Roberto Martínez (43) is de nieuwe bondscoach van België. Wie is hij en wat is zijn filosofie? Een portret.

Op de weg naar succes parkeerde Marc Wilmots de Belgische voetbalbus op een kruispunt, ergens in een verloren hoek. In zijn zoektocht naar een nieuwe chauffeur wierp de KBVB een blik op de gps. Naar Moskou, de volgende bestemming, leiden immers verschillende wegen. De ene is de snelweg van de pragmatici, die waar Marcelo Lippi zijn cruisecontrol hanteert. De andere is de weg van de bal. De weg die de voetbalbond uiteindelijk ook verkoos, toen hij het stuur van zijn bus aan Roberto Martínez toevertrouwde. Dat het palmares van de Catalaan zich beperkt tot één FA Cup met het bescheiden Wigan… Jammer, maar helaas. De waarde van ideeën weeg je niet af aan het aantal titels.

‘Als trainer heb je een keuze’, legde Roberto Martínez ooit uit in een interview met de Daily Mail. ‘Je kunt iemand zijn die bouwt op verdedigende kwaliteiten, of iemand voor wie alles rond de bal draait, iemand die op een aanvallend een wedstrijd wil controleren.’ Waar hij zichzelf situeert, is duidelijk. In die laatste categorie.

BALAGUER

De liefde voor de bal zit in de genen van de Spanjaard, ook al heeft die het essentiële deel van zijn carrière doorgebracht op de Britse Eilanden, waar hij inmiddels al langer woont dan in zijn vaderland. Opgroeien deed Roberto Martínez in Balaguer, Catalonië. Martínez: ‘Toen ik naar Engeland verhuisd was, vroeg men me: heb je het niet te koud? Ik antwoordde dan altijd dat het wel ging, zo erg was het allemaal niet. Wacht tot de winter, was dan een typische reactie. Alsof ik van een van de costa’s kwam. Dachten ze misschien dat het in Balaguer nooit koud was in de winter?’

Balaguer ligt op de weg naar de Pyreneeën, aan de voet van de bergketen waar in de winter wordt geskied. De liefde voor de bal krijgt hij via zijn vader, trainer bij de plaatselijke voetbalploeg. Martínez tegenover The City Talking in een van zijn talrijke interviews, want de man is een praatvaar: ‘Mijn vader gaf me de passie voor het voetbal. Balaguer is een klein stadje en iedereen verwacht van de zoon van de trainer dat die ook goed kan voetballen. Iedereen heeft het ook voortdurend tegen die zoon over voetbal. Maar ik was zeven of acht, hoe kon ik op dat moment een mening hebben over het spel van de ploeg het voorbije weekend?’

Die mening vormde hij evenwel snel. Samen pleegden ze te kijken naar de matchen, die ze allebei passioneel beleefden. En na afloop was er het vragenuurtje: pa, waarom stelde je die niet op? Dat is toch een goeie voetballer? Omdat die niet zo goed samenspeelt met de anderen, was dan het antwoord. Het deed Roberto op een andere manier naar voetbal kijken.

CRUIJFF

Daar, tijdens die Catalaanse jaren, groeide een ideologie die hij later als trainer zou hanteren. Daar waar hij, naast Balaguer, ook van dichtbij het Barça van Johan Cruijff kan bewonderen. Op Finch Farm, het trainingscomplex van Everton, hangt in de gang naar het bureau dat hij tot begin mei bemande, een portret van de Nederlander. Martínez, in een interview met de Daily Mail daarover: ‘Diens moed in het begin van de jaren negentig heeft me beïnvloed. Zo veel risico nemen met een verdediging met drie, en daarmee blijven doorgaan, ook al verloor hij wedstrijden. Dat is een richting die ik altijd ben gevolgd.’

Van dat Barcelonese Dream Team bewonderde Martínez de ‘controle over de wedstrijd, zelfs Europees of op verplaatsing, zonder een doelpunt te slikken, want ze verdedigden door in balbezit te blijven.’

