Als Greg Van Avermaet (30) zondag wereldkampioen wordt, zal één collega een meter hoger springen dan alle andere: nationaal kampioen Preben Van Hecke (33), vaste trainingsgezel en enige échte wielervriend van Belgiës beste coureur.

PREBEN VAN HECKE: ‘Greg en ik kennen elkaar al acht jaar, van toen ik nog bij Predictor-Lotto reed en hij er debuteerde bij de profs. Als Waaslanders – Greg woonde nog thuis in Zogge, ik in Overmere – spraken we in de winter af om samen te trainen. Sindsdien fietsen we bijna elke dag samen, als we tenminste beiden thuis zijn, want ons wedstrijdprogramma verschilt nogal. Waarom wij zo goed opschieten? Omdat wielrennen voor ons geen job is, zelfs geen hobby, maar een passie. En voor Greg misschien zelfs nog iets meer. Hij kan er geen vijf minuten over zwijgen en de dagen dat hij op een jaar niet fietst, kun je op twee handen tellen. Terwijl veel renners op een rustdag in hun zetel blijven, zal Greg op zo’n dag altijd een uur of twee op pad gaan. Zo niet, dan moet hij al doodziek zijn of een vliegreis van zestien uur achter de rug hebben. Zelfs met een bijzonder druk schema zal hij ’s morgens of ’s avonds altijd tijd vrijmaken. Een excuus om niet te trainen heb ik van hem ook nog nooit gehoord. Als we elkaar tegemoet rijden en Greg komt niet af, dan weet ik: of heeft hij een dopingcontrole of materiaalpech gehad. Maar geen zin? Nooit. Alleen als het écht slecht weer is, traint hij op de rollen of gaan we op de piste in de Gentse Blaarmeersen rijden.

‘Qua training delen we ook dezelfde visie: of we rijden kort en traag, inclusief koffiestop, of we rijden lang en snél. Zeker op die (hoofdzakelijk) ‘serieuze’ dagen vliegen we er stevig in. Sommige profs rijden ‘maar’ dertig per uur, bij ons moet het rapper vooruitgaan. Het enige wat Greg in de loop der jaren veranderd heeft, is dat hij vlugger een ‘rustdag’ zal plannen. Dat beseft hij intussen, dat méér trainen niet noodzakelijker béter is. Dat zeggen we ook dikwijls tegen elkaar: als je als renner gewoon doet, dan zul je al ver komen.

”Gewoon doen’ staat wel niet synoniem voor ‘zomaar iets doen’. Integendeel: Greg is een voorbeeldprof. Qua rust – negen uren slapen, een siësta, niet overal rondslenteren – qua voeding – op een terras geen Leffe of cola, maar een koffie of een watertje – en qua training – zijn schema’s volgt hij nauwgezet op en zijn wattages stuurt hij elke dag door naar zijn trainer. Maar hij overdrijft niet. Een training van acht, negen uur zal Greg bijvoorbeeld niet inlassen. Zoals hij ook niet elk grammetje pasta afweegt, wat sommige coureurs wel doen. 150 of 180 gram, Greg eet gewoon tot hij genoeg heeft. Volgens het wijze principe: als de stoof moet branden, moet je er hout in steken. Hij kan zelfs echt genieten van lekkere, afwisselende en gezonde voeding. Tijdens het seizoen althans, want erna geeft Greg wel eens toe aan frieten of ijskreem – hij is ook maar een mens, hé.’

PORSCHE VS OPEL

‘Het grote verschil tussen hem en mij is simpel: talent. Greg rijdt met een Porsche, ik met een Opel. We halen alle twee 120 kilometer per uur, maar als Greg eens dieper op zijn gaspedaal duwt… Een wereldtopper en een ‘gewone’ coureur, hé. Het meeste merk ik dat als we een helling opvlammen en ik telkens vijf seconden later bovenkom. Die explosiviteit is dan ook Gregs grootste wapen, en daar traint hij ook op. Op onze vaste toer in de Vlaamse Ardennen knalt hij op elke helling – we doen er zo’n tien à twaalf – telkens vollen bak naar boven. In het wielrennen van tegenwoordig, waarin organisatoren steeds vaker de finish bovenop een heuveltje leggen, rendeert dat, hé. Zie naar hoe Greg won in de Tour: rechtstaand op de pedalen tot duizend watt duwen, gedurende 45 seconden. Imméns lang, toen ik op het BK de sprint won heb ik dat acht seconden gehaald… (lacht)

