In youth coaches we trust

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

De kwalificatie voor play-off 1 heeft Anderlecht deels te danken aan zijn jeugdspelers. Maar wie zijn de mensen die achter de schermen die toptalenten klaarstomen? En hoe slagen ze er elk jaar in om kant-en-klare producten af te leveren voor de Jupiler Pro League?

In Neerpede kijken de inwoners al lang niet meer op van de stoet auto’s die bijna dagelijks langs hun voordeur rijden om hun kroost op de twee verschillende trainingssites van Anderlecht af te zetten. In het laatste stukje landelijk gebied in het Brussels Gewest, waar tuinbouw, waardevol ecologisch gebied, boomgaarden en akkers in elkaar verweven zijn, keert de rust pas terug wanneer de productielijn in de talentenfabriek van Anderlecht stilligt. Overdag is er geen rookpluim te zien en toch draait Neerpede al bijna twee decennia op volle toeren. De laatste jaren rollen er om de zoveel maanden enkele afgewerkte en onafgewerkte producten van de band die bedoeld zijn voor de binnenlandse markt en voor export naar Engeland, Frankrijk, Italië, Duitsland en Spanje. Via enkele tussenstations duikt er nu en dan een exemplaar met het label made in Neerpede op in groeimarkten als Slovakije.

Ik voel het als een persoonlijke mislukking als ik jongens niet aan een middelbaar diploma heb kunnen helpen.’ Jan Verlinden

Volgens het Zwitserse onderzoeksbureau International Centre for Sports Studies voetballen er in de 31 belangrijkste Europese competities 42 spelers die van hun 15e tot hun 21e minstens drie jaar hun opleiding kregen bij Anderlecht. Twaalf onder hen zijn nu actief in een competitie uit de zogenaamde ‘Big Five’. Sinds het seizoen 2017/18 zijn er gemiddeld vier jongens doorgebroken in de A-kern. Vijftien procent wordt profvoetballer – in vergelijking met andere Europese clubs is dat een gigantisch aantal. Maar wat met de overige 85 procent? ‘Stoppen met school op je zestiende stoppen is eigenlijk geen optie bij Anderlecht. Daar doen wij niet aan mee. We proberen een oplossing op maat te zoeken naargelang hun academische mogelijkheden en interesses’, zegt Jan Verlinden, lid van de pedagogische cel en trajectbegeleider voor jongens die in de laatste fase zitten van het opleiding.

Verlinden moet de jongens confronteren met de harde realiteit. Vraag in een volle zaal met tweehonderd spelers van Anderlecht hoeveel er zullen slagen en iedereen zal zijn hand opsteken. In werkelijkheid zullen er maar twintig tot dertig van hen profvoetballer worden, maar ze denken allemaal dat ze bij die vijftien procent zullen horen. Met het Purple Talents-project willen de Brusselaars zich onderscheiden van de andere clubs en hun spelers ook voorbereiden op de gewone arbeidsmarkt. Negentig procent van de jongens die meespringen in het Purple Talents-project haalt een diploma middelbaar onderwijs en de club spoort de meest gemotiveerde leerlingen aan om hogere studies aan te vatten. Er is het voorbeeld van Bjorn Schoukens, die het tot de U21 van Anderlecht schopte maar tekortkwam voor eerste klasse. De verdediger speelt nu bij Wolvertem-Merchtem in derde klasse amateurs en heeft intussen een bachelor in de ingenieurswetenschappen en een master als burgerlijk ingenieur op zak. Aan dat soort succesverhalen wil Anderlecht mee schrijven. ‘Ik voel het als een persoonlijke mislukking als ik jongens niet aan een middelbaar diploma heb kunnen helpen’, aldus Verlinden. ‘Maar je kan niemand helpen die niet geholpen wil worden…’

GECONTROLEERDE AUTONOMIE

Jaren geleden waren Romelu Lukaku en Youri Tielemans twee van de weinige jeugdspelers van Anderlecht die via het Purple Talents-project overdag extra trainingen kregen en een voltijdse schoolopleiding volgden op een van de partnerscholen van de club. Vandaag telt Anderlecht een tachtigtal elitespelers die dezelfde route volgen als de twee Rode Duivels en supervisie krijgen van Verlinden. De oud-speler van KV Mechelen en Twente bekleedt een sleutelpositie binnen de pedagogische cel en is tegelijk een volwaardig lid van de sportieve staf van de U21. Hij is de man die in de privésfeer van de jeugdspelers kruipt en de eerste hulplijn is van alle Purple Talents. ‘Mijn collega’s en ik weten welke lessen een speler moet volgen, wie ziek is, wanneer een speler op training wordt verwacht en zelfs wie zijn huiswerk niet heeft gemaakt. Wij moeten voor onze gasten het evenwicht vinden in de driehoek voetbal, familie en school. Ze komen terecht in een kleedkamer met volwassenen en daar gaat het vaak over andere zaken dan voetbal. Denk maar aan geld en vrouwen. Ik zal niet zeggen dat ik hun vriendinnen keur, maar ik ben er wel van op de hoogte.’