Voor Barça zal hij als Catalaan evenwel zelf nooit voetballen. Wanneer hij zestien is, tekent Roberto Martínez voor Real Zaragoza. Twee uur rijden van huis, een andere wereld, op eigen benen leren staan. Hij wordt er direct prof en speelt bij de B-ploeg. Na zes jaar en slechts één wedstrijd voor het eerste elftal, een invalbeurt van een halfuur op de slotspeeldag van de competitie tegen Atlético Madrid, trekt hij na een ommetje via Balaguer, waar hij een voetbalschool runt om aan zijn militaire dienst te ontsnappen, naar Engeland. Naar Wigan, samen met twee ploegmaats. Jésus Seba en Isidro Diaz. The Three Amigos doopt men hen. Het Engels compleet onmachtig tekenen ze voor twee jaar.

Martínez daarover in een interview met El País: ‘Wat ik leuk vond, was de culturele schok die er moest komen om het voetbal te leren begrijpen dat exact het omgekeerde deed van wat ik aangeleerd had gekregen. Het was een bewuste keuze. Als je je thuis verlaat, verlaat je je familie, je comfortzone, je veiligheidsnet.’ Uitgerekend dat, zijn ervaring met die twee werelden, gaf uiteindelijk ook de doorslag bij de keuze van de verantwoordelijken van de KBVB, die vielen voor die mix van Engels en Spaans.

Mislukte het, zeiden de drie musketiers tegen elkaar, dan hadden ze op zijn minst Engels geleerd. Martínez: ‘We verstonden aanvankelijk niks. Tomorrow tracksuit, zei de trainer daags voor ons debuut. Ik dacht dat hij nog een beweging maakte alsof hij een das knoopte en zei tegen de twee anderen: ik denk dat we ons clubkostuum moeten aantrekken.’ ’s Anderendaags stonden ze daar als enigen in pak en das…

Hoog was het niveau niet, Wigan speelde toen in Division Three, de Engelse vierde klasse. Maar al in zijn eerste seizoen raakte hij als middenvelder in de ploeg van het jaar van zijn afdeling. Tot 2001 zal hij bij Wigan blijven. Daarna volgen wat omzwervingen, naar Schotland, waar zijn ploeg Motherwell in financieel woelwater zit en hij zijn vrouw ontmoet, later bij Walsall, Swansea City en Chester City. De twee anderen zijn dan allang terug naar het vaderland.

STIJL

In februari 2007 keerde Roberto Martínez terug naar Swansea City. Hij is dan 33 en wil eigenlijk player-manager zijn, maar omdat hij te laat bij de ploeg komt, kan een registratie als speler niet meer. Martínez daarover in El País: ‘Dat zag je in die periode in het Engelse voetbal wel meer, die combinatie. Nu bestaat dat niet meer. Het is ook niet meer te doen. Een Engelse manager moet alles controleren: rekening houden met de filosofie van het spel, met de wil van de fans, met projecten op korte, middellange en lange termijn, met de ontwikkeling van de jeugdopleiding, met het budget… In Spanje gaat dat anders. Daar is de trainer vaak alleen bezig met de resultaten, vaak beslist hij niet eens mee over wie wordt aangetrokken.’

Op zijn 33e neemt Martínez dus al plaats op de bank en vrijwel direct met een methodische visie op balbezit. Die ‘achtervolgt’ de Spaanse coach tijdens zijn verschillende mandaten in Groot-Brittannië, waar hij zichzelf ziet als ‘een pionier van het passenspel’. Eerst in Swansea, waar hij het passenspel van de ploeg optilt van ‘150 per match naar 650’. Het levert hem een titel in de League One op.

Zijn volgende taak krijgt hij bij Wigan, dat hem als speler zijn eerste kans gaf in Engeland. Bob, zoals de Engelsen hem inmiddels zijn gaan noemen, redt de Latics drie jaar op rij, vooraleer er een laatste paradoxaal seizoen te beleven. Eentje tussen vreugde, winst in de FA Cup, en verdriet, een degradatie. De winst in de beker (tegenover het Manchester City van Roberto Mancini, die nadien wordt ontslagen) legt hij als volgt uit: ‘Het is hét voorbeeld dat je in voetbal om het even welke droom kunt realiseren als je in een bepaalde stijl gelooft.’

Het Wigan van Martínez verrast met een gedurfde 3-4-3, die hem in staat stelt om een van zijn favoriete ideeën door te drukken: de creatie, in balbezit, van een numerieke superioriteit, zodat zijn voetballers, nochtans niet de grootste sterren, de kans krijgen om veel in balbezit te komen om zo de offensieve patronen uit te voeren. ‘Wij hebben ons voetbal aangepast aan controle en balbezit’, legt Martínez uit. ‘Om dat te doen kun je geen streng tactisch systeem hanteren. Je moet een zekere flexibiliteit in je ploeg hebben, zodat je de spelers kunt helpen om al hun technische kwaliteiten te exploiteren.’

