De bolwassing in Finland wijt bondscoach Robert Waseige nog steeds aan een verslapte concentratie van zijn spelers. Volgende woensdag, tegen Schotland, moet het anders.

Het blik superlatieven om het belang van België-Schotland in de verf te zetten, zal dezer dagen gulzig worden opengetrokken. Een mens wordt er soms duizelig van, maar het neemt niet weg dat – cliché – de Rode Duivels móéten winnen, om daarna met een gelijkspel in Kroatië de kwalificatie voor het WK 2002 in Japan en Zuid-Korea op zak te steken. Als het waar is dat een mislukte generale repetitie de voorbode is van een geslaagde opvoering, ziet het er goed uit voor bondscoach Robert Waseige.

Heeft u al een verklaring voor de zware nederlaag tegen Finland ?

Robert Waseige : In de eerste plaats lag de fout bij mij. Ik ging er immers vanuit dat een professionele voorbereiding garant zou staan voor een competitief elftal. Dat bleek achteraf beschouwd een misvatting. Vooral wat de agressiviteit en de spelintensiteit betreft. Wij zijn de wedstrijd begonnen in eerste versnelling, terwijl de Finnen onmiddellijk voluit op het gaspedaal trapten. Door ons gebrek aan inzet werd het middenveld overspoeld : zowel qua snelheid van uitvoering als qua strijdkracht.

Ik had gehoopt dat mijn vierkoppig middenveld wel een antwoord zou vinden. In een 4-4-2 zijn de middenvelders verplicht veel ballen te recupereren. We weten dat een speler als Vanderhaeghe veertig procent van dat werk opknapt. Johan Walem neemt een deel van de schuld op zich, net als de twee buitenspelers die te veel op hun flank bleven. Vanderhaeghe en Walem treffen een deel van de blaam, maar we moeten geen martelaren van hen maken. Ze hebben niet gereageerd zoals ik verlangde. In plaats van te lopen balen en te mekkeren op de scheidsrechter, had ik een positieve reactie op het veld verwacht. Onze centrale as werd dikwijls weggespeeld omdat ze te ver naar voren stonden.

Hebt u de druk op de ploeg nu verhoogd ?

Het is niet mijn bedoeling om op psychologisch vlak voor elke wedstrijd het grof geschut boven te halen. Anders riskeer je het effect ervan te verminderen. Ik merk wel een verslapping van de concentratie. België was niet in staat de zaken in handen te nemen tegen Finland. In die context is deze oefenpartij leerrijk geweest, om ons daar bewust van te maken.

Ik was niet ontgoocheld maar bezorgd over de reacties van een deel van de groep. Bij sommige spelers merkte ik een zekere laksheid en voldoening. Ik wil niet veralgemenen, maar ik zie dat een selectie voor sommigen geen stimulans meer is. Persoonlijk vond ik Walem geen flop in Helsinki. Sorry, hé, maar als een of andere journalist hem al een nul geeft nog voor de wedstrijd is begonnen, dan begrijp ik dat niet. Wel verwacht ik van hem een grotere collectieve ingesteldheid. Hij komt de bal graag diep halen om van daaruit op te bouwen. Walem moet meer op de helft van de tegenstander durven spelen, dan draagt hij ook meer bij tot het collectief. Johan beschikt over voldoende capaciteiten om er te geraken.

Via Standard ?

Zijn terugkeer naar België is een goede zaak. Net als die van Gilles De Bilde. Ook Nico Van Kerckhoven doet weer mee. Ik weet wel dat hij zich beter voelt op de linkerflank, maar ik mag toch nog experimenteren, zeker ? Het is een polyvalente speler en ik vond hem positioneel goed bezig, ondanks de penaltyfout. In de eerste helft probeerde ik het duo Van Meir-Van Kerckhoven uit, in de tweede helft Van Meir- De Boeck. Bij het laatste alternatief voelde ik me niet echt zeker, omdat het over een doublure gaat. Niettemin moet ik zeggen dat ze het in de tweede helft behoorlijk gedaan hebben. Glen De Boeck is me in positieve zin opgevallen, vooral inzake wedstrijdbeleving. Hij heeft zeker punten gescoord. Toch blijft Joos Valgaeren optie nummer één. Hij is snel en kan een man uit de wedstrijd houden. Van Meir zorgt voor de lange ballen en het uitvoetballen – ik begrijp trouwens niet waarom bepaalde journalisten iets tegen hem hebben.

