door Michel D’Hooghe

De elleboog. Je kunt het lezen in elk boek over anatomie : “Het ellebooggewricht bestaat uit drie gewrichten : twee tussen de bovenarm en elk der voorarmbeenderen, één tussen de voorarmbeenderen onderling.” De voornaamste beweging bestaat uit het buigen en strekken van de voorarm tegenover de bovenarm : dit is dan ook het doel van het ellebooggewricht.

Nergens zul je, in eender welk anatomieboek, van Vesalius tot op heden, lezen dat het ellebooggewricht ook uitermate geschikt is om een tegenstander knock-out te kloppen, gelaatsbeenderen te breken of voor hersenschuddingen te zorgen. Om dat te weten te komen, heeft men op de hedendaagse voetbalsport moeten wachten.

Nochtans speelde de elleboog reeds een zeer belangrijke rol in het balspel van de Maya’s, omstreeks de 10de eeuw. Langs weerszijden van het speelveld stond een stenen ring opgesteld. De spelers mochten de bal enkel met de elleboog raken en zo probeerden ze hem door de stenen ring te stoten. Bij het einde van de wedstrijd werd de kapitein van de overwinnaars, als eerbetoon, aan de goden geofferd.

Ook in die andere sport, de politiek, hebben de ellebogen reeds meermaals hun efficiëntie bewezen. Ook nu, bij het opmaken van de electorale lijsten, wordt er met de ellebogen gewerkt dat het niet mooi om zien is. Niet de messen, maar de ellebogen worden gewet in de strijd voor de verkiesbare plaatsen.

Hoe komt het dat de ellebogen zo’n eersterangsrol spelen bij voetbalblessures ? Alleen al tijdens de eindronde van de laatste Wereldbeker werden drie gelaatsfracturen door elleboogstoten vastgesteld. Volgens mij heeft veel te maken met het verderfelijke truitje-trek, dat blijkbaar tot een “normale” voetbalactiviteit is uitgegroeid. Vroeger werd de doorgebroken spits, goed zichtbaar voor de hele tribune, neergelegd. Zijn ellebogen kon hij amper gebruiken om zijn val te verzachten. Maar de brutale tackle werd vervangen door het geniepige trekje. Amper of niet zichtbaar. De speler die zich hieruit wil loshaken gebruikt, bijna instinctief, de elleboog, met alle gevolgen van dien.

We hebben, vanuit de Medische Commissie van de Fifa, aangedrongen om deze elleboogstoten strenger te bestraffen. Waarom ? Omdat ze zo’n ernstige gevolgen hebben : hersenletsels, ingedrukte oogkassen, neusbreuken, noem maar op. Dit vormt evenwel slechts een deel van de oplossing. We moeten, hoe moeilijk het ook weze, een “nultolerantie” tegen het truitje-trek invoeren. De dag dat elke speler zijn handen van de trui van zijn tegenstever afhoudt, zal u meteen kunnen merken in welke mate de frequentie van de elleboogstoot zal afnemen. De sensibilisatie tegen elke vorm van truitje-trek vormt een uitdaging voor allen die verantwoordelijk zijn in de voetbalsport, dus niet alleen de scheidsrechters.

Een goede raad voor elke spits : als je dan toch een ravage hebt aangericht met je elleboog, ga het dan niet nog eens demonstreren vlak voor de scheidsrechter. Hij zou wel eens érg dicht kunnen staan !

In geen enkel anatomieboek zal je lezen dat de elleboog ook uitermate geschikt is om een tegenstander knock-out te kloppen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content