De volgende etappe is Everton, waar hij David Moyes opvolgt wanneer die naar Manchester United vertrekt. Martínez verandert er opnieuw het voetbal van de ploeg en hijst het naar een hoger niveau van uitvoering. Een klassement interesseert hem niet, het zijn de cijfers die getuigen dat het veranderen van de filosofie door de Spanjaard in Goodison Park lukte. In twee jaar gaat het wedstrijdgemiddelde aan passes bij Everton van 425 naar 495. In zijn eerste jaar bereikt Everton de hoogste eindstand ooit in de Premier League. Maar nipt mist het de Champions League, met een puntentotaal dat andere jaren ruim voldoende was geweest.

Er is, helaas, ook een andere kant. Ook het aantal schoten op doel tegen verhoogt: van 11,9 naar 13,2 gemiddeld per wedstrijd. De omschakeling is dus niet zonder gevaar voor eigen lijf. Gaandeweg lijkt de verdediging van Everton onder Martínez ook steeds brozer te worden, zodat de Spanjaard vaak vragen krijgt over zijn obsessie voor het balbezit, dat eerder meer doelpunten lijkt te kosten dan dat het er opbrengt.

‘Wij zullen nooit onze manier om het voetbal te begrijpen, of onze stijl, veranderen’, reageerde de trainer daar dan op. ‘Je wint geen wedstrijden door je stijl te veranderen, maar wel door goed te zijn in wat je doet. Veranderen zorgt slechts voor twijfels.’

ONTSLAG

De fans zien het evenwel met lede ogen gebeuren. In het degradatiejaar van Wigan weigerde Martínez al naar de stand te kijken, en dat kwam de club uiteindelijk duur te staan. En bij Everton gebeurde het ook. Protest vanuit de tribunes hielp voor geen meter. De Spanjaard bleef rustig, of noem het koppig. Hij wist zich, net als bij Wigan, gesteund door de eigenaar van de club, Bill Kenwright, die een schijnbaar oneindig vertrouwen in hem had. Maar ook op dat vlak veranderde het Engelse voetbal. ‘De Europese invloed’, zei Martínez daarover in El País, in april, toen het warm begon te worden. ‘Sky Sports informeert mensen nagenoeg 24 uur op 24 over wat er in de clubs gebeurt. Mensen zien ook hoe het er elders aan toegaat. Bovendien zijn er buitenlandse eigenaars die direct succes beogen en geen tijd hebben om een filosofie te ontwikkelen.’

Voorspellende woorden, want het is Farhat Moshir, de Iraanse nieuwe eigenaar van Everton, aan wie Kenwright, getroffen door kanker, zijn aandelen verkoopt, die Martínez op één speeldag van het einde aan de deur zet. De Spanjaard is op dat moment na Arsène Wenger de trainer met de langste opeenvolgende staat van dienst in de Premier League: 265 opeenvolgende wedstrijden. Een loyale trainer ook, niet alleen aan zijn ideeën. Diverse keren kan hij bij zijn clubs voortijdig weg, naar Celtic, naar Manchester United waar Alex Ferguson hem op een gegeven moment als assistent-trainer wil, naar Liverpool… maar telkens zegt hij neen. ‘Ze hebben me geleerd in menselijke relaties te geloven. De voorzitter van Wigan zei ooit: ‘Als je zakt, mag je blijven. En zak je nog een reeks, je mag nog blijven.’ Hoe kan ik mensen die zo’n vertrouwen in mij hebben ooit teleurstellen.’

De ene looft die trouw, zijn tegenstanders noemen dat koppig. Het Everton van Roberto Martínez veranderde nooit echt, ook al volgden niet altijd de resultaten. Vorig seizoen waren John Stones en Phil Jagielka actief in de opbouw. Zij namen deel aan de actie in een ploeg die altijd zeer hoog op het veld stond, om oplossingen te bieden in de passing. Veilige passes moesten dat worden. In principe bestaat zijn achterlijn uit vier spelers, maar dat wordt vaak een verdediging met drie als Gareth Barry, Spaanse denker in het Engelse voetbal van de ploeg, zich laat zakken tussen de achterste twee. De twee flankverdedigers, Seamus Coleman en Leighton Baines, gaan dan vervolgens zeer hoog staan om het blok van de tegenstander uit elkaar te rukken.

