Heeft het Belgisch voetbal toekomst ? Aflevering 3 in de reeks ‘Jonge Belgen in het buitenland’ : Denis Dasoul.

Het blijft een merkwaardig verschijnsel : jonge voetballers die hier in eigen land nog geen minuut eersteklassevoetbal in de benen hebben en dan plots een transfer naar een buitenlandse club realiseren. Zo verging het ook de inmiddels achttien jaar oude Denis Dasoul, sinds vorige week bij RC Genk. Vorig seizoen werd Dassoul rond januari overgeheveld van de junioren naar de reserven van Standard Luik. Als stoere verdediger of balveroverende middenvelder wist hij er in een mum van tijd een basisplaats te bemachtigen.

Plots ging het verschrikkelijk snel. “Opeens kwam Standard met een profcontract aandraven,” geeft Denis uitleg. “Mijn vader en ikzelf waren natuurlijk dolblij met die gunstige evolutie. Er waren echter geen garanties dat ik dit seizoen in de A-kern zou belanden. Geen erg, want ik was pas zeventien. Maar toen, niet veel later, kreeg ik onverwacht een telefoontje van Perugia. Zij vertelden me dat ze me al enkele keren hadden gescout en dat ze met mij wilden praten. Ik wist nergens van, ik had geen idee dat die mensen in de tribune zaten. In een week was alles in kannen en kruiken. Ik moest zelfs geen testperiode afleggen en kreeg een contract voor vijf jaar.”

Het jeugdproduct van Standard deed het seizoen uit bij de Rouches en behaalde nog snel zijn diploma van het middelbare onderwijs in België. “In juli vertrok ik dan voor het eerst naar Italië, met mijn vader. De eerste maand leefde ik op hotel, daarna kreeg ik een appartement toegewezen. Ze hebben daar ook een speciaal opvangcentrum voor jonge voetballers, maar ik verkoos op eigen benen te staan. Trouwens, in hetzelfde appartementsblok woonde ook RaphaëlGallori, een andere Belg van Anderlecht, hij speelt eveneens voor Perugia. In totaal zaten we daar met vier Belgen ( Fabian Jacquemain, Donovan Maury en Raphaël), dat maakte de zaken ook iets gemakkelijker.”

Meteen bij zijn aankomst vertrok de hele kern, 35 man breed, op stage naar Oostenrijk. Denis Dasoul maakte er zijn eerste trainingen mee en debuteerde zelfs al meteen in de eerste ploeg. “De eerste dagen en weken waren, zoals verwacht, zwaar. De Italianen zijn vooral fysiek en tactisch veel rijper dan wij, Belgen. Zij zweren bij wat ze ginds la grinta noemen : je komt het veld op om te doden, resultaat boven alles. Ook op training lag het ritme enorm hoog.

“Normaal ben ik geen timide type op het terrein, ik vind het belangrijk te praten op een veld, maar daar heb ik toch eerst even de kat uit de boom gekeken. Maar uiteindelijk moet je je als jonge gast niet te veel laten intimideren door de omstandigheden. De ancien van de ploeg, Mauro Milanese, en de trainer, Serse Cosmi, spraken regelmatig op me in. Ik voelde ook dat de andere spelers mijn aanwezigheid aanvaardden. De trainer moest me nadien zelfs intomen op training; ik maakte te veel overtredingen. Dat is een gevolg van het helse tempo ginds. Je krijgt niet eens de tijd om even de bal aan te nemen en te kijken. Je zal een Italiaan ook zelden een slechte pass zien geven. Zij zijn altijd geconcentreerd, er is geen ruimte voor nonchalence, iets waar ik in België als verdediger wel eens last van had.”

T

egen Bologna maakte Dasoul onverwacht zijn debuut voor de Perugia-tiffozi. “Ik zat voor die oefenmatch op de bank en er viel een centrale verdediger uit, toen mocht ik het veld op. Blijkbaar deed ik het goed, want uit de ruime kern van 35 man werd een vaste selectie van 25 spelers gekozen en daar was ik bij… Een week later zou ik dan normaal gezien met de nationale -19 naar Joegoslavië het EK gaan spelen, maar de trainer vroeg mij om bij de kern te blijven. Hij zat immers krap in de verdediging en er stond een wedstrijd tegen Lazio op het programma. Ik vond het jammer dat ik niet aan het EK kon deelnemen, anderzijds ging ik toch lichtjes zweven bij de gedachte dat ik tegen de sterrenformatie van Lazio Roma mocht spelen.”

Het werd een hectische week voor Dasoul. Zijn vorige club, Standard, begon immers moeilijk te doen over de transfer en weigerde de transferformaliteiten te vervullen. In extremis geraakten beide clubs toch tot een akkoord en zat Denis Dasoul bij de zestien tegen Lazio. “Ik trok me van al die heisa niet veel aan,” beweert hij. “Ik zat ver weg in Italië en dacht alleen maar aan die wedstrijd en de mogelijke duels met Gaizka Mendieta of andere sterren. Het was als in een droom. Onze bus werd begeleid door politiewagens en die massa fans die ons stonden op te wachten, prachtig ! In de kleedkamers lag voor elke speler zijn truitje netjes klaar. Het deed me toch iets toen ik daar mijn truitje met mijn naam zag liggen. Na de opwarming moesten we langs de spelerstunnel terug naar binnen en op het moment dat ik binnenga, passeren ook Nesta en Stankovic. Toen werd ik toch even stil. Een ploegmaat moest mij binnensleuren, omdat ik te zeer onder de indruk was om te beseffen dat we naar de kleedkamers terugwandelden.”

Later zat Denis nog eens op de bank in de bekerwedstrijd tegen Modena. Lange tijd zag het ernaar uit dat de jonge Belg zou starten, maar dat bleek uiteindelijk valse hoop. Denis bleef er niet mee zitten. “Als je bekijkt waar ik vorig jaar op dit moment voetbalde, dan mag ik niet klagen. Ten eerste zat ik als enige Belg van de vier bij de A-kern en mocht ik toch heel wat vriendschappelijke wedstrijden bekampen. Ten tweede was ik de benjamin van de ploeg. Vergeet niet dat ik nog maar achttien ben en nog veel progressie kan en moet maken. Ik geef mezelf twee jaar om ergens min of meer een basisplaats af te dwingen. Maar ik ga niet zweven, daar zorgt onder andere mijn vader wel voor. Hij is eigenlijk mijn mentor. Hij is altijd aanwezig en heeft steeds wijze raad in pacht.

“Ondertussen probeerde ik mee te pakken wat ik kan. Ik was ervan overtuigd dat ik dat seizoen wel enkele keren op het terrein zou staan in de Serie A. Och, zelfs als ik vanuit de tribune moest toekijken, was ik al fier dat ik deel uitmaakte van Perugia,” aldus Denis Dasoul die tevreden terugblikt op zijn kortstondige passage in het mekka van het voetbal : Italië.

Kortstondig, want ondertussen merkte RC Genk hem op tijdens de interland België – Roemenië, wedstrijd waarin de nationale -19 hun ticket voor het komende EK in Noorwegen afdwongen. Jos Daerden en Sef Vergoossen raakten danig onder de indruk van de mondige Waal, die als breker op het middenveld vooropging in de strijd. Dasoul krijgt van Genk vier jaar om zijn kunnen te bewijzen. Hij zal samen met de van PSV overgekomen Jurgen Colin (20) de strijd aan gaan voor een plaats in de Genkverdediging.”

door Matthias Stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content