IVAN DE INSCHIKKELIJKE

© belgaimage

Vijftien op vijftien in de competitie, maar geen Europees najaar. Het was niet allemaal peis en vree in de eerste maanden van Ivan Leko.

‘Dit is een blamage, hier ben ik ziek van.’ Voorzitter Bart Verhaeghe wond er geen doekjes om, vrijdag op de terugvlucht uit Athene. De avond ervoor, een paar uur na de Europese uitschakeling, had de Brugse voorzitter zich ook maar kort laten zien, op de drink na de match in het hotel. Hij babbelde wat bij met de commerciële partners en zijn collega-bestuursleden, maar koos snel voor de rust en beslotenheid van zijn hotelkamer. De tik was hard.

Zo mogelijk nog harder kwam de tik aan bij Ivan Leko. Leo Van der Elst, aanwezig als ankerman van Club-tv en een veteraan van vele oorlogen, had al gezien dat de jonge trainer zeer gespannen was in de aanloop naar de wedstrijd. Van der Elst bleef woensdagavond, 24 uur voor de match, nog even kijken naar de laatste training. Hij zag er goeie dingen, én slechte – zoals altijd op een training -, en merkte vooral veel positivisme bij een coach die de zenuwen en de druk van zijn spelers wilde wegnemen.

Leko ten voeten uit. Een man met een visie, maar vooral, na de intensiteit van Michel Preud’homme, voor sommige mensen een verademing door zijn soepelheid en inschikkelijkheid. Van der Elst: ‘Na de éérste wedstrijd van Preud’homme zei ik thuis tegen mijn vriendin: ‘Een toptrainer!’ Ik had slechts één fase nodig. Een inworp. Een stomme inworp. Waarbij ik drie spelers drie verschillende loopbewegingen zag maken. Zelfs dáár werd intensief op getraind.’ Maar na (bijna) vier jaar raak je dat ook weleens beu en komen andere kanten boven. Koppigheid, eigenzinnigheid, en vastigheid van visie. Dat werkte op de zenuwen bij de jongens die ernaast vielen.

Preud’homme volgde in september 2013 Juan Carlos Garrido op, die sterk begon in België (17 op 21), maar zich Europees verslikte in Slask Wroclaw (uit 1-0, thuis 3-3 met twee doelpunten van Waldemar Sobota, die later in Brugse loondienst nog maar weinig klaar zou maken). In de analyse van de uitschakeling vertilde de Spanjaard zich een beetje. Hij schatte de spelerskern (met de Chinees Wang nog twee keer in de basis, en de jonge Brandon Mechele achterin) van toen kwalitatief niet zo hoog in, en vond het vreemd dat het Brugse bestuur die kwalificatie voor de groepsfase zo hoog op de agenda plaatste. Garrido meende dat Europese sightseeing wellicht interessant was voor bestuur en commerciële partners, maar dat de ploeg sportief weinig te zoeken had op die citytrips. Dat was het DNA van Club negeren en even later mocht de Spanjaard gaan.

Moet je van deze kern dezelfde sportieve analyse maken?

Doorstroming

Anders dan de Spanjaard kent Ivan Leko dat Europese DNA van Club maar al te goed. De Kroaat was in september 2007 twee keer invaller tegen Brann Bergen, toen het Europese avontuur voor Club er na één ronde ook opzat. Eén Europese (voor-)ronde, het gebeurt zo weinig dat de namen van de tegenstanders bijblijven: Wroclaw, Brann…

Op 9 juni werd de Kroaat officieel gepresenteerd als hoofdcoach. Toen poseerde hij als opvolger van Preud’homme nog veel minder gespannen voor de officiële foto. MPH had vier jaar streng geregeerd: lange werkdagen, intense trainingen, nooit loslaten, hoge eisen, zeer kritisch, elke dag weer. In drukke periodes geregeld twee, drie nachten per week op hotel in afzondering, de concentratie ter wille. Geen alcohol dan in de bar, voor niemand, zelfs niet voor de staf, om niet in de verleiding te komen. Was de match ergens aan de andere kant van het land, dan bracht de spelersbus het gezelschap de dag ervoor, om leeg terug te keren, en de dag erop weer leeg te vertrekken, om het gezelschap weer op te pikken. Een regime dat prijzen opleverde. Een Europese kwartfinale en een beker in Preud’hommes tweede seizoen, een titel in het derde, een Supercup en een tweede plaats in de eindstand in het vierde. Toen was de citroen uitgeperst, bij iedereen.