‘Greg kan ook meer lange, harde trainingen aan. Op hoogtestage in Zwitserland twee jaar geleden was bij mij na drie dagen op rij het vat af, terwijl Greg de vierde dag nog even rap kon rijden. Grote motoren recupereren veel sneller, hé. Al is hij daarin wel geëvolueerd: in zijn beginjaren als prof had hij al die explosiviteit, maar dat duurvermogen zat er nog niet in. Door meer te trainen en ouder te worden kan hij die lange afstand nu wel aan – in de klassiekers krijg je hem niet meer kapot. Ook zijn korte tijdritten zijn enorm verbeterd, door vaak met die fiets te trainen, maar ook omdat hij die explosieve inspanningen langer kan doortrekken. Zie hoe hij in de proloog van Tirreno-Adriatico mooi derde werd, op amper een seconde van een specialist als Fabian Cancellara.

LEIDER BIJ BMC

‘Een andere belangrijke evolutie: zijn kopmanschap. Indertijd bij Lotto had je nog de allesoverheersende Philippe Gilbert en werd Greg wat aan zijn lot overgelaten, maar bij BMC geloven ze echt in hem en is hij in zijn koersen nu dé leider. Bovendien met vaste knechten als Michael Schär en Marcus Burghardt, mannen die hun stiel kennen en zich het snot voor de ogen voor hem rijden. Omdat ze weten dat hij kan winnen en omdat ze het gráág doen voor Greg. Binnen de ploeg zegt hij wel waar het op staat, maar hij zal nooit iemand afbreken. Integendeel: hij is heel dankbaar. Toen ze in november vorig jaar met de klassieke kern Parijs-Roubaix gingen verkennen, haalde hij bijvoorbeeld zijn ploegmaats op in Zaventem en heeft hij hen getrakteerd op een etentje.

‘Dat kopmanschap leidt wel tot meer druk, maar dat kan Greg perfect aan. Zijn stressbarometer de dagen voor de Ronde van Vlaanderen? Maximaal één op tien. Verbazend hoe kalm hij dan blijft. Op de verkenning was Greg dit jaar net voor de Berendries gewoon over Waasland-Beveren aan het praten. Op de klim trok hij eens door en daarna begon hij weer over het voetbal te babbelen. Hetzelfde nu voor het WK: de laatste keer dat we samen trainden, was hij allerminst aan het piekeren over mogelijke wedstrijdscenario’s of het parcours. Hij had het meer over zijn vriendin en pasgeboren dochtertje, die hij drie weken moet missen.

‘Typisch Greg: hij leeft er wel naartoe, doet er in de voorbereiding álles voor, maar weet dat hij niet meer dan zijn best kan doen. Dat maakt hem mentaal zo sterk. Kijk naar hoe hij die ‘dopingaffaire’ in het voorjaar heeft doorstaan. Natuurlijk had hij het er bijzonder moeilijk mee dat hij onterecht beschuldigd werd. Maar ondanks alle heisa en praktische beslommeringen heeft dat zijn prestaties amper beïnvloed. Velen zouden mentaal gekraakt zijn, maar Greg gaf het extra motivatie. In de koers kon hij alle frustraties zelfs van zich afschudden. Dat zag je ook na die ritzege in Tirreno-Adriatico, hoe blij hij toen was. Net zoals toen hij definitief werd vrijgesproken. Geen verrassing, want hij wist dat hij recht in zijn schoenen stond. En geloof me: Greg rijdt honderd procent clean. Daar steek ik mijn handen voor in het vuur.’

RESPECT

‘Die dopingzaak is typisch voor de manier waarop men in België met zijn sporthelden omgaat. Jammer toch dat bij Greg ook altijd benadrukt wordt dat hij nog geen grote klassieker op zijn naam geschreven heeft. In Nederland wordt Maarten Tjallingii op handen gedragen omdat hij ooit als derde is geëindigd in Parijs-Roubaix, maar als Greg in de Ronde als tweede finisht, hoor je: ‘Zie je, hij kan niet winnen.’ Om gek van te worden, toch? In Italië zouden ze zo’n topper heilig verklaren, maar hier ziet men niet altijd in hoeveel je daarvoor moet trainen, hoe moeilijk dat is. Hoeveel Belgische renners kunnen dat? Ik niet, hoor. Als Greg eens ontgoocheld is, zeg ik hem dat: ‘Je moet van zo’n ereplaats óók genieten. Er zijn veel coureurs die het met véél minder moeten stellen.’ Al beseft hij dat wel, dat hij met zijn talent weinig reden tot klagen heeft. En hij weet ook heel goed: ooit zal die grote zege er komen – misschien zelfs zondag al. Omdat hij voelt dat hij dat in zich heeft. In die zin kwam zijn ritoverwinning in de Tour op een ideaal moment. Voor hem en vooral voor de buitenwereld de bevestiging dat hij wél kan winnen op topniveau.

