Kristian Thorstvedt (KRC Genk): ‘Van den Brom bracht terug fun in de ploeg’

© BELGAIMAGE

Het fantastische seizoenseinde heeft KRC Genk ook aan Kristian Thorstvedt (22) te danken. De jonge Noorse middenvelder is dé verrassing in dit Genkse team.

Vandaag brengt Kristian Thorstvedt energie in het Genkse team, maar drie jaar geleden leek de voetbalcarrière van de toen 18-jarige middenvelder al voorbij nog voor ze begonnen was.

Bij zijn toenmalige club Stabaek vond men hem niet goed genoeg voor een contract. Hij mocht weg en besloot om in de Verenigde Staten te gaan studeren. Kort voor zijn vertrek belde zijn vader Erik Thorstvedt, die 97 keer keeper was van de Noorse nationale ploeg, zijn oude club Viking Stavanger waar hij in de jaren 80 het doel verdedigde. Of zijn zoon voor de afreis naar de States nog een paar dagen mee mocht trainen?

Verslaggever Stig Nielsen van de Noorse krant Aftenposten woonde die trainingen bij en trok even grote ogen als de clubbestuurders. ‘Die jongen had een geweldige trap, een neus voor goals en elke bal speelde hij vooruit. Altijd zocht en vond hij oplossingen. Dus vroeg Viking of hij een week langer kon blijven. Na vijf dagen boden ze hem een profcontract aan.’

Na twee jaar (één in de tweede klasse, één in eerste waarin hij Belofte van het Jaar werd) vond Thorstvedt het tijd voor een volgende stap. Dat plan van die studies in de Verenigde Staten werd begraven: ‘Ik ben gewoon geprivilegieerd dat ik kan doen wat ik het liefst doe, en wat veel mensen in mijn plaats graag zouden doen. Het had anders kunnen lopen, maar ik geniet van elk moment. Ik sta graag op het veld, zowel op training als in de wedstrijd. Elke ochtend kijk ik al uit naar de momenten samen, plezier hebben op het veld.’

Klopt het dat je, toen je voor Genk tekende, ook naar Red Bull Salzburg kon, en naar nog een andere Belgische club?

Kristian Thorstvedt: ‘Dat klopt.’

Wie was die andere Belgische club?

Thorstvedt: ‘Ik denk KAA Gent.’

Het is maar een letter verschil, en veel buitenlanders die ons land niet kennen verwarren de twee namen. Op basis waarvan maakte jij je keuze?

Thorstvedt: ‘Toen ik van Genks interesse hoorde, contacteerde ik meteen Sander Berge. Die was vol lof, en raadde me aan om naar hier te komen. Vervolgens belde de trainer me, dat was toen nog Hannes Wolf. Hij legde me zijn voetbalfilosofie uit. Ik bekeek ook wat matchen uit de Champions League van dat seizoen en vond ook dat het een club is waar veel spelers hun carrière opstartten, om vanuit Genk een stap hoger te zetten. Dat vond ik voldoende redenen om voor Genk te kiezen.’

Mijn vader vond dat de drive om te voetballen uit mezelf moest komen, dus drong hij nooit aan.’

Kristian Thorstvedt

Genk scoutte je al langer.

Thorstvedt: ‘Oh! Was dat die kerel met zijn verrekijker?’ ( lacht)

Mats Möller Daehli

Genk is je kennismaking met het buitenland. Als mensen je later in Noorwegen vragen: wat heb je eigenlijk in België geleerd, wat zal je je dan herinneren?

Thorstvedt: ‘Ik heb hier geleerd om door moeilijke momenten te gaan, om alleen te leven, zonder mijn vrienden en familie lange tijd te zien. In Noorwegen woonde ik ook apart toen ik bij Viking Stavanger voetbalde, maar dat was toch nog anders. Hier was ik ook lange tijd geblesseerd, zat ook een tijd op de bank. Daarom was ik in die moeilijke periode heel blij om Mats Möller Daehli bij me te hebben. Zijn vriendin kookte vaak, en dat kwam me toen goed uit, maar hij vertrok in januari. Dat was een moeilijk moment, vooral de eerste weken miste ik hem enorm, we waren bijna een tweeling, we deden hier, ook door de lockdown, bijna alles samen.

