‘Kijk daar, mijn huis’, wijst Stepán Kucera naar de Praagse Burcht, waar de Tsjechische president zetelt. De toekomstige verdediger van Club Brugge zegt het met ironie. Of toch niet helemaal ? ‘Als je voetballer bent, moet je altijd klaar zijn om een grote stap te zetten. Ooit wil ik voor een Europese topclub spelen.’

Vrijdag 8 juni, Praag. In de schoonheid van de stad heeft de tijd zijn tanden nog niet gezet : gebouwen in het oude deel van Praag hebben een authentieke stijl. Hun pastelkleurige gevels lijken van suikergoed en de torens en beelden die her en der opduiken, trekken met hun haast sprookjesachtige uitstraling de aandacht. Gotische lijnen, barokke versieringen, subtiele muurschilderingen omgeven het centrale plein van de oude stad, waar Jan Hus, de hervormer die geldt als symbool voor integriteit, een standbeeld heeft.

Plakkend heet is het vandaag, dus de terrasjes zitten afgeladen vol en liefst nog zoeken de inwoners en de talrijke toeristen verkoeling aan de Moldau, de brede rivier die de stad doormidden snijdt en ter hoogte van de beroemde Karelsbrug ruisend over een verhoging glijdt. Het zal een zonderling zijn die zich de halve liters pils, het bier dat in dit land voor het eerst gebrouwen werd, níet laat voorzetten.

Aan de communistische dictatuur waaronder Tsjechië na de Tweede Wereldoorlog kreunde, kwam in 1989 door de Fluwelen Revolutie een einde, maar op sommige gebruiken heeft zelfs een revolutie geen greep. Of onze fotograaf zo vriendelijk wil zijn te stoppen met fotograferen, vraagt de zaalmanager van het Obecní Dum. Tenzij meneer bereid is een grote som te betalen natuurlijk, voegt hij er met een venijnig trekje aan toe.

Obecní Dum, het Representatiehuis van de stad, is een in letterlijke zin schitterend kader. Het rond begin 1900 gebouwde cultureel centrum bevat concertzalen, vergaderzalen, een café en een restaurant, dat zich met spiegels, goedkleurige luchters en kristallen ornamenten het mooiste Jugendstilinterieur van Praag mag noemen.

Hier is het dat op 28 oktober 1918 de onafhankelijkheid van Tsjechië werd uitgeroepen. Hier is het ook dat Stepán Kucera aan tafel schuift, geflankeerd door Jindrich Stastn, die tijdens het interview zal tolken. De tweeëntwintigjarige centrale verdediger (maandag werd hij 23) werd door Club Brugge tot 2011 gecontracteerd.

Stepán Kucera : “Ik hoorde van de interesse van Club Brugge twee wedstrijden voor het einde van de competitie in Tsjechië. We spraken af om na de competitie met elkaar te praten. Toen de clubs het eens waren over de prijs, ben ik medische en fysieke testen gaan afleggen en heb ik mijn contract getekend. Brugge lijkt mij ook een leuke stad, dus ik ben gelukkig. Joseph Chovanec, de voorzitter van Sparta Praag, heeft het mij aanbevolen. Hij wees mij er ook op dat het heel belangrijk is dat ik later kan communiceren met de fans en mijn ploegmaats.”

Tsjechische bronnen noemden het verrassend dat je getransfereerd werd. Ze hadden eerder andere ploeggenoten verwacht. Sommige spelers moeten hier jaren presteren voor een kans zoals Kucera kreeg, zei een collega ons.

“Ik was zelf ook verrast, want ik speelde alleen maar een half seizoen voor Jablonec en daarna een half seizoen voor Sparta Praag. Ik was 21 toen ik in het eerste elftal kwam. Het was voor mij een goede zaak dat ik door Sparta Praag uitgeleend werd aan Jablonec, want het is in Praag heel moeilijk voor jonge spelers om in de ploeg te raken. Het alternatief was op de bank zitten of in de invallersploeg meedoen, maar dan speel je op een lager niveau. Ik kreeg bij Jablonec de kans om de competitie te leren kennen en ervaring op te doen, fouten te maken die je elders niet mag maken. Daarna was ik klaar voor Sparta. Bij Praag móest je elke wedstrijd winnen en Champions League spelen. Bij Jablonec kon je het je permitteren eens te verliezen.”

Waren er behalve Club Brugge nog andere clubs geïnteresseerd ?

“Niet dat ik weet.”

Hoe reageerden je ploegmaats ?

“Sommigen vonden het een goede stap voor mij, anderen vonden dat ik er nog niet klaar voor was, dat ik beter bij Sparta kon blijven en Champions League spelen. Maar ik denk dat ik er klaar voor ben. Ik wil het proberen.”

Top

De stap van een middenmoter, Jablonec eindigde negende, naar de top, Praag werd kampioen, heb je blijkbaar zonder problemen gezet.