Leko begon aan een nieuwe cyclus, met jong, vers bloed, en wat spelers die hun toekomst elders zagen: Björn Engels, JoséIzquierdo, Stefano Denswil. In hun rug duwden enkele jongeren: Helibelton Palacios, Dijon Cools, Ahmed Touba, Ethan Horvath. Daar had Preud’homme iets te lang te weinig oog voor gehad, vonden ze intern. Omdat die jongens niet klaar waren, beoordeelde de meester. Niet iedereen ging daarmee akkoord.

Dat er problemen waren/zijn met de doorstroming, erkennen ze in Brugge wel. Terwijl het hele gezelschap woensdag in Athene verzamelen blies voor de laatste training kwam er de officiële melding dat ex-spits Dieter Van Tornhout aan de technische staf van de beloften werd toegevoegd. Bart Verhaeghe: ‘We zijn zo tevreden over het werk van Maarten Martens dat we hem doorschuiven.’ Martens deed al de individuele begeleiding van jonge talenten, en gaat zich nu bezighouden met het verder afwerken van zij die tussen A-kern en A-ploeg bengelen, de ThibaultVlietincks en JordiVanlerberghes van blauw-zwart. Terwijl Leko met een selectie in Athene zat, gaf Martens op het thuisfront training aan wie uit de selectie viel. Want ook voor Standard moesten jongens worden klaargestoomd. Bij Club Brugge dachten ze toen nog een heel najaar van dat soort extra trainingen te kunnen inlassen. AEK besliste er ’s anderendaags anders over.

Postformatie is ook in Brugge een groot probleem. Sale and lease back is een veel gebruikte economische techniek. Vertaald naar voetbal zou dat kunnen zijn: buy and lease back. Maar uitlenen is niet zo eenvoudig. Verhaeghe, woensdagmiddag op de welkomstdrink in de Galaxy Bar van het hotel: ‘Een tweede ploeg kunnen wij niet kopen, en het aantreden met onze beloften in competitie krijgen we binnen de bond niet doorgedrukt.’ Dus blijft het zoeken naar andere manieren. Uitlenen, zoals Sander Coopman aan Zulte Waregem, of vorig seizoen Mechele aan STVV. Of het dan niet zinvol was om iemand als Jordi Vanlerberghe langer in Mechelen te houden? Neen. Club had er zijn redenen voor en wilde liever de ontwikkeling van het talent zélf begeleiden. Zelfs al houdt dat in dat hij minder speelgelegenheid krijgt.

Geleide loting

Er moest woensdag, enkele uren voor de laatste training, de voorzitter nog iets van het hart. Dat het systeem van de geleide lotingen en het vooraf indelen in poules toch tot vreemde toestanden kon leiden. Met AEK-Club Brugge stonden donderdag twee ploegen tegenover elkaar die beiden een ronde eerder nog voor een plaats in de knock-outfase van de Champions League streden. Van vrije lotingen is bij de UEFA geen sprake meer. Veel valt daar blijkbaar niet tegen te beginnen, de Europese voetbalfederatie wil zo veel mogelijk verschillende landen, ook uit het minder kapitaalkrachtige oosten, in de groepsfase. Dat de UEFA-voorzitter uit Slovenië komt, is daar niet vreemd aan.

Met enige ongerustheid kijkt Verhaeghe ook naar de plannen van de grote ploegen. De huidige Europese formats liggen nog vast tot 2020. Daarna moeten nieuwe afspraken worden gemaakt. Als de grote clubs zouden beslissen om eruit te stappen en zélf hun mondiale competitie opstarten – een Champions Cup tussen alle winnaars van de Champions League kan daar een eerste aanzet toe zijn -, kan het economische voetbalsysteem imploderen. De financiële compensatie daartegenover is dan slechts een doekje voor het bloeden. Verhaeghe: ‘Niet iedereen is zich daarvan bewust, lijkt me. Zelfs niet in de grote landen. Gaat de Premier League haar competitie nog zo kunnen vermarkten, als straks de twee clubs uit Manchester of de drie groten uit Londen vertrekken? Er staan ons zeer boeiende tijden en momenten van grote veranderingen te wachten.’

