Welke erfenis krijgt Michel Preud’homme van zijn voorganger? Juan Carlos Garrido: “Deze ploeg is in volle opbouw. Blessures, transfers die op verschillende momenten gebeurden, eigenlijk kan je pas nu beginnen te werken, nu Fatai en Sobota erbij zijn, nu spelers uit blessure terugkomen en de jeugd verder groeit. Jeugd die goed werd opgeleid, uit die opleiding gaat nog veel talent komen. Je moet gek zijn om niet te zien dat dit team zich alleen maar verder kan ontwikkelen. Maar ik lig eruit, het heeft geen zin dat nog te herhalen.”

Vrijdag namen zijn vrouw en zijn twee zoons het vliegtuig richting Valencia. Hijzelf keerde vorig weekend met de wagen terug, samen met zijn assistent Jorge Simó. Met welk gevoel in het valies verlaat de Spanjaard ons land? Garrido: “Het was een mooie ervaring, ik ben er zeer blij mee. Mijn eerste keer buiten Spanje, dat was aanpassen. Je kan niet alleen doen wat je zelf graag wil, je moet ook rekening houden met de cultuurverschillen. Niet absoluut het voetbal willen spelen dat jij graag ziet, maar ook de meningen hier respecteren. In het begin was ik wel wat verrast door de ideeën die hier leefden over trainingen. Het fysieke trainde je door te lopen, het tactische werk gebeurde voornamelijk aan het bord. Wij hebben geprobeerd die methodologie te veranderen, het technische, het fysieke en het tactische werk in één verhaal te gieten. Ook de werkomstandigheden hebben we verbeterd. Vorig seizoen was een van de problemen ons trainingsveld, dat was in zeer slechte staat. Ook het hoofdveld was dat. Intussen is dat allemaal veel beter.”

Vorig seizoen wilde hij nooit over de titel spreken, maar was er nooit een moment waarop hij bij zichzelf dacht: de titel is alsnog binnen bereik? Garrido: “Toen ik begon, stonden we heel ver achter. Van wedstrijd tot wedstrijd leven, dat moest de klemtoon krijgen, niet het gepraat over doelen op lange termijn. De halvering van de achterstand bij het begin van de play-offs gaf ons nieuwe mogelijkheden. Door de goede verstandhouding tussen Vázquez, Bacca, Lestienne en Refaelov op het veld kwam er inderdaad plots een moment waarop ik geloofde dat we de titel konden pakken. Maar op nagenoeg hetzelfde moment besefte ik ook dat we de titel hadden verloren.” (bitter)

Dat moment, zegt hij, was tijdens de play-offs in de uitwedstrijd op Anderlecht. Garrido: “We leidden toen aan de rust met 0-1. Toen geloofde ik in de titel. Maar na de rust gooide Anderlecht De Sutter in de ploeg en ging het met lange ballen werken. Donk verloor alle duels. In die wedstrijd besefte ik dat we een centrale verdediger te kort kwamen. Donk was voor mij een middenvelder van Europees topniveau, die ons daar de nodige kracht bezorgde, maar door blessures moest ik hem naar achter trekken. Daar liep het fout.”

Zijn besluit: “Ik denk dat ik er vorig seizoen in slaagde om een zeer competitief team op de been te brengen. Een team dat wist wanneer het moest verdedigen en spelen op de tegenaanval, maar ook een team dat het spel naar zich toe kon trekken en, als dat moest, de bal liet lopen. Het spel voor de rust in Anderlecht was voetbal een kampioen waardig. We hebben in die play-offs ook Bacca en Lestienne naar hun hoogtepunt tot nu toe weten te brengen. Lestienne is een goeie gast die Europees ooit van het hoogste niveau wordt, terwijl alles halen uit Bacca niet makkelijk was. Ik ben met Carlos door zéér verschillende fases gegaan. Toen ik aankwam, heb ik heel duidelijk gezegd dat zijn trainingen beter moesten of dat hij op den duur niet meer zou spelen. Hij moest meer geconcentreerd werken. Idem voor Lestienne, idem voor Vadis Odjidja, ik denk dat we erin geslaagd zijn om hun professionalisme te verhogen. Bacca was op het einde een leider in de groep, ook al had hij een eigen agenda. Hij wilde tonen dat hij naar een hoger aangeschreven liga kon. Van die motivatie moesten we gebruikmaken, vond ik. De blessure van Odjidja in de play-offs was een ander cruciaal moment. Heel erg, omdat we een belangrijke speler verloren, maar tegelijk toonde de groep zeer veel mentale veerkracht. Ik was toen zeer trots op mijn ploeg, dat we een team waren. Dat wil een trainer graag, dat zijn ploeg ‘een team’ is. Goed aan de bal, maar ook agressief en onverzettelijk.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content