“Ik speelde al voor de jeugdacademie van Sparta Praag, dus ik kende er veel mensen en spelers. Dat heeft mijn overstap vergemakkelijkt. Maar als je voetballer bent, moet je klaar zijn om een grote stap te zetten en met druk om kunnen gaan. Petr Rada, de trainer van Jablonec, respecteer ik heel erg. Hij heeft mij de kans gegeven in de hoogste klasse te spelen. Hij was er niet zo gelukkig mee dat ik terug naar Sparta moest. Sparta had bij mijn komst een andere trainer dan toen ik werd uitgeleend. Michal Bilek, de nieuwe trainer, wou mij tijdens de winterstop bezig zien. Bilek speelde zelf ook ooit voor Sparta Praag, dat was een belangrijk gegeven, want dat maakte dat hij de geest van de club kon overbrengen. Dus ik speelde een paar oefenwedstrijden mee en hij zei dat ik mocht blijven. De trainer was verrast over mijn prestaties en ik was heel blij dat ik mocht blijven.”

Je was volgens Club Brugge bereid om zelfs te tekenen zonder zekerheid over de bekerwinst. Waarom wou je naar een club gaan die zonder Europees voetbal dreigde te vallen, terwijl je met Sparta Praag de beker én de competitie won en dus Champions League kon spelen ?

“Ik droomde van een transfer naar het buitenland, zoals veel spelers in Tsjechië. Sparta speelt volgend seizoen de Champions League, dat is waar. Maar wie weet wat er volgend seizoen met de ploeg gaat gebeuren ? Ik hoop dat Brugge volgend seizoen kampioen wordt en ook Champions League speelt. Daar wil ik hen graag bij helpen. Club Brugge blijft voor mij een van de betere ploegen in Europa.”

In welke zin is Club Brugge een stap voorwaarts ten opzichte van Sparta Praag ?

“Sparta Praag is ook een grote ploeg, maar Club Brugge is wat mij betreft een betere ploeg. In de Tsjechische competitie heb ik de beker en de titel al gewonnen, dus er blijft hier niets meer te winnen over. Ik heb hier de top bereikt, dus nu wil ik het elders bereiken.”

Hoe ziet je carrièreplan er verder uit ?

“Ooit wil ik voor een Europese topclub spelen. Maar ik wil eerst in de basis staan bij Club Brugge en dan de titel of de beker winnen. En Champions League spelen. Daarna zien we wel wat er gebeurt.”

Je honger is blijkbaar snel gestild : je hebt één seizoen in de Tsjechische eerste klasse gespeeld en je zei op de dag van de ondertekening van je contract dat je toe was aan een nieuwe uitdaging.

“Brugge is een grote kans voor mij. Ik zie het als een stap vooruit. Ik speelde een goed seizoen, anders was Brugge misschien niet geïnteresseerd geweest in mij. Ploegen als Sparta Praag kunnen in de Tsjechische competitie bij wijze van spreken kopen wie ze willen. Dat houdt in dat ze niet zoveel oog hebben voor jonge spelers. Maar buitenlandse clubs willen altijd wel jonge spelers. Ik hoop dat ik in Brugge ook Engels en Frans kan leren, een nieuw land kan leren kennen en veel ervaring kan opdoen. Ik wil nieuwe mensen leren kennen, nieuwe dingen beleven.”

Druk nodig

Waarom zit je niet in Nederland voor het Europees kampioenschap voor beloften ?

“Gisteren (donderdag, nvdr) belde de trainer mij dat ik best rust nam en mij voorbereidde op mijn overgang naar Brugge. Hij was toch niet zeker of ik zou spelen op het toernooi.”

Je had naar verluidt ook last van een gebroken handbeentje ?

“Ja, klopt. Maar dat was niet echt een groot probleem. Ik kon er gewoon mee spelen.”

Schrijf je de Belgische competitie hoger aan dan de Tsjechische ?

“Volgens mij is de Belgische beter. Er zijn, denk ik, veel meer spelers met een goeie techniek, omdat er ook veel meer buitenlanders spelen dan hier in Tsjechië. Sparta Praag heeft één buitenlander, een Fransman, Sylvestre. Slavia heeft een Braziliaan, Olomouc ook, maar verder … De laatste ploeg in de stand kan in België ook de eerste verslaan en er wordt, denk ik, meer gescoord en minder tactisch gespeeld. In Tsjechië is het net het omgekeerde : veel tactiek en weinig doelpunten. Ik hou meer van het soort voetbal dat in België wordt gespeeld.”

Laat ons hopen voor jou dat er niet te veel doelpunten vallen als jij in de ploeg staat bij Brugge.

“Dat is waarschijnlijk de reden dat Brugge mij aantrok (lacht). Ik zal blij zijn als ik veel aan de bal kan komen, dat was in Tsjechië wel eens anders. Er lag ook niet veel druk op mij. Terwijl ik dát nodig heb : een uitdaging.”

Wat ga je Club Brugge bijbrengen ?