Woensdagavond, de laatste training voor de wedstrijd. De zon is weg en het lichte briesje uit zee voelt aangenaam verfrissend aan. Leko staat tussen zijn spelers en vergoelijkt, als er wat fout loopt. Hij moedigt aan, is vriendelijk. Een heel andere managementstijl, een breuk met het verleden. Ook qua voetbal. De Kroaat wil Club anders laten spelen, minder in het duel, maar voorlopig lukt dat nog niet zo goed. Het oude en het nieuwe Club moeten nog wennen aan elkaar, op alle niveaus. De Kroaat werkt nauw samen met zijn assistent die hij meebracht uit Sint-Truiden en legt andere accenten dan zijn voorganger. Iedereen zoekt daarin nog een beetje naar zijn draai.

‘Ik ben geen trainer met oogkleppen’, zal hij vier dagen later zeggen, op de persconferentie na de 4-0 tegen Standard. Het ging over het systeem, en zijn terugkeer naar een 3-5-2. In Athene had hij – eenmalig – teruggegrepen naar de 4-3-3 van vroeger, met een vrije rechterkant, en Jelle Vossen in de rug van Abdoulay Diaby als variante. Veel leverde het niet op.

Een verandering van systeem ‘mede op verzoek van de spelers’, vertelde CEO Vincent Mannaert na de match. Op nieuwkomers Marvelous Nakamba en Dennis na konden spelers daarmee op hun oude automatismen teren. Hans Vanaken, donderdag onzichtbaar maar zondag uitblinker, nuanceerde na de match tegen Standard een en ander: ‘Het was niet op ons verzoek,maar na overleg, met iedereen die in Brugge wat over het sportieve heeft te zeggen. De staf, de spelers, en andere, hogere geledingen van de club.’ Preud’homme regeerde autonomer, maar Garrido ergerde er zich ook al aan, aan het voortdurende overleg. Al is het uiteindelijk toch, zoals Mannaert het aanhaalde, ‘de trainer die beslist’.

En die heeft dus geen oogkleppen op. Een coach die, ondanks een (qua punten) goeie start, toch met twijfels wordt geconfronteerd inzake de kwaliteit van het spel, kan daar op twee manieren mee omgaan: ze van tafel vegen en iedereen proberen te overtuigen van zíjn gelijk, of beginnen te zoeken naar een manier om én de eigen ideeën door te drukken én de anderen ter wille te zijn.

Leko koos in Athene voor het tweede. Hij ging in op de wensen rondom hem in plaats van te kiezen voor het dictatoriale eigen gelijk. Een compromis. Het bekwam hem slecht, omdat enkele sleutelspelers – Engels, Vanaken, Vormer, Vossen, Diaby – om diverse redenen niet thuis gaven. De balcirculatie was niet snel genoeg, ze waren niet in vorm, of gewoon niet goed genoeg.

Voor de verdediging niet de eerste keer. Leko greep terug naar het hart van de defensie dat Club in zijn kampioenenjaar door play-off 1 loodste met slechts 9 tegengoals in 10 wedstrijden. Het leverde Denswil en Engels veel lof op – Engels zelfs ei zo na een plaats in de EK-selectie (een blessure dwong hem tot afzeggen) – en goeie punten in de scoutingverslagen. En Club op papier veel centen.

Blauw-zwart besloot daar niet op in te gaan. Integendeel. Het deed spelers, onder meer Engels, een beter contractvoorstel. Algemeen gezien ging de voorbije jaren de loonmassa met zo’n twintig procent de hoogte in. De kampioenenploeg werd behouden, de centen van de Champions League dekten mee de kosten.

Die Champions League bleek een ontgoocheling. Engels miste die nagenoeg volledig met een schouderletsel, en Denswil gaf onder druk een paar keer niet thuis. Dit seizoen was het Europees al niet veel beter. Engels speelde drie van de vier Europese matchen en acteerde bleekjes. Denswil was indrukwekkend thuis tegen de Turken, maar liet uit in Istanboel dan weer te veel ruimte en ging tegen AEK mee ten onder.