‘Ik had gelukkig mijn hobby’s. Ik golf graag, er is een goeie golfbaan op vijf minuten rijden. Ik speel ook PlayStation om het contact met mijn Noorse vrienden te onderhouden. Ik studeer ook nog, via onlinelessen aan de universiteit: sportmanagement. Mijn moeder was hier in december, dat was fijn, alsof ik in een hotel woonde: je ontbijt en eten voorgeschoteld krijgen. Mijn vader heb ik al bijna een jaar niet meer gezien. Als je naar Noorwegen teruggaat, moet je twee weken in quarantaine voor je iemand ontmoet. Dat was niet te doen, dus heb ik dat niet gedaan. Het is daarom een zwaar jaar geweest, maar op moeilijke momenten bedenk ik dat ik kan leven van wat ik graag doe. Niet iedereen heeft die mogelijkheid. Dus moet ik niet klagen.’

Kristian Thorstvedt: 'Toen ik Onuachu voor het eerst bezig zag, dacht ik: wie is die grote, stijve kerel die amper loopt?'
Kristian Thorstvedt: ‘Toen ik Onuachu voor het eerst bezig zag, dacht ik: wie is die grote, stijve kerel die amper loopt?’© BELGAIMAGE

Voel je je soms eenzaam?

Thorstvedt: ‘Er zijn momenten geweest dat ik het moeilijk had, vooral toen alles hier stillag, en later toen Mats net weg was. Nu gaat het beter. Als je elke dag traint en je wedstrijden hebt, een vast programma, is het makkelijker en ben je ook beter gezind.’

Snap je waarom hij het hier niet maakte? Hannes Wolf vond hem een sleutelspeler.

Thorstvedt: ‘Hannes wilde hem er echt bij. Na Hannes’ vertrek had hij het moeilijk. Maar al eerder presteerde hij, toen hij wel op het veld stond, ver onder zijn niveau. Hij besefte dat zelf ook. Het was ook moeilijk om kanjers als Ito en Théo uit de ploeg te spelen. Misschien lag het Belgische voetbal hem niet zo.’

Sander Berge zei dat wat hij het meest miste uit Noorwegen verse melk was. Jij ook?

Thorstvedt: ‘Vers bronwater uit de kraan. Hier kan je ook water van de kraan drinken, maar het Noorse bronwater is toch helemaal anders. Verder verschilt de mentaliteit en de cultuur hier niet zo heel veel. Ik vond het geen grote aanpassing in vergelijking met de gewoontes in Noorwegen.’

Is dit zoals je het profleven bij een buitenlandse club, waar je van droomde, voorstelde?

Thorstvedt: ‘Toen ik in Noorwegen aan spelers die in het buitenland hadden gespeeld, bijvoorbeeld in Duitsland en Turkije, vroeg hoe dat was, als speler in het buitenland, kreeg je verhalen over extreme concurrentie, met veel spelers die hard moeten knokken voor hun plek, wat voor spanningen en conflicten binnen de groep zorgt. Dat het moeilijk is om vrienden te vinden, in een nieuw land, ook door de taal. Daar keek ik een beetje tegenop, maar dat bleek hier helemaal anders. Iedereen op de club was en is ontzettend aardig. Er wordt goed voor je gezorgd als je speler van Genk bent. Als er iets is, kan je op hulp rekenen. Het viel hier veel beter mee dan ik op basis van die verhalen van vroegere ploegmaats verwachtte.’

John bracht terug fun. We amuseren ons op training. Zijn voetbalfilosofie maakt dat elke speler geniet.’

Kristian Thorstvedt

Je vader was ook jarenlang prof in het buitenland. Welke raad van hem koester je?

Thorstvedt: ‘Dat ik altijd de volle 100 procent moet geven. Als je alles geeft kan niemand je ooit iets verwijten. Meer dan je best doen kan niemand van je verlangen.’