Hoe bedoelt u ?

Ik weet wat hij aan de nationale ploeg toevoegt en dat telt. Eric Van Meir kent zijn kwaliteiten en zijn gebreken. De pers laakt zijn gebrek aan snelheid, maar de balans is positief. Hij compenseert dat mankement met positiespel, traptechniek, kopbalsterkte, mentaliteit en een goede lange pass. Ik kan misschien een snellere verdediger opstellen, maar die kan mij al die troeven van Van Meir niet brengen. Glen De Boeck is een goede doublure.

Was Marc Wilmots wel voldoende fit voor de oefenpartij in Helsinki ?

Marc Wilmots is inderdaad de uitzondering in de nationale ploeg. Voor hem wil ik mijn regels en wetten wel eens laten varen. Hij staat symbool voor wat ik van een international verlang : karakterieel, tactisch, voetbaltechnisch. Je hoort me niet zeggen dat het Marc en dan de rest is, maar Marc is toch de hoeksteen van deze ploeg. Als iemand daar problemen mee heeft, moet hij het durven zeggen. Ik heb mijn principes, al wil dat niet zeggen dat ik die altijd blindelings volg. Het was de bedoeling Marc wat wedstrijdritme te laten opdoen tegen Finland, dat heb ik vooraf ook gezegd. Blijkbaar wilde niemand dat horen. Dachten sommigen soms een op en top fitte Wilmots te zien ? Onmogelijk. Hij verkoopt geen onzin en gaat recht op zijn doel af. Anderen zouden beter twee keer nadenken voor ze iets verklaren in de pers. Als je merkt met wat een gedrevenheid hij terugvocht na die operatie, kan je daar alleen bewondering voor hebben.

Tegen Finland was de prestatie ondermaats. Georges Leekens had er schik in, maar zei ook dat de nederlaag misschien wel de sleutel is tot succes tegen Schotland.

Wij zijn niet sterk genoeg om met panache te winnen. Efficiëntie staat voorop. De rest is de slagroom op de taart. Je moet hard werken. In Helsinki kreeg Emile Mpenza te weinig steun van het middenveld. In dat opzicht is deze reis nuttig geweest. Daar heeft Georges Leekens gelijk in. Hij is een goede coach en schatte de oefenwedstrijd juist in : we zijn in een beginperiode van het seizoen. Als iedereen de juiste conclusies trekt, dan kan dat voor een positief effect zorgen. Schotland wordt onze eerste wedstrijd van de eeuw. Maar meteen daarop volgt de tweede : Kroatië-België. Daar kan alles beslist worden, begin oktober. Maar nu moeten we alleen aan Schotland denken. Als je te veel met een andere confrontatie bezig bent, werkt dat deconcentrerend.

Wat voor een Schotland verwacht u ?

Je kan niet ontkennen dat de Schotten zeer ontspannen spelen op verplaatsing. Ze komen dan beter tot hun recht, omdat ze het spel niet moeten maken. Daarenboven reizen er telkens zo’n tienduizend supporters mee met de ploeg. Het zijn onvoorwaardelijke fans, die hun team altijd en overal steunen. Het wordt dus een lastige wedstrijd, maar daar ging ik ook vanuit. Met de wedstrijd Schotland-Kroatië op 1 september hou ik geen rekening. Er is slechts één weg naar Azië en dat is : thuis winnen van Schotland en gelijkspelen in Kroatië. Al kan het zijn dat de Schotten zich meer richten op het treffen tegen ons dan thuis tegen Kroatië. Want daar moeten ze het spel zelf maken. Wijzelf moeten een tegenovergestelde prestatie als tegen Finland neerzetten.

Verandert u het geweer van schouder ?