RODE DUIVELS

Dit is een schema dat nood heeft aan een creatief brein voor de verdediging. Iets wat de Rode Duivels onder Marc Wilmots nooit hadden. De bedoeling is om de buitenspelers te isoleren, zodat ze in een rechtstreeks duel tegen hun tegenstander kunnen komen. Het balbezit moet dan ook uiterst nauwkeurig zijn. Individueel talent wordt op die manier iets waarop je kunt terugvallen als het moet, daar waar het voor eerder conservatieve trainers een systeem is. Martínez: ‘Ik wil dat mijn ploeg opbouwt, zodat ik niet moet rekenen op individueel talent om een tegenstander uit verband te spelen.’

België, waarbij elke speler in het begin van de wedstrijd een groot gebrek aan houvast had en het elke wedstrijd onzeker uitkijken was naar wie op dat moment in vorm zou zijn en het verschil kon maken, had een coach nodig met extreme ideeën. Dat was duidelijk de gedachte achter deze casting, als je weet dat er ook nagedacht is over Louis van Gaal (zijn Manchester United ging ook van gemiddeld 505 naar 561 passes in zijn eerste seizoen) of Rudi Garcia (diens AS Roma sprong in zijn eerste seizoen van 470 naar 550 passes per wedstrijd). Net als bij hen valt er bij Roberto Martínez niet te onderhandelen over de manier waarop. Zelfs al kostte het hem uiteindelijk zijn job aan de boorden van de Mersey. ‘Ik vind dat het voetbal gespeeld moet worden op een specifieke manier: door risico’s te nemen, door de bal te hebben en door te steunen op spelers die de kwaliteiten hebben om te scoren, eerder dan je eieren te leggen in het mandje van de stilstaande fases en de clean sheets’, legt de Spanjaard uit. ‘Jammer genoeg zijn er te veel managers die hun doelen bereiken met een ander type voetbal. Maar u mag door de geschiedenis heen die ploegen analyseren. Dat soort teams zijn niet meer dan parasieten.’

Opvallend wel deze statistiek: deze liefhebber van voetbal in balbezit is er nog nooit in geslaagd om een seizoen in de Premier League af te sluiten met gemiddeld meer dan 54,4 procent balbezit, een cijfer dat hij bereikte in zijn eerste jaar in Goodison Park. Wat zijn extremisme in zijn uitspraken eigenlijk wat nuanceert. Tenzij dit soort cijfers ook afhangt van de specificiteit van het Britse voetbal. Martínez daarover in een interview met So Foot: ‘Ik ben naar Engeland gekomen met het idee dat je meer kansen kunt afdwingen als je meer balbezit hebt. Hier denkt men evenwel: hoe meer ballen je in het strafschopgebied dropt, hoe meer kansen je krijgt om te scoren. Het Britse voetbal inspireert zich meer op rugby: mensen zijn voortdurend gehaast, je moet altijd dynamisch zijn.’

In een interview met El País diepte Martínez op dat vlak nog een leuke anekdote op. De krant vroeg hem naar zijn eerste herinneringen aan Engeland. Martínez: ‘Voor mijn debuut kwam de trainer naar mij toe. Als we vanuit het centrum de bal aan jou geven, stuur je direct een lange bal naar het hoofd van de rechtsbuiten, oké? Ik vroeg nog wat meer uitleg, naar het waarom, het idee erachter, en hij verduidelijkte: je mag de bal gerust buiten trappen. Dan beginnen we de opbouw opnieuw, maar een beetje verder in hun kamp. Ik wist niet wat ik hoorde. Alsof we rugby speelden.’

Wie een ovalen bal in de hand heeft, denkt inderdaad niet direct aan tikitaka…

DOOR GUILLAUME GAUTIER EN PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Je wint geen wedstrijden door je stijl te veranderen, maar wel door goed te zijn in wat je doet. Veranderen zorgt slechts voor twijfels.’ ROBERTO MARTÍNEZ

‘Ik vind dat voetbal gespeeld moet worden op een specifieke manier: door risico’s te nemen, door de bal te hebben.’ ROBERTO MARTÍNEZ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content