Wat voor soort vader was hij? Liet hij je doen of was hij voortdurend aanwezig met tips en opmerkingen?

Thorstvedt: ‘Hij wil dat ik de dingen zelf ontdek, dus pushte hij me nooit. Hij vond dat de drive om te voetballen uit mezelf moest komen, dus drong hij nooit aan of nam nooit het initiatief. Dat moest ik zelf doen. Maar als ik hem nodig had, kon ik altijd op hem rekenen. Dan ging hij in doel staan, als ik een bal wilde trappen.’

Man tegen man

Is het voetbal in België anders dan in Noorwegen?

Thorstvedt: ‘Het is hier best een fysiek zware competitie, veel moeilijker dan de Noorse. Maar daarom kwam ik ook naar hier, om beter te worden. Het gaat hier vaak man tegen man. Er is bijna altijd iemand die je overal over het veld volgt. Dat verraste me het meest.’

Welke evolutie doorliep je in dat anderhalf jaar, vind je zelf?

Thorstvedt: ‘Ik ben fysiek sterker geworden. Tijdens de zes maanden van mijn blessure bracht ik veel tijd door in de fitness, om mijn beenspieren sterker te maken. Maar de meeste evolutie gebeurt geleidelijk, wanneer je leert het tempo en de fysiek bij te benen.’

Het moment waarop Genk echt begon te draaien, was toen de trainer je centraal achter de spitsen zette, in een vooruitgeschoven positie.

Thorstvedt: ‘In Noorwegen was ik een nummer acht in een 4-3-3, maar ik kon op de drie posities op het middenveld spelen, liefst in een aanvallende rol. Ik kom graag in of rond de zestien meter, waar ik in scoringspositie kan komen.

‘Onder Hannes begon ik hier als een tweede spits of een nummer tien. Na mijn blessure stond ik op de zes, als verdedigende middenvelder. Ik kan dat, maar het is niet mijn beste plaats. Toen ik weer mijn kans voorin kreeg, viel alles ineens te samen. Dit is mijn beste positie.’

Wat vind je zelf je grootste kwaliteit?

Thorstvedt: ‘Mijn inzet en hard werk, zowel in aanvallend als in verdedigend opzicht. Ik loop nooit een meter te weinig. Ik probeer energie over te brengen op het veld, mijn medespelers te sturen, te coachen, aan te moedigen. Ik probeer een leider te zijn voor de spelers rond mij.

‘Ik denk ook dat ik een neus voor goals heb. En ik probeer naar voor georiënteerd te zijn, te weten waar mijn ploegmaats voorin staan, en daar oplossingen te zoeken. Die vind je niet als je de bal achteruit legt.’

Je brengt ook meer agressiviteit in het spel. Bij Genk heetten het allemaal lieve jongens te zijn in de wedstrijd. Jij bent niet bang om je voet te zetten en neus aan neus te gaan staan.

Thorstvedt: ‘Zo zit ik in mekaar. Ik ben een vreselijk slechte verliezer. Als er een discussie of een duel op het veld aankomt, zet ik geen stap opzij of achteruit. Voetbal is een duelsport.’

Drie hoofdtrainers

Je had bij Genk al drie hoofdtrainers, een snelcursus in voetbaltactiek moet dat zijn. Kan je uitleggen waar ze voor staan, of stonden?

Thorstvedt: ‘Hannes vond ik een typisch Duitse trainer. Erg veeleisend, hard werken. Hij legde veel nadruk op tactiek, wilde zijn tactische ideeën goed uitgevoerd zien. Jess was meer een peoplemanager die veel aandacht besteedde aan de relatie met zijn spelers. Hij praatte veel met ons, zijn deur stond open voor iedereen, ook voor zaken naast het voetbal. Hij bracht ons terug naar de basis, terwijl Hannes tactisch verder wilde gaan. Voor sommige spelers te ver, voor velen was hij te veeleisend. Jess maakte het weer simpel, het was ook een fijne vent.

