoals Westerlo, en er zijn minder wisselmogelijkheden. Bovendien zijn er ook een paar spelers duidelijk uit vorm. Moumouni Dagano kon toch moeilijk bevestigen.”

2. “Ontegensprekelijk rijpheid. RC Genk toonde tegen AEK Athene dat het veel beter met de druk kan omgaan. Als je in die heksenketel zonder noemenswaardige problemen overeind blijft, sta je mentaal sterk. Club toonde soms grandioos voetbal, maar wisselde dat te veel af met mindere momenten. Soms sloeg de turbo niet aan.”

3. “Bij RC Genk is dat achterin duidelijk Didier Zokora, die leerde uit zijn flaters. Een topper in wording, net als Wesley Sonck. Josip Skoko is dan weer zowel offensief als defensief een complete voetballer. Stopt zich niet weg in de moeilijke momenten, gaat er altijd voor en bewaart veelal goed het overzicht. Club is meer de collectiviteit, zonder specifieke uitblinkers.”

Lorenzo Staelens (Exc. Moeskroen)

1. “Het uitvallen van Rune Lange en Bengt Saeternes is in Brugge nooit op paniek onthaald, aangezien Sandy Martens die rol gemakkelijk overnam. Na de komst van Alin Stoica zijn er offensief meer mogelijkheden en steeg de creativiteit. Bij RC Genk ligt dat anders, want de blessure van Dagano zorgt voor een grote leemte. Ook voor Thijs en Skoko staan niet meteen vervangers klaar.”

2. “Een hoop ervaring en zeker geen terugval in de competitie. Geluk dwing je af, weet je. Zelfs als Club Brugge slecht speelt, kunnen ze toch nog vrij gemakkelijk een wedstrijd naar hun hand zetten en winnen. RC Genk is een beetje zijn vertrouwen kwijt.”

3. Timmy Simons en Josip Skoko. Van Timmy is al langer bekend dat hij een heel valabele en nuttige speler is voor een elftal : de eenvoud zelve in zijn goed spelen, die er niet voor terugschrikt om zijn fouten naar de buitenwereld toe te geven. Skoko is zoals Marc Degryse het al aangaf een ouderwetse nummer tien, maar met een surplus aan fysiek vermogen.”

Emilio Ferrera (Lierse)

1. “Het aantal punten : meer overwinningen, soms ook een beetje geluk. Vooral dan in het voordeel van Club Brugge, dat tegen Charleroi en Bergen op een diefje met de winst ging lopen. In theorie zijn het de twee beste ploegen in België. Dat Club Brugge nog niet verloor, zegt veel over hun homogeniteit. RC Genk ontwikkelt vaak heel goed zijn spel. Ik herinner me de tweede helft tegen Anderlecht, waar ze een heel hoog niveau bereikten. Dat kon niemand anders al halen.”

2. “Pas op het einde van deze competitie zullen we kunnen vaststellen of ze er ook iets uit geleerd hebben. Dan zal ik vooral letten op hun koelbloedigheid, de mentale weerbaarheid en hoe ze eventueel met de verwachtingen in volle titelstrijd zullen omgaan.”

3. Timmy Simons is een echte teamspeler, die altijd een constant niveau haalt. Voor Gaëtan Englebert geldt hetzelfde. Beiden zijn heel moderne voetballers : ze kunnen aanvallen, verdedigen, zoeken altijd de gemakkelijkste oplossing. Voor Simons is het alleen jammer dat hij zo weinig scoort, maar op termijn komt dat wel. Bij RC Genk zijn Bernd Thijs en Josip Skoko uitstekend. Thijs voor zijn eentijdsvoetbal, hij beheerst dat perfect. Ook op vrije trap is hij levensgevaarlijk. Skoko is meer de man om het spel te verleggen en voor de diepgang.”

door Raoul De Groote en Frédéric Vanheule

‘Wesley Sonck benadert het Europese topniveau.’

‘Brugge heeft vooral het geluk dat Genk vorig jaar had.’

‘Club Brugge panikeert niet snel meer.’

‘Zokora speelt al met heel wat minder risico’s in zijn spel.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content