Terwijl Verlinden de mentale en fysieke gesteldheid van de toptalenten monitort, moet Academy Manager Frédéric Delooz waken over het DNA van Anderlecht. Van Delooz wordt verwacht dat hij de totaalvisie omzet naar concreet lesmateriaal en die dan vervolgens toevoegt aan de digitale bibliotheek die het geheel aan didactisch materiaal omvat. In zekere zin is hij de hoeder van het gedachtegoed van paars-wit. Van zijn eerste stappen bij Anderlecht tot aan de poort van het eerste elftal wordt een speler ondergedompeld in die filosofie.

Bij Anderlecht beseffen ze dat ze geen spelers opleiden voor morgen, maar jongens en meisjes klaarstomen die binnen vijf of tien jaar moeten doorbreken. ‘In de mate van het mogelijke moeten wij visionairs zijn, want we moeten op een bepaalde manier proberen te voorspellen hoe het voetbal van morgen eruit zal zien’, klinkt het bij Delooz, die verantwoordelijk is voor alle jeugdteams tot en met de U13. ‘Gecontroleerde autonomie van onze trainers is een van de uitgangspunten van ons beleid. Lone wolves hebben hun plaats niet op Neerpede. Een coach moet maximale vrijheid krijgen om zijn trainingen uit te stippelen, zaken af te meten, wedstrijden te analyseren, zijn rapporten op te stellen en zijn data te stockeren. Maar wij kunnen op elk moment die autonomie controleren. Het is een manier om na te gaan of wat er op het veld gebeurt overeenstemt met wat wij willen.’

HOOGBEGAAFDE VOETBALLERS

Om binnen de Anderlechtfilosofie jongeren op te leiden met een toegevoegde waarde is het absoluut noodzakelijk om daar bepaalde spelmodellen aan te koppelen. Attractief, dominant en offensief voetbal is de norm. En die spelprincipes worden er van bij de U8 in gedrild via zes kernwoorden: catch, keep, progress, create, finish en win. Al is die laatste variabele ondergeschikt aan al de rest, want het einddoel is nog altijd de doorstroming verzekeren naar de A-ploeg. Roel Clement, trainer van de U16 en sportief verantwoordelijke bij Purple Talents, heeft naar eigen zeggen nog nooit de druk gevoeld om kampioen te spelen met een van zijn teams. ‘Stel dat ik een groep heb waarin een aantal jongens er bovenuit steken. Op dat moment zal ik het belangrijker vinden om die jongens door te duwen naar de U18 of U21 om hun ontwikkeling te versnellen, dan hen bij mij te houden om de titel te winnen. Het is leuk om een kampioenschap te winnen, maar drie weken later spreekt niemand daar nog over.’

Op Neerpede maken ze zich geen zorgen, want de instroom van jonge en kwaliteitsvolle Brusselaars blijft indrukwekkend.
Op Neerpede maken ze zich geen zorgen, want de instroom van jonge en kwaliteitsvolle Brusselaars blijft indrukwekkend.© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Clement is aan zijn elfde seizoen bezig op Anderlecht en hij is van de mannen die in de coulissen van Neerpede de jongens moet warmdraaien voor het eerste elftal. Zijn rol is cruciaal aangezien hij voetballers onder handen neemt die stilaan een vaste positie krijgen toebedeeld en voor het eerst een profcontract mogen tekenen. Binnen de jeugdwerking van Anderlecht zijn er wellicht gemakkelijkere jobs te vinden dan een groep hyperactieve pubers in bedwang te houden die weten dat ze goed tegen een bal kunnen trappen en die opgejut worden door hun makelaar. Wie uiteindelijk de stap zal zetten naar het profvoetbal is nog niet duidelijk bij de U16. Maar Clement laat zijn spelers niet in de waan dat ze allemaal toekomstige cracks van Anderlecht zijn. Hoe hoger de speler opklimt, hoe smaller de piramide wordt. ‘Als ik de vergelijking maak met mijn vorige club, dan heb ik de indruk dat er aan de basis beter gekozen wordt’, aldus Clement. ‘Club Brugge, Genk, Gent en Standard komen ook in Brussel scouten en het kan al eens gebeuren dat we naast een toptalent grijpen – je kan er niet iedereen uitpikken – maar de instroom van jonge en kwaliteitsvolle Brusselaars is zo indrukwekkend dat ik mij geen zorgen maak. Ik merk ook dat het percentage afvallers klein is tijdens de opleiding en dat er bijgevolg weinig nieuwe jongens bijkomen. Bij andere clubs worden er op een kern van vijftien spelers soms tien jongens weggestuurd om plaats te maken voor twaalf nieuwkomers.’