‘ John bracht terug fun. We amuseren ons op training. Zijn voetbalfilosofie maakt dat elke speler geniet, van de vrijheid en de aanvallende mogelijkheden die we van hem krijgen. We lachen veel met hem, het is fijn werken.’

Wat verbaasde je het afgelopen seizoen?

Thorstvedt: ‘Dat het zo’n rollercoaster is geworden. Als ik terugdenk aan de moeilijke maanden in het begin, zelfs aan de wintermaand toen we amper punten pakten, is het onwaarschijnlijk wat we op het einde nog bereikten. Al heb ik altijd geweten dat je, als je alle kwaliteiten die je hier had goed kon samenvoegen, ver kon geraken. Eens de puzzel in mekaar paste, bleek hoe goed we wel zijn.’

Wat heeft voor de ommekeer gezorgd?

Thorstvedt: ‘De speelvreugde terugvinden. Een groep die goedgezind is, plezier heeft en uitstraalt elke dag op training. In voetbal draait alles om vertrouwen. Eens je vertrouwen hebt, doe je dingen waar je tevoren niet eens aan durfde te denken. In januari was ons zelfvertrouwen klein, maar met de opeenvolgende zeges groei je als team.’

Als je er één speler moet uitpikken: wie heeft je over het afgelopen seizoen verrast?

Thorstvedt: ‘Absoluut Paul Onuachu. Ik herinner me nog ons trainingskamp in Benidorm in januari vorig jaar, toen ik hier net was. Tegen Ferencvaros, mijn allereerste match, stond hij in de spits. Ik dacht: wie is die grote, stijve kerel die amper loopt? Als je hem vandaag bezig ziet, valt hij nauwelijks te herkennen. Om eerlijk te zijn, dat had ik niet verwacht als ik terugdenk aan die eerste match. Paul heeft enorme stappen gezet, op training en in de match. Het is ook een fantastische kerel, altijd met een grote lach op zijn gezicht. Je mag hem altijd aanspreken, over alles.’

Twee koffies voor de match

Welke vraag had je graag nog gehad in dit interview?

Kristian Thorstvedt: ‘Wow. Vraag me misschien naar mijn matchrituelen.’

Wat zijn je rituelen op een matchdag, Kristian?

Thorstvedt: ‘Goeie vraag. ( lacht) Eerst slaap ik zo veel en zo lang mogelijk. Dan drink ik na de sportmaaltijd nog een koffie. Bij aankomst in het stadion drink ik nog een koffie. Daarna doe ik mijn ademhalingsoefeningen, online oefeningen van Wim Hof. Diep ademhalen geeft extra energie. En dan maak ik wat plezier. Ik ga niet stil in een hoekje zitten. Ik maak liever grapjes, maar ik ga ook mijn ploegmaats die het rustig aan willen doen niet stalken.’

Wie is de sfeermaker in de groep?

Thorstvedt: ‘Dat ben ik. Ik maak graag plezier. I’m a bit of a funny guy. Ik zet na een zege het overwinningsritueel in, en hef een lied aan, een traditie die ik ooit bij Rosenborg hoorde. Toen ik hier kwam, hadden we niet meteen zo’n ritueel. Het is goed om dingen samen te doen. ( begint te zingen) Sha La La…’

Oké, oké, dat volstaat. Wie heeft de beste muzikale smaak bij jullie?

Thorstvedt: ‘Ik probeer de controle over de muziek te houden, want anders doet Théo Bongonda dat. Daar zitten best leuke stukken bij, maar het klinkt me te Frans. Cyriel Dessers speelt wel eens muziek voor de match, Cyriel heeft een algemene smaak waar iedereen zich kan in vinden. Ik probeer ook breed te gaan, van hiphop en rap tot oude hits van ABBA, Queen en A-Ha. Naar rockmuziek luisteren voor de match brengt me in de juiste stemming. Of naar ‘ The Party Song‘ van The Rock Boys, een Noorse groep. Zoek maar eens op Spotify.’ Deal. Ik vraag het aan mijn kinderen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content