Ik zal zeker niet met de bezem door de selectie gaan. De kentering moet in de hoofden van de spelers plaatsvinden. Trouwens, ik ga hier toch niet mijn tactiek uit de doeken doen ? Ik werk met het kruim van de Belgische voetballers, de sleutel ligt in onze handen. We hebben maar één doel : ons voor een zesde opeenvolgende keer plaatsen voor een WK voetbal. Het potentieel is aanwezig. Schotland doet me niet vrezen voor een scenario als tegen Turkije. Dat was het Euro 2000, dat ligt achter ons.

Twee jaar, de tijd staat niet stil.

Klopt. Het is nu twee jaar dat ik met de elite van het vaderlandse voetbal werk en ik ben nog steeds verrast door de goede sfeer die ik aantref als we verzamelen. De intensiteit op een wedstrijddag ligt bij het nationale elftal veel hoger dan in clubverband. De Rode Duivels hebben tien miljoen supporters die allen fier willen zijn op hun land. Ik had nooit durven dromen zoveel plezier en genoegdoening te beleven aan deze functie. Tot nog toe is onze afwezigheid in de tweede ronde van het EK de enige ontgoocheling. Daarnaast kenden we vier of vijf slechte helften op twintig wedstrijden. Dat valt dus mee. Ik maak geen onderscheid tussen de wedstrijden zelf, ook een banale wedstrijd kan genoegdoening scheppen. Ik hanteer niet dezelfde criteria als de publieke opinie. Wat een speler die misschien weinig aandacht krijgt, bijdraagt aan het collectief, is voor mij ook belangrijk.

Was Nederland-België tot nog toe uw hoogtepunt als bondscoach ?

Nederland-België blijft een droom. De sfeer binnen de groep is nog altijd dezelfde. Het publiek en de nationale ploeg hebben een optimale relatie. Daar ben ik zeer dankbaar voor, maar ik besef dat alles afhangt van de resultaten. In Rotterdam leek alles surrealistisch : de score, het verloop, de ambiance… Daar hebben we in negentig minuten het respect van de Nederlanders gewonnen. Schotland was anders ook niet slecht, met de reactie van de ploeg, de gelijkmaker van Daniel Van Buyten. Ik blijf erbij dat alle Rode Duivels goede spelers zijn, maar op internationaal niveau blijven we een middelmatige ploeg. Als we solidair zijn kan deze groep boven zich uitgroeien. Dan kunnen we van kwalitatief betere teams winnen. Maar daarvoor moeten we altijd honderd procent geven.

Niet altijd evident.

Dat geeft inderdaad te denken. Spelers moeten volledig vrij zijn van zorgen, al het materiaal moet in orde zijn. Op dat niveau is het zaak van je te isoleren van externe ongemakken. Het Belgische voetbal moet oppassen : zonder resultaten is er geen toekomst. Daarvoor hebben we een dosis realisme nodig. Na de eerste speeldag maakte ik me zorgen. Het regende doelpunten : 5-1, 8-2… Ik vrees dat we dezelfde weg opgaan als Nederland enkele jaren geleden. Daar was het ook elk weekeinde opendeurdag. Realisme hoeft daarom niet synoniem te staan voor defensief of verdedigend voetbal, maar eerder georganiseerd en gedisciplineerd.

Een serieuze uitdaging.

Maar niet onmogelijk. De visie van de voorzitters, de trainers en de pers spelen daarin een belangrijke rol. Een voorbeeld : de pers wou Aimé Anthuenis zijn filosofie veranderen. Aimé is een vriend voor wie ik het diepste respect heb.

Waarom ?

Hij houdt vast aan zijn eigen principes en maakt de ambities van de club waar. Wat kan je meer verlangen ? Hij krijgt zijn team terug op de rails nadat het een hele transformatie onderging : je moet het maar doen. Dankzij hem mag België volgend jaar misschien twee ploegen in de Champions League afvaardigen. De evolutie van het Belgische voetbal, de clubs, de nationale ploeg en de spelers staat op het spel. Ik blijf vertrouwen hebben, op voorwaarde dat we realistisch blijven.

door Pierre Bilic

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content