Mede door covid-19 zullen er dit seizoen bij Anderlecht maximaal tien inkomende transfers gerealiseerd worden gespreid over alle jeugdcategorieën. En dat betekent dat de uitstroom van spelers tot het strikte minimum beperkt zal worden. De beleidsbepalers kwamen namelijk tot de conclusie dat het niet fair zou zijn om spelers te beoordelen of veroordelen op basis van een seizoen waarin slechts een handvol wedstrijden werden afgewerkt. De beslissing om de spelerskernen bij elkaar te houden, werd ook genomen omdat ze bij Anderlecht het gevoel hebben dat ze de laatste vijftien jaar nog nooit over zoveel talent hebben kunnen beschikken als nu. Volgens een ruwe schatting zouden er per lichting vijf hoogbegaafde voetballers rondlopen. In een bepaalde ploeg loopt dat aantal zelfs op tot zeven. ‘Wij kunnen niets garanderen, maar wij geloven dat er jongens tussen zitten met het potentieel om de nieuwe Tielemans of Lukaku te worden’, bevestigt Delooz.

BRUSSELS UITSTALRAAM

In tegenstelling tot vroeger heeft Anderlecht niet meer de intentie om buitenlandse high potentials naar Brussel over te brengen. Occasioneel zal er nog een Chancel Mbemba en een Kristian Arnstad gehaald worden – daar zijn de scouts van Peter Verbeke obsessief mee bezig – maar Anderlecht wil vooral de vrijwel onuitputtelijke bron aan talenten uit de Brusselse metropool blootleggen. Midden in zijn existentiële crisis is Anderlecht gaan beseffen wat zijn kracht is en dat is zijn geografische ligging in een metropool met ruim een miljoen inwoners. ‘Wij hebben twintig jeugdscouts, een club als Ajax heeft er tweehonderd. Maar het is zaak om die scouts zo efficiënt mogelijk in te zetten’, aldus Kevin Vermeulen, die in zijn rol als Youth Project Manager van Anderlecht, een helikopterview moet hebben over de scouting, de logistieke en pedagogische cel, de teambegeleiding en de internationale vermarkting van de jeugdopleiding.

Het scoutingsmodel van de Brusselaars is gebaseerd op het opleidingsmodel waarin techniek in de ruime zin van het woord doorslaggevend is. En daardoor levert RSCA producten die eerder het silhouet hebben van een langeafstandloper dan van een sprinter. Killian Sardella, Marco Kana, Anouar Ait El Hadj, Albert Sambi Lokonga en Francis Amuzu zijn op fysiek vlak topatleten, maar ze beantwoorden wel aan het cliché dat RSCA vooral op techniek selecteert. Voor elke Sebastiaan Bornauw zijn er twee spelers op Neerpede met het lichaam van een Ait El Hadj of een Rayane Bounida. Maar Vermeulen wil niet vervallen in een selectieprocedure waar enkel de grote en sterke jongens in aanmerking komen voor een transfer. ‘Wij zullen niet proberen uit te zoeken hoe groot hun ouders zijn. Wij hadden vroeger een Roland Juhász en een Hannu Tihinen die er vijf of zes per seizoen binnen kopten op stilstaande fases. Als we zo iemand kunnen halen uit de eigen opleiding, is dat des te beter. Maar ik wil geen percentage van onze kostbare tijd gebruiken om alle spelers op jonge leeftijd om te bouwen tot fysieke monsters. Dat is iets voor de postformatie. Bij de eerste ploeg is het een sprint van 400 meter, wij met de jeugdopleiding lopen een marathon. Wij werken op de lange termijn.’

Met Leander Dendoncker leverde Anderlecht het bewijs dat de scouts niet met oogkleppen rondlopen en dat onopvallende spelers ook tot de top kunnen doorstoten. De West-Vlaming kwam op zijn 13e vanuit het rurale Passendale geruisloos binnen op Anderlecht. Hij was in zijn leven een keer in Brussel geweest met zijn school en zijn Franse woordenschat was beperkt tot oui, non en bonjour. Van een homogeen blanke voetbalkleedkamer in Roeselare kwam hij terecht in een club met tachtig verschillende nationaliteiten waar jongens vertoeven die het thuis niet breed hebben. De stap naar Brussel en Anderlecht was op sportief en extrasportief vlak een verrijking voor Dendoncker.