‘Ook de kritiek in de pers op zijn aanvallende manier van koersen vind ik overdreven. Oké, soms demarreert hij iets te vroeg, maar dat beseft Greg ook wel. Eigenlijk zouden we zelfs blij moeten zijn dat er nog renners, zoals hij, op instinct koersen, en niet met een rekenmachine in de hand. Daarom is Greg ook zo populair bij de gewone man, hij maakt een koers boeiend. De Ronde van Vlaanderen van 2014 waarin hij met Stijn Vandenbergh van ver aanvalt, daar kun je toch blijven naar kijken? Ook al werd hij ‘maar’ tweede, die drang om aan te vallen, om te willen winnen en zich daarvoor het zwart voor de ogen te willen rijden, vind ik zo mooi. Een eigenschap van een echte topper, altijd de beste willen zijn. In álles, hé: ook als we gaan karten of bowlen, of zoals vorige winter toen Greg en ik in Nice meededen aan een voetbalmatch tussen Franse en buitenlandse wielerprofs. Niet zomaar amusement. Neen, hij gaf aanwijzingen hoe hoog de verdediging moest spelen, waar iedereen moest staan…’

GEEN VEDETTE

‘Evenzeer bewonder ik Greg omdat hij, ondanks zijn status als topper, nog altijd dezelfde kerel is die ik acht jaar geleden, op zijn 22e, leerde kennen. Intussen heeft hij wat meer levenservaring en is hij vader geworden, maar voor de rest is hij even vriendelijk, behulpzaam, bescheiden… Een vedette zonder vedetteallures die weinig belang hecht aan overdreven luxe. Geen drie Ferrari’s in de garage, maar een relatief ‘gewone’ Jeep. Zoals hij ook niet in een kasteel, maar in een vrij ‘gewoon’ huis woont. In tegenstelling tot sommige andere toppers voelt Greg zich ook niet verheven boven zijn collega’s. In de Ronde van Qatar was een neoprof van onze ploeg zelfs verbaasd dat Greg tien minuten met hem gebabbeld had.

‘Ook op aandacht kickt hij allerminst. Als iemand hem niet herkent, begint hij niet te pochen: ‘Ik ben Greg Van Avermaet, de coureur die dit en dat al gewonnen heeft’ – er zijn er met een veel kleiner palmares die dat wél doen. In het middelpunt van de belangstelling staan is ook niets voor hem, maar hij zal wel helpen als hij kan. Toen in Zele een tombola georganiseerd werd ten voordele van enkele amateurs van wie de fietsen gestolen waren, was hij de eerste om een wielershirtje te schenken. En toen onlangs een vriend drie vingers verloor, regelde hij, via een mecanicien van BMC, meteen dat die voortaan elektronisch kan schakelen op zijn fiets.

‘Greg kan ook oprecht blij zijn voor anderen. Op het BK had hij zo graag zelf gewonnen en was hij ontgoocheld omdat hij het gat op mij en Jürgen Roelandts niet had kunnen dichten, maar achteraf zag ik geen spatje jaloezie. Ook al moet hij er nu een heel jaar op training naar kijken, Greg gunt mij die driekleur van ganser harte. Zoals zondag ook geen mens blijer zal zijn dan ik als hij wereldkampioen wordt. Beeld je in: de Belgische en de regenboogtrui naast elkaar op training. (lacht) Zou dát niet mooi zijn?’

DOOR JONAS CRETEUR – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Op het BK had Greg zo graag zelf gewonnen, maar achteraf zag ik geen spatje jaloezie.’ PREBEN VAN HECKE

‘Greg leeft wel naar het WK toe, maar weet dat hij niet meer dan zijn best kan doen. Dat maakt hem mentaal zo sterk.’ PREBEN VAN HECKE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content