Het verhaal van de hele ploeg. Vormer, Vanaken, Vossen, Diaby: allemaal waren ze uitstekend in de pintjesligamaar onvoldoende voor Europa, zo lijkt het de voorbije twee jaar. Van Vormer wordt dit seizoen – in de 3-4-3 of 3-5-2 die Leko hanteert – meer gevraagd in balbezit en momenteel heeft de Nederlander het lastig om dat beantwoorden. Vossen is op zijn best als hij in de zestien komt, maar niet als hij ver moet terugvallen en mee het spel moet maken. Bovendien zijn statistieken wat ze zijn. In het geval van Vossen: vorig seizoen twee Europese goals en in play-off 1 doelpunten tegen Zulte Waregem en KV Oostende, niet tegen Anderlecht of AA Gent. Vandaar dat ze bij Club nog altijd iets meer geloven in Wesley als hoofdaanvaller, ook al heeft die qua doelpunten veel minder op zijn palmares en beleefde hij, wegens een hersenvliesontsteking, een moeilijke zomer. Ook dat speelde Leko parten.

De lessen

Verliest Club Brugge met deze kern Europees de aansluiting? Sinds die goeie eerste campagne van Michel Preud’homme, die drie seizoenen geleden eindigde in de kwartfinale tegen Dnjepr, speelde blauw-zwart al twintig Europese matchen. Daarvan won het er slechts twee. Thuis tegen Panathinaikos (3-0) en tegen Legia Warschau (1-0). Veertien (!) duels gingen verloren. Op de vlucht terug uit Athene nuanceerde Vincent Mannaert de cijfers, wijzend op de uitschakeling van Ajax, vorig seizoen nog finalist. Twee seizoenen geleden bleef Club tot speeldag zes in de running voor overwinteren, klonk het. Een gelijkspel thuis tegen Midtjylland gooide roet in het eten. Deze nuance toch: met zeven punten haalden de Denen toen de laagste score ooit in de geschiedenis van de EL om door te gaan. En vorig seizoen was – net als dit seizoen tegen de Turken – de kwaliteit voor de CL toch te laag. En in Athene botste Club op Grieken, tegen wie het niet de kleinste vuist kon maken. In de thuiswedstrijd één schot op doel en één kopbalkans via Mechele. In Athene eveneens één schot op doel. Als dan ook de grinta en vechtlust ontbreekt, is het helemaal een tragedie.

Wat nu? Voor Leko en de spelers was het sportieve jasje van Europa enkele maten te groot. Dat van de Jupiler League zit met een vijftien op vijftien uitstekend. Vijftien gemaakte goals ook, kansen creëren en ze ook afwerken, lukt nationaal. Toch was Leko zondag de eerste om die cijfers te nuanceren. Het voetbal laat nog wat te wensen over. Misschien is de Kroaat wel wat te eerlijk…

Balbezit zegt niet alles, zeker niet omdat het drie van de vijf keer om een uitwedstrijd ging, iets waar Club onder Preud’homme de laatste jaren mee op de sukkel was. Maar in Kortrijk, in Waregem en zelfs thuis tegen Standard raakte Club aan slechts 45 procent. Met de opbouw van achteren uit en het vinden van elkaar loopt het nog fout. Nu de fysieke basis is gelegd en straks de transfermist rond veel hoofden opklaart, kan het tactische werk worden verfijnd. Dan kan Leko spelers overtuigen van zijn gelijk en violen intern op elkaar afstemmen. Want een symfonisch orkest is Club nog niet, ook al is de grote voorsprong op Anderlecht en AA Gent, de twee historische concurrenten, intussen aanzienlijk én was de steun van het publiek zondag hartverwarmend. Ze waren er intern bang voor, maar de snelle start verzoende iedereen.

door peter t’kint in athene en brugge foto’s belgaimage

In Athene ging Leko in op de wensen rondom hem in plaats van te kiezen voor het dictatoriale eigen gelijk.

Bij Club geloven ze nog steeds meer in Wesley als hoofdaanvaller dan in Vossen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content