“Verandering doordat er meer concurrentie is.”

Volgens de statistiek scoorde je het voorbije seizoen als centrale verdediger één keer. Hoe ging dat ?

“In de herfst, een penalty in de laatste minuut tegen Ostrava, toen ik voor Jablonec speelde.”

Is penalty’s nemen een van je specialiteiten ?

“Niet bepaald. Ik voelde toen gewoon dat ik goed in de wedstrijd zat, vandaar. Het was eigenlijk de eerste keer dat ik een penalty nam. Wat ik wel af en toe deed, was vrije trappen nemen van op vijfentwintig, dertig meter.”

Geen enkele kaart

Volgens onze informatie speelde je vorig seizoen bij Jablonec en Sparta Praag samen vierendertig wedstrijden en pakte je geen enkele kaart. Dat is sterk voor een centrale verdediger.

“Euh… dat ik vierendertig wedstrijden heb gespeeld, is waar, maar ik pakte wel drie gele en één rode kaart.”

Euh… jammer.

(Glimlacht)

Mogen we daaruit concluderen dat je een potige verdediger bent en dat je door je lengte niet zo wendbaar bent ?

“Die rode kaart was op het eind van een wedstrijd met Jablonec en bij een hoekschop kreeg ik een tweede keer geel voor een overtreding op de spits. Maar een vuile speler ben ik niet. Alleen kan mijn snelheid beter, waardoor ik af en toe wel eens tackle. Maar dat kan ik.”

Hoe deden Jablonec en Sparta Praag het overigens tegen elkaar in de competitie ?

“Toen ik voor Jablonec speelde en tegen Sparta moest, won Sparta met 3-0 en toen ik bij Sparta Praag speelde en tegen Jablonec moest, won Jablonec met 3-0. Ik ben dus twee keer verslagen door mijn ex-clubs (grijnst).”

“Ik kan ook met rechts trappen, dus ik kan centraal links of rechts staan in de verdediging, linksachter en ik heb ooit ook wel als verdedigende middenvelder gespeeld. Maar centraal links is mijn beste positie.”

Wat je linksvoetigheid betreft : je tekende, zagen we op de foto’s, je contract met de linkerhand. Linkshandigen heten doorgaans creatieve geesten te zijn. Gaat dat voor jou ook op ?

“In mijn vrije tijd slaap ik of tennis ik, dus … Ik kan wel iets met links, maar in mijn voetbal gaat het niet om techniek, maar om kracht. Mijn taak is verdedigen, het is dus niet aan mij om door te schuiven naar het middenveld. Hoe het met mijn techniek gesteld is, zal ik zien als ik voor Brugge speel.”

David Rozehnal

Je bent op de hoogte van de problemen die Club het voorbije seizoen gekend heeft ?

“Ik heb erover gehoord, maar ik wil de mensen laten zien dat ik de ploeg kan helpen.”

Heb je wedstrijden van Club gezien ?

“Ja, die tegen Cercle, 3-3. Dus dat was wat ik dacht over de Belgische competitie : veel doelpunten en goede supporters. Als je in Tsjechië naar Zlin moet, zit er maar tweeduizend man, weinig sfeer.”

Als je Club Brugge met één woord moet associëren, welk is het dan ?

David Rozehnal. Club Brugge is : David Rozehnal.”

Je beschouwt hem als je grote voorbeeld, maar je schijnt fysiek sterker te zijn.

“Rozehnal is voor mij inderdaad een voorbeeld. Ooit wil ik spelen zoals hij. Hij heeft in Frankrijk gespeeld, kan naar Engeland of Duitsland gaan. Maar of ik fysiek sterker ben, dat weet ik niet.”

Wat moet je nog verbeteren om zijn niveau te halen ?

“Ik ben goed met het hoofd, maar ik moet nog veel verbeteren, sterker worden in de duels en, in het bijzonder, sneller worden.”

Rozehnal was een zachtaardig mens en viel wel eens te betrappen op een slordigheid. Hoe is het met jouw mentale sterkte gesteld ?

“Voetbal draait om fouten. En als je fouten maakt, wordt er tegen gescoord. Ik ben nog jong, dus ik zal fouten maken, maar ik probeer negentig minuten geconcentreerd te blijven. Bij Club Brugge zal er meer druk op mij liggen en zal ik mij meer moeten concentreren dan bij Sparta Praag. Hoe klaar ik daar voor ben, dat zal de toekomst moeten uitwijzen.”

Het deert je niet dat je daardoor ook voortdurend dreigt vergeleken te worden met en afgemeten te worden aan David Rozehnal ?

“Daar zou ik niet gelukkig mee zijn, want we zijn verschillende spelers, maar, tja, zo gaat dat nu eenmaal in voetbal. Wat ik eigenlijk met Rozehnal wil aangeven, is dat de manier waarop hij zijn carrière heeft gemaakt mij wel aanspreekt.”S

Door Raoul De Groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content