Maar voor elke Dendoncker die stapsgewijs de jeugdopleiding doorloopt, is er een Charly Musonda Junior die vroegtijdig de stal verlaat en struikelt voor hij de internationale scène kan bereiken. Na het vertrek van Adnan Januzaj en recent nog Roméo Lavia (naar Manchester City) moest Anderlecht even bekomen van de klap, maar telkens kroop het weer recht. Kevin Vermeulen: ‘In mijn beginjaren bij Anderlecht was ik enkele dagen doodziek wanneer we een zogenaamde topspeler kwijtspeelden. Nu ben ik daar veel rustiger in. De laatste vijftien jaar hebben uitgewezen dat de kans op succes groter is als je het paars-witte pad kiest. Naast Januzaj moet ik hard nadenken over andere spelers die geslaagd zijn nadat ze tijdens hun scholing bij ons zijn vertrokken. Het relaas van Musonda is schrijnend… Als we vandaag zo’n gast verliezen, zal ik hem succes wensen. En ik zal zijn eerste supporter blijven. Maar die verhalen sterken mij in mijn overtuiging dat Anderlecht terecht in de Europese top tien staat wat betreft de opleiding van jeugdspelers. Anders zouden die Europese ploegen uit grote landen niet bij ons komen shoppen.’

Volgens Youth Project Manager Kevin Vermeulen staat Anderlecht terecht in de Europese top tien wat betreft de opleiding van jeugdspelers.
Volgens Youth Project Manager Kevin Vermeulen staat Anderlecht terecht in de Europese top tien wat betreft de opleiding van jeugdspelers.© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Internationalisering van de jeugdopleiding ligt tijdelijk stil

Een paar weken nadat Michael Verschueren naar voren werd geschoven als nieuwe sportief directeur mocht hij tijdens een druk bijgewoonde persconferentie zijn ambitieuze strategie voor Anderlecht toelichten. Een van de pijlers van het nieuwe Anderlecht was het vermarkten van de RSCA Academy in het buitenland en daarvoor waren er al contacten gelegd in de Verenigde Staten en China. ‘We beschouwen de globalisering van het voetbal als een opportuniteit voor Anderlecht’, was een van de argumenten van Verschueren junior tijdens zijn officiële voorstelling op 28 november 2018.

Anderlecht begon met steile ambities aan zijn internationale missie, maar het slaagde er enkel in om een deal te sluiten met de Litouwse voetbalbond. Het komt erop neer dat Anderlecht als consultant optreedt en de zeventien beste jeugdopleidingen in Litouwen, die onder de koepel van de federatie opereren, leert hoe ze hun werkmethode moeten structureren. ‘De samenwerking met Litouwen was voor ons een pilot waar we veel uit geleerd hebben’, aldus Kevin Vermeulen, Youth Project Manager bij Anderlecht. ‘Die mensen verwachtten content van ons en dat heeft ons verplicht om de informatie die verspreid was over verschillende powerpointdocumenten te consolideren in een digitaal gamemodel.’

Lietuvos futbolo federacija (LFF) is voorlopig de enige klant van Anderlecht. Mede door corona en de vele wissels binnen het management ligt het project rond de internationalisering van de jeugdopleiding nagenoeg stil, maar er wordt nog geen streep onder getrokken. Vermeulen: ‘Links en rechts merk ik dat Anderlecht nog altijd veel interesse opwekt in het buitenland. In normale omstandigheden, dus voor de uitbraak van covid-19, kregen wij wekelijks aanvragen binnen uit Qatar, Saudi-Arabië, China, Afghanistan en noem maar op om eens bij ons te komen kijken hoe de jeugdopleiding draait. Dat was echt crazy. Vanuit dat gegeven groeide trouwens het idee om onze knowhow te gaan vermarkten. Nu staan we op een kruispunt: moeten we dit verder pushen en daar een volledig businessdevelopmentmodel aan ophangen? Want je moet hiervoor wel de juiste mensen sturen. En we willen niet in een spagaat komen waarbij we onze beste trainers honderd dagen op een jaar kwijt zijn en de interne werking daardoor achteruitgaat.’

Naast het genereren van financiële middelen die opnieuw geïnvesteerd worden in de opleiding, is het bij Anderlecht vooral een kwestie van de opgebouwde kennis te verspreiden. In België wil de recordkampioen zijn intellectuele eigendomsrechten delen met twee soorten niet-concurrentiële partijen: de interprovinciale partnerclubs (Beersel-Drogenbos, Berchem Sport, KFC Turnhout, Heur-Tongeren, Eendracht Mazenzele Opwijk, KSV Oudenaarde, Tempo Overijse, Racing Mechelen) en de lokale Brusselse partners. Maar Vermeulen verwacht niet dat deze partnerclubs de oefenstof zomaar copy-pasten. ‘Zij kunnen niet de oefeningen geven die wij op Neerpede aan onze spelers aanleren. Wij hebben gasten van acht jaar die 800 keer jongleren… Dankzij de kennis die trainers van onze partners bij ons opdoen, kunnen zij hun eigen jeugdwerking versterken, en daar draait het uiteindelijk om.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content